Rectificatie – Richtlijn bestuurlijke strafbeschikkingsbevoegdheid fysieke leefomgevingsfeiten (art. 257ba Sv)

Onderstaande Bijlage bij Richtlijn bestuurlijke strafbeschikkingsbevoegdheid fysieke leefomgevingsfeiten (art. 257ba Sv) is de juiste versie. De oorspronkelijke bijlage vervalt in zijn geheel.

   

Feit

Overtreden artikel

Tarief in euro per feit en categorie

       

1

2

   

Bestuurlijke strafbeschikking milieu

     
   

Categorie-indeling F:

     
   

1- Natuurlijk persoon;

     
   

2- Rechtspersoon.

     
   

Nummers BO 001 – BO 002: Besluit activiteiten leefomgeving – Afvalstoffen

     

BO

001

het op of in de bodem brengen van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen zonder benodigde omgevingsvergunning: 1–5 m3

3.40c Bal

410

3.000

BO

002

het op of in de bodem brengen van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen zonder benodigde omgevingsvergunning: 5–10 m3

3.40c Bal

1.500

6.000

           
   

Nummers BO 010 – BO 023: Wet Milieubeheer – Afvalstoffen

     

BO

010

het storten, anderszins op of in de bodem te brengen of verbranden van niet-afgegeven of niet-ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen: 1–5 m3

10.2 Wm

410

3.000

BO

011

het storten, anderszins op of in de bodem brengen of verbranden van niet-afgegeven of niet-ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen: 5–10 m3

10.2 Wm

1.500

6.000

BO

012

zich door afgifte aan een ander hebben ontdaan van bedrijfsafvalstoffen; max. 10 m3

10.37 lid 1 Wm

750

3.000

BO

013

niet registreren van één of meer gegevens als bedoeld in artikel 10.38 lid 1 Wet milieubeheer bij afgifte van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen

10.38 lid 1 Wm

1.000

2.000

BO

014

geen melding maken met betrekking tot afgifte van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen aan het bevoegd gezag

10.38 lid 3 Wm

1.000

2.000

BO

015

niet verstrekken van een begeleidingsbrief, welke ten minste de gegevens bevat die zijn genoemd in artikel 10.39 lid 1 onder a en 10.38 lid 1 van de Wet milieubeheer bij afgifte van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke stoffen aan een persoon als bedoeld in artikel 10.37 lid 2 onder a tot en met e Wet milieubeheer

10.39 lid 2 Wm

1.000

2.000

BO

016

niet melden van afgifte van bedrijfsafvalstoffen aan het bevoegd gezag door een persoon als bedoeld in art. 10.37 lid 2 onder a of b van de Wet milieubeheer

10.40 lid 1 Wm

1.000

2.000

BO

017

in ontvangst nemen van bedrijfsafvalstoffen door een persoon als bedoeld in artikel 10.37, lid 2, onder a of b Wet milieubeheer zonder dat daarbij een omschrijving en een begeleidingsbrief als bedoeld in artikel 10.39 lid 1 onder a en b Wet milieubeheer worden verstrekt

10.37 jo 10.39 Wm

1.000

2.000

BO

018

tijdens het vervoer van bedrijfsafvalstoffen geen begeleidingsbrief als bedoeld in artikel 10.39 Wet milieubeheer aanwezig hebben, zolang degene die afvalstoffen onder zich heeft

10.44 lid 1 Wm

1.000

2.000

BO

019

bedrijfsafvalstoffen inzamelen zonder vermelding op een lijst van inzamelaars

10.45 lid 1 onder a Wm

1.000

2.000

BO

020

zich niet houden aan de voorschriften bij de inzamelvergunning

18.18 Wm jo 10.49 lid 2 Wm

750

2.000

BO

021

zonder vermelding als vervoerder op de lijst van vervoerders bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen voor anderen tegen vergoeding vervoeren

10.55 lid 1 onder a Wm

750

1.000

BO

022

zonder vermelding als handelaar op de lijst van handelaars bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen verhandelen

10.55 lid 1 onder b Wm

750

2.000

BO

023

zonder vermelding als bemiddelaar op de lijst van bemiddelaars ten behoeve van anderen bemiddelen bij het beheer van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen

10.55 lid 1 onder c Wm

750

2.000

           
   

Nummers BO 025 – BO 027: Besluit activiteiten leefomgeving – Bouwstoffen

     

BO

025

aanbrengen van bouwstoffen terwijl een milieuverklaring bodemkwaliteit die betrekking heeft op de toe te passen bouwstoffen, niet beschikbaar is

4.1259 Bal

1.500

5.000

BO

026

vervaardigen en/of invoeren en/of voor toepassing in Nederland en/of voor handelsdoeleinden voor de Nederlandse markt voorhanden hebben en/of vervoeren en/of aan een ander ter beschikking stellen en/of toepassen van bouwstoffen terwijl niet: uit een milieuverklaring blijkt dat de kwaliteit van de bouwstoffen voldoet aan de daarvoor geldende kwaliteitseisen

33 lid 1 onder a Bbk jo. 4.1259 lid 1 onder a Bal

1.500

5.000

BO

027

vervaardigen en/of invoeren en/of voor toepassing in Nederland en/of voor handelsdoeleinden voor de Nederlandse markt voorhanden hebben en/of vervoeren en/of aan een ander ter beschikking stellen en/of toepassen van bouwstoffen terwijl niet: een afleverbon bij de desbetreffende partij voorhanden is die de vereiste gegevens over de herkomst bevat

33 lid 1 onder b Bbk jo 4.1259 lid 1 onder b Bal

1.000

2.000

           
   

Nummer BO 030 – BO 033: Besluit Bodemkwaliteit – Bouwstoffen

     

BO

030

vervaardigen en/of invoeren en/of voor toepassing in Nederland en/of voor handelsdoeleinden voor de Nederlandse markt voorhanden hebben en/of vervoeren en/of aan een ander ter beschikking stellen en/of toepassen van bouwstoffen terwijl niet: de samenstellings- en emissiewaarden van de bouwstof zijn bepaald aan de hand van parameters die in bijlage 1 Bbk zijn vermeld en bij regeling van Onze Minister zijn aangewezen, overeenkomstig de bij ministeriële regeling gestelde methoden door of onder toezicht van een persoon of instelling die daartoe beschikt over een erkenning

32 lid 4 sub c en f Bbk

1.500

5.000

BO

031

vervaardigen en/of invoeren en/of voor toepassing in Nederland en/of voor handelsdoeleinden voor de Nederlandse markt voorhanden hebben en/of vervoeren en/of aan een ander ter beschikking stellen en/of toepassen van bouwstoffen terwijl niet: uit een milieuhygiënische verklaring blijkt dat wordt voldaan aan het bepaalde in onderdeel a en b

28 lid 1 onder c Bbk

1.500

5.000

BO

032

vervaardigen en/of invoeren en/of voor toepassing in Nederland en/of voor handelsdoeleinden voor de Nederlandse markt voorhanden hebben en/of vervoeren en/of aan een ander ter beschikking stellen en/of toepassen van bouwstoffen terwijl niet: een afleveringsbon bij de desbetreffende partij aanwezig is die de bij ministeriële regeling vastgestelde gegevens bevat

28 lid 1 onder d Bbk

1.000

2.000

BO

033

door degene die voornemens is een IBC-bouwstof toe te passen als bedoeld in artikel 30, dat voornemen niet ten minste vier weken voor het toepassen aan Onze Minister melden

32 lid 2 Bbk

1.800

5.000

           
   

Nummers BO 035 – BO 038: Besluit activiteiten leefomgeving – Baggerspecie

     

BO

035

toepassen van grond of baggerspecie in het kader van functionele toepassingen als bedoeld in artikel 4.1269, tweede lid, a tot en met e en g, en derde lid, onder a en c, op de landbodem zonder te beschikken over een milieuverklaring bodemkwaliteit, bedoeld in artikel 29, vierde Bbk

4.1272 Bal

1.800

5.000

BO

036

op of in de bodem toepassen van grond en/of baggerspecie, zonder dat ten minste een week voor het begin daarvan melding te maken aan het bevoegd gezag melden: tot en met 250 m3

4.1266 lid 1 Bal

1.000

5.000

BO

037

niet ten minste een week voor het begin van het op of in de bodem toepassen van grond en/of baggerspecie het bevoegd gezag verstrekken van de gegevens en bescheiden, bedoeld in artikel 4.1267, eerste lid, Besluit activiteiten leefomgeving: tot en met 250 m3

4.1267 lid 1 Bal

250

1.500

BO

038

op of in de bodem toepassen van grond en/of baggerspecie, zonder dat ten minste een week voor het begin daarvan melding te maken aan het bevoegd gezag melden: meer dan 250 m3

4.1266 lid 1 Bal

1.000

5.000

           
   

Nummers BO 040 – BO 047: Besluit bodemkwaliteit – Baggerspecie

     

BO

040

een werkzaamheid uitvoeren in strijd met het daarvoor geldende normdocument

18 lid 1 Bbk

1.000

5.000

BO

041

uitvoeren van een werkzaamheid zonder daartoe verleende erkenning

15 lid 1 Bbk

1.800

5.000

BO

042

gebruiken of aan een ander ter beschikking stellen van een resultaat van een werkzaamheid wetend of vermoedend dat dit resultaat, gelet op het doel waarvoor dit wordt gebruikt, geen betrouwbaar beeld verschaft van de eigenschappen, aard, hoedanigheid of samenstelling van de bodem, grond, baggerspecie of bouwstof

16 Bbk

1.800

5.000

BO

043

door degene die voornemens is grond en/of baggerspecie toe te passen, niet overeenkomstig de bij ministeriele regeling bepaalde methoden door een persoon of instelling die daartoe beschikt over een erkenning, de kwaliteit van de grond of baggerspecie laten vaststellen

38 lid 1 Bbk

250

1.500

BO

044

geen milieuhygiënische verklaring aanwezig hebben bij een partij grond en/of baggerspecie

38 lid 2 Bbk

1.800

5.000

BO

045

de kwaliteit van de bodem waarop of waarin de grond en/of baggerspecie wordt toegepast, niet laten vaststellen overeenkomstig de bij regeling van Onze Ministers bepaalde methoden door een persoon of instelling die daartoe beschikt over een erkenning

40 lid 1 jo 9 lid 1 Bbk

1.800

5.000

BO

046

door degene die voornemens is grond en/of baggerspecie toe te passen, dat voornemen niet ten minste vijf werkdagen van tevoren aan Onze Minister melden tot en met 250 m3

42 jo 35 Bbk

250

1.500

BO

047

door degene die voornemens is grond en/of baggerspecie toe te passen, dat voornemen niet ten minste vijf werkdagen van tevoren aan Onze Minister melden meer dan 250 m3

42 jo 35 Bbk

250

1.500

           
   

