Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatscourant 2023, 33792 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatscourant 2023, 33792 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op de artikelen 3, eerste lid, en 5 van de Kaderwet SZW-subsidies;
Besluit:
De Stimuleringsregeling voor leren en ontwikkelen in mkb-ondernemingen en specifiek voor de grootbedrijven in de landbouw-, horeca- of recreatiesector wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 wordt in de alfabetische volgorde de volgende begripsbepaling ingevoegd:
structurele inbedding van leer- en ontwikkelactiviteiten, die primair is gericht op het aanleren van nieuwe vaardigheden, kennis en beroepshoudingen van werkenden in de onderneming;
B
Artikel 4, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt ‘de scholingsbehoefte’ vervangen door ‘ontwikkelbehoefte om de leerrijke werkomgeving te versterken’.
2. Onderdeel c, komt te luiden:
c. het ondersteunen en begeleiden bij het ontwikkelen of invoeren van een L&O-methode; of
C
Artikel 5 komt te luiden:
Een subsidieaanvraag kan voor het jaar 2024 bij de Minister worden ingediend in de volgende tijdvakken:
a. voor aanvragen op grond van hoofdstuk 2: van 1 maart 09:00 uur tot en met 28 maart 17:00 uur en van 2 september 09:00 uur tot en met 30 september 17:00 uur;
b. voor aanvragen op grond van de hoofdstukken 3 of 4: van 3 juni 09:00 uur tot en met 31 juli 17:00 uur.
D
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Het subsidieplafond voor subsidies op grond van hoofdstuk 2 bedraagt voor het jaar 2024:
a. € 15 miljoen voor het tijdvak in maart;
b. € 13,5 miljoen voor het tijdvak in september.
2. In het tweede lid wordt ‘2023’ vervangen door ‘2024’ en wordt ‘€ 20,5 miljoen’ vervangen door ‘€ 17,5 miljoen’.
3. In het derde lid wordt ‘2023’ vervangen door ‘2024’.
4. Het vijfde lid vervalt.
E
Aan artikel 12, vierde lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: Het uurtarief bedraagt maximaal € 135 per uur exclusief BTW voor subsidies die zijn aangevraagd in het jaar 2024.
F
In artikel 29 en het opschrift van bijlagen I en II wordt ‘Stimuleringsregeling voor leren en ontwikkelen in mkb-ondernemingen en specifiek voor de grootbedrijven in de landbouw-, horeca- of recreatiesector’ vervangen door ‘SLIM-regeling’.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Sociale Zaken.en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip
Deze regeling bevat wijzigingen van de Stimuleringsregeling voor leren en ontwikkelen in mkb-ondernemingen en specifiek voor de grootbedrijven in de landbouw-, horeca- of recreatiesector (hierna: SLIM-regeling). De wijzigingen zijn de bekendmaking van de aanvraagtijdvakken en subsidieplafonds voor 2024, een verhoging van het maximale subsidiabele uurtarief voor externe adviseurs en twee wijzigingen in de activiteiten die voor subsidie op grond van deze regeling in aanmerking komen. Deze wijzigingen zullen in de navolgende paragrafen nader worden toegelicht.
In de SLIM-regeling zijn nu de subsidieplafonds voor het jaar 2024 opgenomen. Voor mkb-ondernemingen is in 2024 in het eerste aanvraagtijdvak € 15 miljoen beschikbaar en in het tweede aanvraagtijdvak € 13,5 miljoen. Voor samenwerkingsverbanden is in totaal € 17,5 miljoen aan subsidie beschikbaar en voor grootbedrijven in de landbouw-, horeca-, of recreatiesector € 1,2 miljoen.
De tijdvakken waarin de subsidies kunnen worden aangevraagd zijn:
– 1 maart tot en met 28 maart voor individuele mkb-ondernemers.
– 3 juni tot en met 31 juli voor samenwerkingsverbanden en grootbedrijven in de landbouw-, horeca- of recreatiesector.
