Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 26 januari 2023, nr. MINBUZA-2023.339797, tot vaststelling van subsidieplafonds op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006, en tot wijziging van het Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 8 maart 2018, nr. minbuza-2018.385214, tot vaststelling van een subsidieplafond en beleidsregels voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 en van het Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 21 juni 2022, nr. MINBUZA-2022.504564, tot vaststelling van subsidieplafonds op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Subsidieplafonds OKP 2023 en wijziging beleidsregels OKP)

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;

Gelet op de artikelen 6, 7 en 10 van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken;

Gelet op de artikelen 6.4 en 6.5 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Voor subsidieverlening in het kader van het OKP 2018–20221 geldt voor de periode vanaf inwerkingtreding van dit besluit tot en met 31 december 2023 een subsidieplafond van € 35.000.000,–.

  • 2. Het voor 2023 beschikbare bedrag is als volgt verdeeld over de verschillende soorten subsidies:

    • a. Voor subsidies voor activiteiten gericht op het verstrekken van beurzen voor:

      • 1. Short Courses: € 8.000.000,–, waarvan

        • i. € 4.000.000,– beschikbaar is voor een eerste openstelling, en

        • ii. € 4.000.000,– beschikbaar is voor een tweede openstelling.

        In elk van beide openstellingen is van de beschikbare middelen € 3.000.000,– beschikbaar voor activiteiten die worden uitgevoerd in de landen opgenomen in categorie A van de Landenlijst in de annex bij het OKP 2018–2022 en € 1.000.000,– voor activiteiten die worden uitgevoerd in de landen opgenomen in categorie B van deze Landenlijst.

        Indien middelen resteren van de middelen die beschikbaar zijn voor de eerste openstelling, komen deze beschikbaar voor aanvragen die worden ingediend in de tweede openstelling.

      • 2. Masters: € 16.000.0000,–, waarvan

        • i. € 14.000.000,– beschikbaar is voor een eerste openstelling, waarvan € 525.000,– beschikbaar is voor aanvragen in het kader van het Indonesia Endowment Fund for Education (Lembaga Pengelola Dana Pendidikan), € 10.106.250,– voor activiteiten die worden uitgevoerd in de landen opgenomen in categorie A van de Landenlijst in de annex bij het OKP 2018–2022 en € 3,368.750,– voor activiteiten die worden uitgevoerd in de landen opgenomen in categorie B van deze Landenlijst; en

        • ii. € 2.000.000,– beschikbaar is voor een tweede openstelling, waarvan € 1.500.000,– beschikbaar is voor activiteiten die worden uitgevoerd in de landen opgenomen in categorie A van de Landenlijst in de annex bij het OKP 2018–2022 en € 500.000,– voor activiteiten die worden uitgevoerd in de landen opgenomen in categorie B van deze Landenlijst.

        Indien middelen resteren van de middelen die beschikbaar zijn voor de eerste openstelling, komen deze beschikbaar voor aanvragen die worden ingediend in de tweede openstelling.

    • b. Voor subsidies voor activiteiten gericht op het aanbieden van de volgende soorten trainingen:

      • 1. Opfriscursussen: € 0,–.

      • 2. Tailor-made Trainingen: € 5.000.000,–, waarvan

        • i. € 2.500,000,– beschikbaar is voor een eerste openstelling en

        • ii. € 2.500.000,– beschikbaar is voor een tweede openstelling.

        De verdeling van de voor beide openstellingen beschikbare middelen vindt plaats binnen het raam van een evenwichtige spreiding als bedoeld in artikel 8, derde lid, sub d, van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken over de landen opgenomen op de Landenlijst in de annex bij het OKP 2018–2022.

        Indien middelen resteren van de middelen die beschikbaar zijn voor de eerste openstelling, komen deze beschikbaar voor aanvragen die worden ingediend in de tweede openstelling.

      • 3. Tailor-Made Trainingen Plus: € 6.000.000,–, waarvan de verdeling plaatsvindt binnen het raam van een evenwichtige spreiding als bedoeld in artikel 8, derde lid, sub d, van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken over de landen opgenomen op de Landenlijst in de annex bij het OKP 2018–2022.

