Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 21 december 2023, nr. WJZ/ 38316548, tot wijziging van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies in verband met het toevoegen van een rangschikkingscriterium gericht op deep tech technostarters in de subsidiemodule Seed capital technostarters en de openstelling van de submodules Seed capital startersfondsen en Seed business angel fondsen

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op de artikelen 2, 4, 5, 16, 25 en 30 van het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3.10.1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de alfabetische volgorde wordt de volgende begripsbepaling ingevoegd:

deep tech technostarter:

technostarter gericht op sleuteltechnologieën, wiens onderneming producten, processen of diensten ontwikkelt, verkoopt en levert, die zijn gebaseerd op een onderscheidende technische vinding met sector overstijgende toepassingsmogelijkheden en die voortkomen uit technologische vooruitgang of nieuw wetenschappelijk inzicht;.

2. In de begripsomschrijving van risicokapitaal wordt ‘artikel 21, vierde lid’ vervangen door ‘artikel 21, vijfde lid’.

B

In artikel 3.10.7, eerste lid, onderdeel c, subonderdeel 12°, wordt ‘artikel 21, zesde lid’ vervangen door ‘artikel 21, vierde lid’ en ‘opgenomen in artikel 21, tiende lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening, bereikt, overeenkomstig artikel 21, tiende en elfde lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening’ vervangen door ‘opgenomen in artikel 21, twaalfde lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening, bereikt, overeenkomstig artikel 21, twaalfde en dertiende lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening’.

C

Onder vervanging van de punt door een puntkomma aan het slot van artikel 3.10.8, eerste lid, onderdeel c, subonderdeel 2°, wordt aan het eerste lid een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. het startersfonds minimaal 75% of meer van zijn fondsomvang investeert in deep tech technostarters.

D

In artikel 3.10.12g, eerste lid, onderdeel c, subonderdeel 10°, wordt ‘artikel 21, zesde lid’ vervangen door ‘artikel 21, vierde lid’ en ‘opgenomen in artikel 21, tiende lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening, bereikt, overeenkomstig artikel 21, tiende en elfde lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening’ vervangen door ‘opgenomen in artikel 21, twaalfde lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening, bereikt, overeenkomstig artikel 21, twaalfde en dertiende lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening’.

E

Na artikel 3.10.13a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3.10.13b. Vervalbepaling deep tech technostarter

Met ingang van 1 november 2024 vervalt:

  • a. in artikel 3.10.1, eerste lid, de begripsbepaling ‘deep tech technostarter’;

  • b. artikel 3.10.8, eerste lid, onderdeel d, onder vervanging van de puntkomma door een punt aan het slot van onderdeel c, subonderdeel 3°;

  • c. dit artikel.

F

Bijlage 3.10.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 1 wordt in de begripsomschrijving van risicokapitaal ‘artikel 21, vierde lid’ vervangen door ‘artikel 21, vijfde lid’.

2. In artikel 6 wordt ‘artikel 21, zesde lid’ vervangen door ‘artikel 21, vierde lid’ en ‘opgenomen in artikel 21, tiende lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening, bereikt, overeenkomstig artikel 21, tiende en elfde lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening’ vervangen door ‘opgenomen in artikel 21, twaalfde lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening, bereikt, overeenkomstig artikel 21, twaalfde en dertiende lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening’.

G

Bijlage 3.10.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 1 wordt in de begripsomschrijving van risicokapitaal ‘artikel 21, vierde lid’ vervangen door ‘artikel 21, vijfde lid’.

2. In artikel 6 wordt ‘artikel 21, zesde lid’ vervangen door ‘artikel 21, vierde lid’ en ‘opgenomen in artikel 21, tiende lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening, bereikt, overeenkomstig artikel 21, tiende en elfde lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening’ vervangen door ‘opgenomen in artikel 21, twaalfde lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening, bereikt, overeenkomstig artikel 21, twaalfde en dertiende lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening’.

ARTIKEL II

In de tabel behorende bij artikel 1 van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2024 worden na de rij met Titel 3.8: Internationaal innoveren de volgende rijen ingevoegd:

Titel 3.10: Seed capital technostarters

3.10.2

Startersfondsen

 

01-01-2024 t/m 01-04-2024

€ 33.000.000

 

3.10.12b

Seed business angel fondsen

 

01-01-2024 t/m 30-10-2024

€ 8.000.000

ARTIKEL III

Deze regeling treedt op 1 januari 2024 in werking onmiddellijk na het tijdstip waarop de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2024 in werking is getreden.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 21 december 2023

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

TOELICHTING

I. ALGEMEEN

1. Aanleiding en doel

De subsidiemodule Seed capital technostarters, een regeling voor techno- en creatieve starters, in titel 3.10 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (hierna: RNES), bestaat al meer dan vijftien jaar en blijft onverminderd belangrijk. Techno- en creatieve startups dragen sterk bij aan een competitieve en innovatieve economie en daarmee aan het toekomstig verdienvermogen van Nederland. Toegang tot financiering, met name in de vroegste fasen van een onderneming, is essentieel voor deze startups om hun producten te ontwikkelen. Vanwege het hoge risico in de vroege fase stappen investeerders in deze fase echter niet snel in. Het succes van een product is immers nog niet bewezen op de markt. Middels deze subsidiemodule wordt de risico-rendementsverhouding voor private investeerders verbeterd. Hiermee worden zij gestimuleerd om investeringen te doen in de vroege fase van techno- en creatieve starters.

Met de onderhavige wijzigingsregeling wordt een tender uitgeschreven binnen de submodule Seed capital startersfondsen. In deze tender krijgen startersfondsen die zich richten op deep tech voorrang; dit gebeurt door een minimale investering (van de fondsomvang) in deep tech technostarters als criterium aan de rangschikkingscriteria toe te voegen. Daarnaast wordt de regeling geactualiseerd naar aanleiding van de herziening van de Algemene groepsvrijstellingsverordening (hierna: AGVV). Net als in 2021 wordt de tender voor deep tech tijdelijk in de RNES opgenomen. Na afloop van de tender worden de toegevoegde bepalingen met betrekking tot deep tech weer verwijderd. Dit zodat bij een volgende openstelling de focus gelegd kan worden op een ander accent dan deep tech of op reguliere startersfondsen.

De openstelling van beide fondsen (per 1 januari 2024 tot en met 30 oktober 2024) wordt geregeld door opname van de fondsen(met subsidieplafond) in de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2024 (hierna: ROES 2024). Deze regeling zal per 1 januari 2024 in werking treden.

2. Tenderfocus deep tech technostarters

2.1 deep tech focus

Een van de pijlers uit de Kamerbrief ‘perspectief op de Economie’ is innovatie (in de vorm van nieuwe producten, diensten en productieprocessen).1 Essentieel daarbij is de Nederlandse inzet op sleuteltechnologieën. Zo zijn bijvoorbeeld fotonica, kwantum technologie, artificiële intelligentie, life sciences en nieuwe materialen, een belangrijke motor van vooruitgang met een breed veld van economische – en maatschappelijke toepassingen. Het doel is dan ook dat deze sleuteltechnologieën actief bijdragen aan het voltooien van de vastgestelde missies uit het Missie-gedreven Innovatiebeleid.

Startups en scale-ups spelen een cruciale rol bij het naar de markt brengen van innovaties en de ontwikkeling van sleuteltechnologieën. Voor een belangrijk deel overlappend met de term sleuteltechnologieën wordt internationaal steeds vaker gesproken over deep tech. Marktpartijen en investeerders maken daarbij onderscheid tussen reguliere startups en deep tech startups. Waar reguliere startups veelal gebruik maken van bestaande technologieën om productinnovaties tot stand te brengen, gaat het bij deep tech juist om baanbrekende technologische innovaties met sector overstijgende toepassingsmogelijkheden.

Zo definieert de Europese Investeringsbank (EIB) deep tech als unieke, onderscheidende, moeilijk na te bootsen, technologische of wetenschappelijke vooruitgang welke een grondig begrip vergt van zowel de techniek als de markt om het potentieel op waarde te kunnen schatten. Daarbij wordt deep tech vaak aangeduid als oplossing voor maatschappelijke uitdagingen. Deep tech investeringen kenmerken zich veelal door een kapitaalintensief karakter in een vroege levensfase, dit wanneer de toepassingsmogelijkheden nog niet altijd bekend zijn. Een goed functioneerde risicokapitaalmarkt voor deep tech investeringen is daarom van groot belang.

De Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie (Awti) publiceerde in een onderzoek dat er behoefte is aan méér beschikbare financiering voor doorgroei, met investeerders die goed zijn toegesneden op de specifieke situatie van kennisintensieve start-ups en scale-ups2. Ook onderzoek van de EIB toont aan dat er onvoldoende kapitaal beschikbaar is voor deep tech ondernemingen in Europa in verband met de specifieke karakteristieken van deep tech ondernemingen3. Vanuit de private fondsen is deep tech moeilijk inpasbaar omdat het gaat om lange doorlooptijden, grote financieringen in een risicovolle fase van ondernemingen.

Eind 2020 kondigde het kabinet samen met Invest-NL een deep tech co-investeringsfonds aan dat ruimte biedt om met een langere investeringshorizon te investeren in kennisintensieve startups en scale-ups met technologische kennis die van groot belang is voor de internationale concurrentiepositie van Nederland. Dit fonds zal zoveel mogelijk met private investeerders samenwerken. Het aantal private investeerders dat zich richt op het deep tech segment is in Nederland echter nog steeds beperkt.

Deze tender heeft tot doel privaat kapitaal voor deep tech technostarters te mobiliseren in de vroege levensfase. Er is een budget van € 33 miljoen gereserveerd voor deze tender. Nederland beschikt, zoals in paragraaf 1 aangegeven, met de subsidiemodule Seed capital technostarters reeds over een succesvol instrument waardoor de brede Nederlandse risicokapitaalmarkt in de afgelopen vijftien jaar volwassen is geworden. Deze subsidiemodule maakt het mogelijk om subsidie te verstrekken in de vorm van een geldlening voor de financiering van beginnende ondernemingen die technisch innovatief van aard zijn (de zogenoemde technostarters).

De subsidie wordt niet rechtstreeks aan ondernemingen verstrekt, maar aan investeringsfondsen die participaties nemen in ondernemingen van technostarters. Daarom is met de onderhavige regeling voorzien in de mogelijkheid om een tender specifiek ten behoeve van (deep tech) technostarters open te stellen. Het maximale subsidiebedrag bedraagt € 10 miljoen per fonds.

2.2 Systematiek voor de tender met een focus op deeptech

In deze tender krijgen fondsen die zich tenminste voor 75% van hun fondsomvang committeren aan deep tech startups een hoger cijfer dan gelijksoortige fondsen die zich niet op deep tech richten. Hiermee worden reguliere Seed Capital startersfondsen niet uitgesloten maar wordt wel voorrang gegeven aan deep tech startersfondsen.

De regeling kent nu drie rangschikkingscriteria. Hier wordt een vierde rangschikkingscriterium aan toegevoegd. Dit vierde criterium vervalt (net als de overige bepalingen met betrekking tot deep-tech) weer bij de eerstvolgende tender. Met het vierde rangschikkingscriterium wordt een cijfer gegeven voor de mate waarin het startersfonds zijn fondskapitaal gaat investeren in deep tech technostarters. Dit criterium telt alleen in positieve zin mee als door de aanvrager in het fondsplan is opgenomen dat ten minste 75% van de fondsomvang geïnvesteerd wordt in deep tech technostarters. Startersfondsen kunnen hoger scoren als zij meer dan 75% van hun fondsomvang aan deep tech technostarters committeren.

3. Staatssteun

De AGVV is onlangs gewijzigd. Middels onderhavige wijzigingsregeling wordt de submodule Seed capital technostarters in lijn gebracht met de herziene AGVV. Voor deze submodule is het van belang dat de definitie van Onafhankelijke particuliere investeerder is aangepast (artikel 2, onderdeel 72, van de AGVV). Niet als particuliere investeerders worden beschouwd: de Europese Investeringsbank, het Europees Investeringsfonds, een internationale financiële instelling waarvan een lidstaat aandeelhouder is of een rechtspersoon die op professionele basis financiële activiteiten uitoefent en van een lidstaat of een entiteit van een lidstaat op centraal, regionaal of lokaal niveau de opdracht heeft gekregen ontwikkelings- of stimuleringsactiviteiten uit te voeren (nationale stimuleringsbank of een andere stimuleringsinstelling).

Deze wijzigingsregeling van de Seed capital technostarters subsidiemodule is verenigbaar met de herziene Europese regels betreffende staatssteun. De subsidie die op grond van deze titel wordt verstrekt, is aan te merken als staatssteun in de zin van artikel 107 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Deze staatsteun is echter gerechtvaardigd op grond van artikel 21 (risicofinancieringssteun) van de AGVV. De subsidiemodule voldoet aan de voorwaarden van artikel 21 en hoofdstuk I van de AGVV. De met deze wijzigingsregeling opgenomen definitie voor deep tech starter blijft binnen de bestaande definitie van technostarter, zoals al opgenomen in artikel 3.10.1, eerste lid, van de RNES. De openstelling zal separaat ter kennisneming aan de Europese Commissie worden toegezonden, conform artikel 11, onder a, van de AGVV.

4. Regeldruk

De wijzigingen ten aanzien van de deep tech focus, en de AGVV die zijn opgenomen in deze regeling hebben geen aanvullende administratieve lasten voor een startersfonds tot gevolg ten opzichte van de reguliere Seed capital faciliteit. Met onderhavige wijzigingsregeling wordt alleen voorrang gegeven aan startersfondsen die zich richten op deep tech technostarters. Daarnaast worden er een aantal artikelen die verwijzen naar de AGVV geactualiseerd naar aanleiding van de herziene AGVV.

