Regeling van de Staatssecretaris van Financiën van 25 januari 2023, houdende de vaststelling van de gelijkwaardige inspanning van de decentrale overheden inzake het EMU-saldo

De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst

Handelende in overenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

Gelet op artikel 3 van de Wet houdbare overheidsfinancien;

Besluit:

Artikel 1 Begrippen

De definities van artikel 1 van de Wet houdbare overheidsfinancien zijn van overeenkomstige toepassing op deze regeling.

Artikel 2 EMU-norm 2023

Het collectieve aandeel van de decentrale overheden gezamenlijk in het EMU-saldo, bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, wordt voor het jaar 2023 vastgesteld op -0,4 procent van het bruto binnenlands product.

Artikel 3 Onderverdeling naar overheidslaag

Het collectieve aandeel van de decentrale overheden in het EMU-saldo, bedoeld in artikel 2, wordt uitgesplitst naar:

  • a. een aandeel voor de provincies gezamenlijk dat voor 2023 wordt vastgesteld -0,08 procent van het bruto binnenlands product;

  • b. een aandeel voor de gemeenten gezamenlijk dat voor 2023 wordt vastgesteld -0,27 procent van het bruto binnenlands product;

  • c. een aandeel voor de waterschappen gezamenlijk dat dat voor 2023 wordt vastgesteld -0,05 procent van het bruto binnenlands product.

Artikel 4 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst M.L.A. van Rij

TOELICHTING

Deze regeling bepaalt op basis van de Wet houdbare overheidsfinanciën welke gelijkwaardige inspanning de decentrale overheden leveren ten aanzien van het huidige EMU-tekort. De inspanning wordt per bestuurslaag uitgesplitst.

In het bestuurlijk overleg van 23 maart 2023 is overeenstemming bereikt tussen het Rijk en de koepelorganisaties van de decentrale overheden VNG, IPO en UvW over het gezamenlijke aandeel van de decentrale overheden in het EMU-tekort. Ik stel voor – na overleg met de koepelorganisaties van de decentrale overheden VNG, IPO en UvW – de EMU-tekort norm voor 2023 vast te stellen op hetzelfde niveau als voor de periode 2019–2022, namelijk -0,4 procent van het bruto binnenlands product.

Gelet op artikel 3, vijfde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën is een concept van de onderhavige regeling voorgelegd aan de Staten-Generaal.

De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst M.L.A. van Rij

Naar boven