Nummers BO 050 – BO 051: Besluit activiteiten leefomgeving – Oppervlaktelichaam

     

BO

050

op- of overslaan van goederen in de buitenlucht zonder dat maatregelen zijn genomen om zoveel mogelijk te voorkomen dat deze goederen in een oppervlaktewaterlichaam geraken

2.11 Bal

500

750

BO

051

het niet onverwijld informeren van het bevoegd gezag over een ongewoon voorval als bedoeld in artikel 2.21 van het Besluit activiteiten leefomgeving voor zover het betreft een door een activiteit veroorzaakte verontreiniging of aantasting van de bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam

2.21 Bal

1.500

3.000

           
   

Nummers BO 055 – BO 058: Besluit activiteiten leefomgeving en Waterschapverordening – Lozen

     

BO

055

bij het lozen op een oppervlaktewaterlichaam ten gevolge van reinigen of conserveren van bouwwerken niet of onvoldoende treffen van maatregelen om het in dat oppervlaktewaterlichaam lozen van stoffen te voorkomen dan wel zoveel mogelijk te beperken

6.23 en 7.22 Bal en 2.24 Wv

1.000

2.000

BO

056

niet in een werkinstructie beschrijven van de maatregelen die worden getroffen om het lozen in een oppervlaktelichaam ten gevolge van het bouwen, renoveren of slopen van bouwwerken te voorkomen

6.24, aanhef en onder a, en 7.23, aanhef en onder a, Bal en 2.25, aanhef en onder a, Wv

500

1.500

BO

057

bij ontgravingen of baggerwerkzaamheden in een oppervlaktewaterlichaam waarbij met kwaliteitsklasse van de te baggeren of ontgraven waterbodem ‘sterk verontreinigd’, bedoeld in artikel 29, derde lid, onder a, van het Besluit bodemkwaliteit de werkzaamheden niet uitvoeren overeenkomstig een werkinstructie, waarin maatregelen zijn beschreven waarmee het lozen zo veel als redelijkerwijs mogelijk wordt beperkt

2.39 Wv

1.500

4.000

BO

058

lozen op een oppervlaktewaterlichaam van grondwater bij ontwatering terwijl het gehalte onopgeloste stoffen in enig steekmonster meer dan 50 milligram per liter bedraagt

2.12 lid 2 Wv

250

500

           
   

Nummers BO 060- BO 061: Besluit activiteiten leefomgeving – Lozen afvalwater

     

BO

060

bij het lozen van huishoudelijk afvalwater op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij het Rijk niet voldoen aan de emissiegrenswaarden

6.43, lid 2, en 7.52, lid 2 Bal

500

750

BO

061

bij het lozen van huishoudelijk afvalwater in de Noordzee niet voldoen aan de emissiegrenswaarden

7.48 en 7.52 lid 2 Bal

500

750

           
   

Nummer BO 065: Besluit activiteiten leefomgeving en Waterschapsverordening – Lozen afvalwater

     

BO

065

huishoudelijk afvalwater niet voorafgaand aan het lozen in een oppervlaktewaterlichaam door een zuiveringsvoorziening geleiden

6.43, 7.53 Bal en 2.18 Wv

500

750

           
   

Nummer BO 066: Besluit activiteiten leefomgeving – Opslagtank

     

BO

066

bij bovengrondse opslagtank niet ten minste eenmaal per jaar laten beoordelen en goedkeuren van de kathodische bescherming van ondergrondse leidingen van staal door een geaccrediteerde inspectie-instantie

4.934 Bal

500

1.000

           
   

Nummers BO 070 – BO 076: Besluit activiteiten leefomgeving – Leidingen

     
   

een bovengrondse opslagtank, en de daarop aangesloten leidingen voor het opslaan van gasolie, diesel of huisbrandolie met een vlampunt van 55 °C of hoger, vloeistoffen van ADR-klasse 5.1, ADR-klasse 8, verpakkingsgroep II of III, of ADR-klasse 9, die het aquatisch milieu verontreinigen, oliën of vetten die niet van ADR-klasse 3 zijn of pekel

     

BO

070

– niet geïnstalleerd door een gecertificeerde onderneming

4.929 Bal

1.500

3.000

BO

071

– is niet gerepareerd door een gecertificeerde onderneming

4.929 Bal

1.500

3.000

BO

072

– is niet onderhouden door een gecertificeerde onderneming

4.929 Bal

1.500

3.000

BO

073

– is niet beoordeeld door een gecertificeerde onderneming

4.938 Bal

1.500

3.000

BO

074

– is niet goedgekeurd door een gecertificeerde onderneming

4.938 Bal

1.500

3.000

BO

075

– ondergrondse leiding niet beoordeeld en goedgekeurd door een inspectie-instantie met een erkenning voor AS SIKB

4.938, lid 3 Bal

500

1.000

BO

076

– ondergrondse leidingen met vloeibare gevaarlijke stoffen van ADR klasse 3 geïnstalleerd, onderhouden en gerepareerd door een erkende onderneming.

4.917 lid 3 Bal

1.500

3.000

           
   

Nummers BO 080 – BO 086: Besluit activiteiten leefomgeving en Waterregeling – Vergunning beperkingengebiedactiviteit

     

BO

080

zonder daartoe strekkende vergunning van Onze Minister als bedoeld in artikel 5.1 van de Omgevingswet een beperkingengebiedactiviteit verrichten met betrekking tot een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij het Rijk dat geen kanaal is verrichten

6.17 Bal

500

1.500

BO

081

zonder daartoe strekkende vergunning van Onze Minister als bedoeld in artikel 5.1 van de Omgevingswet een beperkingengebiedactiviteit met betrekking tot een waterkering in beheer bij het Rijk verrichten

6.18 Bal

500

1.500

BO

082

niet ten minste vier weken voor het begin ervan een beperkingengebiedactiviteit met betrekking tot een waterstaatswerk in beheer bij het Rijk, die niet als vergunningplichtig is aangewezen in artikel 6.17 of 6.18 van het Besluit activiteiten leefomgeving, melden aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat

6.19 lid 1 Bal

500

1.500

BO

083

niet ten minste vier weken voor het begin ervan een beperkingengebiedactiviteit met betrekking tot een waterstaatswerk in beheer bij het Rijk, die niet als vergunningplichtig is aangewezen in artikel 6.29 of 6.30 van het Besluit activiteiten leefomgeving, melden aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat

6.31 lid 1 Bal

500

1.500

BO

084

niet ten minste vier weken voor het begin ervan een beperkingengebiedactiviteit met betrekking tot een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij het Rijk, die niet als vergunningplichtig is aangewezen in artikel 6.58 van het Besluit activiteiten leefomgeving, melden aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat

6.60 lid 1 Bal

500

1.500

BO

085

niet voldoen aan de verplichting dat de debietmeet- en/of bemonsteringsvoorzieningen: in goede staat verkeren

7.6 Wtr

500

1.000

BO

086

niet voldoen aan de verplichting dat de debietmeet- en/of bemonsteringsvoorzieningen: overeenkomstig de voorschriften van de leverancier zijn geïnstalleerd en/of onderhouden

7.6 Wtr

500

1.000

           
   

Nummers BO 089 – BO 100: Besluit activiteiten leefomgeving – Badinrichtingen en zwemgelegenheden

     

BO

089

in badwaterbassins waarin het water wordt gedesinfecteerd niet dagelijks op elementair chloor, gebonden chloor, zuurgraad en doorzicht meten als bedoeld in artikel 15.20, eerste lid, Besluit activiteiten leefomgeving

15.20 lid 1 Bal

1.000

2.000

BO

090

in zwemvijvers niet dagelijks meten op doorzicht, zuurgraad en zuurstofverzadiging als bedoeld in artikel 15.38, eerste lid, Besluit activiteiten leefomgeving

15.38 lid 1 Bal

1.000

2.000

BO

091

in overige badwaterbassins niet dagelijks meten op doorzicht als bedoeld in artikel 15.57, eerste lid, Besluit activiteiten leefomgeving

15.57 lid 1 Bal

1.000

2.000

BO

092

het niet ten minste zo vaak laten meten van het water in zwemvijvers als bedoeld in artikel 15.39 tweede tot en met vierde lid van het Besluit activiteiten leefomgeving door een laboratorium met een accreditatie volgens NEN-EN-ISO/IEC 17025

15.39 lid 2, 3 en 4 Bal

1.500

1.500

BO

093

het in een beheersplan voor een badwaterbassin ontbreken van maatregelen, locaties, meetmomenten en wijze van totstandkoming als bedoeld in artikel 15.64, tweede lid, Besluit activiteiten leefomgeving

15.64 lid 2 Bal

1.500

1.500

BO

094

het ontbreken van maatregelen als bedoeld in artikel 2b, vierde lid, onder c, van het Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden zoals dat op grond van artikel 15.67, tweede lid, Besluit activiteiten leefomgeving tot 1 januari 2024 kan blijven gelden

15.67 lid 2 Bal

1.500

1.500

BO

095

het niet uitvoeren van de in het beheersplan opgenomen maatregelen als bedoeld in artikel 15.64, tweede lid, onder a, Besluit activiteiten leefomgeving

15.64 lid 3 Bal

1.500

1.500

BO

096

het niet voldoen aan de in het beheersplan opgenomen maatregelen als bedoeld in artikel 2b, vierde lid, onder c, Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden zoals dat op grond van artikel 15.67, tweede lid, Besluit activiteiten leefomgeving tot 1 januari 2023 kan blijven gelden

15.67 lid 2 Bal

1.500

1.500

BO

097

het niet ten minste vier weken voor het begin van het gelegenheid bieden tot zwemmen of baden in een badwaterbassin waarin het water wordt gedesinfecteerd melden aan het bevoegd gezag dat die activiteit verricht zal gaan worden

15.13 Bal

1.000

2.000

BO

098

het niet ten minste vier weken voor het begin van het gelegenheid bieden tot zwemmen of baden in een zwemvijver melden aan het bevoegd gezag dat die activiteit verricht zal gaan worden

15.31 Bal

1.000

2.000

BO

099

het niet ten minste vier weken voor het begin van het gelegenheid bieden tot zwemmen of baden melden aan het bevoegd gezag dat het water in het badwaterbassin voor eenmalig gebruik, niet zijnde een zwemvijver, niet wordt gedesinfecteerd en niet na elke gebruiker wordt geleegd

15.47 Bal

1.000

2.000

BO

100

het niet ten minste vier weken voor het begin van het gelegenheid bieden tot zwemmen of baden melden aan het bevoegd gezag dat het water in het (overig) badwaterbassin, niet zijnde een zwemvijver niet wordt gedesinfecteerd en niet na elke gebruiker wordt geleegd

15.50 Bal

1.000

2.000

           
   

