De Minister Klimaat en Energie,
Gelet op de artikelen 10:3 en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;
Gezien de schriftelijke instemming van het bestuur van de Nederlandse Emissieautoriteit;
Besluit:
ARTIKEL I
Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Nederlandse Emissieautoriteit 2021 wordt
als volgt gewijzigd:
Na artikel 2 wordt een artikel 2a toegevoegd, luidende:
Artikel 2a
Aan het bestuur van de NEa wordt mandaat en machtiging verleend voor het opvragen
en verwerken van alle nodige gegevens voor de toepassing, waaronder de voorbereiding
van de toepassing, van artikel 6 van Verordening (EU) 2022/1854 van de Raad van 6 oktober
2022, betreffende een noodinterventie in verband met de hoge energieprijzen, Pb. EU
L 261 I/1, overeenkomstig artikel 7, zesde lid, van deze verordening.
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de
Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
's-Gravenhage, 19 december 2023
De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten
Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken
binnen zes weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een gemotiveerd
bezwaarschrift indienen bij de Minister voor Klimaat en Energie, directie Wetgeving
en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag.
TOELICHTING
Dit besluit strekt tot aanvulling van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging
Nederlandse Emissieautoriteit 2021 in verband met de toepassing van artikel 6 van
verordening (EU) 2022/1854 van de Raad van 6 oktober 2022 betreffende een noodinterventie
in verband met de hoge energieprijzen, Pb. EU L 261 I/1 (hierna: verordening (EU)
2022/1854). Dit betreft het zogenoemde verplicht plafond op marktinkomsten van producenten
die elektriciteit opwekken uit inframarginale energiebronnen.
Ingevolge artikel 7, zesde lid, van verordening (EU) 2022/1854 is de Minister voor
Klimaat en Energie, als de in artikel 2, punt 7, van verordening (EU) 2022/1854 bedoelde
bevoegde instantie, bevoegd om bij producenten, intermediairs en relevante marktdeelnemers,
alsook systeembeheerders, in voorkomend geval, alle benodigde gegevens voor de toepassing
van artikel 6 van verordening (EU) 2022/1854 op te vragen. Het wijzigingsbesluit strekt
ertoe om bovengenoemde bevoegdheid in mandaat (en machtiging) te verlenen aan de Nederlandse
emissieautoriteit (NEa).
Artikel 2, punt 7, verordening (EU) 2022/1854 definieert als bevoegde instantie, een
instantie als omschreven in artikel 2, punt 11, van verordening (EU) 2019/941. Artikel
2, punt 11, van verordening (EU) 2019/941, omschrijft als bevoegde instantie, een
nationale overheidsinstantie of een regulerende instantie die door een lidstaat is
aangewezen overeenkomstig artikel 3. Ingevolge artikel 4b van de Elektriciteitswet
1998 is de Minister voor Klimaat en Energie de bevoegde instantie, bedoeld in artikel
3 van verordening (EU) 2019/941.
Het verplicht plafond op marktinkomsten van producenten die elektriciteit opwekken
uit inframarginale energiebronnen, bedoeld in artikel 6 van verordening (EU) 2022/1854,
zal in Nederland bij wet worden geïmplementeerd (zie het wetsvoorstel Tijdelijke wet
inframarginale elektriciteitsheffing, Kamerstukken II, 2023/24, 36 453, nr. 2). De NEa en de Belastingdienst zullen worden belast met de uitvoering van deze wet.
De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten