Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 21 december 2023, nr. Min-BuZa.2023.20325-17, tot wijziging van de Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, de Minister van Financiën, de Minister van Economische Zaken en Klimaat, de Minister voor Klimaat en Energie en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

Gelet op Verordening (EU) 2023/2873 van de Raad van de Europese Unie van 18 december 2023 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 269/2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (PbEU 18 december 2023, nummer 02873), Verordening (EU) 2023/2878 van de Raad van de Europese Unie van 18 december 2023 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 833/2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren (PbEU 18 december 2023, nummer 02878) en de artikelen 2, tweede lid, en 3 van de Sanctiewet 1977;

Besluit:

ARTIKEL I

De Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Het verbod te handelen in strijd met artikel 2 van Verordening 269/2014, geldt niet in gevallen waarin artikel 2 bis, eerste of tweede lid, artikel 4, eerste lid, artikel 5, eerste lid, artikel 5 bis, eerste lid, artikel 5 ter, eerste lid, artikel 6, eerste lid, artikel 6 bis, eerste lid, artikel 6 ter, eerste lid, tweede lid, lid 2 bis, lid 2 ter, lid 2 quater, lid 2 quinquies, derde lid, vierde lid, vijfde lid, lid 5 bis, lid 5 bis bis, lid 5 ter, lid 5 quater, lid 5 quinquies, lid 5 sexies, lid 5 septies of lid 5 octies, artikel 6 quater, artikel 6 quinquies, eerste lid, artikel 6 sexies, eerste lid of lid 1 bis, artikel 6 septies of artikel 7 van Verordening 269/2014 van toepassing is.

B

Artikel 1a komt te luiden:

Artikel 1a

  • 1. Het is verboden te handelen in strijd met artikel 2, eerste lid, lid 1 bis en tweede lid, artikel 2 bis, eerste lid, lid 1 bis en tweede lid, artikel 2 bis bis, artikel 2 sexies, eerste en derde lid, artikel 2 septies, artikel 3, eerste en tweede lid, artikel 3 bis, eerste en tweede lid, artikel 3 ter, eerste en tweede lid, artikel 3 quater, eerste tot en met vierde lid, artikel 3 quinquies, eerste en vijfde lid, artikel 3 sexies bis, eerste lid, lid 1 bis en tweede lid, artikel 3 sexies ter, eerste lid, artikel 3 sexies quater, eerste lid, artikel 3 septies, eerste en tweede lid, artikel 3 octies, eerste lid, artikel 3 nonies, eerste lid, tweede lid en lid 2 bis, artikel 3 decies, eerste en tweede lid, artikel 3 duodecies, eerste lid, lid 1 bis, tweede en zesde lid, artikel 3 terdecies, eerste lid en lid 1 bis, artikel 3 quaterdecies, eerste, tweede, zevende, achtste en elfde lid, artikel 3 quindecies, eerste lid, vierde lid, vijfde lid, lid 6 bis, zevende en twaalfde lid, artikel 3 sexdecies, eerste tot en met vierde lid, artikel 3 septdecies, eerste tot en met vijfde lid, achtste en tiende lid, artikel 3 octodecies, eerste, vierde en vijfde lid, artikel 4, eerste lid, artikel 5, eerste tot en met vijfde lid, en zesde lid, eerste volzin, artikel 5 bis, eerste lid, tweede lid, eerste volzin, vierde lid, lid 4 bis, lid 4 ter en lid 4 quater, artikel 5 bis bis, eerste lid, lid 1 bis en lid 1 ter, artikel 5 ter, eerste lid, tweede lid en lid 2 bis, artikel 5 sexies, eerste lid, artikel 5 septies, eerste lid, artikel 5 octies, artikel 5 nonies, artikel 5 decies, eerste lid, artikel 5 undecies, eerste en tweede lid, artikel 5 duodecies, eerste lid, artikel 5 terdecies, eerste lid, artikel 5 quaterdecies, eerste en tweede lid, artikel 5 quindecies, eerste lid, tweede lid, lid 2 bis, lid 2 ter en lid 3 bis, artikel 5 sexdecies, eerste lid, artikel 5 septdecies, eerste lid, artikel 5 novodecies, eerste en tweede lid, artikel 6 ter, eerste lid, artikel 11, eerste lid, artikel 12, artikel 12 septies, eerste en tweede lid, en artikel 12 octies, eerste, derde en vierde lid, van Verordening (EU) nr. 833/2014 van de Raad van de Europese Unie van 31 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren (PbEU, L 229).

