Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 6 december 2023, nr. IENW/BSK-2023/362052, tot wijziging van de Binnenvaartregeling ter implementatie van het CCR besluit 2022-II-15 ter wijziging van de verwijzingen naar de geactualiseerde Europese standaard tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op het op 8 december 2022 aangenomen protocol 2022-II-15 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart en artikel 8, eerste lid, van de Binnenvaartwet;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Binnenvaartregeling wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.1, eerste lid, komen de begripsbepalingen ‘ES-QIN’ en ‘ES-TRIN’ te luiden:

ES-QIN:

Europese standaard voor kwalificaties in de binnenvaart, editie 2019, vastgesteld door het Europees Comité voor de opstelling van standaarden voor de binnenvaart, ingesteld door de Centrale Commissie voor de Rijnvaart bij plenaire zitting in juni 2015 en raadpleegbaar op: https://www.cesni.eu/wp-content/uploads/2020/03/ES-QIN_2019_nl.pdf;

ES-TRIN:

Europese standaard tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen, editie 2023/1, vastgesteld door het Europees Comité voor de opstelling van standaarden voor de binnenvaart, ingesteld door de Centrale Commissie voor de Rijnvaart bij plenaire zitting in juni 2015 en raadpleegbaar op: https://www.cesni.eu/wp-content/uploads/2022/11/ES-TRIN23_signed_nl.pdf;

B

In artikel 1.7, tweede lid, wordt ‘bijlage 1.1a’ vervangen door ‘ES-TRIN’.

C

In artikel 1.17, tweede lid, wordt ‘bijlage V, delen I en II, van bijlage 1.1a’ vervangen door ‘bijlage 5, onderdelen I en II, van ES-TRIN’.

D

In de artikelen 1.18, tweede lid, onderdelen b en c, 3.2, eerste en tweede lid, 3.4, tweede lid, 3.5, eerste lid, 3.6, eerste, tweede en vierde lid, 3.9, tweede, derde, vierde en vijfde lid, 3.12en 3.20, eerste lid, wordt telkens ‘bijlage 1.1a’ vervangen door ‘ES-TRIN’.

E

In artikel 4.8, eerste lid, wordt ‘artikel 4.06, tweede lid, van bijlage 1.1a’ vervangen door ‘artikel 4.04, tweede lid, van ES-TRIN’.

F

In de artikelen 5.17, derde lid, en 5.21, vierde lid, onderdeel e, wordt ‘bijlage 1.1a’ vervangen door ‘ES-TRIN’.

G

In bijlage 1.1, artikel 1.01, vijfentwintigste lid, wordt ‘Europese standaard tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen in de editie 2021/1’ vervangen door ‘ES-TRIN als bedoeld in artikel 1.1 van de Binnenvaartregeling’.

H

Bijlage 1.1a komt te vervallen.

I

In bijlage 1.9, artikel 1.02, zesenvijftigste lid, wordt ‘de Europese Standaard tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen, editie 2021/1’ vervangen door ‘ES-TRIN als bedoeld in artikel 1.1 van de Binnenvaartregeling’ en vervalt voetnoot ‘2’.

J

In bijlage 3.1, artikelen 3, 4, aanhef, en 6 wordt ‘bijlage 1.1a’ vervangen door ‘ES-TRIN’.

K

In bijlage 3.2, artikel 2, wordt ‘bijlage 1.1a’ vervangen door ‘ES-TRIN’.

L

In bijlage 3.3, artikel 2, eerste lid, wordt ‘bijlage 1.1a bij deze regeling’ vervangen door ‘ES-TRIN’.

M

Bijlage 3.4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 1, eerste lid, wordt ‘bijlage 1.1a bij deze regeling’ vervangen door ‘ES-TRIN’.

2. In artikel 4 wordt ‘bijlage 1.1a’ vervangen door ‘ES-TRIN’.

N

Bijlage 3.5, artikel 2, wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘bijlage 1.1a’ vervangen door ‘ES-TRIN’.

2. In het tweede lid wordt ‘Artikel 19.06, tiende lid, onderdeel a, van bijlage 1.1a’ wordt vervangen door ‘Artikel 19.06, tiende lid, van ES-TRIN’.

O

In bijlage 3.6, artikelen 1.1, 1.2, opschrift en aanhef, 8.1, tweede lid, 8.2 en 8.5, derde en vierde lid, wordt ‘bijlage 1.1a’ vervangen door ‘ES-TRIN’.

P

Bijlage 3.7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 1.1wordt ‘bijlage 1.1a’ vervangen door ‘ES-TRIN’.

2. In het opschrift van artikel 1.2 wordt ‘bijlage 1.1a’ vervangen door ‘ES-TRIN’.

3. In artikel 1.2 wordt ‘bijlage 1.1a’ vervangen door ‘ES-TRIN’ en wordt ‘4.01 tot en met 4.03’ vervangen door ‘4.01, 4.02’.

