Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat | Staatscourant 2023, 34893 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat | Staatscourant 2023, 34893 | ander besluit van algemene strekking |
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Minister voor Klimaat en Energie,
Gelet op artikel 3, derde lid, van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies, de artikelen 5, eerste en tweede lid, 16, 17, vierde lid, en 50, van het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies en artikel 2.3 van de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies 2021;
Besluiten:
1. Als perioden waarin subsidieaanvragen kunnen worden ingediend krachtens de in kolom 1 genoemde titels van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies en de in kolom 2 genoemde artikelen van die regeling, in voorkomende gevallen verbijzonderd naar de in kolom 3 omschreven of aangeduide groepen van aanvragers, programma’s, projecten of aanvragen, en de in kolom 4 omschreven thema’s of programmalijnen, worden vastgesteld de daarbij behorende perioden, genoemd in kolom 5. Aanvragen zijn tijdig ingediend indien zij op de genoemde einddatum vóór 17.00 uur zijn ontvangen.
2. Als subsidieplafond wordt per in kolom 5 genoemde periode het daarbij behorende in kolom 6 genoemde bedrag vastgesteld.
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
---|---|---|---|---|---|
Instrument |
Artikel |
Groep |
Thema/programma |
Openstelling |
Plafond |
Titel 2.3: Energie-efficiëntie glastuinbouw |
2.3.2 |
Glastuinbouwonderneming |
Energie-efficiëntie glastuinbouw |
11-04-2024 t/m 28-06-2024 |
€ 30.000.000 |
Titel 2.5: Borgstelling MKB-landbouw-kredieten |
2.5.2 |
Landbouwborgstellingskredieten die betrekking hebben op investeringen als bedoeld in artikel 2.5.6, tweede lid, onderdelen a en b, onder 1° en 2° |
01-01-2024 t/m 31-12-2024 |
€ 60.000.000 |
|
Landbouwborgstellingskredieten die betrekking hebben op landbouwinnovaties als bedoeld in artikel 2.5.6, tweede lid, onderdeel b, onder 3° |
01-01-2024 t/m 31-12-2024 |
€ 20.000.000 |
|||
Landbouwborgstellingskredieten die betrekking hebben op omschakeling duurzame landbouw als bedoeld in artikel 2.5.6, tweede lid, onderdeel b, onder 4° |
01-01-2024 t/m 31-12-2024 |
€ 5.000.000 |
|||
Titel 2.10: Marktintroductie energie-innovaties |
2.10.2 |
Glastuinbouwonderneming |
Marktintroductie energie-innovaties |
11-04-2024 t/m 10-05-2024 |
€ 8.500.000 |
Titel 2.23: Warmte-infrastructuur glastuinbouw |
2.23.2 |
Investeerders in warmte-infrastructuur |
Warmte-infrastructuur glastuinbouw |
01-02-2024 t/m 30-08-2024 |
€ 12.500.000 |
Titel 2.24: Agenda Natuurinclusief |
2.24.2 |
01-02-2024 t/m 31-03-2024 |
€ 3.000.000 |
||
Titel 3.7: Eurostarsprojecten |
3.7.2 |
Innovatie (internationaal) |
01-01-2024 t/m 30-01-2024 |
€ 11.400.000 |
|
Titel 3.8: Internationaal innoveren |
3.8.2, onderdeel a |
ITEA4-Innovatieprojecten |
Marktgerichte software-innovatie |
01-04-2024 t/m 22-04-2024 |
€ 10.000.000 |
3.8.2, onderdeel a |
XECS-Innovatieprojecten |
Marktgerichte innovatie voor micro- en nano-elektronica |
01-04-2024 t/m 22-04-2024 |
€ 10.000.000 |
|
3.8.2, onderdeel b |
Global Stars-innovatieprojecten als bedoeld in de Global Stars-innovatiecall Brazilië te raadplegen via www.rvo.nl/globalstars |
04-10-2023 t/m 09-04-2024 |
€ 925.000 |
||
3.8.2, onderdeel b |
Global Stars-innovatieprojecten als bedoeld in de Global Stars-innovatiecall Japan te raadplegen via www.rvo.nl/globalstars |
23-10-2023 t/m 31-01-2024 |
€ 925.000 |
||
3.8.2, onderdeel b |
Global Stars-innovatieprojecten als bedoeld in de Global Stars-innovatiecall High Tech en Duurzaamheid te raadplegen via www.rvo.nl/globalstars |
20-11-2023 t/m 28-05-2024 |
€ 925.000 |
||
Titel 3.11: Borgstelling MKB-kredieten |
3.11.2 |
Bedrijfsborgstellingskredieten (banken en kredietinstellingen in de zin van de Wet financiële markten BES) Bedrijfsborgstellingskredieten (door de minister aangewezen kredietverstrekkers) |
01-01-2024 t/m 31-12-2024 |
€ 765.000.000 |
|
Titel 3.12: Groeifaciliteit |
3.12.2 |
01-01-2024 t/m 07-06-2024 |
€ 85.000.000 |
||
Titels 3.13 en 3.14: Garantie ondernemingsfinanciering en Garantstelling gericht op bankgaranties |
3.13.2 en 3.14.2 |
01-01-2024 t/m 31-12-2024 |
€ 400.000.000 |
||
Titel 3.15: Beter Aanbesteden |
3.15.2 |
06-12-2023 t/m 26-01-2024 |
€ 200.000 |
||
Titel 3.16: Vroegefasefinanciering |
3.16.11 |
Haalbaarheidsstudie TO2-innovatieve starter |
08-01-2024 t/m 05-03-2024 |
€ 500.000 |
|
3.16.12 |
Academische innovatieve starter, hbo-innovatieve starter en TO2-innovatieve starter |
08-01-2024 t/m 05-03-2024 |
€ 2.250.000 |
||
Titel 3.23: Venture Challenge |
3.23.2 |
Life Sciences & Health (LSH) |
01-01-2024 t/m 06-02-2024 |
€ 100.000 |
|
3.23.2 |
Life Sciences & Health (LSH) |
07-05-2024 t/m 02-07-2024 |
€ 100.000 |
||
Titel 3.30: Circular Plastics NL |
3.30.2 |
12-10-2023 t/m 11-01-2024 |
€ 47.200.000 |
||
Titel 4.2: Topsector energieprojecten |
4.2.9 |
Energie & Klimaat Onderzoek en Ontwikkeling |
Onderdeel A: TSE Industrie O&O |
01-04-2024 t/m 14-05-2024 |
€ 3.000.000 |
4.2.44 |
Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (MOOI) |
1. MOOI-missie Elektriciteit |
04-06-2024 t/m 05-09-2024 |
€ 20.350.000 |
|
2. MOOI-missie Gebouwde omgeving |
04-06-2024 t/m 05-09-2024 |
€ 20.350.000 |
|||
3. MOOI-missie Industrie |
04-06-2024 t/m 05-09-2024 |
€ 20.350.000 |
|||
4.2.65 |
Demonstratie energie- en klimaatinnovatie (DEI+) |
2.9 Waterstof en groene chemie |
03-07-2023 t/m 25-06-2024 |
€ 40.000.000 |
|
2.1 Energie-efficiëntie anders dan gebouwde omgeving 2.2 Bevordering van energie uit hernieuwbare bronnen 2.3. Flexibilisering van het energiesysteem 2.4 Lokale infrastructuur 2.5 Circulaire economie 2.6 CC(U)S – Carbon Capture, Utilisation and Storage 2.8 Overige CO2-reducerende maatregelen |
21-11-2023 t/m 29-08-2024 |
€ 141.000.000 |
|||
2.10 Vergassing van reststromen |
15-02-2024 t/m 29-08-2024 |
€ 98.000.000 |
|||
4.2.113 |
TSE Industrie studies |
Programmalijn 1: MMIP 6 – sluiting van industriële ketens Programmalijn 2: MMIP 7 – Een CO2-vrij industrieel warmtesysteem Programmalijn 3: MMIP 8 – Maximale elektrificatie en radicaal vernieuwde processen Programmalijn 4: CCUS (Carbon Capture, Utilization and Storage) Programmalijn 5: Overige CO2-reducerende maatregelen |
03-04-2023 t/m 31-03-2024 |
€ 20.000.000 |
|
4.2.113 |
TSE Industrie studies |
Programmalijn 6: Waterstof en groene chemie |
26-10-2023 t/m 31-03-2024 |
€ 10.000.000 |
|
Titel 4.5: Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE) |
4.5.2, tweede lid, onderdelen a en b, derde, vierde en vijfde lid |
Investeringssubsidie voor de investering in: 1. een ruimteverwarmingstoestel, waterverwarmingstoestel of zonneboiler 2. energiebesparende isolatiemaatregelen; of 3. de aansluiting op een warmtenet 4. een voorziening voor elektrisch koken. |
01-01-2024 t/m 31-12-2024 |
€ 600.000.000 |
|
4.5.2, tweede lid, onderdeel c |
Investeringssubsidie voor de investering in installaties voor de productie van hernieuwbare elektriciteit met één of meer windturbines |
01-01-2024 t/m 31-12-2024 |
€ 5.000.000 |
||
Titel 4.6: Versnelde klimaatinvesteringen in de industrie |
4.6.2 |
15-03-2023 t/m 09-01-2024 |
€ 138.000.000 |
De percentages, bedoeld in artikel 3.9.9 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies, bedragen voor de in 2024 aangevraagde subsidies voor innovatiekredieten:
a. het basispercentage: 3 procent per jaar;
b. de opslag voor technische ontwikkelingsprojecten: 15 procent;
c. de opslag voor klinische ontwikkelingsprojecten: 25 procent.