  • 2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing in de gevallen waarin artikel 2, derde lid, lid 3 bis, vierde lid, lid 4 bis of vijfde lid, artikel 2 bis, derde tot en met vijfde lid, artikel 2 ter, eerste lid, artikel 2 sexies, tweede of vierde lid, artikel 3, derde, vierde, vijfde of zesde lid, artikel 3 bis, derde lid, lid 3 bis of vijfde lid, artikel 3 ter, derde of vierde lid, artikel 3 quater, zesde lid, lid 6 bis, lid 6 ter, lid 6 quater, lid 6 quinquies, lid 6 sexies of negende lid, artikel 3 quinquies, tweede of derde lid, artikel 3 sexies bis, vierde of vijfde lid, lid 5 bis of lid 5 ter, artikel 3 sexies ter, derde of vierde lid, artikel 3 sexies quater, tweede of derde lid, artikel 3 septies, derde of vierde lid, artikel 3 octies, vierde lid, vijfde lid, lid 5 bis of zevende lid, artikel 3 nonies, lid 2 bis, derde lid, lid 3 bis, vierde lid of lid 4 bis, artikel 3 decies, lid 3 bis, lid 3 bis bis, lid 3 bis ter, lid 3 bis quater, lid 3 bis quinquies, lid 3 quater, lid 3 quater bis, lid 3 quater ter, lid 3 quater quater, lid 3 quater quinquies, lid 3 quinquies bis, lid 3 sexies of vierde lid, artikel 3 duodecies, lid 3 bis bis, lid 3 bis ter, vierde of vijfde lid, lid 5 bis, lid 5 ter, of lid 5 quater, artikel 3 terdecies, tweede lid of vierde lid, artikel 3 quaterdecies, derde, vierde, zesde of negende lid, artikel 3 quindecies, tweede, derde, vijfde, zesde of negende lid, artikel 3 sexdecies, vijfde, zesde of zevende lid, artikel 3 septdecies, zesde of zevende lid, artikel 3 octodecies, tweede lid, artikel 4, tweede lid, leden 2bis, 2 bis bis, 2 ter of vierde lid, artikel 5, zesde lid, tweede volzin, of zevende lid, artikel 5 bis, tweede lid, tweede volzin, derde of vijfde lid, artikel 5 bis bis, lid 1 quater, lid 1 quinquies, lid 1 sexies, lid 2 bis, lid 2 quater, lid 2 sexies, derde lid of lid 3 bis, artikel 5 ter, derde lid, artikel 5 quater, eerste lid, artikel 5 quinquies, eerste lid, artikel 5 sexies, tweede lid, artikel 5 septies, tweede lid, artikel 5 decies, tweede lid, artikel 5 undecies, derde lid, artikel 5 duodecies, tweede of vierde lid, artikel 5 terdecies, tweede lid, artikel 5 quaterdecies, derde, vierde, vijfde of zesde lid, artikel 5 quindecies, lid 4 ter, vijfde, zesde, zevende, achtste lid, lid 9 bis, lid 9 ter of tiende lid, artikel 5 sexdecies, tweede lid, artikel 5 septdecies, derde lid, artikel 5 octodecies, eerste of tweede lid, artikel 12 ter, eerste lid, lid 1 bis, tweede lid, lid 2 bis of lid 2 ter, artikel 12 quinquies, artikel 12 sexies, eerste of vijfde lid, artikel 12 septies, vierde of vijfde lid, of artikel 12 octies, tweede lid, van Verordening (EU) nr. 833/2014 van toepassing is.