    • c. Voor subsidies voor activiteiten gericht op het verstrekken van institutionele samenwerkingsprojecten: € 0,–.

    • d. Voor subsidies voor alumni activiteiten: € 0,–.

  • 3. Voor subsidieverlening in het kader van het OKP 2018–2022 geldt voor de periode vanaf 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024 een subsidieplafond van € 0,–.

Artikel 2

Voor de openstellingen genoemd in artikel 1, tweede lid, sub b, onder 2 en 3, worden op www.nuffic.nl nadere beleidsregels bekend gemaakt.

Artikel 3

Het Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 8 maart 2018, nr. MINBUZA-2018.385214, tot vaststelling van een subsidieplafond en beleidsregels voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Orange Knowledge Programme 2018–2022)2 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt ’31 juli 2023’ vervangen door ’31 december 2024’.

B

In artikel 5 wordt ‘1 augustus 2023’ vervangen door ‘1 januari 2025’.

C

De bijlage bij het besluit wordt als volgt gewijzigd:

1. In paragraaf 1.3. Beschikbare middelen wordt in de eerste alinea ’31 juli 2023’ vervangen door ’31 december 2024’ en wordt ‘€ 231.775.801’ vervangen door ‘€ 266.775.801‘.

2. Paragraaf 1.6. Landenlijst wordt vervangen door:

1.6. Landenlijst

Om in aanmerking te kunnen komen voor een subsidie in het kader van het OKP 2018–2022 dienen subsidieaanvragen zich te richten op onderwijsactiviteiten aan kandidaten en voor instellingen in een beperkt aantal landen. Deze landen zijn opgenomen in de annex “Landenlijst” bij deze bijlage. In lijn met de huidige strategie van het beleid voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en vooruitlopend op een nieuw te ontwikkelen programma zijn vanaf 2023 de landen ingedeeld in twee categorieën, te weten A en B.

Country Plans of Implementation (CPIs) en Country Focus documents

Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie voor de verschillende onderwijsactiviteiten, waarvoor in het OKP subsidiemiddelen worden gesteld, dienen de subsidieaanvragen relevant te zijn voor de duurzame ontwikkeling in het betreffende land en/of regio waar de activiteiten plaatsvinden en aan te sluiten bij de lokale prioritaire ontwikkelingsrelevante thema’s. Hiervan kan voor landen uit categorie A kennis worden genomen via de Country Plans of Implementation (CPI) en voor landen uit categorie B via de Country Focus documents.3 In een CPI is de capaciteitsbehoefte voor een specifiek land gedefinieerd en een pakket van onderling samenhangende activiteiten opgenomen die kunnen bijdragen aan kennis- en capaciteitsversterking binnen de voor het betreffende land of regio gekozen thema’s. Een CPI is in lijn met het meerjarige strategische beleid zoals beschreven in het Multi Annual Strategic Plan (MASP) of jaarplan van de Nederlandse Ambassade. Voor de landen uit categorie B gelden de thema’s uit het Country Focus document. Op de website van Nuffic wordt een overzicht van deze lokale prioritaire ontwikkelingsrelevante thema’s per land gepubliceerd welke strategisch is afgestemd met de ambassades.4

3. Hoofdstuk 2. Individuele beurzen wordt als volgt gewijzigd:

a. De tekst onder het kopje Hoofdstuk 2. Individuele beurzen wordt vervangen door:

Binnen OKP-Individuele beurzen worden subsidies verstrekt, waarmee beurzen kunnen worden verleend voor deelnemers aan:

  • 1. Masters (MA): post-graduale master opleidingen die minimaal één academisch jaar en maximaal 24 maanden duren. Voor master opleidingen die langer duren dan twaalf maanden, wordt voor de eerste twaalf maanden subsidie verstrekt op voorwaarde dat voor de resterende duur van de opleiding co- financiering beschikbaar is.