1. Als perioden waarin subsidieaanvragen kunnen worden ingediend krachtens de in kolom 1 genoemde titels van de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies 2021 en de in kolom 2 genoemde artikelen van die regeling, in voorkomende gevallen verbijzonderd naar de in kolom 3 omschreven of aangeduide groepen van aanvragers, programma’s, projecten of aanvragen, en de in kolom 4 omschreven thema’s of programmalijnen, worden vastgesteld de daarbij behorende perioden, genoemd in kolom 5. Aanvragen zijn tijdig ingediend indien zij op de genoemde einddatum vóór 17.00 uur zijn ontvangen. Een subsidieaanvraag in het kader van de brede weersverzekering is tijdig ingediend indien deze op de genoemde einddatum uiterlijk om 23:59 uur is ontvangen.
2. Als subsidieplafond wordt per in kolom 5 genoemde periode het daarbij behorende in kolom 6 genoemde bedrag vastgesteld.
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
---|---|---|---|---|---|
Instrument |
Artikel |
Groep |
Thema/programma |
Openstelling |
plafond |
Paragraaf 3.4: Innovatieve projecten in de aquacultuur |
3.4.1 |
Aquacultuuronderneming, aquacultuurorganisatie, kennisinstelling en deelnemers in een samenwerkingsverband |
Innovatie in de aquacultuur |
05-03-2024 t/m 07-05-2024 |
€ 3.300.000 |
Paragraaf 3.5: Innovatieve projecten in de visserij |
3.5.1 |
Visserijonderneming, visserijorganisatie, kennisinstelling en deelnemers in een samenwerkingsverband |
Innovatie in de visserij |
05-03-2024 t/m 07-05-2024 |
€ 6.600.000 |
Titel 5.5: Brede weersverzekering |
5.5.2 |
01-03-2024 t/m 15-05-2024 |
€ 17.500.000 |
||
Paragraaf 5.7.3: Verstrekking van advies- en cursusvoucher aan een landbouwer |
5.7.11 |
Verstrekking cursusvoucher aan een landbouwer |
01-09-2023 t/m 01-09-2024 |
€ 80.000 |
|
Paragraaf 5.7.5: Verstrekking van opleidingsvoucher aan een bedrijfsadviseur |
5.7.19 |
Verstrekking van opleidingsvoucher aan een bedrijfsadviseur |
01-09- 2023 t/m 01-09-2024 |
€ 156.250 |
Bijlage 1.3 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies komt als volgt te luiden:
Dit protocol heeft als doel het geven van aanwijzingen over de reikwijdte en de diepgang van de controle aan de accountant, belast met de controle van de door de subsidieontvanger bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) in te dienen financiële verantwoording opgenomen in de aanvraag om subsidievaststelling. Financiële afrekening door EZK of LNV vindt plaats op basis van de in de aanvraag tot subsidievaststelling opgenomen financiële verantwoording als bedoeld in artikel 50 van het Kaderbesluit nationale EZK-en LNV-subsidies, voorzien van een controleverklaring van de accountant.
een Registeraccountant of Accountant-Administratieconsulent als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek aan wie de subsidieontvanger de opdracht heeft verleend de aanvraag tot subsidievaststelling te controleren;
een natuurlijke of rechtspersoon of diens gemachtigde aan wie namens EZK of LNV een subsidie is verstrekt
de financiële verantwoording;
een schriftelijke verklaring van de accountant inhoudende een oordeel omtrent de naleving van de verplichtingen en voorwaarden in de individuele beschikking tot subsidieverlening (en wijzigingen daarin) door de subsidieontvanger en voor zover die een financieel effect op de financiële verantwoording hebben.
