Buiten toepassing laten rijkscoördinatieregeling Hoogspanningsstation Geertruidenberg, Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Datum 14 december 2023

Nummer DGKE-DRE/41392056

DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE,

overwegende:

  • dat TenneT TSO B.V. (hierna: TenneT) het voornemen heeft in de gemeente Geertruidenberg de capaciteit van het 380 kV hoogspanningsstation Geertruidenberg te vergroten door het toevoegen van twee nieuwe transformatoren en het vervangen van twee bestaande transformatoren;

  • dat dit initiatief op grond van artikel 20a, lid 1 onder a Elektriciteitswet 1998, onder de rijkscoördinatieregeling valt, als bedoeld in artikel 3.35 van de Wet ruimtelijke ordening;

  • dat de rijkscoördinatieregeling, voor zover hier van belang, gelet op artikel 3.35, eerste lid, onder c, van de Wet ruimtelijke ordening met zich brengt dat voor het hiervoor bedoelde project een inpassingsplan kan worden vastgesteld door de Minister voor Klimaat en Energie, (hierna: K&E)1 en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (hierna: BZK), en dat de voorbereiding en bekendmaking van het inpassingsplan door de Minister voor K&E worden gecoördineerd met de voorbereiding en bekendmaking met andere voor de uitvoering van het project benodigde besluiten;

  • dat de Minister voor K&E, in afwijking van het voorgaande, op grond van artikel 9b, vierde lid, van de Elektriciteitswet 1998 kan bepalen dat voor een bepaald project geen inpassingsplan wordt voorbereid en de voorbereiding en bekendmaking van andere besluiten niet door hem worden gecoördineerd;

  • dat deze bevoegdheid kan worden toegepast indien, in aanmerking genomen de omvang en aard van de desbetreffende vergroting, alsmede het aantal voor de vergroting van de transformatorcapaciteit benodigde besluiten, redelijkerwijze niet valt te verwachten dat toepassing van de rijkscoördinatieregeling, als bedoeld in artikel 3.35 van de Wet ruimtelijke ordening, de besluitvorming in betekenende mate zal versnellen of daaraan anderszins aanmerkelijke voordelen zijn verbonden;

  • dat deze situatie zich bij dit project voordoet, omdat de gemeente Geertruidenberg bereid is medewerking te verlenen aan het project en bereid is het benodigde planologische besluit hiervoor te nemen;

  • dat er ook geen bijzondere belemmeringen zijn die in de weg staan aan een voorspoedig verloop van de benodigde procedures, zonder dat de rijkscoördinatieregeling wordt toegepast;

  • dat, gelet op het voorgaande, TenneT via een meldingsformulier op 13 september 2023 formeel heeft verzocht de rijkscoördinatieregeling buiten toepassing te laten;

  • dat de bij het project betrokken bestuursorganen – de provincie Noord-Brabant en de gemeente Geertruidenberg -zijn gehoord over het voornemen de rijkscoördinatieregeling buiten toepassing te laten;

  • dat de gemeente Geertruidenberg bij brief van 25 juli 2023 heeft aangegeven in te kunnen stemmen met het voornemen en bereid is als bevoegd gezag de vergroting planologisch in te passen;

  • dat de provincie Noord-Brabant bij brief van 13 november 2023 heeft aangegeven te kunnen instemmen met het voornemen.

Gelet op:

Artikel 20a lid 3 onder a Elektriciteitswet 1998;

Besluit:

Artikel 1

Geen van de procedures, bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening is van toepassing op de besluitvorming inzake de in ontwikkeling zijnde vergroting van de capaciteit van het 380 kV hoogspanningsstation Geertruidenberg, gelegen in de gemeente Geertruidenberg.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking de dag na die waarop het bekend is gemaakt. Dit besluit wordt bekendgemaakt door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister voor Klimaat en Energie, namens deze: T.W.G.M.M. Albers MT-lid directie Realisatie Energietransitie

Tegen dit besluit staat geen bezwaar of beroep open (artikel 7.1 in samenhang met artikel 8.5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 1 van hoofdstuk 1 van bijlage 2 bij deze zelfde wet).


X Noot
1

In artikelen 3.35, eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening en 9b, vierde lid, van de Elektriciteitswet 1998 staat de Minister van Economische Zaken en Klimaat als bevoegd gezag genoemd. Deze bevoegdheid is overgegaan op de Minister voor K&E.

Naar boven