Nummers BO 101 – BO 106: Besluit activiteiten leefomgeving – Mest

     

BO

101

opslaan van vaste mest, champost of dikke fractie anders dan pluimveemest op een aaneengesloten bodemvoorziening waarbij de vloeistoffen die vrijkomen niet of niet volledig worden opgevangen

4.838 lid 1, aanhef en onder a, Bal

500

750

BO

102

opslaan van vaste mest, champost of dikke fractie anders dan pluimveemest op een niet aaneengesloten bodemvoorziening of een onvoldoende dikke absorberende laag

4.838 lid 1 Bal

500

750

BO

103

opslaan van vaste mest, champost of dikke fractie op een voldoende dikke absorberende laag: meer dan zes maanden op één plek of niet of onvoldoende tegen inregenen beschermd

4.838 lid 1, aanhef en onder b, en lid 2, aanhef en onder c, Bal

500

750

BO

104

opslaan van gedroogde pluimveemest: buiten een gebouw of buiten een afgedekte container of op een onvoldoende dikke absorberende laag

4.838 lid 2 Bal

500

750

BO

105

opslaan van gedroogde pluimveemest in een gebouw: zonder of onvoldoende bescherming tegen weersinvloeden, zonder aaneengesloten bodemvoorziening of onvoldoende ventilatie om condensvorming te voorkomen

4.838 lid 2 aanhef en onder a Bal

500

750

BO

106

opslaan van gedroogde pluimveemest in een afgedekte container zonder dat de pluimveemest elke twee weken wordt afgevoerd

4.838, lid 2, aanhef en onder b. Bal

500

750

           
   

Nummers BO 110 – BO 117: Besluit activiteiten leefomgeving – Gewasbescherming

     

BO

110

lozen van condenswater waarin gewasbeschermingsmiddelen of biociden zijn toegepast en in de kas geen sprake is van alleen biologische productiemethoden

4.791t Bal

500

1.000

BO

111

niet overleggen van de rapportage van het voorgaande kalenderjaar zoals bedoeld in artikel 4.791fa of 4.791o Besluit activiteiten leefomgeving

4.791fa en 4.791o Bal

250

500

BO

112

bij gebruik gewasbeschermingsmiddelen toepassen van een techniek die niet voldoet aan de driftreductie van 75% bedoeld in artikel 4.723c Besluit activiteiten leefomgeving

4.723c lid 1 Bal

500

900

BO

113

niet in acht nemen van een teeltvrije zone langs een oppervlaktewaterlichaam bij gebruik gewasbeschermingsmiddelen

4.723d lid 1 Bal

500

900

BO

114

op braakliggend terrein gewasbeschermingsmiddelen gebruiken binnen een afstand van 50 centimeter vanaf de insteek van een oppervlaktewaterlichaam

4.723h Bal

500

900

BO

115

binnen een teeltvrije zone meststoffen gebruiken terwijl niet voldaan wordt aan de artikelen 4.723j, tweede en derde lid, Besluit activiteiten leefomgeving

4.723ji Bal

500

900

BO

116

op braakliggend terrein meststoffen gebruiken binnen een afstand van 50 centimeter vanaf de insteek van een oppervlaktewaterlichaam

4.723j Bal

500

900

BO

117

lozen van afvalwater, afkomstig van het spoelen van gewassen in een vuilwaterriool terwijl het gehalte aan onopgeloste stoffen in enig steekmonster meer bedraagt dan 300 milligram per liter

4.748 Bal

500

900

           
   

Nummers BO 120 – BO 125: Besluit activiteiten leefomgeving – Kuilvoer

     

BO

120

kuilvoer of vaste bijvoedermiddelen die niet in plastic folie zijn verpakt niet opslaan op een elementenvoorziening waarbij de vloeistoffen die vrijkomen worden opgevangen

4.844 Bal

500

900

BO

121

lozen van afvalwater afkomstig van de bodembeschermende voorziening voor opslag van kuilvoer of vaste bijvoedermiddelen op of in de bodem of op een oppervlaktewaterlichaam dat in contact is geweest met het kuilvoer of vaste bijvoedermiddelen

4.846 aanhef en onder a Bal

500

900

BO

122

lozen van afvalwater afkomstig van de bodembeschermende voorziening voor opslag van kuilvoer of vaste bijvoedermiddelen op of in de bodem of op een oppervlaktewaterlichaam dat is vermengd met uit het kuilvoer of vaste bijvoedermiddelen vloeiende vloeistoffen

4.846 aanhef en onder b Bal

500

900

BO

123

opslaan van gebruikt substraatmateriaal op een niet aaneengesloten bodemvoorziening

4.851 Bal

500

900

BO

124

lozen van afvalwater afkomstig van de bodembeschermende voorziening voor de opslag van gebruikt substraatmateriaal op of in de bodem of op een oppervlaktewaterlichaam dat in contact is geweest met het gebruikt substraatmateriaal

4.853 aanhef en onder a Bal

500

900

BO

125

lozen van afvalwater afkomstig van de bodembeschermende voorziening voor de opslag van gebruikt substraatmateriaal op of in de bodem of op een oppervlaktewaterlichaam dat is vermengd met uit het gebruikt substraatmateriaal vloeiende vloeistoffen

4.853 aanhef en onder b Bal

500

900

           
   

Nummers BO 130 – BO 132: Besluit activiteiten leefomgeving – Houtopstanden

     

BO

130

vellen van een houtopstand, met uitzondering van periodiek vellen van griend en/of hakhout, zonder voorafgaande melding aan het bevoegd gezag (max. 1 hectare)

11.126 Bal

1.000

4.000

BO

131

als rechthebbende van grond, waarop een houtopstand, met uitzondering van periodiek vellen van griend en/of hakhout, is geveld of op andere wijze tenietgegaan, niet voldoen aan verplichting binnen een tijdvak van drie jaren na de velling of het tenietgaan van de houtopstand te herbeplanten op bosbouwkundig verantwoorde wijze (max. 1 hectare)

11.128 lid 1 Bal

1.000

4.000

BO

132

als rechthebbende van grond, waarop een houtopstand, met uitzondering van periodiek vellen van griend en/of hakhout, is geveld of op andere wijze tenietgedaan, niet voldoen aan verplichting beplanting die niet is aangeslagen binnen drie jaren te vervangen (max. 1 hectare)

11.128 lid 2 Bal

1.000

2.000

           
   

Nummers BO 135 – BO 136: Besluit activiteiten leefomgeving – Ongediertebestrijding

     

BO

135

niet voorkomen dat een of meer dieren, zijnde muizen en/of ratten, onnodig lijden door deze dieren te vangen en/of doden met lijm en/of te vangen met vangkooien (max. 3 dieren)

11.72 lid 1, onder e en f Bal

400

700

BO

136

niet voorkomen dat een of meer dieren, zijnde muizen en/of ratten, onnodig lijden door deze dieren te vangen en/of doden met lijm en/of te vangen met vangkooien (meer dan 3 dieren)

11.72 lid 1, onder e en f Bal

700

1.300

           
   

Nummers BO 140 – BO 143: Besluit activiteiten leefomgeving – Invoeren binnen of buiten het Nederlands grondgebied

     

BO

140

CITES bijlage A product van plant of dier, medicijn, maximaal 3 stuks, binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen of onder zich hebben: opzettelijk

11.93 lid 1 Bal

 

500

BO

141

CITES bijlage A, product van plant of dier, souvenir/gebruiksvoorwerp, maximaal 3 stuks, binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen of onder zich hebben: opzettelijk

11.93 lid 1 Bal

 

500

BO

142

CITES bijlage B/C product van plant of dier, medicijn, geringe hoeveelheid, maximaal 3 stuks, binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen of onder zich hebben: opzettelijk

11.93 lid 1 Bal

 

300

BO

143

CITES bijlage B/C, product van plant of dier, souvenir/gebruiksvoorwerp, maximaal 3 stuks, binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen of onder zich hebben: opzettelijk

11.93 lid 1 Bal

 

300

           
   

Nummers BO 145 – BO 158: Besluit activiteiten leefomgeving – Vuurwerk

     

BO

145

andere werkzaamheden in de (buffer)bewaarplaats verrichten dan volgens artikel 4.1045, eerste lid, Besluit activiteiten leefomgeving is toegestaan: locatie voor het opslaan t/m 10.000 kg

4.1045 lid 1 Bal

1.500

1.500

BO

146

andere werkzaamheden in de (buffer)bewaarplaats verrichten dan volgens artikel 4.1045, eerste lid, Besluit activiteiten leefomgeving is toegestaan: locatie voor het opslaan vanaf 10.000 kg

4.1045 lid 1 Bal

 

6.000

BO

147

de deur van de (buffer)bewaarplaats niet gesloten houden anders dan ten tijde van het inbrengen of uitbrengen van vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik: locatie voor het opslaan t/m 10.000 kg

4.1036, lid 2, onderdeel f, onder 4 Bal

1.500

1.500

BO

148

de deur van de (buffer)bewaarplaats niet gesloten houden anders dan ten tijde van het inbrengen of uitbrengen van vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik: locatie voor het opslaan van meer dan 10.000 kg

4.1036, lid 2, onderdeel f, onder 4 Bal

 

6.000

BO

149

in de (buffer)bewaarplaats geen gangpad van ten minste 75 cm breed hebben: locatie voor het opslaan t/m 10.000 kg

4.1045 lid 2, onderdeel b Bal

1.500

1.500

BO

150

in de (buffer)bewaarplaats geen gangpad van ten minste 75 cm breed hebben: locatie voor het opslaan van meer dan 10.000 kg

4.1045 lid 2, onderdeel b Bal

 

6.000

BO

151

buiten de openingstijden in een ruimte voor verkoop aan particulieren, anders dan ten hoogste 200 kg vuurwerk van categorie F1 of fop- en schertsvuurwerk aanwezig hebben: locatie voor het opslaan t/m 10.000 kg

4.1046, lid 2, Bal

1.500

1.500

BO

152

buiten de openingstijden in een ruimte voor verkoop aan particulieren, anders dan ten hoogste 200 kg vuurwerk van categorie F1 of fop- en schertsvuurwerk aanwezig hebben: locatie voor het opslaan van meer dan 10.000 kg

4.1046, lid 2, Bal

 

6.000

BO

153

het niet voldoen aan de constructie-eisen terwijl vuurwerk aanwezig is: inrichtingen t/m 10.000 kg

4.1036 Bal

1.800

2.000

BO

154

het niet voldoen aan de voorschriften m.b.t. brandveiligheidsinstallatie terwijl vuurwerk aanwezig is: locatie voor het opslaan t/m 10.000 kg

4.1047 Bal

1.800

2.000

BO

155

het niet voldoen aan de voorschriften m.b.t. brandveiligheidsinstallatie terwijl vuurwerk aanwezig is: locatie voor het opslaan van meer dan 10.000 kg

