Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 27 januari 2023, nr. 2023-0000035467, tot wijziging van de Stimuleringsregeling voor leren en ontwikkelen in mkb-ondernemingen en specifiek voor de grootbedrijven in de landbouw-, horeca- of recreatiesector in verband met een uitbreiding van bevoorschotting

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 3, eerste lid, en 5 van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Stimuleringsregeling voor leren en ontwikkelen in mkb-ondernemingen en specifiek voor de grootbedrijven in de landbouw-, horeca- of recreatiesector wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 16 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. De Minister kan bij de beschikking tot subsidieverlening een voorschot van 50% verlenen, indien de subsidie is aangevraagd door een subsidieaanvrager als bedoeld in artikel 17.

B

Aan artikel 25 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Een voorschot dat op grond van artikel 16, vierde lid, is verleend, kan geheel of gedeeltelijk teruggevorderd worden van de subsidieontvanger, indien de beschikking tot subsidieverlening dan wel subsidievaststelling geheel of gedeeltelijk wordt ingetrokken of indien op grond van artikel 24, vierde lid, het subsidiebedrag op nihil wordt vastgesteld.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 maart 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

TOELICHTING

1. Algemeen

Deze regeling wijzigt de Stimuleringsregeling voor leren en ontwikkelen in mkb-ondernemingen en specifiek voor de grootbedrijven in de landbouw-, horeca- en recreatiesector (hierna: SLIM-regeling). Bij de uitvoering van de regeling is een punt naar voren gekomen dat een aanpassing van de regeling wenselijk maakt. Het gaat om de mogelijkheid tot bevoorschotting van gehonoreerde projecten binnen de tijdvakken voor individuele mkb-ondernemingen. Met deze wijzigingsregeling wordt dit punt verwerkt in de SLIM-regeling.

2. Inhoudelijk

Op grond van de SLIM-regeling komen samenwerkingsverbanden en grootbedrijven in de landbouw-, horeca- of recreatiesector als bedoeld in de SLIM-regeling onder voorwaarden in aanmerking voor een voorschot. Aan mkb-ondernemingen werd daarentegen tot nu toe geen voorschot verleend.

Overwegingen bevoorschotting mkb-ondernemingen

Het is gebleken dat het ontbreken van bevoorschotting en het zelf moeten voorfinancieren van het project waarvoor subsidie is verleend vooral voor mkb-ondernemingen kan leiden tot (financiële) problemen bij de uitvoering van het gesubsidieerde project. Het verstrekken van een voorschot kan helpen de aanloop- of de eerste projectkosten van de mkb-ondernemer te dekken en hem daarmee te helpen om met het project te beginnen. Bevoorschotting verhoogt hiermee ook de kans dat de mkb-ondernemer het gesubsidieerde project afrondt. Om deze reden is nu aan artikel 16 een nieuw lid toegevoegd dat bepaalt dat aan een mkb-onderneming die de subsidie heeft aangevraagd, bij de beschikking tot subsidieverlening een voorschot kan worden verleend van 50%. Het resterende bedrag wordt na vaststelling van de subsidie toegekend. Uitbetaling van de subsidie wordt daarmee verdeeld over twee momenten. Hiermee wordt de individuele mkb-ondernemer tegemoet gekomen, zonder het risico op misbruik of oneigenlijk gebruik uit het oog te verliezen.

Risico’s van misbruik en oneigenlijk gebruik

Verstrekking van voorschotten brengt het risico met zich mee dat de verstrekte gelden niet teruggevorderd kunnen worden indien achteraf blijkt dat er geen recht bestaat op subsidie, bijvoorbeeld omdat geen activiteiten werden uitgevoerd of niet zijn uitgevoerd volgens de voorwaarden van de SLIM-regeling.

Om het risico op misbruik of oneigenlijk gebruik te ondervangen en oneigenlijk gebruik van de voorschotten zoveel mogelijk tegen te gaan vindt bij verlening een beoordeling plaats op mogelijke risico’s die door verstrekking van het voorschot kunnen optreden. Daarnaast wordt meer contact onderhouden met de mkb-ondernemers gedurende het project, om te peilen hoe het verloop van projecten gaat.

Indien de beoordeling bij verlening tot twijfels over de betrouwbaarheid van de aanvrager leidt kan een voorschot geweigerd worden. Door bovengenoemde maatregelen uit te voeren kan het risico op niet terugbetaling van voorschotten weliswaar niet volledig worden voorkomen, maar wel grotendeels gemitigeerd. Daarmee acht Uitvoering van Beleid de regeling uitvoerbaar.

Om te verzekeren dat onterecht verstrekte voorschotten kunnen worden teruggevorderd, is in het nieuwe lid dat is toegevoegd aan artikel 25 bepaald dat het voorschot geheel of gedeeltelijk kan worden teruggevorderd indien een van de in dat lid genoemde situaties aan de orde is. Het gaat dan in elk geval om een gehele of gedeeltelijke intrekking van de beschikking tot subsidieverlening of subsidievaststelling, omdat achteraf vast is komen te staan dat er geen recht bestond op subsidie of niet aan de voorwaarden die waren verbonden aan de subsidieverlening is voldaan. Een voorschot kan ook worden teruggevorderd indien de Algemene wet bestuursrecht hier een grondslag toe biedt.

3. Financiële gevolgen

De wijzigingen hebben gevolgen voor het kasritme, omdat mkb-ondernemingen subsidie in twee delen uitbetaald kunnen krijgen. Het totale jaarlijkse verplichtingenbudget voor de subsidieregeling blijft ongewijzigd.

4. Gevolgen voor de administratieve lasten

De wijzigingen hebben geen gevolgen voor het totaal aan administratieve lasten. De manier van aanvragen blijft voor de gebruiker ongewijzigd.

5. Communicatie

Deze regeling wordt gepubliceerd in de Staatscourant.

6. Inwerkingtreding

De wijzigingsregeling treedt in werking bij de openstelling van het eerstvolgende tijdvak, namelijk 1 maart 2023.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

Naar boven