Voor de controle van de financiële verantwoording is de volgende wet- en regelgeving van toepassing, voor zover deze financiële verantwoording onderdeel van het verzoek tot subsidievaststelling van de subsidieontvanger is:
– de voorwaarden en verplichtingen in (de bijlage(n) bij) de beschikking tot subsidieverlening (of wijzigingen daarin), voor zover die een financieel effect op de financiële verantwoording hebben;
– indien de subsidieontvanger een aanbestedende dienst is volgens artikel 1.1 van de Aanbestedingswet 2012: de Aanbestedingswet 2012, het Aanbestedingsbesluit en de Gids Proportionaliteit.
De controle van de financiële verantwoording moet voldoen aan de controlestandaarden die onderdeel zijn van de Nadere voorschriften controle- en overige standaarden (NV COS), die door de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) zijn vastgesteld en aan de aanwijzingen zoals opgenomen in dit protocol. De controle van de financiële verantwoording is een opdracht die wordt uitgevoerd op basis van Standaard 800 ‘Bijzondere overwegingen – controles van financiële overzichten die zijn opgesteld in overeenstemming met de stelsels voor bijzondere doeleinden’ en Standaard 805 ‘Bijzondere overwegingen – controles van enkel financieel overzicht en controles van specifieke elementen, rekeningen of posten van een financieel overzicht’.
Bij de uitvoering van de controle stelt de accountant vast dat:
a. de informatie in de financiële verantwoording geen afwijkingen van materieel belang bevat;
b. in de financiële verantwoording:
1°. geen kosten als subsidiabel zijn opgenomen die niet voor subsidie in aanmerking komen;
2°. uitsluitend kosten als subsidiabel zijn opgenomen die zijn gemaakt binnen de subsidiabele periode en voor rekening komen van de subsidieontvanger;
3°. ingeval interne kosten als subsidiabele kosten zijn aangemerkt:
– voor personeel, de verantwoorde uren te relateren zijn aan de prestatie, aansluiten op de urenregistratie en er voldoende waarborgen zijn dat geen uren van andere projecten onder het gesubsidieerde project zijn geschoven;
– voor het gebruik van specifieke apparatuur, de gehanteerde (uur)tarieven voor het gebruik van apparatuur gebruikelijk zijn binnen de onderneming en geen kosten bevatten die ook separaat in rekening zijn gebracht.
De accountant dient voldoende en geschikte controle informatie te verkrijgen om de juistheid van de verantwoorde interne kosten (personeelskosten en interne kosten voor het gebruik van specifieke apparatuur) vast te kunnen stellen. De accountant bepaalt zelf, op basis van onder andere zijn risicoanalyse, aanwijzingen vanuit de jaarrekeningcontrole of andere onderzoeken, hoe hij zijn controle inricht en op welke wijze hij voldoende en geschikte controle-informatie verzamelt. Daarbij wordt de Handleiding subsidiecontroles van de Subsidy Audits Community (SAC) gehanteerd.
De accountant mag er van uitgaan dat de subsidieverstrekker zich ervan bewust is dat bij interne kosten (personeelskosten en interne kosten voor het gebruik van specifieke apparatuur) een tolerantie van 2% niet altijd toepasbaar is maar dat naar mate het aandeel van deze kosten in de verantwoording groter is de diepgang van de controle door de accountant groter wordt.
c. ingeval de subsidie strekt tot uitvoering van een project, kosten en opbrengsten aantoonbaar zijn gemaakt en in overeenstemming en vergelijkbaar zijn met de informatie verstrekt ten behoeve van de beschikking tot subsidieverlening, zoals het projectplan met bijbehorende projectbegroting. Daarbij geldt dat vastgesteld moet worden dat de prestatie aantoonbaar is geleverd maar dat niet beoordeeld wordt of het gewenste resultaat is bereikt;
d. de subsidieontvanger – ter voorkoming van dubbelfinanciering – opgave heeft gedaan van alle opbrengsten, waaronder subsidies (ook die van het subsidieverstrekkend departement), waarmee het programma/de activiteit waarop de subsidie betrekking heeft, mede is gefinancierd;
e. ingeval de subsidieontvanger een aanbestedende dienst is, kosten aantoonbaar zijn gemaakt in overeenstemming met aanbestedingswet- en regelgeving. Voor de controle wordt de Handleiding subsidiecontroles van de SAC gehanteerd.
