Regeling van de Minister voor Natuur en Stikstof van 24 januari 2023, nr. WJZ/ 25778756, houdende wijziging van de Regeling specifieke uitkering voorbereidingskosten landelijk gebied, versnellingsvoorstellen en PAS-melders

De Minister voor Natuur en Stikstof,

Gelet op de artikelen 2a, eerste lid, en 3 van de Kaderwet nationale EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling specifieke uitkering voorbereidingskosten landelijk gebied, versnellingsvoorstellen en PAS-melders wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 7 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 7a. Besteding van de uitkering

Voor zover het bedrag, bedoeld in artikel 3, eerste lid, bedoeld voor het kalenderjaar 2022, in dat jaar niet volledig is besteed, kan het resterende bedrag in het kalenderjaar 2023 worden besteed.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 24 november 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 24 januari 2023

De Minister voor Natuur en Stikstof, C. van der Wal-Zeggelink

TOELICHTING

1. Aanleiding

Op 24 november 2022 is de Regeling specifieke uitkering voorbereidingskosten landelijk gebied, versnellingsvoorstellen en PAS-melders (hierna: de Regeling) in werking getreden. In deze Regeling is bepaald dat de specifieke uitkering voor een provincie € 1,2 miljoen per kalenderjaar bedraagt. Het gaat om de kalenderjaren 2022 en 2023, waardoor het totale bedrag € 2,4 miljoen bedraagt. Provincies zijn in 2022 gestart met de gebiedsprocessen. Zij geven aan te verwachten in 2023 meer kosten te maken dan in 2022, en dat een aantal provincies in 2022 minder dan € 1,2 miljoen aan kosten heeft gemaakt. Het is onwenselijk dat de voorbereiding en uitvoering van deze gebiedsprocessen stokt.

Deze wijziging van de Regeling zorgt ervoor dat, ingeval de toegekende € 1,2 miljoen voor 2022 in dat jaar niet volledig is besteed, het restant daarvan ook in 2023 kan worden besteed. Het totale bedrag blijft € 2,4 miljoen euro. Hiermee wordt gewaarborgd dat het toegekende budget toekomt aan de al in gang gezette processen van de provincies.

De wijziging heeft verder geen gevolgen. De verantwoording van de besteding van de specifieke uitkering zal uiterlijk op 15 juli van het jaar volgende op het begrotingsjaar plaatsvinden. Dat betekent dat het in 2022 bestede bedrag uiterlijk 15 juli 2023 zal worden verantwoord, en het in 2023 bestede bedrag vervolgens uiterlijk 15 juli 2024.

2. Inwerkingtreding

Met de inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling op de dag na de publicatie in de Staatscourant, wordt afgeweken van het kabinetsbeleid inzake de vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn. Deze afwijking is gerechtvaardigd vanwege onder meer de wens provincies zo snel mogelijk duidelijkheid te geven. De wijziging werkt terug tot het moment van inwerkingtreding van de Regeling, te weten 24 november 2022, omdat de wijziging ziet op het voor 2022 beschikbaar gestelde bedrag.

De Minister voor Natuur en Stikstof, C. van der Wal-Zeggelink

Naar boven