C

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na ‘artikel 5, eerste lid,’ ingevoegd ‘artikel 5 bis, eerste lid, artikel 5 ter, eerste lid,’.

2. In het tweede lid wordt na ‘artikel 5, eerste lid,’ ingevoegd ‘artikel 5 bis, eerste lid, artikel 5 ter, eerste lid,’.

3. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 2, derde tot en met achtste lid, artikel 2 bis, derde tot en met achtste lid, artikel 2 ter, artikel 2 quinquies, eerste lid, artikel 3, vijfde en zesde lid, artikel 3 ter, vierde lid, artikel 3 septies, vierde lid, artikel 3 nonies, lid 4 bis, artikel 3 decies, lid 3 bis bis, lid 3 bis ter, lid 3 sexies, artikel 3 duodecies, vijfde lid, lid 5 bis, lid 5 ter, lid 5 quater en zesde lid, artikel 3 octodecies, tweede tot en met vijfde lid, artikel 4, lid 2 ter en derde lid, en artikel 12 octies, vierde lid, van Verordening (EU) nr. 833/2014, is de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking voor zover het betreft een goederentransactie, een transactie met betrekking tot technische bijstand of tussenhandeldiensten, informatie of kennisgevingen over deze onderwerpen.

4. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 2, derde tot en met achtste lid, artikel 2 bis, derde lid, vierde lid en vijfde tot en met achtste lid, artikel 2 ter, artikel 2 quinquies, eerste lid, artikel 2 sexies, vierde lid, artikel 3, vijfde en zesde lid, artikel 3 ter, vierde lid, artikel 3 septies, vierde lid, artikel 3 nonies, lid 4 bis, artikel 3 decies, lid 3 sexies, artikel 3 duodecies, vijfde lid, lid 5 bis, lid 5 ter en zesde lid, artikel 4, lid 2 ter en derde lid, artikel 4, vierde lid juncto artikel 3, artikel 5, zesde en zevende lid, artikel 5 bis, tweede en derde lid, artikel 5 quater, eerste lid, en artikel 5 quinquies, eerste lid, van Verordening (EU) nr. 833/2014, is de Minister van Financiën voor zover het betreft financieringen, financiële bijstand, financiële diensten of transacties en informatie of kennisgevingen over deze onderwerpen. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 5 bis, lid 4 bis tot en met lid 4 quinquies, en vijfde lid, en artikel 5 octies van Verordening (EU) nr. 833/2014, is de Minister van Financiën, met dien verstande dat de kredietinstellingen de informatie, bedoeld in artikel 5 bis, lid 4 bis tot en met lid 4 quinquies, en artikel 5 octies, onder a, a bis en b, van Verordening (EU) nr. 833/2014, verstrekken aan De Nederlandsche Bank. De Nederlandsche Bank is ten behoeve van de uitvoering van voornoemd artikel 5 bis en artikel 5 octies bevoegd de ontvangen informatie aan de Minister van Financiën te verstrekken.

5. Het zesde lid komt te luiden:

  • 6. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 3 quater, zesde lid, lid 6 bis, lid 6 ter, lid 6 quinquies en lid 6 sexies, van Verordening (EU) nr. 833/2014, is de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, de Minister van Financiën, of de Minister van Economische Zaken en Klimaat, elk voor het gebied waartoe hun competenties zich uitstrekken. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 3 quater, lid 6 quater, van Verordening (EU) nr. 833/2014, is de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking of de Minister van Financiën, elk voor het gebied waartoe hun competenties zich uitstrekken. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 3 quinquies, derde en vijfde lid, artikel 3 sexies bis, vijfde lid, lid 5 bis en lid 5 ter, artikel 3 sexies ter, eerste en tweede lid, en vierde tot en met zesde lid, artikel 3 sexies quater, eerste lid en derde tot en met vijfde lid, en artikel 3 terdecies, vierde lid, van Verordening (EU) nr. 833/2014, is de Minister van Infrastructuur en Waterstaat.

