Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 8 december 2023, nr. IENW/BSK-2023/363155, tot wijziging van de Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden 2001 in verband met de vaststelling van enkele voorwaarden voor aangewezen examenentiteiten voor de onbemande luchtvaart

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 13, vijfde lid, van het Besluit bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden 2001 wordt als volgt gewijzigd:

A.

In artikel 3 wordt onder vernummering van het zevende en achtste lid tot het achtste en negende lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 7. Op de door de Minister aangewezen entiteiten, zoals bedoeld in artikel 13, vierde lid, van het Besluit bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart, zijn de voorwaarden van toepassing zoals opgenomen in bijlage 6 bij deze regeling.

B.

Er wordt een bijlage toegevoegd, zoals opgenomen in de bijlage bij deze regeling.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2024. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 januari 2024, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 januari 2024.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

BIJLAGE I BIJ ARTIKEL I, ONDERDEEL A, VAN DE REGELING VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT VAN [DATUM], nr. IENW/BSK-[NUMMER] TOT WIJZIGING VAN DE REGELING OPLEIDINGSINSTELLINGEN VOOR LUCHTVARENDEN 2001 IN VERBAND MET DE VASTSTELLING VAN ENKELE VOORWAARDEN VOOR AANGEWEZEN EXAMENENTITEITEN VOOR DE ONBEMANDE LUCHTVAART

Bijlage 6. bedoeld in artikel 3, zevende lid, van de Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden 2001

1. Handboek

De aangewezen entiteit stelt een handboek op, waarin ten minste de volgende onderdelen beschreven zijn:

  • a. organisatie en management:

    • een beschrijving van de organisatie;

    • organogram van de organisatie;

    • de taken en verantwoordelijkheden van de verantwoordelijke manager, waaronder ten minste:

      • o bewaken dat de activiteiten van de aangewezen entiteit in overeenstemming zijn met de van toepassing zijnde wet- en regelgeving;

      • o zorgdragen dat er voldoende middelen beschikbaar zijn om aan de eisen voor examinering te voldoen;

      • o het opstellen van een rapportage zoals beschreven onder paragraaf 4 bij deze bijlage;

    • de taken en verantwoordelijkheden van het hoofd examinering, waaronder ten minste:

      • o zorg dragen dat de examens in overeenstemming zijn met de voorwaarden zoals omschreven in paragraaf 3 bij deze bijlage.

    De rollen van de verantwoordelijke manager en het hoofd examinering kunnen worden gecombineerd.

  • b. faciliteiten en middelen:

    een beschrijving van de door de aangewezen entiteit te gebruiken faciliteiten en middelen waaronder het systeem waarmee de online examens worden afgenomen.

2. Archivering

De aangewezen entiteit archiveert het handboek en de examenresultaten en bewaart deze gedurende een periode van minimaal 5 jaar.

3. Examen

De aangewezen entiteit zorgt ervoor dat:

  • het examen voldoet aan de toepasselijke voorwaarden zoals opgenomen in UAS.OPEN.020, vierde lid, onderdeel b, UAS.OPEN.030, tweede lid, onderdeel c, UAS.OPEN.040, derde lid, UAS.STS-01.020, tweede lid, onderdeel b, en UAS.STS-02.020, negende lid, onderdelen a en b van uitvoeringsverordening (EU) 2019/947;

  • de theorie-examens voor het verkrijgen van de certificaten als benoemd in UAS.OPEN.030, UAS.STS-01.020 en UAS.STS-02.020 worden afgenomen onder toezicht of onder digitaal toezicht wanneer dit examen alsnog op afstand wordt afgenomen. Daarbij wordt de identiteit van de persoon die het examen aflegt geverifieerd en wordt nagegaan dat geen andere ondersteuning wordt gebruikt dan gespecificeerd in de examenprocedure;

  • er gebruik gemaakt wordt van een onafhankelijke examendatabase of een door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aangeboden database.

4. Rapportage

De aangewezen entiteit zal op verzoek van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat inzicht geven in het aantal examens die afgenomen zijn in een gegeven kalenderjaar alsmede de resultaten van de afgenomen examens.

TOELICHTING

Algemene toelichting

1. Inleiding

In uitvoeringsverordening (EU) nr. 2019/9471 (hierna: de uitvoeringsverordening) worden opleidings- en examineringseisen gesteld aan de piloot van onbemande luchtvaartuigen. Deze uitvoeringsverordening staat toe dat het afnemen van examens wordt belegd bij aangewezen entiteiten. De Minister van Infrastructuur en Waterstaat wijst jaarlijks instellingen aan als entiteiten die aangewezen zijn om de theorie-examens voor vluchten in de open categorie en voor de standaardscenario’s af te nemen. Met deze wijzigingsregeling worden nationale voorwaarden ingevoerd voor de aangewezen entiteiten.

2. Hoofdlijnen van deze regeling

Sinds de inwerkingtreding van de uitvoeringsverordening op 31 december 2020 is het mogelijk om nationaal entiteiten aan te wijzen voor het afnemen van theorie-examens voor piloten op afstand. Op grond van artikel 13, vijfde lid, van het Besluit bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart kunnen bij ministeriele regeling nadere regels worden gesteld met betrekking tot de aanwijzing van entiteiten voor de onbemande luchtvaart. Deze wijzigingsregeling strekt tot de vaststelling van voorwaarden waaraan entiteiten moeten voldoen om aangewezen te zijn. Deze voorwaarden worden opgenomen in bijlage 6 die met deze wijzigingsregeling behoort bij de Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden 2010. Bijlage 6 bevat regels ten aanzien van de inhoud van het handboek van een aangewezen entiteit, een bewaartermijn van vijf jaar voor examenresultaten en handboeken, de voorwaarden waaraan de examens moeten voldoen en een rapportageplicht over het aantal examens en de examenresultaten.