– 2 september tot en met 30 september voor individuele mkb-ondernemers.
Het maximale subsidiabele uurtarief van externe adviseurs is verhoogd van € 125,– naar € 135,– per uur, exclusief btw. Het uurtarief is verhoogd om met de prijsstijgingen van de markt mee te bewegen, welk tarief bepaald is door middel van een onderzoek naar de marktconformiteit van verschillende regelingen. Dit gaat gelden voor nieuwe aanvragen die ingediend worden in het jaar 2024.
In artikel 4, eerste lid, van de SLIM-regeling staan de activiteiten die in aanmerking komen voor een subsidie op grond van de SLIM-regeling:
a. de doorlichting van de onderneming uitmondend in een opleidings- of ontwikkelplan gericht op het inzichtelijk maken van de scholingsbehoefte vanuit het perspectief van de onderneming;
b. het verkrijgen van loopbaan- of ontwikkeladviezen ten behoeve van werkenden in de onderneming, of in geval van een samenwerkingsverband werkenden in andere mkb-ondernemingen;
c. het ondersteunen en begeleiden bij het ontwikkelen of invoeren van een methode in de onderneming die werkenden in de onderneming stimuleert hun kennis, vaardigheden en beroepshouding verder te ontwikkelen tijdens het werk; of
d. het gedurende enige tijd bieden van praktijkleerplaatsen ten behoeve van een beroepsopleiding of een deel daarvan in de derde leerweg bij een erkend leerbedrijf.
Bij twee van deze activiteiten zijn wijzigingen doorgevoerd waarmee deze activiteiten nader worden afgebakend dan wel aangevuld. Het gaat hierbij om de activiteiten genoemd in de onderdelen a en c van artikel 4, eerste lid.
De activiteit in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, ’de doorlichting van de onderneming’, van de SLIM-regeling is aangevuld waardoor ook subsidie kan worden verstrekt voor doorlichtingen die zien op het inzichtelijk maken van andere ontwikkelbehoefte om de leerrijke werkomgeving te versterken. Het gaat hierbij dan in elk geval om leercultuurscans. Een leercultuurscan is een diagnose-instrument dat ondernemingen kunnen gebruiken om de eigen leercultuur te meten en analyseren. De rapportage van de leercultuurscan biedt inzicht in de mate waarin leren ondersteund en/of gestimuleerd wordt binnen de onderneming en geeft aanknopingspunten voor verdere ontwikkeling en verbetering. De inzet van een leercultuurscan en rapportage daarvan is onderdeel van een advies op maat dat uiteindelijk uitmondt in een ontwikkel- of scholingsplan vanuit het perspectief van de onderneming. Zodat de onderneming niet alleen inzicht heeft in de leercultuur, maar ook een advies kan opvolgen om de leercultuur te versterken.
Verder bleek in de praktijk de term ‘methode’ enigszins onduidelijk te zijn wanneer er nu sprake was van een ‘methode’ als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel c, van de SLIM-regeling. Om deze reden is met het nieuwe begrip ‘L&O-methode’ (in artikel 1) nader afgebakend wanneer er nu sprake is van een methode die op grond van artikel 4, eerste lid, onderdeel c, voor subsidie in aanmerking komt.
De aanvrager dient in de aanvraag duidelijk te maken hoe de L&O-methode structureel bijdraagt aan de leercultuur in de onderneming door te beschrijven hoe deze wordt ingebed en op welke manier werkenden in de onderneming nieuwe vaardigheden, kennis en beroepshouding aanleren. Het slechts beschikbaar stellen van informatie of kennis is geen L&O-methode, omdat het structurele karakter dan ontbreekt. Voorbeelden hiervan zijn eenmalige workshops, het beschikbaar stellen van een kennisbank, folders of overdrachtsdocumenten. In de L&O-methode moet een actieve component zitten, die in het teken staat van het continue leerproces van de werkende en erop gericht is iets aan te leren. Dit kan bijvoorbeeld door het invoeren van een bedrijfsschool, een online leeromgeving, een digitaal kennis- en leerportaal/platform, het ontwikkelen van leerlijnen of e-learning, een systeem van periodieke ontwikkelgesprekken of de introductie van leerambassadeurs.
