Vergunning recreatief burgermedegebruik militaire luchthaven De Kooy ten behoeve van Helderse Modelvliegclub

17 januari 2023

Nummer: MLA/008/2023

Kenmerk: BS2023000079

De Minister van Defensie,

Handelende na overleg met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

Gelezen het verzoek per e-mail van de secretaris van de Helderse Modelvliegclub van 2 januari 2023;

Gelet op artikel 10.27, eerste lid van de Wet luchtvaart;

Besluit:

Artikel 1

Ter beoefening van de modelvliegsport wordt aan de Helderse Modelvliegclub vergunning verleend om, in afwijking van de verbodsbepaling van artikel 10.13, eerste lid, van de Wet luchtvaart, modelvliegtuigen op te doen stijgen van of te doen landen op de militaire luchthaven De Kooy op dagen en tijden als genoemd in artikel 4.3.2 van het Luchthavenbesluit De Kooy.

Artikel 2

• 1. Paragraaf 4.2 en artikel 29 van het Besluit militaire luchthavens en de artikelen 1 en 8 van de Regeling recreatieve luchtvaart op militaire luchthavens, alsmede het Luchthavenbesluit De Kooy zijn op het burgermedegebruik van toepassing.

• 2. De commandant van de militaire luchthaven De Kooy kan aanwijzingen geven voor het betreden en het gebruik van de militaire luchthaven.

Artikel 3

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 1 februari 2023 en vervalt met ingang van 1 januari 2026.Deze beschikking zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Defensie, voor deze, De Directeur Militaire Luchtvaart Autoriteit, J.P. Apon Commodore

Tegen deze beschikking kunnen belanghebbenden op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen 6 weken na de dag waarop deze beschikking is bekendgemaakt, een bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift kan digitaal of schriftelijk worden ingediend. Het digitale bezwaarschrift dient te worden ingediend via www.defensie.nl/bezwaarJDV. Het schriftelijke bezwaarschrift dient te worden gericht aan de Minister van Defensie, DienstenCentrum Juridische Dienstverlening, ter attentie van de Commissie advisering bezwaarschriften Defensie, MPC 55A, Postbus 90004, 3509 AA Utrecht. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en moet ten minste bevatten: de naam en het adres van de indiener; de dagtekening; een omschrijving van de beschikking waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar. Indien onverwijlde spoed dat vereist, is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij de president van de rechtbank die bevoegd is. In dat geval is griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat een bezwaarschrift is ingediend.

TOELICHTING

Het starten van of landen op een militaire luchthaven met een burgerluchtvaartuig is op grond van artikel 10.13, eerste lid van de Wet luchtvaart verboden, zonder of in afwijking van een voor dat opstijgen of landen door de Minister van Defensie, na overleg met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, verleende vergunning voor (structureel) burgermedegebruik, vrijstelling (onder andere algemeen maatschappelijk belang) of ontheffing (incidenteel medegebruik).

In onderhavig geval is aan de Helderse Modelvliegclub opnieuw een vergunning verleend voor structureel recreatief burgermedegebruik als bedoeld in artikel 10.27 van de Wet luchtvaart. Daar de Helderse Modelvliegclub, aangesloten bij de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart (hierna: KNVL), voorheen op grond van een vergunning van de KNVL medegebruik van het luchtvaartterrein maakte, kan dit met deze vergunning voor de militaire luchthaven.

Kenmerkend voor structureel recreatief burgermedegebruik is dat het medegebruik zich afspeelt door tussenkomst van een rechtspersoon waaraan bepaalde rechten en plichten worden toegedeeld. Zo dient de Helderse Modelvliegclub, alsook de personen onder diens verantwoordelijkheid, bij het burgermedegebruik de verplichtingen, zoals gesteld in het Besluit militaire luchthavens en de Regeling recreatieve luchtvaart op militaire luchthavens, na te leven.

Ten aanzien van de geluidsbelasting is het volgende van belang. De Wet luchtvaart kent geen berekeningsmodel voor de geluidsbelasting veroorzaakt door startende of landende modelvliegtuigen. Per militaire luchthaven wordt daarom een zodanige locatie gekozen, dat dit de minste overlast voor omwonenden oplevert en tegelijkertijd ten opzichte van het overige verkeer veilig is. Daarnaast resulteren technische ontwikkelingen in een aantoonbare vermindering van het geluid afkomstig van de met verbrandingsmotoren aangedreven modelvliegtuigen. Er is een duidelijke trend waarneembaar van motoren op basis van het 2-tact-principe naar het 4-tact-principe. Tot slot vindt er een sterke verschuiving plaats naar het vliegen met (geluidsarme) elektromotoren.