4. In de artikelen 1.3, opschrift, eerste en tweede lid, 8.1, eerste lid, en 8.4, tweede en derde lid, wordt ‘bijlage 1.1a’ vervangen door ‘ES-TRIN’.

Q

In bijlage 3.9, artikelen 1, tweede lid, 3 en 6, eerste lid, wordt ‘bijlage 1.1a’ vervangen door ‘ES-TRIN’.

R

In bijlage 3.12, artikelen 2, eerste en tweede lid, 9, 11, 12 en 15 wordt telkens ‘bijlage 1.1a bij deze regeling’ vervangen door ‘ES-TRIN’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2024. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 januari 2024, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

ALGEMENE TOELICHTING

1. Inleiding

De Europese standaard tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen (ES-TRIN) wordt vastgesteld door het Europees Comité voor de opstelling van standaarden voor de binnenvaart (CESNI). CESNI is een samenwerking van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) en de Europese Unie (EU). De standaarden die door CESNI worden vastgesteld zijn specifiek bedoeld om een kader van regelgeving te hebben, waarmee harmonisatie wordt bevorderd doordat er in nationale-, CCR- en Europese regelgeving naar verwezen wordt.

De ES-TRIN, waarin de technische voorschriften zijn vastgelegd, wordt regelmatig bijgewerkt om een hoog niveau van veiligheid en efficiëntie te waarborgen en om rekening te houden met wetenschappelijke en technische vooruitgang en andere ontwikkelingen. De technische voorschriften voor binnenvaartschepen in Nederland zijn vastgelegd in de Binnenvaartregeling. Daarin is ook ES-TRIN van toepassing verklaard via artikel 3.2 en zijn er tegelijkertijd voor bepaalde categorieën schepen afwijkingsmogelijkheden opgenomen.

Voorheen werd de verwijzing naar de meest recente versie van ES-TRIN gedaan door het actuele versienummer te noemen in de begripsbepaling in de Binnenvaartregeling. Daarnaast was ES-TRIN opgenomen als bijlage 1.1a bij de Binnenvaartregeling. Het bijwerken van bijlage 1.1a is per abuis jarenlang achterwege gebleven. Daardoor ontstond de situatie dat er op twee manieren werd verwezen naar ES-TRIN, naar de actuele versie en naar een achterhaalde versie. Met deze wijziging is die situatie verholpen.

2. Hoofdlijnen regeling

Om te voorkomen dat die situatie nogmaals ontstaat is met deze wijziging van de Binnenvaartregeling bijlage 1.1a geschrapt. De vindbaarheid van ES-TRIN blijft gewaarborgd doordat er in de begripsbepaling een verwijzing is opgenomen waarmee ES-TRIN gemakkelijk integraal te raadplegen is. Doordat er in de Binnenvaartregeling en de andere bijbehorende bijlagen niet meer verwezen kan worden naar bijlage 1.1a, zijn die verwijzingen allemaal aangepast zodat er direct verwezen wordt naar ES-TRIN. Wanneer in de toekomst een nieuwe versie van ES-TRIN wordt vastgesteld, dient alleen nog maar de verwijzing en de aanduiding van het versienummer in de begripsbepaling in de Binnenvaartregeling aangepast te worden.

Bij enkele verwijzingen bleek dat de verwijzing niet meer correct was omdat verwezen werd naar een inmiddels vernummerd artikel in ES-TRIN. Die verwijzingen zijn gecorrigeerd, die correcties bevatten geen inhoudelijke wijzigingen.

Daarnaast is met deze wijziging de verwijzing naar ES-TRIN die blijft bestaan aangepast naar de meest recente versie, die vanaf 1 januari 2024 geldt. Daarmee wordt CCR besluit 2022-II-15 geïmplementeerd. In dat besluit wordt in de verschillende regelgevingen van de CCR de verwijzing naar ES-TRIN geactualiseerd.

Versie 2023/1 van ES-TRIN komt in de plaats van versie 2021/1. Ten opzichte van de vorige versie zijn in versie 2023/1 wijzigingen aangebracht die met name betrekking hebben op:

  • Reddingsvesten

    Er zijn wijzigingen aangebracht in de normering in artikel 13.08, tweede lid, sub a en b.

  • Uitlaatgasnabehandelingssystemen van verbrandingsmotoren

    De aanpassingen in de voorschriften zien op het veiligheidssysteem dat in werking treedt bij disfunctioneren van het uitlaatgasnabehandelingssyteem.

  • Voorzieningen voor het verzamelen van afvalwater

    O.a. zijn voor passagiersschepen die geen afvalwater produceren mogelijkheden opgenomen om af te wijken van de verplichting om verzameltanks of boordzuiveringsinstallaties te hebben.

