Besluit van de Minister van Justitie en Veiligheid van 9 december 2023 (kenmerk 4868674/23/DP&O), houdende wijziging van het Organisatiebesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid in verband met instelling van de Autoriteit online Terroristisch en Kinderpornografisch Materiaal

De Minister van Justitie en Veiligheid;

Gelet op artikel 2 van de Uitvoeringswet verordening terroristische online-inhoud en op artikel 3, tweede lid, van het Coördinatiebesluit organisatie, bedrijfsvoering en informatiesystemen rijksdienst;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Organisatiebesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid wordt gewijzigd als volgt:

A

Aan artikel 3, eerste lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel L door een puntkomma, een nieuw onderdeel toegevoegd luidende als volgt:

  • M. de Autoriteit online Terroristisch en Kinderpornografisch materiaal (ATKM).

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

TOELICHTING

Dit besluit dient tot wijziging van het Organisatiebesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid (hierna: JenV).

De terroristische aanslagen op Europese bodem in de afgelopen jaren hebben laten zien dat het internet ook misbruikt wordt door terroristen om aanhangers te indoctrineren en te werven, terroristische activiteiten voor te bereiden en te faciliteren, hun wreedheden te verheerlijken, anderen ertoe aan te zetten in hun sporen te treden en angst in te boezemen.

Naast de onwenselijkheid dat misbruik wordt gemaakt van deze internetplatforms, bestaat een gevaar voor de nationale veiligheid, gelet op het feit dat sociale media de afgelopen jaren steeds belangrijker zijn geworden voor het verspreiden van het terroristische gedachtengoed, het geven van geweldinstructies, het aangaan van contacten en het onderhouden van een netwerk.

Seksueel kindermisbruik is één van de meest verwoestende vormen van criminaliteit. Een slachtoffer krijgt opnieuw pijn te verduren als beelden van het misbruik op internet worden geplaatst en gedeeld. Daarom moet niet alleen het misbruik zelf worden tegengegaan, maar ook het verspreiden van beelden daarvan. De bestaande zelfregulering en strafrechtelijke aanpak hebben deze verspreiding niet voldoende verminderd. De snelheid waarmee dit materiaal via het internet wordt verspreid, de groei in het aantal meldingen daarover en de weigering van een aantal tussenpersonen om tegen online kinderpornografisch materiaal op te treden, noopt tot een aanvullend bestuursrechtelijk instrumentarium.

Internetplatforms hebben een bijzondere maatschappelijke verantwoordelijkheid om hun gebruikers te beschermen tegen blootstelling aan kinderpornografisch materiaal, terroristische inhoud en om de veiligheidsrisico’s voor de samenleving als geheel te beperken. Deze verantwoordelijkheid vloeit voort uit het gegeven dat voor de verspreiding van terroristische online-inhoud en kinderpornografisch materiaal gebruik wordt gemaakt van hun diensten. De dienstverlenging van deze aanbieders bestaat uit de opslag en doorgifte van gegevens die van een ander afkomstig zijn.

De maatregelen die tot nu toe waren genomen om de verspreiding van terroristische online-inhoud tegen te gaan, zijn grotendeels vrijwillig van aard. Op 7 juni 2022 is de Europese Verordening (EU) 2021/784 in werking getreden, welke tot doel heeft om misbruik van aanbieders van hostingdiensten voor terroristische doeleinden tegen gaan In Nederland wordt uitvoering gegeven aan de Europese Verordening met de Uitvoeringswet verordening terroristische online inhoud. Daarnaast zal voor de bestuursrechtelijke aanpak van online kinderpornografisch materiaal straks de Wet bestuursrechtelijke aanpak online kinderpornografisch materiaal van kracht zijn.

In artikel 2 van de Uitvoeringswet wordt de Autoriteit online Terroristisch en Kinderpornografisch Materiaal opgericht. De Autoriteit heeft de taak (a) terroristische inhoud te identificeren en het ontoegankelijk maken van online terroristische-inhoud te bevorderen en zo nodig af te dwingen, en, (b) onderzoek te doen naar, en informatie te verstrekken over, de aanwezigheid van online terroristisch materiaal teneinde de verspreiding daarvan onder het publiek te beperken, waar mogelijk in samenwerking met private en publieke partijen.

Daarnaast zal de Autoriteit, zoals is opgenomen in artikel 2 van de Wet bestuursrechtelijke aanpak online kinderpornografisch materiaal, na inwerkingtreding daarvan, de taak hebben (a) de ontoegankelijkmaking van online kinderpornografisch materiaal af te dwingen, en, (b) onderzoek te doen naar, en informatie te verstrekken over, de aanwezigheid van online kinderpornografisch materiaal teneinde de verspreiding daarvan onder het publiek te beperken, waar mogelijk in samenwerking met private en publieke partijen.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

Naar boven