3. Administratieve lasten en nalevingskosten

De onderhavige regeling brengt geen nieuwe administratieve lasten en nalevingskosten met zich mee voor burgers en bedrijven en is dus niet voorgelegd aan het Adviescollege toetsing regeldruk.

4. Toezicht en handhaving

Het toezicht op de naleving van de bepalingen op grond van de ministeriële regeling die in de onderhavige regeling worden gewijzigd, is belegd bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). In overleg met de ILT is besloten om af te zien van een Handhaafbaarheid-, Uitvoerbaarheid- en Fraudebestendigheidstoets (HUF-toets) omdat deze wijzigingsregeling mede op verzoek van de ILT is opgesteld en omdat de ILT actief betrokken is geweest bij het ontwerp.

5. Internetconsultatie

Er is geen internetconsultatie uitgevoerd voor deze regeling omdat het gaat om spoedregelgeving. In verband met een beslissing op bezwaar zijn de oude voorwaarden vervallen. Voor de nieuwe aanwijzing, per 1 januari 2024, moeten nieuwe voorwaarden vastgesteld worden in het belang van het toezicht. Entiteiten zijn actief ingelicht over het voornemen tot wijziging van deze regeling en de voorwaarden in bijlage 6 en zij zijn in de gelegenheid gesteld om hierop te reageren.

6. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt met ingang van 1 januari 2024 in werking. Hierbij wordt op grond van Ar 4.17, vijfde lid, onderdeel b, van de Aanwijzingen voor de regelgeving afgeweken van de minimuminvoeringstermijn, omdat er sprake is van spoedregelgeving.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I, onderdeel A

Voorafgaand aan deze wijzigingsregeling waren er geen nationale voorwaarden van toepassing op de examinering door aangewezen entiteiten. De Europese voorwaarden voor gekwalificeerde entiteiten van Bijlage VI bij basisverordening 2018/1139 waren van toepassing op de aangewezen entiteiten. In een recente beslissing op bezwaar is echter geconcludeerd dat de aangewezen entiteiten géén gekwalificeerde entiteiten zijn en Bijlage VI bij de basisverordening is daarmee niet meer van toepassing. Deze wijzigingsregeling voorziet in nieuwe voorwaarden waaraan aangewezen entiteiten moeten voldoen voor wat betreft het afnemen van theorie-examens voor onbemande vluchten in de open categorie en de standaardscenario’s. Deze voorwaarden worden met deze wijzigingsregeling opgenomen in bijlage 6 bij de Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden 2001.

Artikel I, onderdeel B

Met dit wijzigingsartikel wordt bijlage 6 toegevoegd aan de Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden 2001. Deze bijlage bevat regels waaraan aangewezen entiteiten moeten voldoen voor wat betreft het afnemen van theorie-examens voor onbemande vluchten in de open categorie en de standaardscenario’s.

In het handboek dient vastgelegd te worden welke persoon of personen de functie(s) van verantwoordelijk manager en hoofd examinering vervult of vervullen. Voorts specificeert bijlage 6 enkele minimale taken en verantwoordelijkheden voor de perso(o)n(en) die deze functie vervullen. Dit maakt het voor medewerkers en toezichthouders inzichtelijk welke personen als aanspreekpunt fungeren inzake algemene compliance, rapportage en examinering. Het handboek geeft daarnaast inzicht op welke wijze voldaan wordt aan de voorwaarden in paragraaf 3 van Bijlage 6 en welke faciliteiten en middelen daarbij gebruikt worden.

Voor het handboek en de examenresultaten geldt een bewaartermijn van vijf jaar. Certificaten die zijn afgegeven op basis van de resultaten van de examens afgenomen door aangewezen instellingen, zijn namelijk vijf jaar geldig. Examenresultaten moeten tijdens de gehele geldigheid van het certificaat beschikbaar zijn ter controle.

In de uitvoeringsverordening is voor het verkrijgen van de certificaten als benoemd in UAS.OPEN.020, UAS.OPEN.030, UAS.STS-01.020 en UAS.STS-02.020 opgenomen hoe het examen moet worden aangeboden, uit hoeveel vragen een examen moet zijn opgebouwd, welke onderwerpen er in het examen getoetst moeten worden en welk examenresultaat behaald moet worden om een certificaat te kunnen aanvragen. Aangewezen entiteiten moeten zich houden aan de toepasselijke voorwaarden bij het ontwerp en bij de afname van het examen. Ter voorkoming van fraude, worden de theorie-examens voor het verkrijgen van de certificaten als benoemd in UAS.OPEN.030, UAS.STS-01.020 en UAS.STS-02.020 afgenomen onder toezicht of digitaal toezicht wanneer het examen online wordt afgenomen. Met dit toezicht wordt de identiteit van de persoon geverifieerd en wordt nagegaan dat de persoon het examen zelfstandig aflegt en er geen ongeoorloofde middelen zijn gebruikt tijdens het afleggen van het examen. De vragen en antwoorden in de examendatabase moeten onafhankelijk zijn samengesteld. Het alternatief is dat er gebruik wordt gemaakt van vragen en antwoorden die ter beschikking zijn gesteld door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Het ministerie wenst inzicht te hebben in het aantal afgenomen examens en de behaalde resultaten. Instellingen kunnen daarom gevraagd worden om een geanonimiseerde rapportage met betrekking tot deze informatie.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers


X Noot
1

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 2019/947 van de Commissie van 24 mei 2019 inzake de regels en procedures voor de exploitatie van onbemande luchtvaartuigen (PbEU 20139, L 152).

Naar boven