  • Vast ingebouwde brandblusinstallaties ter bescherming van objecten

    Ter bescherming van installaties en inrichtingen mogen vast ingebouwde brandblusinstallaties ter bescherming van objecten worden gebruikt. De voorschriften hiervoor zijn opgenomen in artikel 13.06.

  • Materialen in overeenstemming met de Code voor Brandtestprocedures (ESI-III-11)

    Er is een nieuwe instructie (ESI) toegevoegd over materialen die voldoen aan gelijkwaardige voorschriften in plaats van de Code voor Brandtestprocedures.

  • Passagiersschepen

    Verschillende voorschriften voor passagiersschepen zijn geactualiseerd.

  • Pleziervaartuigen

    Er zijn wijzigingen aangebracht in hoofdstuk 26 om een overlap met voorschriften in Richtlijn 2013/53/EU te voorkomen. Verder zijn er o.a. verduidelijkingen aangebracht in de voorschriften met betrekking tot manoeuvreereigenschappen, Inland AIS en reddingsmiddelen.

  • Elektrische aandrijfmotoren achter het achterpiekschot

  • Reparaties van motoren die in gebruik zijn

    O.a. is voorgeschreven dat bij reparaties van een bestaande motor na 1 januari 2024 een onderhoud- of reparatierapport moet worden bijgehouden.

  • Overzakbare stuurhuizen

    Overzakbare stuurhuizen zijn stuurhuizen waarvan het bovenste gedeelte kan zakken, terwijl de vloer van het stuurhuis op dezelfde hoogte blijft. In ES-TRIN is in de nieuwe versie een nieuw artikel opgenomen dat veiligheidseisen bevat voor dit soort stuurhuizen. Dergelijke stuurhuizen zullen ook aan een periodieke inspectie onderworpen worden.

  • Navigatieradarinstallaties en bochtaanwijzers

  • Actualisering van de verwijzingen naar Europese en internationale normen (zoals ES-RIS 2023/1)

  • Bijzondere ankers met verminderde massa

    In de instructie (ESI) is opgenomen dat de lijst met bijzondere ankers met verminderde massa is gepubliceerd op de CESNI-website.

  • Brandstof met een laag vlampunt en brandstofcellen

    Hoofdstuk 30 en bijlage 8 van ES-TRIN zijn her-gestructureerd, om eenduidig voorschriften voor andere alternatieve brandstoffen te kunnen opnemen. Verder zijn de eisen waaraan een risicoanalyse moet voldoen verduidelijkt en zijn er voorschriften opgenomen voor brandstofcellen.

3. Gevolgen

Niet alle wijzigingen in ES-TRIN 2023/1 ten opzichte van ES-TRIN 2021/1 hebben noemenswaardige gevolgen. Dat betreft dan bijvoorbeeld verduidelijkingen of zeer beperkte aanpassingen, zoals bijvoorbeeld het actualiseren van verwijzingen naar andere normen en regelgeving. Bij de wijzigingen die inhoudelijk zijn is in de voorgaande paragraaf een beschrijving gegeven van de beoogde resultaten. De wijzigingen gelden vanaf 1 januari 2024 voor nieuw te bouwen schepen. In het algemeen wordt voor wat betreft de impact op bestaande schepen gewerkt met een systeem van overgangsbepalingen. In Hoofdstuk 32 en 33 van ES-TRIN is per relevant artikel te zien welke overgangstermijn van toepassing is. Daarin zijn ook de overgangstermijnen die relevant zijn voor deze wijziging opgenomen.

4. Toezicht en handhaving

De ILT is de aangewezen toezichthouder met betrekking tot de technische eisen die worden gesteld aan binnenvaartschepen. De huidige wijzigingen zijn om die reden aan de ILT voorgelegd voor een Handhaafbaarheids-, Uitvoerings- en Fraudebestendigheidstoets (HUF-toets). De ILT heeft deze wijzigingsregeling niet geselecteerd voor een HUF-toets aangezien het één-op-één implementatie betreft van een CCR-besluit van beperkte omvang.

5. Financiële gevolgen

De voorschriften in ES-TRIN worden in CESNI verband vastgesteld met het oog op de veiligheid van schepen. Daarbij wordt niet expliciet aandacht besteed aan de financiële gevolgen en deze vallen daarom niet nauwkeurig vast te stellen. Het is moeilijk vast te stellen welk deel van de totale bouwkosten een consequentie zijn van wijzigende voorschriften. Er zal eventueel een verandering in totale bouwkosten kunnen worden geïdentificeerd, maar die kosten zijn van meer factoren afhankelijk dan deze wijziging. Dat er weinig inzicht te geven is in de regeldrukeffecten komt mede omdat niet in kaart te brengen valt hoeveel schepen er nieuw gebouwd zullen gaan worden en dus ook niet op hoeveel schepen de voorschriften van toepassing zullen zijn. Zoals genoemd in paragraaf 3 van deze toelichting wordt voor bestaande schepen in het algemeen gewerkt met een systeem van overgangsbepalingen. Wanneer overgangsbepalingen eventueel aflopen en de toepassing van de ES-TRIN eisen onevenredig hoge kosten vragen, bestaat er in de regelgeving een mogelijkheid een beroep te doen op een hardheidsclausule.