4.1047 Bal

 

6.000

BO

156

in een (buffer)bewaarplaats bestemd voor vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik andere goederen opslaan: locatie voor het opslaan t/m 10.000 kg

4.1045, lid 1, Bal

1.500

1.500

BO

157

in een (buffer)bewaarplaats bestemd voor vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik andere goederen opslaan: locatie voor het opslaan van meer dan 10.000 kg

4.1045, lid 1, Bal

 

6.000

BO

158

als degene die vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik opslaat het niet onverwijld toegankelijk hebben van de gegevens over de ADR-klasse van het vuurwerk of de pyrotechnische artikelen voor theatergebruik

4.1034 lid 2 onderdeel a Bal

 

1.500

           
   

Nummers BO 160 – BO 164: Vuurwerkbesluit – Vuurwerk

     

BO

160

in strijd met artikel 1.2.5 Vuurwerkbesluit het laten staan en het laten liggen van een vervoermiddel waarin of waarop zich vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik bevinden

1.2.5 lid 1 onder a. Vwb

1.800

5.000

BO

161

per levering meer dan 25 kg consumentenvuurwerk aan een particulier ter beschikking stellen binnen de vastgestelde data genoemd in artikel 2.3.2 lid 2 van het Vuurwerkbesluit

2.3.3 Vwb

500

1.000

BO

162

in strijd met artikel 1.2.5 Vuurwerkbesluit niet ononderbroken een vervoermiddel met vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik beladen en/of daaruit lossen

1.2.5 lid 1 onder b Vwb

1.800

5.000

BO

163

anders dan de situatie als bedoeld in artikel 2.3.6 Vuurwerkbesluit en zonder daartoe verleende vergunning vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik tot ontbranding brengen, ten behoeve daarvan opbouwen, installeren, bewerken, dan wel na ontbranding verwijderen

3B.1 lid 1 Vwb

1.800

5.000

BO

164

het in de handel brengen van vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik zonder dat hier overeenkomstig artikel 1A.4.2 Vuurwerkbesluit een EU-conformiteitsverklaring is opgesteld

1A.2.1 lid 4 Vwb

 

1.000

           
   

Nummers BO 170 – BO 172: Besluit activiteiten leefomgeving – Milieubelastende activiteit

     

BO

170

niet onverwijld informeren van het bevoegd gezag over een ongewoon voorval op een locatie waar een milieubelastende activiteit wordt verricht, niet zijnde een locatie waarop een Seveso-inrichting wordt geëxploiteerd

2.21 Bal

1.500

5.500

BO

171

niet (tijdig) verstrekken van voorgeschreven gegevens en bescheiden met betrekking tot een ongewoon voorval aan het bevoegd gezag op een locatie waar een milieubelastende activiteit wordt verricht, niet zijnde een locatie waarop een Seveso-inrichting wordt geëxploiteerd

2.22 Bal

1.500

3.000

BO

172

niet in een gesloten ruimte proefdraaien van verbrandingsmotoren op het terrein waarop een milieubelastende activiteit wordt verricht

4.368 Bal

550

1.000

           
   

Nummers BO 180 – BO 197: Besluit activiteiten leefomgeving – Overig

     

BO

180

niet aanwezig hebben van een werkinstructie over de procedures van acceptatie en controle van ontvangen afvalstoffen, in verband met doelmatig beheer van deze afvalstoffen

4.620 Bal

1.500

1.500

BO

181

niet onverwijld opheffen van afwijkingen geconstateerd tijdens de uitvoering van de in artikel 4.519, derde lid, Besluit activiteiten leefomgeving bedoelde controle van een fase II-benzinedampterugwinningssysteem

2.11 lid 1 onder a Bal jo 4.519 Bal

1.500

2.200

BO

182

koelinstallatie met kooldioxide of koolwaterstoffen niet zodanig ontworpen, geïnstalleerd, beheerd en onderhouden dat deze op een veilige wijze kan functioneren, snel en veilig uit bedrijf kan worden genomen en onveilige situaties voorkomt

4.435 Bal

1.500

2.200

BO

183

niet in een gesloten ruimte mechanisch bewerken van steen, voor zover het een activiteit betreft die is aangewezen in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving

4.313 lid 1 Bal

1.800

2.500

BO

184

de binnen de begrenzing van de activiteit aanwezige als bodembeschermende voorziening toegepaste vloeistofdichte bodemvoorziening niet (tijdig) laten beoordelen door een instelling die beschikt over een erkenning

5.19 Bal

1.000

2.000

BO

185

een aanwezige ondergrondse opslagtank niet tijdig keuren/herkeuren

4.997 lid 2 Bal

1.800

2.500

BO

186

het wassen van gemotoriseerde voertuigen boven een niet vloeistofdichte bodemvoorziening

4.557 lid 1 Bal

1.000

2.000

BO

187

niet ten minste eenmaal per jaar controleren van een fase II-benzinedampterugwinningssysteem door een onafhankelijke inspectie-instelling

4.519 lid 3 Bal

1.000

2.000

BO

188

niet ten minste eenmaal per drie jaar controleren van een fase II-benzinedampterugwinningssysteem door een onafhankelijke inspectie-instelling bij aanwezigheid automatisch bewakingssysteem

4.519 lid 4 Bal

1.000

2.000

BO

189

een ondergrondse opslagtank van staal waarin vloeibare brandstof wordt opgeslagen niet jaarlijks controleren op de aanwezigheid van water en bezinksel

4.974 lid 1 en 4.993 lid 1 Bal

1.000

2.000

BO

190

een ondergrondse opslagtank waarin vloeibare brandstof wordt opgeslagen en die is voorzien van een volledige inwendige coating overeenkomstig de aangewezen BRL en is aangebracht door een gecertificeerde onderneming niet ten minste eenmaal per drie jaar controleren op de aanwezigheid van water en bezinksel

4.974 lid 2 en 4.993 lid 2 Bal

1.000

2.000

BO

191

bovengrondse tank is niet geïnstalleerd, onderhouden of gerepareerd door gecertificeerde onderneming met een certificaat voor BRL SIKB 7800, verstrekt door een certificatie-instantie met een accreditatie volgens NEN-EN ISO/IEC 17065 voor die BRL

4.917 en 4.929 Bal

750

1.500

BO

192

kas waarin assimilatiebelichting wordt toegepast met een verlichtingssterkte van minder dan 15.000 lux is aan de bovenzijde niet voorzien van een lichtscherminstallatie waardoor de lichtvermindering tijdens de donkerteperiode niet ten minste 98% en/of tijdens de nanacht niet ten minste 74% is: 17.500 vierkante meter of minder teeltoppervlakte

4.790, lid 2, aanhef en onder a, Bal

1.200

2.500

BO

193

kas waarin assimilatiebelichting wordt toegepast met een verlichtingssterkte van minder dan 15.000 lux is aan de bovenzijde niet voorzien van een lichtscherminstallatie waardoor de lichtvermindering tijdens de donkerteperiode niet ten minste 98% en/of tijdens de nanacht niet ten minste 74% is: meer dan 17.500 vierkante meter teeltoppervlakte

4.790, lid 2, aanhef en onder a, Bal

2.000

5.000

BO

194

kas waarin assimilatiebelichting wordt toegepast met een verlichtingssterkte van 15.000 lux of meer is tijdens zonsondergang tot zonsopgang niet voorzien van een lichtscherminstallatie waardoor de lichtvermindering ten minste 98% is: 17.500 vierkante meter of minder teeltoppervlakte

4.790, lid 1, aanhef en onder a, Bal

 

2.500

BO

195

kas waarin assimilatiebelichting wordt toegepast met een verlichtingssterkte van 15.000 lux of meer is tijdens zonsondergang tot zonsopgang niet voorzien van een lichtscherminstallatie waardoor de lichtvermindering ten minste 98% is: meer dan 17.500 vierkante meter teeltoppervlakte

4.790, lid 1, aanhef en onder a, Bal

 

5.000

BO

196

kas waarin assimilatiebelichting wordt toegepast met een verlichtingssterkte van 15.000 lux of meer waarbij de gevel tijdens zonsondergang tot zonsopgang op een afstand van 10 meter of meer, minder dan 95% is afgeschermd tegen het licht of de gebruikte lampen zichtbaar zijn: meer dan 50 meter gevel niet in orde

4.790, lid 1, aanhef en onder b, Bal

1.200

2.500

BO

197

aanwezig hebben van meer dan vier autowrakken of andere voertuigwrakken of meer dan vier wrakken van tweewielige motorvoertuigen op een locatie voor onderhoud en/of reparatie van motorvoertuigen

4.365 lid 1 Bal

1.100

2.000

           
   

Nummers BO 200 – BO 201: Omgevingswet – Bedrijfsafvalstoffen

     

BO

200

zonder benodigde omgevingsvergunning verbranden van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen anders dan in een ippc-installatie als bedoeld in categorie 5.2 van bijlage I bij de richtlijn industriële emissies: < 5 m3

3.40e Bal jo. art. 5.1 lid 2 OW

750

1.500

BO

201

zonder benodigde omgevingsvergunning verbranden van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen anders dan in een ippc-installatie als bedoeld in categorie 5.2 van bijlage I bij de richtlijn industriële emissies: 5–10 m3

3.40e Bal jo. art. 5.1 lid 2 OW

1.500

3.000

           
   

Nummers BO 205 – BO 206 en BO 210 – BO 213: Omgevingswet – Lozingsactiviteit

     

BO

205

zonder omgevingsvergunning een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam verrichten

5.1, lid 2, onder c, onder 1, Ow en 5.3 Ow

1.000

2.000

BO

206

verrichten van een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in strijd met de aan een omgevingsvergunning als bedoeld in de artikelen 5.1 en 5.3 Omgevingswet verbonden vergunningvoorschriften: 1 t/m 10% overschrijding van de emissiegrenswaarde voor een stof, anders dan een gevaarlijke (afval)stof

5.5, lid 1, onder e, onder 1, lid 3 en 5.3 Ow

250

750

BO

210

verrichten van een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in strijd met de aan een omgevingsvergunning als bedoeld in de artikelen 5.1 en 5.3 Omgevingswet verbonden vergunningvoorschriften: 11 t/m 20% overschrijding van de emissiegrenswaarde voor een stof, anders dan een gevaarlijke (afval)stof

5.5, lid 1, onder e, onder 1, lid 3 en 5.3 Ow

400

1.500

BO

211

verrichten van een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in strijd met de aan een omgevingsvergunning als bedoeld in de artikelen 5.1 en 5.3 Omgevingswet verbonden vergunningvoorschriften: 21 t/m 30% overschrijding van de emissiegrenswaarde voor een stof, anders dan een gevaarlijke (afval)stof

