Besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 12 december 2023 tot wijziging van de Beleidsregel instelling veiligheidszone windparken op zee van 16 april 2018 (Stcr. 26 april 2018, nr. 22588 en gewijzigd bij besluit van 28 december 2022 (Stcr. 2022, nr. 34969)

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op de artikel artikel 4.81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 6.10 van de Waterwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Beleidsregel instelling veiligheidszone windparken op zee wordt als volgt gewijzigd.

A

In artikel 1 wordt de zinsnede ‘artikel 6.10 van de Waterwet’ vervangen door ‘artikel 2.40 van de Omgevingswet’.

B

In artikel 2 lid 3 onderdeel b, wordt ‘artikel 6.13 van het Waterbesluit’ vervangen door ‘artikel 7.17 van het Besluit activiteiten leefomgeving’.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt op 1 januari 2024 in werking.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, namens deze, Waarnemend DIRECTEUR-GENERAAL RIJKSWATERSTAAT P.M. Zorko

TOELICHTING

Dit besluit betreft de wijziging van de Beleidsregel instelling veiligheidszone windparken op zee van 16 april 2018 (Stcr. 26 april 2018, nr. 22588), zoals gewijzigd bij Besluit van 28 december 2022 (Stcr. 2022, nr. 34969) in verband met de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

In artikel 60, vierde lid, van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee is bepaald de kuststaat veiligheidszones kan instellen voor kunstmatige eilanden, installaties en inrichtingen, waarbinnen hij passende maatregelen kan nemen ter verzekering van de veiligheid van zowel de scheepvaart als van de kunstmatige eilanden, installaties en inrichtingen. De mogelijkheid die het internationale recht biedt om een veiligheidszone op zee rondom een windpark in te stellen, is opgenomen in artikel 6.10, tweede lid, van de Waterwet. Artikel 60 lid 4 Zeerechtverdrag in samenhang met artikel 6.10 Waterwet vormen de juridische grondslag voor deze beleidsregel. Aangezien de voor deze beleidsregel relevante bepalingen in de Waterwet vervallen met inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024, wordt de Beleidsregel met dit besluit van een nieuwe wettelijke grondslag voorzien. De belangrijkste wettelijke bepaling voor deze beleidsregel wordt artikel 2.40 van de Omgevingswet, inzake het besluit tot het beperken of verbieden van de toegang tot een waterstaatswerk in beheer bij het Rijk en één artikel in hoofdstuk 7 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) over de vergunningplicht voor bepaalde activiteiten in de Noordzee. Deze artikelen komen in de plaats van artikel 6.10 en artikel 6.13 van de Waterwet.

Inhoudelijk verandert de beleidsregel niet en de eerdere besluiten tot het instellen van de veiligheidszone(s) voor de windparken op de Nederlandse Noordzee en aanwijzing van doorvaart mogelijkheden in deze zones, blijven ook in stand.

Naar boven