Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 1 december 2023, nr. 2023-0000565342, tot wijziging van de Regeling uitvoering Wet arbeid vreemdelingen 2022 ter implementatie van Richtlijn (EU) 2021/1883 van het Europees parlement en de Raad van 20 oktober 2021 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan, en tot intrekking van Richtlijn 2009/50/EG van de Raad

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikel 8, derde lid, onderdeel b, van de Wet arbeid vreemdelingen;

Besluit:

ARTIKEL I

Bijlage I. Uitvoeringsregels, behorende bij de Regeling uitvoering Wet arbeid vreemdelingen 2022, wordt als volgt gewijzigd:

1. In paragraaf 8.3.b wordt ‘tot en met 8.3.b.16’ vervangen door ‘tot en met 8.3.b.17’.

2. Na paragraaf 8.3.b.16 wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

8.3.b.17. Langdurig ingezetene, voormalig houder van een Europese blauwe kaart

Gelet op artikel 8, derde lid, onderdeel b, van de Wet arbeid vreemdelingen, wordt een tewerkstellingsvergunning die wordt aangevraagd ten behoeve van een vreemdeling als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van Richtlijn (EG) 2003/109 (PB L 16 van 23.1.2004), betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen, voor zover die houder is van een door een andere lidstaat afgegeven verblijfsvergunning met de aantekening ‘voormalig houder van een Europese blauwe kaart’, bedoeld in artikel 19, tweede lid, van Richtlijn (EU) 2021/1883 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2021 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan, en tot intrekking van Richtlijn 2009/50/EG van de Raad en gebruik maakt van mobiliteit naar Nederland zoals bepaald in artikel 14 van Richtlijn (EG) 2003/109 (PB L 16 van 23.1.2004), niet geweigerd op grond van artikel 8, eerste lid, onderdelen a, b en c, van de Wet arbeid vreemdelingen.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

NOTA VAN TOELICHTING

Artikel I

Met deze wijziging van Bijlage I van de Regeling uitvoering Wet arbeid vreemdelingen 2022 wordt artikel 18, zesde lid, van Richtlijn (EU) 2021/1883 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2021 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan, en tot intrekking van Richtlijn 2009/50/EG van de Raad (PbEU 2021, L 382/1), (hierna: de herziene Richtlijn kennismigranten) geïmplementeerd. Dit artikel regelt dat artikel 14, derde en vierde lid, van Richtlijn (EG) 2003/109(PB L 16 van 23.1.2004), (hierna: de Richtlijn langdurig ingezetenen) betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen, niet van toepassing is indien een langdurig ingezetene die voormalig houder is van de Europese blauwe kaart gebruik maakt van zijn recht om naar een andere lidstaat te verhuizen. Op grond van artikel 14, derde lid, van de Richtlijn langdurig ingezetenen vindt er een arbeidsmarkttoets plaats voor langdurig ingezetenen van andere lidstaten die een verblijf aanvragen voor de uitoefening van een economische activiteit als werknemer of zelfstandige. Na een jaar zijn zij vrij op de arbeidsmarkt (zie bijlage II, onderdeel 8, Regeling uitvoering Wet arbeid vreemdelingen 2022). De implementatie van artikel 18, zesde lid (in samenhang met artikel 7, tweede lid, onder a, en artikel 21, achtste lid, van de herziene Richtlijn kennismigranten) betekent echter dat er in de Nederland geen arbeidsmarkttoets mag plaatsvinden voor de langdurig ingezetene die voormalig houder van de Europese blauwe kaart is en die naar een andere lidstaat verhuist, als er beleidsmatig voor is gekozen om geen arbeidsmarkttoets te hanteren bij aanvragen voor een Europese blauwe kaart.

Op grond van artikel 14, vierde lid, van de Richtlijn langdurig ingezetenen konden lidstaten grenzen stellen aan het totale aantal personen dat een verblijfsrecht kan krijgen, mits deze grenzen op het tijdstip van de vaststelling van deze richtlijn al waren vastgelegd in bestaande wetgeving. Van deze mogelijkheid heeft Nederland geen gebruik gemaakt.

Artikel II

Artikel II bevat de inwerkingtredingsbepaling. Op grond van artikel 25, eerste lid, van de herziene Richtlijn kennismigranten dient deze op 18 november 2023 omgezet te zijn in nationale wetgeving. Omdat deze datum niet haalbaar is gebleken, is afgeweken van de vaste verandermomenten en minimuminvoeringstermijn om de bepaling zo spoedig mogelijk in werking te laten treden.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

Naar boven