In het algemeen komen de voorschriften in samenspraak met het bedrijfsleven tot stand. In CESNI verband zitten internationale brancheorganisaties aan tafel bij de totstandkoming van de voorschriften. Voorafgaand daaraan worden voorgenomen wijzigingen ook op nationaal niveau besproken met een brede vertegenwoordiging van de sector. Mede met behulp van die inspraak kan worden gezorgd dat de financiële gevolgen niet disproportioneel zijn ten opzichte van de verbetering van de veiligheid die nagestreefd wordt.

6. Advies en consultatie

6.1 Internetconsultatie

Deze regeling is niet aangeboden ter internetconsultatie. De aanpassing van de manier van verwijzing naar ES-TRIN is een puur technische wijziging. Het wijzigen naar de nieuwe versie van ES-TRIN is het één-op-één overnemen van de door CESNI vastgestelde nieuwe standaard. Reacties op een internetconsultatie zouden daarom niet tot wezenlijke aanpassingen van deze regeling kunnen leiden. Om die reden is gekozen om af te zien van internetconsultatie.

6.2 Oordeel en advies ATR

De regeling is voorgelegd aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR). Het ATR heeft vier adviespunten geformuleerd bij deze regeling.

Ten eerste is geadviseerd in de toelichting nut en noodzaak van de wijzigingen met materiële gevolgen toe te lichten. Hiertoe is de toelichting van de specifieke materiële wijzigingen aangepast. Daarnaast is het zo dat de procedure waarmee in CESNI verband tot een wijziging wordt gekomen, in belangrijke mate aandacht heeft voor de nut en noodzaak van een wijziging. Voordat een voorstel voor aanvulling of wijziging van voorschriften wordt behandeld, heeft er eerst een probleemanalyse plaatsgevonden, die voldoende overtuigend moet zijn om het onderwerp op het werkprogramma te plaatsen.

Ten tweede is geadviseerd om duidelijk te maken op welke wijze de sector is betrokken bij de wijzigingen en hoe opvolging is gegeven aan door de praktijk benoemde aandachtspunten over de werkbaarheid. In de toelichting is reeds in paragraaf 5 opgenomen hoe de sector betrokken is bij de totstandkoming van de wijzigingen. In CESNI verband zitten internationale brancheorganisaties aan tafel bij de totstandkoming van de voorschriften. Aandachtspunten die door de sector worden aangegeven tijdens de nationale voorbesprekingen, worden meegenomen bij het bepalen van de Nederlandse inbreng bij de totstandkoming van de wijzigingen. Het is echter niet per wijziging terug te leiden wat de aandachtspunten uit de sector zijn geweest en hoe dat in de Nederlandse inbreng is verwerkt.

Ten derde is geadviseerd te motiveren waarom wordt afgeweken van de minimuminvoeringstermijn. De toelichting is hiertoe aangepast.

Ten vierde is geadviseerd de regeldrukeffecten in kaart te brengen conform de Rijksbrede methodiek en om bij toekomstige wijzigingen van ES-TRIN in ieder geval een analyse te maken van de financiële gevolgen van de sector. De toelichting is aangepast met betrekking tot de regeldrukeffecten van deze wijziging.

7. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2024 of indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 januari 2024, met ingang van de dag na de datum van uitgifte van die Staatscourant. Op 1 januari 2024 dient namelijk het door CESNI vastgestelde nieuwe ES-STRIN in werking te treden. Die datum is dus ook de uiterste implementatiedatum van CCR-besluit 2022-II-15. Als de publicatie na 1 januari is, wijkt de inwerkingtreding, ook bij inwerkingtreding op 1 januari 2024 af van het beleid omtrent de vaste verandermomenten. Daarvoor is gekozen gezien de noodzaak om bijtijds de implementatie van CCR-besluit 2022-II-15 in werking te laten treden. Daarmee wordt een beroep gedaan op uitzonderingsgrond ‘d’ uit het vijfde lid van aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving. Dit is nodig om te voorkomen dat er negatieve effecten ontstaan ten gevolge van een te late implementatie. Voor betrokkenen zal de afwijking geen problemen opleveren. Het is bekend dat de nieuwe ES-TRIN in werking dient te treden en de inhoud is al geruime tijd toegankelijk en zoals eerder beschreven ook vooraf besproken.

Naar boven