Statuut met afspraken voor informatie-uitwisseling tussen JenV en de NZa (Statuut informatie-uitwisseling JenV-NZa)

De Minister voor Rechtsbescherming, in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en de voorzitter van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) stellen in dit document gezamenlijk inhoudelijke en procedurele afspraken vast met betrekking tot de wederzijdse informatieverstrekking voor zover het de uitvoering van de forensische zorg betreft.1, 2

1. Wederzijds vertrouwen en professionaliteit

  • In onze uitwisseling van informatie gelden de vigerende wetten als basis, waar het gaat om het wat en hoe van informatie-uitwisseling.

  • We bouwen op vertrouwen, professionaliteit, goed overleg, alertheid, en gezond verstand waar het gaat om haal- en brengplicht van informatie, waarbij het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) en de NZa elkaars taken en rollen respecteren en we zijn hierop aanspreekbaar.

2. Proactieve informatie-uitwisseling

  • We informeren elkaar uit eigen beweging tijdig over situaties waarvoor men redelijkerwijs kan inschatten dat die van belang zijn voor de ander.

  • Bij het ontstaan van ad hoc informatiebehoefte geven we toelichting op de urgentie en spreken we een inspanningsverplichting af om zo goed mogelijk in de gevraagde informatie te voorzien en maken we afspraken over het gebruik daarvan.

  • De NZa stelt JenV, net als andere relevante partijen, in de gelegenheid te reageren op (concept-)rapporten/signaleringen met betrekking tot feitelijke onjuistheden en onduidelijkheden.

  • Om verrassingen te voorkomen geldt een termijn van twee weken tussen vaststelling van een rapport en openbaarmaking door de NZa. Van deze termijn kan in overleg worden afgeweken.

3. Contacten met Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal

  • De NZa informeert de Minister over relevante contacten met de Eerste en Tweede Kamer.

  • De Minister informeert de NZa in gelijke zin voor zover dat het vertrouwelijk overleg met de Eerste en Tweede Kamer niet nadelig beïnvloedt.3

4. Onderling overleg

  • Dit statuut wordt ten minste één keer per jaar geagendeerd voor periodiek overleg en geëvalueerd.

  • Als er zich situaties voordoen die naar de mening van een van de partijen strijdig zijn met de afspraken over informatie-uitwisseling vindt hierover overleg plaats tussen de accounthouders van beide partijen. In dat overleg worden(zo nodig) acties afgesproken om de ontstane situatie op te lossen en herhaling in de toekomst te voorkomen.

5. Slotbepalingen

  • Dit statuut treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

  • Dit statuut wordt aangehaald als: Statuut informatie-uitwisseling JenV-NZa.

17 september 2019

De Minister voor Rechtsbescherming F.M. Weerwind

De voorzitter van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Zorgautoriteit M.J. Kaljouw


X Noot
1

Conform art. 22a Wmg.

X Noot
2

Overige wettelijke regelingen die onder andere van toepassing zijn: de Wet forensische zorg, de Comptabiliteitswet 2016, Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.

X Noot
3

Zie bijvoorbeeld artikel 68 van de Grondwet.

Naar boven