Betrouwbaarheid betreft de mate van zekerheid. Materialiteit of tolerantie betreft de vereiste nauwkeurigheid die de accountant hierbij moet hanteren.
Bij zijn oordeelsvorming over de naleving van de subsidievoorwaarden streeft de accountant naar een redelijke mate van zekerheid. Indien dit begrip voor het gebruik van statistische technieken gekwantificeerd moet worden, wordt een betrouwbaarheid van 95 procent gehanteerd.
Een controleverklaring met een goedkeurende strekking impliceert dat, gegeven eerder genoemde betrouwbaarheid, de som van de afwijking en de onzekerheid niet groter is dan twee procent van het totaalbedrag aan subsidiabele kosten dat in de financiële verantwoording wordt verantwoord. De hierna vermelde materialiteitsgrenzen zijn in dit kader van toepassing voor de bepaling van de strekking van de af te geven controleverklaring.
Materialiteitstabel |
Goedkeurende controleverklaring |
Verklaring met beperking |
Verklaring van oordeelonthouding/Afkeurende verklaring |
---|---|---|---|
Fouten (afwijkingen) in de financiële verantwoording en onzekerheden in de controle |
≤ 2% |
> 2% en ≤ 4% |
> 4% |
De accountant legt de uitkomsten van de controle vast in een controleverklaring. Hiervoor wordt de meest actuele NBA-voorbeeldtekst als basis gehanteerd.
De minister heeft als subsidieverstrekker altijd de mogelijkheid een review uit te voeren of te laten uitvoeren bij de accountant belast met het onderzoek naar de informatie opgenomen in de aanvraag tot subsidievaststelling, teneinde na te gaan of het onderzoek met inachtneming van de relevante regelgeving van de NBA en dit controleprotocol is uitgevoerd. Deze reviews komen niet in de plaats van andere controles dan wel reviews uitgevoerd door de Algemene Rekenkamer.
De accountant die belast is met het onderzoek en verantwoordelijk is voor het verstrekken van het accountantsproduct bij de aanvraag tot subsidievaststelling stemt er mee in dat de onderzoeksdossiers ten behoeve van bovengenoemde reviews integraal aan de reviewers ter inzage worden gegeven. Voorts zal de accountant, schriftelijk dan wel mondeling, alle gevraagde gegevens verstrekken die in het kader van voornoemde reviews worden opgevraagd. In dit kader wordt verwezen naar de bepalingen in hoofdstuk 6, paragraaf 1, van de Comptabiliteitswet 2016.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 21 december 2023
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema
De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten
De onderhavige regeling voorziet in de vaststelling van de subsidieplafonds en openstellingsperioden voor het jaar 2024 van de subsidiemodules die zijn opgenomen in de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (RNES) en de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies 2021 (REES 2021). Dit zijn de subsidiemodules van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Daarnaast voorziet de regeling in de wijziging van bijlage 1.3 behorende bij artikel 1.5 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies.
Nieuwe openstellingen in de loop van het jaar leiden tot wijziging van deze Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2024. De in de tabellen genoemde subsidiemodules zijn opgenomen in de RNES en de REES 2021. Bij de introductie van een nieuwe subsidiemodule of de wijziging van een subsidiemodule wordt in de toelichting bij de voornoemde regelingen uitvoerig stilgestaan bij de administratieve lasten die de desbetreffende subsidiemodule met zich brengt.
Het controleprotocol dat is opgenomen in bijlage 1.3 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies geeft aanwijzingen aan de accountant, belast met de controle van de financiële verantwoording opgenomen in de aanvraag om subsidievaststelling, over de reikwijdte en de diepgang van de controle. Op basis van ervaringen uit het verleden is gebleken dat het controleprotocol op onderdelen dient te worden verduidelijkt (zoals de controle van interne kosten). De verduidelijking is afgestemd met de Koninklijke Beroepsorganisatie voor Accountants en de Auditdienst Rijk.
Met de onderhavige regeling worden geen informatieverplichtingen gewijzigd en worden de administratieve lasten-percentages dus niet gewijzigd.
Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2024. Met bekendmaking minder dan twee maanden voordien wordt afgeweken van het beleid inzake vaste verandermomenten, zoals opgenomen in aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving. Deze afwijking is gerechtvaardigd omdat de doelgroepen ten zeerste gebaat zijn bij een snelle inwerkingtreding.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema
De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2023-34893.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.