  • 2. Short courses (SC): cursussen waaraan geen graad is verbonden, zoals bijvoorbeeld diplomacursussen of modules van Bachelor- en Masteropleidingen. Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie geldt voor aanvragen in de eerste openstelling dat de Short Course ten minste twee weken en ten hoogste twaalf maanden dient te beslaan en voor aanvragen in de tweede openstelling geldt dat de Short Course ten minste twee weken en ten hoogste zeven maanden dient te beslaan.

    De verdeling van de beschikbare middelen vindt plaats via een subsidietender aan de hand van de in dit hoofdstuk vastgestelde criteria. Voor subsidies voor het verstrekken van beurzen voor deelnemers aan Short Courses en Masters is 75% van de per openstelling beschikbare subsidiemiddelen bestemd voor activiteiten in de landen onder categorie A van de bij deze bijlage behorende Landenlijst en 25% voor activiteiten in landen onder categorie B. Daarbij geldt voor de eerste openstelling voor subsidies voor het verstrekken van beurzen voor Masters dat € 525.000,– beschikbaar is voor aanvragen in het kader van het joint scholarship programme met Indonesië, het Indonesia Endowment Fund for Education (Lembaga Pengelola Dana Pendidikan, LDPD).

b. Onder het kopje Ten aanzien van de aanvraag / aanvrager: wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van het laatste criterium door een puntkomma, een criterium toegevoegd, luidende:

  • De aanvrager toont aan dat zij voor iedere geselecteerde bursaal minimaal 5% co- financiert van de kosten van de opleiding voor de betreffende bursaal.

4. In Hoofdstuk 3. Maatwerk groepstrainingen, wordt de tekst onder het kopje Opleidingsaanbod vervangen door:

In het kader van OKP-Groepstrainingen komt voor subsidie in aanmerking het geven van:

  • 1. Tailor-made Trainingen (TMT): op maat gemaakte groepstrainingen met een maximaal budget van € 75.000 en een maximale duur van twaalf maanden;

  • 2. Tailor-made Trainingen Plus (TMT+): op maat gemaakte groepstrainingen met een maximaal budget van € 200.000 en een maximale duur van veertien maanden.

De verdeling van de beschikbare middelen vindt plaats via een subsidietender aan de hand van de in dit hoofdstuk vastgestelde criteria, rekening houdend met een evenwichtige spreiding over alle landen opgenomen op de Landenlijst in de Annex bij deze beleidsregels.

Indien voor de openstelling nadere beleidsregels worden vastgesteld, wordt dit daarbij vermeld en komen deze beschikbaar via www.nuffic.nl.

5. De landenlijst in de Annex bij de bijlage wordt vervangen door de volgende landenlijst:

Annex Landenlijst Orange Knowledge Programme (OKP)

Categorie A

Categorie B

Bangladesh

Burkina Faso

Benin

DR Congo

Burundi

Lebanon

Colombia

Niger

Egypt

Nigeria

Ethiopia

Senegal

Ghana

Somalia

Indonesia

South Sudan

Iraq

Sudan

Jordan

Yemen

Kenya

 

Mali

 

Mozambique

 

Palestinian Territories

 

Rwanda

 

South Africa

 

Tanzania

 

Tunisia

 

Uganda

 

Vietnam

 

Artikel 4

In het Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 21 juni 2022, nr. MINBUZA-2022.504564, tot vaststelling van subsidieplafonds op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Subsidieplafonds OKP 1 juli 2022–31 jjuli 2023)5 vervalt artikel 1, derde lid.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, met dien verstande dat de bijlage bij het Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 8 maart 2018, nr. minbuza-2018.385214, tot vaststelling van een subsidieplafond en beleidsregels voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Orange Knowledge Programme 2018–2022) van toepassing blijft op reeds voor die dag verleende subsidies, en vervalt met ingang van 1 januari 2025, met dien verstande dat het van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn verleend.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, namens deze, de Directeur-Generaal Internationale Samenwerking, K. van der Heijden


X Noot
1

Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 8 maart 2018, nr. minbuza–2018.385214, tot vaststelling van een subsidieplafond en beleidsregels voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Orange Knowledge Programme 2018–2022), Stcrt. 2018, nr. 14630.

Naar boven