ingevolge de Algemene wet bestuursrecht
De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heeze-Leende, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft;
Overwegende dat
met het oog op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de in dit besluit genoemde wetten en verordeningen het noodzakelijk is om toezichthouders aan te wijzen als bedoeld in artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 18.6 van de Omgevingswet;
Gelet op:
Artikel 92, tweede lid, van de Woningwet juncto artikel 5.10, derde lid, van de Wabo
Artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
Artikel 7.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening juncto artikel 5.10, derde lid, van de Wabo
Artikel 18.1a, eerste lid, van de Wet milieubeheer juncto artikel 5.10, derde lid, van de Wabo
Artikel 148, eerste lid, van de Wet geluidhinder juncto artikel 5.10, derde lid, van de Wabo
Artikel 95, eerste lid, van de Wet bodembescherming juncto artikel 5.10, derde lid, van de Wabo
Artikel 41, eerste lid, onder b, van de Alcoholwet
Artikel 34, tweede lid, van de Wet op de kansspelen
Artikel 18 van de Wet goed verhuurderschap
Artikel 17 van de Leegstandwet
Artikel 33 van de Huisvestingswet 2014
Artikel 4.2 van de Wet basisregistratie personen
Artikel 61, lid 3 Wet Veiligheidsregio’s;
Artikel 6.2 van de Algemene plaatselijke verordening Heeze-Leende;
Artikel 9.1.2 Verordening fysieke leefomgeving Heeze-Leende;
Artikel 25 Afvalstoffenverordening Heeze-Leende
Besluiten:
- 1.
De navolgende (ingehuurde) medewerkers van het team Veiligheid, Vergunningen en Handhaving:
De heer M.C. Voets
De heer J.J.M. van Berlo
De heer R.F. Sanders
De heer A. Arutunian
De heer M.A. van den Elsen
De heer M. van den Berg
De heer E.A. Lubberink
aan te wijzen als toezichthouder belast met het houden van toezicht op de naleving van de voornoemde wet- en regelgeving alsmede de voor deze wetten en verordeningen in de plaats tredende wet- en regelgeving, voor zover de aard en strekking niet wezenlijk verandert.
- 2.
Op het moment dat de Wet van 23 maart 2016, houdende regels over het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving (Omgevingswet) in werking treedt, zijn de medewerkers genoemd in het eerste lid tevens aangewezen als toezichthouder belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet.
- 3.
De aanwijzing tot toezichthouder geschiedt tot wederopzegging dan wel tot beëindiging van het dienstverband, dan wel tot benoeming in een functie die niet valt binnen de hiervoor genoemde functie.
- 4.
Aan genoemde toezichthouders wordt ten behoeve van het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de genoemde wetten of regelingen, een legitimatiebewijs verstrekt als bedoeld in artikel 5:12 van de Algemene wet bestuursrecht.
- 5.
Dit besluit treedt in werking op de dag dat de Omgevingswet in werking treedt (1 januari 2024).
Bezwaarclausule
Ingevolge artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden binnen zes weken na de dag van bekendmaking van deze beschikking bezwaar indienen bij de burgemeester respectievelijk het college van burgemeester en wethouders. Een bezwaarschrift schorst de werking van het besluit niet. Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en bevat tenminste naam en adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt en de gronden van het bezwaar.
Na het indienen van een bezwaarschrift kunt u, indien - gelet op de betrokken belangen - onverwijlde spoed dat vereist, een voorlopige voorziening aanvragen bij de voorzieningenrechter van Rechtbank Oost-Brabant, sector Bestuursrecht, Postbus 90125, 5200 MA ’s-Hertogenbosch. U kunt ook digitaal het verzoek om voorlopige voorziening indienen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.
Voor de behandeling van een voorlopige voorziening wordt griffierecht in rekening gebracht.