Buiten toepassing laten rijkscoördinatieregeling wijziging bestemmingsplan Kanaalhavens 7, Nijmegen (projectnaam Waal Energie)

Datum 14 december 2023

Nummer DGKE-DRE/41458965

DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE,

overwegende:

  • dat ENGIE Energie Nederland N.V. (hierna: ENGIE) het voornemen heeft om op het terrein van Centrale Gelderland in de gemeente Nijmegen naast nieuwe vormen van grootschalige energieopwekking ook andere duurzame activiteiten ruimtelijk mogelijk te maken (projectnaam Waal Energie), wat een bestemmingsplanwijziging vergt van de locatie met Barro-status;

  • dat dit initiatief op grond van artikel 9, lid 1 onder b Elektriciteitswet 1998, onder de rijkscoördinatieregeling valt, als bedoeld in artikel 3.35 van de Wet ruimtelijke ordening;

  • dat de rijkscoördinatieregeling, voor zover hier van belang, gelet op artikel 3.35, eerste lid, onder c, van de Wet ruimtelijke ordening met zich brengt dat voor het hiervoor bedoelde project een inpassingsplan kan worden vastgesteld door de Minister voor Klimaat en Energie, (hierna: K&E)1 en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (hierna: BZK), en dat de voorbereiding en bekendmaking van het inpassingsplan door de Minister voor K&E worden gecoördineerd met de voorbereiding en bekendmaking met andere voor de uitvoering van het project benodigde besluiten;

  • dat de Minister voor K&E, in afwijking van het voorgaande, op grond van artikel 9b, vierde lid, van de Elektriciteitswet 1998 kan bepalen dat voor een bepaald project geen inpassingsplan wordt voorbereid en de voorbereiding en bekendmaking van andere besluiten niet door hem worden gecoördineerd;

  • dat deze bevoegdheid kan worden toegepast indien, in aanmerking genomen de aard van de wijziging, alsmede de voor de wijziging van het bestemmingsplan benodigde besluiten, redelijkerwijze niet valt te verwachten dat toepassing van de rijkscoördinatieregeling, als bedoeld in artikel 3.35 van de Wet ruimtelijke ordening, de besluitvorming in betekenende mate zal versnellen of daaraan anderszins aanmerkelijke voordelen zijn verbonden;

  • dat deze situatie zich bij dit project voordoet, omdat het om een mede door de gemeente Nijmegen gewenste nieuwe inrichting van het plangebied gaat en de gemeente Nijmegen het bestuursorgaan is dat het dichtst bij haar inwoners staat;

  • dat er ook geen bijzondere belemmeringen zijn die in de weg staan aan een voorspoedig verloop van de benodigde procedures, zonder dat de rijkscoördinatieregeling wordt toegepast;

  • dat, gelet op het voorgaande, ENGIE bij indiening van het meldingsformulier op 5 oktober 2023 formeel heeft verzocht de rijkscoördinatieregeling buiten toepassing te laten;

  • dat de bij het project betrokken bestuursorganen – de provincie Gelderland en de gemeente Nijmegen zijn gehoord over het voornemen de rijkscoördinatieregeling buiten toepassing te laten;

  • dat de provincie Gelderland bij brief van 19 september 2023 heeft aangegeven te kunnen instemmen met het voornemen;

  • dat de gemeente Nijmegen bij brief van 4 oktober 2023 heeft aangegeven te kunnen instemmen met het voornemen en bereid te zijn de bevoegdheid over te nemen van het Rijk.

Gelet op:

Artikel 9b, lid 4, onder a Elektriciteitswet 1998;

Besluit:

Artikel 1

Geen van de procedures, bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening is van toepassing op de besluitvorming inzake het wijzigen van het bestemmingsplan voor het project Waal Energie, Kanaalhavens 7 in de gemeente Nijmegen.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking de dag na die waarop het bekend is gemaakt. Dit besluit wordt bekendgemaakt door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister voor Klimaat en Energie, namens deze: T.W.G.M.M. Albers MT-lid directie Realisatie Energietransitie

Tegen dit besluit staat geen bezwaar of beroep open (artikel 7.1 in samenhang met artikel 8.5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 1 van hoofdstuk 1 van bijlage 2 bij deze zelfde wet).


X Noot
1

In artikelen 3.35, eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening en 9b, vierde lid, van de Elektriciteitswet 1998 staat de Minister van Economische Zaken en Klimaat als bevoegd gezag genoemd. Deze bevoegdheid is overgegaan op de Minister voor K&E.

Naar boven