5.5, lid 1, onder e, onder 1, lid 3 en 5.3 Ow

600

2.200

BO

212

verrichten van een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in strijd met de aan een omgevingsvergunning als bedoeld in de artikelen 5.1 en 5.3 Omgevingswet verbonden vergunningvoorschriften: 31 t/m 40% overschrijding van de emissiegrenswaarde voor een stof, anders dan een gevaarlijke (afval)stof

5.5, lid 1, onder e, onder 1, lid 3 en 5.3 Ow

800

3.000

BO

213

verrichten van een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in strijd met de aan een omgevingsvergunning als bedoeld in de artikelen 5.1 en 5.3 Omgevingswet verbonden vergunningvoorschriften 41 t/m 50% overschrijding van de emissiegrenswaarde voor een stof, anders dan een gevaarlijke (afval)stof

5.5, lid 1, onder e, onder 1, lid 3 en 5.3 Ow

1.000

4.000

           
   

Nummer BO 215: Omgevingswet – Waterontrekkingsactiviteit

     

BO

215

zonder omgevingsvergunning van Gedeputeerde Staten een wateronttrekkingsactiviteit verrichten, inhoudende het onttrekken van grondwater door een daarvoor bestemde voorziening of het in de bodem brengen van water, ter aanvulling van het grondwater, in samenhang met het onttrekken van grondwater door een daarvoor bestemde voorziening (max. 50 m3 /u)

5.1, lid 2, onder d, Ow

1.800

5.000

           
   

Nummers BO 220 – BO 221: Omgevingswet – Waterstaatswerk

     

BO

220

met een voertuig betreden van een waterstaatswerk in beheer bij het Rijk, in strijd met een toegangsverbod: met motorvoertuig

2.40 Ow

250

250

BO

221

met een voertuig betreden van een waterstaatswerk in beheer bij het Rijk, in strijd met een toegangsverbod: zonder motorvoertuig

2.40 Ow

150

150

           
   

Nummers BO 224 – BO 234: Beheer en onderhoud waterstaatswerken

     
   

handelen in strijd met een vergunning als bedoeld in artikel 5.3 Omgevingswet verbonden vergunningvoorschriften:

     

BO

224

als onderhoudsplichtige niet voldoen aan de onderhoudsplicht ten aanzien van de waterkering (gewoon onderhoud)

78 lid 2 Wschw jo. onderhoudslegger/onderhoudsverordening

100

300

BO

225

als onderhoudsplichtige niet voldoen aan de onderhoudsplicht ten aanzien van de waterkering (buitengewoon onderhoud)

78 lid 2 Wschw jo. onderhoudslegger/onderhoudsverordening

200

600

BO

226

buitengewoon onderhoud uitvoeren in het gesloten seizoen

78 lid 2 Wschw jo. onderhoudslegger/onderhoudsverordening

550

1.500

BO

227

als onderhoudsplichtige niet voldoen aan de verplichting om een ondersteunend kunstwerk of werk dat in, op, aan of boven waterkeringen of de beschermingszone zijn aangebracht en mede een waterkerende functie hebben, waterkerend te houden

78 lid 2 Wschw jo. onderhoudslegger/onderhoudsverordening

200

600

BO

228

als onderhoudsplichtige de middelen bestemd tot afsluiting van kunstwerken niet in goede staat onderhouden, dan wel de goede werking ervan te tonen

78 lid 2 Wschw jo. onderhoudslegger/onderhoudsverordening

200

600

BO

229

als onderhoudsplichtige niet voldoen aan de verwijderplicht uit oppervlaktewaterlichamen van voor het functioneren van het oppervlaktewaterlichaam schadelijke begroeiingen en van afval

78 lid 2 Wschw jo. onderhoudslegger/onderhoudsverordening

100

300

BO

230

als onderhoudsplichtige niet voldoen aan de verplichting tot het herstellen van beschadigingen aan oevers en tot het onderhouden van begroeiingen, dienstig aan de waterhuishoudkundige functies van het oppervlaktewaterlichaam

78 lid 2 Wschw jo. onderhoudslegger/onderhoudsverordening

200

600

BO

231

als onderhoudsplichtige niet voldoen aan de verplichting tot het instandhouden van een oppervlaktewaterlichaam overeenkomstig het in de legger bepaalde omtrent ligging, vorm, afmeting en constructie (buitengewoon onderhoud)

78 lid 2 Wschw jo. onderhoudslegger/onderhoudsverordening

150

450

BO

232

als eigenaar of gebruiker van grond, die gebruikt wordt voor het houden van dieren en dat is gelegen op of nabij een waterstaatswerk niet voldoen aan de verplichting om, na eerste aanschrijving hiertoe door het bestuur, voor eigen rekening op of langs deze grond een voldoende kerende afrastering aan te brengen

78 lid 2 Wschw jo. onderhoudslegger/onderhoudsverordening

150

450

BO

233

als onderhoudsplichtige van een in een waterkering voorkomende coupure of sluis er geen zorg voor dragen dat deze, na eerste aanzegging door of namens het bestuur, terstond wordt gesloten

78 lid 2 Wschw jo. onderhoudslegger/onderhoudsverordening

550

1.500

BO

234

als eigenaar of onderhoudsplichtige van een stuw niet voldoen aan de verplichting deze op een bepaald stuwpeil te stellen en in stand te houden

78 lid 2 Wschw jo. onderhoudslegger/onderhoudsverordening

550

1.500

           
   

Nummers BO 240 – BO 258 Omgevingswet en Besluit activiteiten leefomgeving – Handelen in strijd met een vergunning

     

BO

240

handelen in strijd met de aan een omgevingsvergunning als bedoeld in de artikelen 5.1 en 5.3 Omgevingswet verbonden vergunningvoorschriften: niet melden van een calamiteit met relatief beperkte gevolgen voor het oppervlaktewaterlichaam

5.5, lid, 1, onder e, lid 4 en 5.3 Ow

1.000

2.500

BO

241

handelen in strijd met de aan een omgevingsvergunning als bedoeld in de artikelen 5.1 en 5.3 Omgevingswet verbonden vergunningvoorschriften: niet voldoen aan administratieve verplichtingen

5.5, lid, 1, onder e, lid 4 en 5.3 Ow

750

1.500

BO

242

handelen in strijd met de aan een omgevingsvergunning als bedoeld in de artikelen 5.1 en 5.3 Omgevingswet verbonden vergunningvoorschriften: niet treffen van voorgeschreven voorzieningen

5.5, lid 1, onder e, lid 4 en 5.5, lid 4 Ow

1.000

2.500

           
   

handelen in strijd met een vergunning als bedoeld in artikel 5.3 Omgevingswet verbonden vergunningvoorschriften:

5.3 Ow

   

BO

243

– niet melden van een calamiteit met relatief beperkte gevolgen voor het watersysteem

 

500

1.000

BO

244

– niet voldoen aan administratieve verplichtingen

 

500

1.000

BO

245

– niet treffen van voorgeschreven voorzieningen

 

500

1.000

BO

246

– het overschrijden van het toegestane debiet: 1–25% overschrijding

 

500

1.000

BO

247

– het overschrijden van het toegestane debiet: 26–50% overschrijding

 

750

1.500

BO

248

– het overschrijden van het toegestane debiet: 51–100% overschrijding

 

1.000

2.000

           
   

handelen in strijd met de aan een vergunning als bedoeld in artikel 16.4 Besluit activiteiten leefomgeving verbonden vergunningvoorschriften:

16.4 Bal

   

BO

255

– niet voldoen aan de administratieve verplichtingen

 

750

1.500

BO

256

– meer grondwater onttrekken als in de vergunning is opgenomen

 

1.000

2.500

BO

257

– met betrekking tot onttrekkingen van grondwater voor menselijke consumptie verbonden voorschriften: niet nemen van maatregelen wanneer de trend statisch significant stijgend is

 

1.000

2.500

BO

258

– met betrekking tot onttrekkingen van grondwater voor menselijke consumptie verbonden voorschriften: niet melden van afwijkingen in de kwaliteit van het grondwater waarbij 75% van de in Bijlage A van het Drinkwaterbesluit opgenomen maximum waarde wordt overschreden

 

1.000

2.500

           
   

Nummer BO 260: Besluit Bouwwerken leefomgeving -Asbest

     

BO

260

verwijderde asbest en asbesthoudende producten niet binnen twee weken na de verwijderingshandeling afvoeren naar een bedrijf als bedoeld in paragraaf 3.5.6 van het Besluit activiteiten leefomgeving

7.21 sub e Bbl

1.500

6.000

           
   

Nummer BO 261: Asbestverwijderingsbesluit – Asbest

     

BO

261

verwijderde asbest of asbesthoudende producten niet binnen twee weken na het vrijkomen hiervan, afvoeren naar een voor het afgeven van grove huishoudelijke afvalstoffen ingerichte locatie als bedoeld in artikel 3.170, eerste lid van het Besluit activiteiten leefomgeving

7 sub g Avb

1.500

6.000

           
   

Nummers BO 262 – BO 266: Productenbesluit Asbest

     

BO

262

het invoeren van asbest of asbesthoudende producten

4 PbA

500

1.500

BO

263

het voor handen hebben van asbest of asbesthoudende producten

4 PbA

500

1.500

BO

264

het aan een ander beschikbaar stellen van asbest of asbesthoudende producten

4 PbA

500

5.000

BO

265

het toepassen van asbest of asbesthoudende producten

4 PbA

500

5.000

BO

266

het bewerken van asbest of asbesthoudende producten

4 PbA

500

5.000

           
   

Nummer BO 270: Besluit Bouwwerken leefomgeving – Bouw en sloopafval

     

BO

270

door degene die bouw- en sloopafval bewerkt met een mobiele puinbreker niet ten minste twee werkdagen voor het begin van in werking hebben van een mobiele puinbreker dat melden aan het bevoegd gezag

7.35 Bbl

1.000

2.500

           
   

Nummers BO 271 – BO 280: Wet Milieubeheer, Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen en Regeling EG-verordening overbrenging van afvalstoffen – Overbrengen afvalstoffen

     

BO

271

overbrengen van afvalstoffen zonder de betrokken bevoegde autoriteiten zo spoedig mogelijk op de hoogte te brengen van een – wegens onvoorziene omstandigheden benodigde – routewijziging bij een algemene kennisgeving

10.60 lid 5 onder a Wm i.v.m. 13 lid 2 EVOA

600

600

BO

272

overbrengen van afvalstoffen terwijl het vervoersdocument niet volledig of onjuist is ingevuld of niet is ondertekend door de kennisgever

10.60 lid 5 onder a Wm i.v.m. 16 onder a EVOA

600

600

BO

273

overbrengen van afvalstoffen waarbij het transport van afvalstoffen op een andere dan de opgegeven transportdatum plaatsvindt

10.60 lid 5 onder a Wm i.v.m. 16 onder b EVOA

600

600

BO

274

overbrengen van afvalstoffen waarbij het vervoer niet vergezeld gaat van de juiste documenten (vervoersdocument, de afschriften van het kennisgevingsdocument met de schriftelijke toestemmingen en de voorwaarden die door de betrokken bevoegde autoriteiten respectievelijk zijn verleend en gesteld)

10.60 lid 5 onder a Wm i.v.m. 16 onder c, tweede volzin EVOA

1.000

1.000

BO

275

niet gedurende ten minste vijf jaar door de kennisgever en/of de ontvanger en/of de inrichting die de afvalstoffen heeft ontvangen, bewaren van aan of door de bevoegde autoriteiten verzonden documenten inzake de overbrenging van afvalstoffen

10.56 Wm i.v.m. 5 Regeling EG-verordening overbrengen afvalstoffen

1.700

5.000

BO

276

niet gedurende drie jaar door de kennisgever, de ontvanger, de inrichting die de afvalstoffen heeft ontvangen, bewaren van aan of door de bevoegde autoriteiten verzonden documenten inzake de kennisgeving van een transport

10.60 lid 7 onder a Wm ivm art. 20 lid 1 EVOA

1.700

5.000

BO

277

niet gedurende drie jaar bewaren van de uit hoofde van artikel 18 lid 1 EVOA verstrekte informatie door de opdrachtgever, de ontvanger en de inrichting die de afvalstoffen ontvangt

10.60 lid 7 onder a Wm ivm art. 20 lid 2 EVOA

1.700

1.700

BO

278

overbrengen van groene lijst afvalstoffen voor nuttige toepassing met onvolledige bijlage VII informatie

10.60 lid 2 Wm ivm 2 lid 35 sub g onder iii EVOA

600

1.000

BO

279

overbrengen van groene lijst afvalstoffen voor nuttige toepassing zonder bijlage VII informatie

10.60 lid 2 Wm ivm 2 lid 35 sub g onder iii EVOA

1.800

3.000

BO

280

het niet voorhanden hebben van een juridisch bindend contract bij aanvang van de overbrenging

10.60 lid 5 sub a Wm ivm 18 lid 2 EVOA

1.800

3.000

           
   

Algemene regels

     
   

Nummer BO 285: Algemene regels

     

BO

285

terwijl dit bij of krachtens de Keur door het bestuur verplicht is gesteld: niet (tijdig) melden van de werkzaamheden als genoemd in de algemene regels

3 lid 1 algemene regels jo. 78 lid 2 Wschw jo. onderhoudslegger/onderhoudsverordening

180

500

           
   

Nummers BO 290 – BO 296: Algemene regels grondwater

     

BO

290

bij het onttrekken van grondwater in het kader van een bouwputbemaling, sleufbemaling, proefbronnering of grondsanering niet plaatsen van een peilbuis of meetput om de stijghoogte te bepalen indien spanningsbemaling wordt toegepast

4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening

150

450

BO

291

bij het onttrekken van grondwater in het kader van een bouwputbemaling, sleufbemaling, proefbronnering of grondsanering niet verwijderen of dichten van voorzieningen voor grondwateronttrekking na definitieve beëindiging van de onttrekking zodat geen uitwisseling van grondwater tussen de verschillende watervoerende pakketten plaatsvindt

4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening

300

900

BO

292

bij het onttrekken van grondwater in het kader van een bouwputbemaling, sleufbemaling, proefbronnering of grondsanering niet uiterlijk 24 uur voor aanvang van de onttrekking een startmelding doen

4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening

100

300

BO

293

bij het onttrekken van grondwater in het kader van een bouwputbemaling, sleufbemaling, proefbronnering of grondsanering niet uiterlijk 24 uur na beëindiging van de onttrekking een afmelding doen

4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening

100

300

BO

294

bij het onttrekken van grondwater in het kader van een grondwaterverontreiniging niet verwijderen of dichten van voorzieningen voor grondwateronttrekking na definitieve beëindiging van de onttrekking zodat geen uitwisseling van grondwater tussen de verschillende watervoerende pakketten plaatsvindt

4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening

300

900

BO

295

bij het onttrekken van grondwater in het kader van een grondwaterverontreiniging niet uiterlijk 24 uur voor aanvang van de onttrekking een startmelding doen

4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening

100

300

BO

296

bij het onttrekken van grondwater in het kader van een grondwaterverontreiniging niet uiterlijk 24 uur na beëindiging van de onttrekking een afmelding doen

4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening

100

300

           
   

Nummers BO 300 – BO 305: Handelingen in watersystemen

     
   

zonder omgevingsvergunning voor een wateractiviteit van het bestuur gebruik maken van een waterkering door, anders dan in overeenstemming met de waterhuishoudkundige functie(s) daarop, daarin, daarboven, daarover of daaronder:

4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening

   

BO

300

– handelingen te verrichten

 

550

1.500

BO

301

– werken te behouden

 

360

1.000

BO

302

– vaste substanties of voorwerpen te laten staan of liggen

 

200

600

           
   

zonder omgevingsvergunning voor een wateractiviteit van het bestuur gebruik maken van een waterkering door, anders dan in overeenstemming met de waterhuishoudkundige functie(s) daarop, daarin, daarboven, daarover of daaronder:

4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening

   

BO

303

– handelingen te verrichten

 

360

1.000

BO

304

– werken te behouden

 

300

900

BO

305

– vaste substanties of voorwerpen te laten staan of liggen

 

200

600

           
   

Nummers BO 310 – BO 315: Waterkwantiteit

     

BO

310

bij het aanleggen of verwijderen van een steiger, vlonder of overhangend bouwwerk, de afmetingen van het oppervlaktewaterlichaam, zoals vastgelegd in de legger, wijzigen

4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening

100

300

BO

311

bij het aanleggen of verwijderen van een steiger, vlonder of overhangend bouwwerk, niet gebruiken van deugdelijk en niet uitlogend materiaal

4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening

150

450

BO

312

niet voorafgaand aan of gelijktijdig met het dempen van het bestaande oppervlaktewaterlichaam een nieuw oppervlaktewaterlichaam met eenzelfde oppervlakte als het gedempte oppervlaktewaterlichaam in hetzelfde peilgebied graven en aansluiten op het watersysteem

4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening

150

450

BO

313

terwijl dit bij of krachtens de Keur door het bestuur verplicht is gesteld: niet (tijdig) melden van het dempen van een oppervlaktewaterlichaam tot 50 m2

4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening

200

600

BO

314

terwijl dit bij of krachtens de Keur door het bestuur verplicht is gesteld: niet (tijdig) melden van het dempen van een oppervlaktewaterlichaam 50–150 m2

4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening

300

900

BO

315

terwijl dit bij of krachtens de Keur door het bestuur verplicht is gesteld: niet (tijdig) melden van het dempen van een oppervlaktewaterlichaam meer dan 150 m2

4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening

450

1.300

           
   

Nummers BO 320 – BO 344: Zonder watervergunning

     
   

zonder omgevingsvergunning voor een wateractiviteit van het bestuur gebruik maken van een beschermingszone behorende bij een waterkering door, anders dan in overeenstemming met de waterhuishoudkundige functie(s) daarin, daarop, daarboven, daarover of daaronder:

4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening

   

BO

320

– handelingen te verrichten

 

300

900

BO

321

– werken te behouden

 

200

600

BO

322

– vaste substanties of voorwerpen te laten staan of liggen

 

100

300

BO

323

– met een voertuig zich buiten verharde wegen of paden te bevinden

 

100

300

           
   

zonder omgevingsvergunning voor een wateractiviteit van het bestuur gebruik maken van een beschermingszone behorende bij een oppervlaktewaterlichaam door, anders dan in overeenstemming met de waterhuishoudkundige functie(s) daarin, daarop, daarboven, daarover of daaronder:

4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening

   

BO

324

– handelingen te verrichten

 

200

600

BO

325

– werken te behouden

 

150

450

BO

326

– vaste substanties of voorwerpen te laten staan of liggen

 

100

300

BO

327

– een brandplaats aan te leggen of stoffen te verbranden

 

100

300

BO

328

zonder omgevingsvergunning voor een wateractiviteit van het bestuur in het profiel van vrije ruimte werken te plaatsen, te wijzigen of te behouden

4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening

170

500

BO

329

zonder omgevingsvergunning voor een wateractiviteit van het bestuur binnen 400 meter van een windwatermolen werken en opgaande beplanting aan te brengen of te hebben

4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening

170

500

BO

330

zonder omgevingsvergunning voor een wateractiviteit van het bestuur in meanderzones: bouwwerken te plaatsen, te hebben of te wijzigen

4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening

150

450

BO

331

zonder omgevingsvergunning voor een wateractiviteit van het bestuur in meanderzones: leidingen of kabels te leggen, te hebben, te herstellen, te wijzigen, te vernieuwen of op te ruimen

4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening

100

300

BO

332

zonder omgevingsvergunning voor een wateractiviteit van het bestuur in meanderzones: bovengrondse infrastructuur aan te leggen, te hebben, te wijzigen of te vernieuwen

4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening

100

300

BO

333

zonder omgevingsvergunning voor een wateractiviteit van het bestuur in inundatiegebieden: ophogingen te maken of te verwijderen

4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening

250

750

BO

334

zonder omgevingsvergunning voor een wateractiviteit van het bestuur in inundatiegebieden: werken of beplantingen aan te brengen die waterstuwing of stroomgeleiding teweeg brengen

4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening

250

750

BO

335

zonder omgevingsvergunning voor een wateractiviteit van het bestuur neerslag door nieuw verhard oppervlak versneld tot afvoer laten komen

4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening

200

600

BO

336

in geval van grote schaarste of overvloed aan water, aanmerkelijke verslechtering van de kwaliteit daarvan of bij het in ongerede raken van een waterstaatswerk, dan wel indien zodanige omstandigheid dreigt te ontstaan, zonodig in afwijking van verleende omgevingsvergunningen voor een wateractiviteit of geldende peilbesluiten, wanneer dit door het bestuur verboden is: water afvoeren naar of aanvoeren uit oppervlaktewaterlichamen

4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening

550

1.500

BO

337

in geval van grote schaarste of overvloed aan water, aanmerkelijke verslechtering van de kwaliteit daarvan of bij het in ongerede raken van een waterstaatswerk, dan wel indien zodanige omstandigheid dreigt te ontstaan, zonodig in afwijking van verleende omgevingsvergunningen voor een wateractiviteit of geldende peilbesluiten, wanneer dit door het bestuur verboden is: water brengen in of onttrekken aan oppervlaktewaterlichamen

4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening

550

1.500

BO

338

in geval van grote schaarste of overvloed aan water, aanmerkelijke verslechtering van de kwaliteit daarvan of bij het in ongerede raken van een waterstaatswerk, dan wel indien zodanige omstandigheid dreigt te ontstaan, zonodig in afwijking van verleende omgevingsvergunningen voor een wateractiviteit of geldende peilbesluiten, wanneer dit door het bestuur verboden is: grondwater onttrekken of water infiltreren

4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening

550

1.500

BO

339

zonder omgevingsvergunning voor een wateractiviteit van het bestuur water brengen in of onttrekken aan een oppervlaktewaterlichaam

4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening

180

500

BO

340

zonder omgevingsvergunning voor een wateractiviteit van het bestuur gronden ontwateren met drainagemiddelen

4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening

200

600

BO

341

zonder omgevingsvergunning voor een wateractiviteit van het bestuur grondwater onttrekken of water in de bodem infiltreren

4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening

700

2.000

BO

342

door degene die handelingen verricht en inbreuk maakt op door het waterschap in het kader van zijn beheer uitgevoerde maatregelen in het watersysteem, niet zo spoedig mogelijk melding maken van die inbreuk en de maatregelen die hij voornemens is te treffen of reeds heeft getroffen

4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening

200

600

BO

343

zonder omgevingsvergunning voor een wateractiviteit van het bestuur: in een oppervlaktewatersysteem vis uitzetten

4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening

150

450

BO

344

zonder omgevingsvergunning voor een wateractiviteit van het bestuur: vaste vistuigen plaatsen

4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening

360

1.000

           
   

Nummers BO 350 – BO 351: Beregenen

     
   

handelen in strijd met aan een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit verbonden vergunningvoorschriften:

4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening

   

BO

350

– het niet mogen beregenen van grasland in de periode van 1 april tot 1 juni

 

500

900

BO

351

– het niet mogen beregenen van grasland in de periode van 1 juni tot 1 augustus tussen 11.00 uur en 17.00 uur

 

500

900

           
   

Nummer BO 352: Beweiding

     

BO

352

beweiden van de waterkering anders dan in de aangegeven periode

4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening

150

450

           
   

Nummer BO 353: Afrastering

     

BO

353

het niet hebben van een voldoende veekerende afrastering conform de voorschriften zoals genoemd in artikel 2 van de algemene regels voor waterkeringen, onderdeel beweiden

4.1 lid 1 Ow juncto Waterschapsverordening

150

450

           
   

Nummer BO 360: Wet op de economische delicten – Het niet voldoen aan een vordering

     

BO

360

opzettelijk niet hebben voldaan aan een vordering, krachtens enig voorschrift van de Wet op de economische delicten, gedaan door een opsporingsambtenaar

26 Wed

1.000

2.500

           
   

Nummers BO 361 – BO 362: Aanvullingswet bodem Omgevingswet en Wet Bodembescherming – Bodemverontreiniging

     

BO

361

door degene die op en/of in de bodem handelingen verricht met betrekking tot niet gevaarlijk afval, terwijl hij of zij wist of redelijkerwijs had kunnen vermoeden dat door die handelingen de bodem kan worden verontreinigd en/of aangetast, niet nemen van alle maatregelen die redelijkerwijs van hem/haar kunnen worden gevergd, teneinde die verontreiniging en/of aantasting te voorkomen, dan wel te beperken en/of verminderen: 0 t/m 5 m3

3.2a Aanvullingswet bodem Omgevingswet jo. 13 WBB

750

2.500

BO

362

door degene die op en/of in de bodem handelingen verricht met betrekking tot niet gevaarlijk afval, terwijl hij of zij wist of redelijkerwijs had kunnen vermoeden dat door die handelingen de bodem kan worden verontreinigd en/of aangetast, niet nemen van alle maatregelen die redelijkerwijs van hem/haar kunnen worden gevergd, teneinde die verontreiniging en/of aantasting te voorkomen, dan wel te beperken en/of verminderen: 6 t/m 10 m3

3.2a Aanvullingswet bodem Omgevingswet jo. 13 WBB

1.500

5.000

           
   

Nummers BO 364 – BO 373: Wet Bodembescherming, Provinciale Omgevingsverordening, Besluit activiteiten leefomgeving, Besluit Uniforme Saneringen, Regeling Uniforme Saneringen – Bodemverontreiniging (sanering)

     

BO

364

door degene die de bodem heeft gesaneerd, niet binnen vier weken na het beëindigen van de sanering een evaluatieverslag volgens BRL SIKB 6000 indienen bij het bevoegd gezag of in dat verslag niet de vereiste gegevens verstrekken

4.1246 Bal

1.500

5.000

BO

365

niet melden van (voorschriften opgenomen in de beschikking, provinciale of gemeentelijke verordening): wijzigingen op het saneringsplan

39 lid 4 WBB

1.000

3.000

BO

366

zonder milieukundige begeleiding uitvoeren van de sanering

39a WBB/Provinciale omgevingsverordening

1.800

5.000

BO

367

niet tenminste vier weken voor het begin van de activiteit het melden bij het bevoegd gezag van het voornemen de bodem te saneren

4.1235 jo. 4.1236 Bal

2.000

8.000

BO

368

door degene die de bodem saneert of degene die de sanering feitelijk uitvoert, niet afdoende afsluiten en/of omgeven van de saneringslocatie en/of depots met een hekwerk

2 lid 2 BUS (jo 2.2 lid 3 RUS)

1.500

1.500

BO

369

door degene die de bodem saneert of degene die de sanering feitelijk uitvoert, niet (tijdig) melden van wijzigingen o.b.v. het Besluit uniforme saneringen en de daarbij behorende Regeling uniforme saneringen

10 lid 1 en 2 bus en art. 1.4 lid 1 en 2 RUS

1.000

3.000

BO

370

door degene die de bodem saneert, of degene die de sanering feitelijk uitvoert, niet melden van de datum waarop de einddiepte van de ontgraving zal worden bereikt uiterlijk één werkdag voorafgaande aan het bereiken van dat punt aan het bevoegd gezag gemeld m.b.t. kleinschalige mobiele verontreinigingen

2 lid 2 BUS (jo 3.2.6 RUS)

1.500

1.500

BO

371

het laten uitvoeren van de sanering door een persoon of instelling zonder erkenning op grond van het Besluit bodemkwaliteit

2 lid 2 BUS jo 2.2 lid 1 RUS

2.000

8.000

BO

372

zonder een erkende onderneming het graven laten uitvoeren

4.1232 Bal

1.800

5.000

BO

373

zonder een erkende onderneming uitvoeren van de activiteit

4.1244 Bal

1.800

5.000

           
   

Nummers BO 375 – BO 379: Besluit detectie radioactief besmet schroot – radioactief besmet schroot

     

BO

375

een inrichting drijven en niet onverwijld de ioniserende straling van het schroot dat binnen de inrichting wordt gebracht meten: meetapparatuur wel aanwezig

3 Besluit detectie radioactief besmet schroot

1.200

5.000

BO

376

een inrichting drijven zonder een register van de metingen, bedoeld in artikel 3 Besluit detectie radioactief besmet schroot, bij te houden

5 Besluit detectie radioactief besmet schroot jo 3 Besluit detectie radioactief besmet schroot

1.500

5.000

BO

377

metingen als bedoeld in artikel 3 Besluit detectie radioactief besmet schroot niet door deskundige laten verrichten

6 jo 3 Besluit detectie radioactief besmet schroot

 

10.000

BO

378

de registratie van de gegevens als bedoeld in artikel 5 Besluit detectie radioactief besmet schroot niet door deskundige laten verrichten

6 jo 5 Besluit detectie radioactief besmet schroot

 

10.000

BO

379

het niet stellen van financiële zekerheid ter dekking van de kosten die voortvloeien uit verwijderen van radioactief besmet schroot

7/8/9 Besluit detectie radioactief besmet schroot

 

10.000

           
   

Nummers BO 385 – BO 388: Besluit stralingsbescherming en Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming – Stralingsbescherming

     

BO

385

het niet stellen van financiële zekerheid ter dekking van de kosten die voortvloeien uit het afvoeren van afgedankte hoogactieve bron

20d Besluit stralingsbescherming

 

10.000

BO

386

voor het verwerven van een hoogactieve bron niet aan de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming verstrekken van: informatie over volume van de bron en bronhouder en vaste afscherming

4.17 Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming

1.800

5.000

BO

387

voor het verwerven van een hoogactieve bron niet aan de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming verstrekken van: schriftelijk bewijs dat financiële zekerheid is gesteld

4.17 Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming

1.000

2.500

BO

388

als ondernemer die handelingen als bedoeld in artikel 4.2 van het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming verricht geen administratie bijhouden van die handelingen

4.2 Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming

1.500

5.000

           
   

Nummers BO 390 – BO 395: Wet Milieubeheer en Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur – Elektronica

     

BO

390

als producent van elektrische/elektronische apparatuur de door hem geproduceerde elektrische/elektronische apparatuur niet voorzien van: een symbool zoals opgenomen is in bijlage IV bij Richtlijn nr. 2002/96/EG (afvalcontainer met kruis)

9.5.2. lid 1 en lid 3 sub a Wm jo. 15 lid 1 Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur

1.500

5.000

BO

391

als producent van elektrische/elektronische apparatuur de door hem geproduceerde elektrische/elektronische apparatuur niet voorzien van: een aanduiding waaruit blijkt dat het apparaat na 13 augustus 2005 op de markt is gebracht

9.5.2. lid 1 en lid 3 sub a Wm jo. 16 lid 4 Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur

1.500

5.000

BO

392

als distributeur bij het ter beschikking stellen van een nieuw product, een soortgelijk na gebruik vrijgekomen product – zijnde afgedankte elektrische en elektronische apparatuur – van particuliere huishoudens, dat hem wordt aangeboden niet ten minste om niet innemen

9.5.2. lid 1 Wm jo. 4 lid 1Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur

250

500

BO

393

als producent van elektrische en/of elektronische apparatuur zich niet melden bij het register

9.5.2 lid 1 Wm jo. 19 lid 1 Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur

1.500

5.000

BO

394

als producent en/of zijn gemachtigde niet de in deel A van bijlage X bij de Richtlijn nr. 2012/19/EU genoemde informatie verstrekken bij de registratie en/of niet actueel houden van de informatie

9.5.2. lid 1 Wm jo. 19 lid 2 Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur

1.500

5.000

BO

395

als producent en/of zijn gemachtigde niet de in deel B van bijlage X bij de Richtlijn nr. 2012/19/EU genoemde informatie voor 1 mei over het voorafgaande kalenderjaar verstrekken aan het register

9.5.2. lid 1 Wm jo. 19 lid 3 Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur

1.500

5.000

           
   

Nummers BO 396 – BO 398: Wet Explosieven voor civiel gebruik – Explosieven

     