Het kost een startersfonds naar schatting circa 555 uur voor een volledige aanvraag en uitvoering van het fondsplan gedurende de looptijd van het fonds (maximaal 12 jaar). Dit is al de huidige situatie, waarin een reguliere aanvraag gedaan wordt.

Bij een uurtarief van 54 euro per uur gaat het per fonds naar schatting om € 5.000 voor aanvraag, € 13.000 voor uitvoering en € 12.000 voor vaststelling. Het betreffen de gebruikelijke werkzaamheden voor het opstellen van de aanvraag, voortgangsrapportages en eindverantwoording.

 

Aantal uren

Uurtarief van € 54

Totaal

Aanvraag

Circa 93 uur

€ 54

€ 5.000

Uitvoering

Circa 241 uren

€ 54

€ 13.000

Vaststelling

Circa 222 uren

€ 54

€ 12.000

Voor de submodule Seed capital startersfondsen is de inschatting dat er 16 aanvragen worden gedaan en zes aanvragen worden toegewezen. Hiermee beslaat het totale bedrag aan administratieve lasten voor alle aanvragende fondsen over de gehele looptijd van de subsidie in totaliteit € 230.000 ofwel 0,70% van het beschikbaar gestelde subsidiebedrag.

Voor de submodule Seed business angel fondsen worden, afgezien van een wijziging met betrekking tot een verwijzing naar de AGVV, geen inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd. Wel wordt deze submodule per 1 januari 2024 opengesteld voor aanvragen met een plafond van € 8 mln. Uitgaande van 8 aanvragen waarvan 8 toegekend worden beslaat het totale bedrag aan administratieve lasten voor alle aanvragende fondsen over de gehele looptijd van deze subsidie in totaliteit € 240.000 ofwel 3% van het beschikbaar gestelde subsidiebedrag.

Een eerdere conceptversie van deze regeling is aan het Adviescollege toetsing regeldruk (hierna: ATR) voorgelegd. ATR had geen opmerkingen ten aanzien van de regeldruk. In de conceptversie waren ook rangschikkingscriteria opgenomen met betrekking tot (Internationaal) Maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO). ATR concludeerde dat het opnemen van IMVO in de rangschikkingscriteria niet voldoende was onderbouwd. Vanwege juridische overwegingen is besloten om IMVO nog niet in deze wijzigingsregeling op te nemen.

II. ARTIKELEN

Artikel I, onderdeel A (artikel 3.10.1)

Met onderdeel A wordt een definitie van ‘deep tech technostarters’ aan artikel 3.10.1 toegevoegd.

Artikel I, onderdeel B (artikel 3.10.7, eerste lid)

Met dit onderdeel wordt een verwijzing naar de AGVV gewijzigd vanwege de herziening van deze verordening.

Artikel I, onderdeel C (artikel 3.10.8, eerste lid)

Met dit onderdeel wordt een criterium toegevoegd met betrekking tot een investering in een deep tech technostarter: aanvragers worden hoger gerangschikt naarmate het startersfonds minimaal 75 procent of meer van zijn fondsomvang investeert in deep tech technostarters.

Artikel I, onderdeel D (artikel 3.10.12g)

Met dit onderdeel wordt een verwijzing naar de AGVV gewijzigd vanwege de herziening van deze verordening.

Artikel I, onderdeel E (artikel 3.10.13b)

Omdat de tender met de focus op deep tech tijdelijk is bevat dit onderdeel vervalbepalingen voor de wijzigingen in deze regeling die zien op de focus op deep tech zodat een volgende openstelling zich weer kan richten op reguliere startersfondsen (zonder focus op deep tech).

Artikel I, onderdelen F en G (bijlagen 3.10.1 en 3.10.2)

Met dit onderdeel worden in bijlagen 3.10.1 en 3.10.2 verwijzingen naar de AGVV gewijzigd vanwege de herziening van deze verordening.

Artikel II

Dit artikel regelt de openstelling van de Seed capital startersfondsen en de Seed business angel fondsen.

Artikel III

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van deze regeling. In deze wijzigingsregeling is ook de openstelling van de Startersfondsen en de Seed business angel fondsen opgenomen. Openstelling geschiedt door wijziging van de ROES 2024. De ROES 2024 treedt in werking per 1 januari 2024 en wijzigingen met betrekking tot de openstelling van de Seed submodules kunnen niet voordien worden opgenomen. Daarom treedt deze wijzigingsregeling op 1 januari 2024 in werking onmiddellijk na inwerkingtreding van de ROES 2024.

Met de bekendmaking van deze regeling wordt afgeweken van de systematiek inhoudende dat ministeriële regelingen minimaal twee maanden voordien worden bekendgemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd omdat de doelgroep gebaat is bij spoedige inwerkingtreding van deze regeling.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

Naar boven