Besluit Buiten toepassing laten rijkscoördinatieregeling Windpark Eemshaven-West, Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Datum 2 februari 2023

Nummer DGKE/ 26130517

DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE,

overwegende:

  • dat de provincie Groningen het voornemen heeft in het gebied Eemshaven-West in de provincie Groningen een windpark te realiseren, een windpark in de gemeente Het Hogeland;

  • dat dit initiatief op grond van artikel 9b Elektriciteitswet, onder de rijkscoördinatieregeling valt, als bedoeld in artikel 3.35 van de Wet ruimtelijke ordening;

  • dat de rijkscoördinatieregeling, voor zover hier van belang, gelet op artikel 3.35, eerste lid, onder c, van de Wet ruimtelijke ordening met zich brengt dat voor het hiervoor bedoelde project een inpassingsplan kan worden vastgesteld door de Minister voor Klimaat en Energie, (hierna: K&E) en de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (hierna: VRO), en dat de voorbereiding en bekendmaking van het inpassingsplan door de Minister voor K&E worden gecoördineerd met de voorbereiding en bekendmaking met andere voor de uitvoering van het project benodigde besluiten;

  • dat de Minister voor K&E, in afwijking van het voorgaande, op grond van artikel 9b, vierde lid, van de Elektriciteitswet 1998 kan bepalen dat voor een bepaald project geen inpassingsplan wordt voorbereid en de voorbereiding en bekendmaking van andere besluiten niet door hem worden gecoördineerd;

  • dat deze bevoegdheid kan worden toegepast indien, in aanmerking genomen de omvang, aard en ligging van de desbetreffende product-installatie, alsmede het aantal voor de aanleg of uitbreiding van Windpark Eemshaven-West benodigde besluiten, redelijkerwijze niet valt te verwachten dat toepassing van de rijkscoördinatieregeling, als bedoeld in artikel 3.35 van de Wet ruimtelijke ordening, de besluitvorming in betekenende mate zal versnellen of daaraan anderszins aanmerkelijke voordelen zijn verbonden;

  • dat deze situatie zich bij dit project voordoet gezien het reeds doorlopen proces, het voornemen om voort te bouwen op het in samenspraak met de omgeving vastgestelde voorkeursalternatief en de contacten met de gemeente Het Hogeland en andere betrokken partijen in het gebied;

  • dat er ook geen bijzondere belemmeringen zijn die in de weg staan aan een voorspoedig verloop van de benodigde procedures, zonder dat de rijkscoördinatieregeling wordt toegepast;

  • dat, gelet op het voorgaande, de provincie Groningen bij brief van 21 december 2022 formeel heeft verzocht de rijkscoördinatieregeling buiten toepassing te laten;

  • dat vervolgens het bij het project betrokken bestuursorgaan – gemeente Het Hogeland – is gehoord over het voornemen de rijkscoördinatieregeling buiten toepassing te laten;

  • dat de gemeente Het Hogeland bij brief van 15 december 2022 heeft aangegeven te kunnen instemmen met het voornemen;

Gelet op:

Artikel 9b, vierde lid, onder a;

Besluit:

Artikel 1

Geen van de procedures, bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening is van toepassing op de besluitvorming inzake het in ontwikkeling zijnde Windpark Eemshaven-West voorzien in de gemeente Het Hogeland.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking de dag na die waarop het bekend is gemaakt. Dit besluit wordt bekendgemaakt door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister voor Klimaat en Energie, namens deze: T.W.G.M.M. Albers MT-lid directie Realisatie Energietransitie

Tegen dit besluit staat geen bezwaar of beroep open (artikel 7.1 in samenhang met artikel 8.5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 1 van hoofdstuk 1 van bijlage 2 bij deze zelfde wet).

Naar boven