6. Het zevende lid komt als volgt te luiden:

  • 7. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 3 bis, derde lid, van Verordening (EU) nr. 833/2014, is de Minister voor Klimaat en Energie of de Minister van Financiën, elk voor het gebied waartoe hun competenties zich uitstrekken. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 3 bis, lid 3 bis, van Verordening (EU) nr. 833/2014, is de Minister voor Klimaat en Energie. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 3 octies, zevende lid, en in artikel 3 decies, lid 3 quater, van Verordening (EU) nr. 833/2014, is de Minister voor Klimaat en Energie, de Minister van Financiën of de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, elk voor het gebied waartoe hun competenties zich uitstrekken. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 3 quaterdecies, elfde lid, en in artikel 3 quindecies, lid 6 bis, en twaalfde lid, van Verordening (EU) nr. 833/2014, is de Minister voor Klimaat en Energie. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 3 quindecies, negende lid, van Verordening (EU) nr. 833/2014, is de Minister van Financiën of de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, elk voor het gebied waartoe hun competenties zich uitstrekken. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 5 bis bis, lid 1 quater, van Verordening (EU) nr. 833/2014, is de Minister van Economische Zaken en Klimaat. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 5 bis bis, lid 3 bis, van Verordening (EU) nr. 833/2014, is de Minister van Economische Zaken en Klimaat, de Minister van Financiën of de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, elk voor het gebied waartoe hun competenties zich uitstrekken. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 5 bis bis, lid 1 quinquies en lid 1 sexies, van Verordening (EU) nr. 833/2014, is de Minister voor Klimaat en Energie of de Minister van Economische Zaken en Klimaat, elk voor het gebied waartoe hun competenties zich uitstrekken. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 5 septdecies, derde lid, van Verordening (EU) nr. 833/2014, is de Minister voor Klimaat en Energie.

7. In het achtste lid wordt ‘en artikel 3 sexdecies, zevende lid,’ vervangen door ‘artikel 3 sexdecies, zevende lid, en artikel 3 septdecies, zevende lid,’.

8. In het tiende lid wordt ‘artikel 5 quindecies, tiende lid,’ vervangen door ‘artikel 5 quindecies, lid 9 ter en tiende lid,’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, H.G.J. Bruins Slot

TOELICHTING

Algemeen

Deze regeling strekt tot wijziging van de Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014 (hierna: sanctieregeling).

De wijziging is het gevolg van Verordening (EU) 2023/28731 en Verordening (EU) 2023/28782. Verordening (EU) 2023/2873 geeft uitvoering aan Besluit (GBVB) 2023/28713. Verordening (EU) 2023/2878 geeft uitvoering aan Besluit (GBVB) 2023/28744. De wijziging is voornamelijk het gevolg van Verordening (EU) 2023/2878 die Verordening (EU) nr. 833/2014 wijzigt.

De Europese Raad heeft in zijn conclusies van 26 en 27 oktober 2023 herhaald dat hij de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne met klem veroordeelt en bevestigde de onverminderde steun van de Europese Unie voor de onafhankelijkheid, soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne binnen zijn internationaal erkende grenzen, en voor het inherente recht van het land op zelfverdediging tegen de Russische agressie. Daarnaast stelde de Europese Raad dat Ruslands capaciteit om zijn aanvalsoorlog te voeren verder moet worden verzwakt. Gezien de ernst van de situatie is het passend verdere beperkende maatregelen vast te stellen.

Besluit 2023/2874 verbiedt allereerst gefaseerd de directe of indirecte invoer, aankoop of overbrenging van diamanten uit Rusland (zie artikel 3 septdecies van Verordening (EU) 833/2014). Dit verbod maakt deel uit van de inspanningen van de G7 om een internationaal gecoördineerd verbod op diamanten tot stand te brengen dat erop gericht is Rusland een dergelijke belangrijke inkomstenbron te ontnemen. Ook worden met Besluit 2023/2874 aanvullende uitvoerbeperkingen opgelegd met betrekking tot goederen en technologie voor tweeërlei gebruik en goederen en technologie die zouden kunnen bijdragen tot de technologische versterking van de Russische defensie- en veiligheidssector (zie artikel 2 bis van Verordening (EU) 833/2014).

