Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 1 februari 2023, Min-Buza.2023.12972-17, tot wijziging van de Vergoedingenregeling leden Adviesraad internationale vraagstukken

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Gelet op artikel 4 van het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vergoedingenregeling leden Adviesraad internationale vraagstukken wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1

Aan de voorzitter van de Adviesraad internationale vraagstukken, aan de voorzitters en aan de vicevoorzitters van de permanente commissies wordt een vaste vergoeding per maand toegekend ter hoogte van 24,41% van het maximumbedrag van salarisschaal 18 van bijlage I-B van de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk 2018–2020.

B

Artikel 2 vervalt.

C

Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5

Na het verstrijken van de looptijd van de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk 2018–2020 wordt de vergoeding, bedoeld in artikel 1, voortgezet alsof de looptijd niet verstreken is, met dien verstande dat bij het tot stand komen van een nieuwe Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk gedurende de werkingssfeer van dit besluit de vergoedingen overeenkomstig worden aangepast.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2020 met dien verstande dat het percentage voor de vicevoorzitters, bedoeld in artikel I, onderdeel A, van toepassing wordt met ingang van 1 februari 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra

TOELICHTING

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Vergoedingenregeling leden Adviesraad internationale vraagstukken. Aanleiding is de gelijkschakeling van de vergoeding voor de vicevoorzitters van de permanente commissies van de Adviesraad internationale vraagstukken met die van de voorzitters van die permanente commissies. De verhoging voor de vicevoorzitters wordt als passend gezien gelet op de (toename van de) werkzaamheden en de vergelijkbare werkzaamheden met die van de voorzitters (artikel I, onderdeel A).

Toekenning van terugwerkende kracht is noodzakelijk om aan te sluiten op het moment waarop het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 is vervallen. De gelijkschakeling van de vergoeding van de vicevoorzitters met die van de voorzitters vindt pas plaats met ingang van 1 februari 2023 (artikel II).

De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra

Naar boven