BO

396

als houder van een vergunning of een bewijs van toestemming voor de overbrenging van explosieven, niet deze explosieven tot aan de plaats waar de overbrenging eindigt en/of bij het verlaten van het grondgebied van Nederland, doen vergezellen van deze vergunning of dit bewijs van toestemming

14 Wecg

1.000

5.000

BO

397

als degene voor wie de explosieven bestemd zijn en/of als onderneming uit de sector explosieven niet op verzoek van de autoriteit, die daarom verzoekt als bedoeld in artikel 16 Wet explosieven civiel gebruik, de gegevens die hem ter beschikking staan, zenden aan deze bevoegde autoriteit

16 Wecg

1.000

5.000

BO

398

geen registratie bijhouden die voldoet aan hetgeen in artikel 21 Wet explosieven voor civiel gebruik is gesteld

21 Wecg

1.000

5.000

           
   

Nummers BO 400 – BO 402: Verordening (EU) nr. 517/2014, Besluit gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen, Verordening (EG) 1005/2009 en Besluit gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen – Broeikassen/Ozonlaag

     

BO

400

het verrichten van installatie, onderhoud of service, reparatie of buitendienststelling van of aan apparatuur die gefluoreerde broeikasgassen of ozonlaagafbrekende stoffen bevat door een onderneming die daarvoor niet is gecertificeerd

10 lid 6 Verordening (EU) nr. 517/2014 jo. 6 lid 2 Besluit gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen, respectievelijk 22 lid 1 Verordening (EG) 1005/2009 jo. 9 lid 2 Besluit gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen

1.500

3.000

BO

401

het verrichten van installatie, onderhoud of service, reparatie, buitendienststelling, lekkagecontrole of terugwinning van of aan apparatuur die gefluoreerde broeikasgassen of ozonlaagafbrekende stoffen bevat door een natuurlijk persoon die daarvoor niet is gecertificeerd

8 lid 3, 10 lid 1 en lid 2 Verordening (EU) nr. 517/2014 jo. 6 lid 1 Besluit gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen, respectievelijk 22 lid 1 en lid 5, 23 lid 2 Verordening (EG) 1005/2009 jo. 9 lid 1 en lid 2 Besluit gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen

1.500

1.500

BO

402

het met betrekking tot apparatuur die broeikasgassen of ozonlaagafbrekende stoffen bevat niet voorhanden hebben van een register waarin de in artikel 6 lid 1 van Verordening (EU) 517/2014 jo. 4 lid 4 Besluit gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen en/of artikel 23 van de Verordening (EU) 1005/2009 jo. 8 lid 3 Besluit gefluoreerde Broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen, genoemde informatie is opgenomen

6 lid 1 Verordening (EU) 517/2014 jo. 4 lid 4 en 8 Besluit gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen

1.500

1.500

           
   

Nummers BO 405 – BO 433: Scheepsafvalstoffenbesluit – Scheepsafvalstoffen

     

BO

405

als schipper er geen zorg voor dragen dat bilgewater en overige olie- en vethoudende scheepsafvalstoffen aan boord in de bijlage van de machinekamer, onderscheidenlijk gescheiden in de daarvoor bestemde verzamelreservoirs, worden verzameld en bewaard

11 SAB

500

1.000

BO

406

als schipper voor de opslag van afgewerkte olie los aan dek staande verzamelreservoirs gebruiken

12 lid 2 SAB

500

1.000

BO

407

als schipper er niet zorg voor dragen dat een geldig olie-afgifteboekje aan boord aanwezig is

14 lid 1 SAB

250

750

BO

408

als schipper, na verkrijging van een nieuw olie-afgifteboekje, niet het voorgaande olie-afgifteboekje ten minste zes maanden na de datum van de laatste daarin opgenomen vermelding van een afgifte aan boord bewaren

14 lid 4 SAB

150

500

BO

409

als drijver van een overslaginrichting met betrekking tot het laden en lossen van een schip, niet voldoen aan de bepalingen ten aanzien van: het schip bij het laden vrij van overslagresten of het verwijderen van overslagresten na het laden

33 jo 41 SAB

 

5.000

BO

410

als drijver van een overslaginrichting met betrekking tot het laden en lossen van een schip, niet voldoen aan de bepalingen ten aanzien van: aansluitend aan het lossen van droge lading van of uit het laadruim van een schip de in het laadruim achtergebleven restlading en/of verpakkings- en stuwingsmateriaal verwijderen en zoveel mogelijk toevoegen aan geloste lading

33 jo 42 SAB

 

5.000

BO

411

als drijver van een overslaginrichting met betrekking tot het laden en lossen van een schip, niet voldoen aan de bepalingen ten aanzien van: aansluitend aan het lossen van vloeibare lading uit een ladingtank van een schip met behulp van een leiding, aangesloten op het nalenssysteem van het schip, de restlading uit de ladingtank verwijderen, zodanig dat de losstandaard nagelensde ladingtank wordt bereikt

33 jo 43 SAB

 

5.000

BO

412

als drijver van een overslaginrichting met betrekking tot het laden en lossen van een schip, niet voldoen aan de bepalingen ten aanzien van: bij het lossen uit een laadruim of een ladingtank van een schip het laadruim of die ladingtank wassen en het afvalwater met ladingrestanten innemen

33 jo 45 SAB

 

7.500

BO

413

als drijver van een overslaginrichting met betrekking tot het laden en lossen van een schip, niet voldoen aan de bepalingen ten aanzien van: voorleggen van de losverklaring in drievoud aan de schipper dan wel, als het schip niet onder gezag van de schipper staat, aan de exploitant van het schip

33 jo 53, vierde lid SAB

 

1.000

BO

414

als drijver van een overslaginrichting met betrekking tot het laden en lossen van een schip, niet voldoen aan de bepalingen ten aanzien van: het bewaren van het ingevolge artikel 54 Scheepsafvalstoffenbesluit ontvangen exemplaar van de losverklaring in de bedrijfsadministratie

33 SAB

 

1.000

BO

415

de schipper draagt er geen zorg voor dat de losverklaringen, ontvangen overeenkomstig artikel 53 Scheepsafvalstoffenbesluit, het transport begeleiden

56 SAB

500

1.000

BO

416

als schipper met het schip na het laden de laadplaats verlaten zonder zich ervan te vergewissen dat: de overslagresten zijn verwijderd

55 lid 1 SAB

750

1.500

BO

417

als schipper met het schip na het lossen de losplaats verlaten zonder zich ervan te vergewissen dat: de overslagresten zijn verwijderd

55 lid 2, onderdeel a SAB

750

1.500

BO

418

als schipper met het schip na het lossen de losplaats verlaten zonder zich ervan te vergewissen dat: alle geloste laadruimen zijn nagelost en/of ladingtanks nagelensd

55 lid 2, onderdeel a SAB

750

1.500

BO

419

als schipper met het schip na het lossen de losplaats verlaten zonder zich ervan te vergewissen dat: voldaan is aan de wasverplichting indien die van toepassing is dan wel hem daartoe volgens de bepalingen uit artikel 47 Scheepsafvalstoffenbesluit een voorziening is toegewezen

55, lid 2, onderdeel a SAB

750

1.500

BO

420

als schipper met het schip na het lossen de losplaats verlaten zonder zich ervan te vergewissen dat: het afvalwater dat ladingresten bevat, is ingenomen, dan wel hem daartoe een ontvangstvoorziening is toegewezen, in een geval als bedoeld in artikel 45 Scheepsafvalstoffenbesluit

55, lid 2, onderdeel a SAB

750

1.500

BO

421

als schipper met het schip na het lossen de losplaats verlaten zonder te voldoen aan de bepalingen ten aanzien van de losverklaring uit artikel 54 Scheepsafvalstoffenbesluit

55, lid 2, onderdeel b SAB

500

1.000

BO

422

door de schipper niet onverwijld waarschuwen van de dichtstbijzijnde bevoegde autoriteit, terwijl vanaf een schip scheepsafvalstoffen dan wel delen van de lading in een oppervlaktewaterlichaam zijn geraakt of dreigen te geraken

6 SAB

750

1.500

BO

423

aan boord van een schip verbranden van scheepsafvalstoffen

7 SAB

250

500

BO

424

reinigingsmiddelen die olie of vet oplossen dan wel emulgerend zijn in de bilge van de machinekamer dan wel in het bilgewater doen geraken

13 lid 1 SAB

500

1.000

BO

425

door degene die een inrichting voor het inzamelen van scheepsafvalstoffen drijft niet of niet juist invullen of ondertekenen van het olie-afgifteboekje

17 SAB

 

750

BO

426

door de schipper niet of niet juist invullen of ondertekenen van het olie-afgifteboekje

18 SAB

200

750

BO

427

als degene die feitelijk lost, met betrekking tot het lossen van een schip, niet bewaren in de bedrijfsadministratie van het ingevolge artikel 54, tweede lid, Scheepsafvalstoffenbesluit terug ontvangen exemplaar van de losverklaring

57 SAB

 

1.000

BO

428

als schipper, bij het afgeven van afvalwater dat ladingrestanten bevat aan een ontvangstvoorziening, niet in tweevoud de door hem ondertekende losverklaring voorleggen aan degene die de ontvangstvoorziening drijft of een door deze aangewezen persoon

66 SAB

500

1.000

BO

429

door degene die een inrichting voor het inzamelen van scheepsafvalstoffen drijft, na ondertekening niet terugbezorgen van een exemplaar van de ondertekende losverklaring aan de schipper

68 lid 1 SAB

500

1.000

BO

430

als schipper niet gedurende zes maanden aan boord bewaren van de terugontvangen ondertekende losverklaring

68, lid 3, SAB

500

1.000

BO

431

als exploitant van het schip niet bewaren in de bedrijfsadministratie van de terugontvangen ondertekende losverklaring

68, lid 4, SAB

500

1.000

BO

432

als schipper er geen zorg voor dragen dat huisvuil, slops, zuiveringsslib en klein gevaarlijk afval aan boord naar categorie gescheiden worden gehouden en gescheiden worden aangeboden bij een ontvangstvoorziening

73, lid 1 SAB

250

500

BO

433

als exploitant van een passagiersschip, dat is uitgerust met een boordzuiveringsinstallatie voor afvalwater, niet aanbieden van het zuiveringsslib van die installatie bij een ontvangstvoorziening

74 SAB

1.500

3.000

           
   

Nummer BO 445: Drinkwaterbesluit – Legionella

     

BO

445

legionella-risicoanalyse, bedoeld in het eerste of tweede lid van artikel 37 Drinkwaterbesluit, laten uitvoeren door een niet daarvoor op basis van BRL 6010 gecertificeerd bedrijf, indien opgesteld na 1 juli 2011

37 lid 3 Dwb

500

1.500

Naar boven