Regeling van de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 6 februari 2023, nr. 2023-0000052732, tot wijziging van de Stimuleringsregeling flex- en transformatiewoningen in verband met nadere aanvullende toekenningen

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,

Gelet op artikel 17, tweede lid, van de Financiële-verhoudingswet;

Besluit:

ARTIKEL I

De bijlage bij de Stimuleringsregeling flex- en transformatiewoningen komt te luiden:

Bijlage bij artikel 3 van de Stimuleringsregeling flex- en transformatiewoningen

De specifiek uitkering bedraagt voor de gemeente:

Amersfoort: € 3.000.000;

Amsterdam: € 12.000.000;

Arnhem: € 1.800.000;

Samenwerking de Bevelanden: € 2.400.000;

Bloemendaal: € 1.080.000;

Breda: € 6.660.000;

Brielle: € 300.000;

Borne: € 72.000;

Bunschoten: € 360.000;

Den Haag: € 3.840.000;

Deventer: € 3.600.000;

Dinkelland: € 576.000;

Drimmelen: € 240.000;

Dronten: € 1.440.000;

Eemnes: € 480.000;

Eindhoven: € 6.480.000;

Enschede: € 2.292.000;

Goeree-Overflakkee: € 1.320.000;

Hengelo: € 1.032.000;

Hoekse Waard: € 1.440.000;

Houten: € 1.380.000;

IJsselstein: € 1.200.000;

Lansingerland: € 1.584.000;

Leidschendam-Voorburg: € 610.410;

Loon op Zand: € 720.000;

Middelburg: € 624.000;

Nijmegen: € 6.000.000;

Olst-Wijhe: € 912.000;

Ommen: € 600.000;

Rhenen: € 240.000;

Pekela: € 816.000;

Rijswijk: € 4.800.000;

Schagen: € 2.327.336;

’s-Hertogenbosch: € 2.988.000;

Soest: € 1.200.000

Staphorst: € 168.000;

Tilburg: € 5.100.000;

Utrecht: € 11.496.000;

Wierden: € 690.254;

Wijchen: € 972.000;

Wijk bij Duurstede: € 840.000;

Zaanstad: € 864.000;

Zwolle: € 3.456.000.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge

TOELICHTING

1. Inhoud van de regeling

Deze regeling wijzigt de bijlage bij de Stimuleringsregeling Flex- en transformatiewoningen. Bij het realiseren van (extra) flex- en transformatiewoningen kunnen gemeenten tegen financiële tekorten en onzekerheden aanlopen in businesscases en projecten. Zonder financiële steun komen veel projecten niet tot stand, ondanks dat partijen al overeenstemming hebben. Om op korte termijn kansrijke opties voor de huisvesting van (Oekraïense) ontheemden, statushouders en andere spoedzoekers te kunnen benutten en om vertragingen te voorkomen, is de stimuleringsregeling opgezet.

In de bijlage bij de regeling is opgenomen welke gemeenten een specifieke uitkering ontvangen, en welke hoogte deze uitkering bedraagt. In totaal is voor deze projecten een bedrag van 100 miljoen euro beschikbaar. Om projecten die als kansrijk beoordeeld zijn op korte termijn financieel te kunnen ondersteunen via deze regeling, was er voor gekozen deze regeling en de bijbehorende bijlage vast te stellen op het moment dat een substantieel aantal projecten in beeld was, maar nog niet de volledig beschikbare 100 miljoen euro was toebedeeld. De regeling is daarom op 14 november 2022 gepubliceerd en een dag later in werking getreden. Op 14 december 2022 is een wijziging van de regeling gepubliceerd in verband met aanvullende toekenningen. Met deze voorliggende wijziging is de bijlage bij de regeling een laatste keer aangepast met een aanvullende toekenning (aan de gemeente Amsterdam). Met deze wijziging is het gehele beschikbare budget van 100 miljoen euro toebedeeld. Daarnaast worden enkele wijzigingen van onderschikte aard aangebracht. De bijlage wordt hierom als geheel opnieuw vastgesteld.

2. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Hiermee is afgeweken van de vaste verandermomenten en is er geen invoeringstermijn. Hiervoor is gekozen omdat het van belang is dat gemeenten zo snel mogelijk de uitkering ontvangen zodat de flex- en transformatiewoningen op zo’n kort mogelijke termijn gerealiseerd worden. Hiermee is gebruik gemaakt van de uitzonderingsgrond uit het vijfde lid, onder a, van aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de Regelgeving.

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge

Naar boven