Daarnaast worden aanvullende beperkende maatregelen opgelegd, waaronder:

  • Een nieuw criterium voor plaatsing op de lijst van personen, groepen en entiteiten die onderworpen zijn aan financiële sancties, namelijk wanneer voordeel wordt gehaald uit de verplichte overdracht van eigendom van, of zeggenschap over in Rusland gevestigde entiteiten die voorheen eigendom waren of onder zeggenschap stonden van entiteiten van de Europese Unie (artikel 3 van Verordening (EU) nr. 269/2014);

  • De vaststelling van voorwaarden waaronder de namen van overleden personen die onderworpen zijn aan bevriezingsmaatregelen kunnen worden gehandhaafd op de lijst van personen, groepen en entiteiten die onderworpen zijn aan financiële sancties (artikel 3 van Verordening (EU) nr. 269/2014);

  • Verdere beperkingen op de invoer van goederen die voor Rusland aanzienlijke inkomsten opleveren en Rusland in staat stellen zijn aanvalsoorlog tegen Oekraïne voort te zetten, zoals vloeibaar propaangas, ruwijzer en spiegelijzer, koperdraad, aluminiumdraad, folie, buizen en pijpen (artikel 3 decies van Verordening (EU) nr. 833/2014);

  • Aanvullingen op het doorvoerverbod met het oog op het tot het risico op omzeiling van de beperkende maatregelen tot een minimum te beperken (artikel 3 duodecies van Verordening (EU) nr. 833/2014); en

  • Diverse aanscherpingen van de olieprijsplafonds (artikelen 3 quindecies, 3 quindecies bis en 3 octodecies van Verordening (EU) nr. 833/2014).

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

Artikel 1, tweede lid, van de sanctieregeling is opnieuw vastgesteld vanwege nieuwe uitzonderingsgronden op de verbodsbepalingen uit artikel 2 als gevolg van Verordening (EU) 2023/2873 die Verordening (EU) nr. 2014/269 wijzigt.

Onderdeel B

Artikel 1a van de sanctieregeling is opnieuw vastgesteld om de nieuwe verbodsbepalingen, vastgesteld in Verordening (EU) nr. 833/2014, in te voegen in het eerste lid alsmede de uitzonderingen op die verbodsbepalingen op te nemen in het tweede lid.

Onderdeel C

In artikel 2 van de sanctieregeling zijn de verwijzingen naar de bevoegde autoriteiten geactualiseerd.

Voor meer informatie over de beperkende maatregelen zij verwezen naar de website

www.rijksoverheid.nl/sancties.

Ten slotte kan worden gemeld dat deze regeling strekt tot naleving van een internationale verplichting. Hierdoor is een uitzondering op de vaste verandermomenten toegestaan conform het beleid inzake vaste verandermomenten.

De Minister van Buitenlandse Zaken, H.G.J. Bruins Slot


X Noot
1

Verordening (EU) 2023/2873 van de Raad van de Europese Unie van 18 december 2023 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 269/2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (PbEU 18 december 2023, nummer 02873).

X Noot
2

Verordening (EU) 2023/2878 van de Raad van de Europese Unie van 18 december 2023 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 833/2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren (PbEU 18 december 2023, nummer 02878).

X Noot
3

Besluit (GBVB) 2023/2871 van de Raad van de Europese Unie van 18 december 2023 tot wijziging van Besluit 2014/145/GBVB betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (PbEU 18 december 2023, nummer 02871).

X Noot
4

Besluit (GBVB) 2023/2874 van de Raad van de Europese Unie van 18 december 2023 tot wijziging van Besluit 2014/512/GBVB betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren (PbEU 18 december 2023, nummer 02874).

Naar boven