Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,
Gelet op artikel 4, zesde en zevende lid, van de Regeling vordering contante waarde
van periodieke verstrekkingen WAO en Wet WIA;
Besluit:
Artikel 1
De factor L, bedoeld in artikel 3 van de Regeling vordering contante waarde van periodieke
verstrekkingen WAO en Wet WIA, wordt voor het boekjaar 2023 vastgesteld op 0,201606%.
Artikel 2
De factor r, bedoeld in artikel 3 van de Regeling vordering contante waarde van periodieke
verstrekkingen WAO en Wet WIA, wordt voor het boekjaar 2023 vastgesteld op 0,192368%.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de
Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2023.
Amsterdam, 13 december 2022
M. Camps Voorzitter Raad van Bestuur UWV
TOELICHTING
Indien een verzekerde arbeidsongeschikt in de zin van de door het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen (UWV) uitgevoerde arbeidsongeschiktheidswetten (ZW, WAO, WIA,
Wajong en WAZ) raakt, waarbij een derde aansprakelijk kan worden gesteld voor deze
arbeidsongeschiktheid, dan heeft UWV het recht de arbeidsongeschiktheidsuitkering
te verhalen op die aansprakelijke derde. Met het verhaal wordt een maximale compensatie
van de uitkeringslasten beoogd en worden deze lasten bij degene gelegd die deze veroorzaakt
heeft.
Dit verhaalsrecht is vastgelegd in artikel 90, eerste lid, Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering
(WAO) en artikel 99, eerste lid, Wet Werk en Inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA),
alsmede in artikel 4:2 Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten en
artikel 69 Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) (oud).
Op grond van artikel 90, tweede lid WAO en artikel 99, tweede lid Wet WIA heeft de
Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid regels gesteld, te weten de
Regeling vordering contante waarde van periodieke verstrekkingen WAO en Wet WIA, waarbij
UWV in plaats van periodieke betalingen de contante waarde van het verhaalsbedrag
kan vorderen.
Een tweetal factoren uit de in genoemde regeling opgenomen formule wordt door UWV
jaarlijks vastgesteld, te weten: de factor L (= gemiddeld stijgingspercentage van
het dagloon, bedoeld in artikel 14 WAO en artikel 13 Wet WIA, over een periode van
een maand) en de factor r (= het interestpercentage per maand).
Voor het boekjaar 2023 is de factor L vastgesteld op 0,201606% en de factor r op 0,192368%.
Amsterdam, 13 december 2022
M. Camps Voorzitter Raad van Bestuur UWV