Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatscourant 2023, 5557 | delegatie- of mandaatbesluit |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatscourant 2023, 5557 | delegatie- of mandaatbesluit |
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
gelet op de NATO Security Policy (Security Within the North Atlantic Treaty Organization, CM(2002)49-REV1),
gelet op de Council Decision on the security rules for protecting EU classified information (2013/488/EU),
gelet op de Commission Decision on the security rules for protecting EU classified information (2015/444),
gelet op de Regulations of the European Space Agency, Security Regulations (ESA/REG/004, rev.2),
gelet op artikel 8 tweede lid, aanhef en onder c, van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017;
besluit vast te stellen:
Aan de directeur-generaal van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het optreden als National Security Authority (NSA).
1. De directeur-generaal van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst is bevoegd tot het verlenen van ondermandaat ten aanzien van het mandaat, bedoeld in artikel 1, aan onder hem ressorterende functionarissen, respectievelijk tot het beperken of intrekken daarvan.
2. De directeur-generaal van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst verleent ondermandaat als bedoeld in het eerste lid, bij schriftelijk besluit in overeenstemming met de secretaris-generaal.
3. Het eerste lid is niet van toepassing op het beslissen op een bezwaarschrift.
Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot
Gelet op de regelgeving als genoemd in de aanhef van onderhavig besluit, is iedere lidstaat van de Europese Unie (hierna: EU), Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (hierna: NAVO) en de Europese Ruimtevaartorganisatie (hierna: ESA), via genoemde internationale afspraken gehouden een National Security Authority (hierna: NSA) in te stellen. Ter illustratie:
Zo wordt dit in Decision 2013/488/EU omschreven als: ‘(...) Member states should: designate an NSA, as listed in Appendix C, responsible for security arrangements for protecting EUCI (...)’ (artikel 16 lid 3).
C-M(2002)49-REV1 omschrijft deze verplichting als ‘Each NATO Nation shall establish a National Security Authority (NSA) responsible for the security of NATO Classified Information’ (Enclosure B, artikel 3).
Ten slotte luidt ESA/REG/004, rev 2: ‘Each ESA Member State shall implement the ESA security standards as contained in these Regulations so as to ensure a common degree of protection for Classified Information; accordingly, it shall be responsible for: (a) designating a National Security Authority (NSA)/Designated Security Authority (DSA) responsible for the security of ESA Classified Information; (...)’ (Section II, artikel 2).
Als blijkt uit voorgaande citaten, is de NSA binnen zijn (lid)staat verantwoordelijk voor de juiste beveiliging van respectievelijk EU-, NAVO- of ESA gerubriceerde informatie. Hierbij behorende handelingen zijn bijvoorbeeld:
• wanneer opportuun en gelet op de eisen die daaromtrent worden gesteld, het afgeven van een Facility Security Clearance (FSC) aan bedrijven die, op basis van enige overeenkomst, toegang nodig hebben tot EU- NAVO- of ESA- gerubriceerde informatie, dan wel zulks zullen genereren;
• het uitvoeren van veiligheidsonderzoeken naar personen die toegang vergen tot EU- NAVO- of ESA gerubriceerde informatie en hen daartoe vervolgens, wanneer opportuun, een Personnel Security Clearance (PSC) verstrekken.
Op 3 januari 1950, heeft de Minister van Binnenlandse Zaken zich verantwoordelijk gesteld om die taken uit te voeren, welke thans worden begrepen onder de NSA-taak. Vanaf 2001 is besloten om het NSA-schap in Nederland voor NAVO- respectievelijk EU onder te verdelen in een civiel- en militair deel. Aldus ligt het NSA-schap voor het civiele deel in Nederland bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Voor wat betreft EU, blijkt de manier waarop in Nederland het NSA-schap is belegd (en onderverdeeld tussen genoemde ministers) ook duidelijk uit genoemde EU-regelgeving.
Reeds in 1950 heeft de Minister van Binnenlandse Zaken het hoofd van de Binnenlandse Veiligheidsdienst, thans Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (hierna: AIVD), opdracht gegeven de NSA-veiligheidsmaatregelen (lees: taken) uit te voeren. Aldus voert de AIVD sinds die tijd de NSA-taken uit, thans, gelet op het voorgaande, in het civiele domein. Onderhavig besluit is bedoeld om een en ander te verduidelijken.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2023-5557.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.