Een leerambassadeur is een rechtstreekse collega van de werkvloer, die niet in een hiërarchische relatie staat tot de collega’s. Hierdoor is er een veilige omgeving om over ontwikkeling en toekomstplannen te praten. Leerambassadeurs functioneren als ‘maatje’ die hun collega’s aan de hand nemen om een stap verder te zetten als het gaat om opleiding en ontwikkeling. De leerambassadeur helpt de collega op een natuurlijke en laagdrempelige manier. Om de onafhankelijke positie te waarborgen, moeten leerambassadeurs deskundig getraind en begeleid worden en zijn de kosten voor de introductie van leerambassadeurs subsidiabel. In de aanvraag zal goed moeten worden beschreven wat de toegevoegde waarde is van het introduceren van leerambassadeurs bij de leer- en ontwikkelactiviteiten van medewerkers en de structurele inbedding daarvan in het bedrijf conform de definitie van L&O-methode. Daarnaast moet men duidelijk toelichten hoe de ontwikkeling en invoering van deze L&O-methode binnen de onderneming plaats gaat vinden. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een plan van aanpak waarbij de aanvrager concreet toelicht hoe zij de leerambassadeur binnen hun onderneming willen gaan inrichten, aanstellen en begeleiden.
Gemaakte uren van een medewerker die als leerambassadeur wordt aangesteld vallen onder de uitvoering van de L&O-methode en zijn niet subsidiabel.
Manieren om gedrag of competenties in kaart te brengen, zoals de DISC-analyse, Profile Dynamics, Baardamodel, of andere manieren, zoals SMART, PDCA, Mpop 70-20-10 leermethode, IMWR-cirkel, train-de-trainer, worden gezien als instrumenten ter ondersteuning van de invoer van een L&O-methode. Deze instrumenten zijn op zichzelf niet subsidiabel als L&O-methode.
Voor de invoer van de L&O-methode zijn onder andere begeleidingssessies en workshops subsidiabel, indien deze in redelijke verhouding staan tot de kosten van de te ontwikkelen L&O-methode en bedoeld zijn voor het testen dan wel oefenen door een selecte groep personen om te leren omgaan met de L&O-methode. Dit geldt eveneens voor een evaluatie als onderdeel van de invoer van de L&O-methode.
De wijziging van activiteit c is eveneens bedoeld om het belangrijkste doel van de regeling te benadrukken, namelijk dat de L&O-methode gericht moet zijn op het leren en ontwikkelen van werkenden in de onderneming en daarmee bijdraagt aan de leercultuur in een onderneming. Een methode die tot doel heeft verbetering of efficiëntie van bijvoorbeeld bedrijfsprocessen, of waarbij het leren en ontwikkelen van werknemers een indirect gevolg is, wordt niet gezien als een L&O-methode als bedoeld in artikel 4. Een methode die wordt ontwikkeld voor commerciële doeleinden wordt ook niet gezien als L&O-methode als bedoeld in artikel 4. Hierbij kan worden gedacht aan bijvoorbeeld lesmateriaal en -omgevingen, cursussen of trainingen die worden ontwikkeld door opleiders of andere partijen om hier geld mee te verdienen.
Er heeft een internetconsultatie plaatsgevonden van 17 oktober tot en met 3 november 2023. Er zijn in totaal 11 reacties binnengekomen op de internetconsultatie, waarvan 4 anoniem. De openbare reacties zijn afkomstig van burgers, ondernemers, een subsidieadviseur en een branchevereniging.
Er zijn veel algemene voorstellen gedaan ter verbetering van de werking van de SLIM-regeling. Deze voorstellen betroffen niet de ter consultatie aangeboden regeling en hebben daarom niet geleid tot aanpassing daarvan. Deze input zal wel worden meegenomen bij een eventueel vervolg van de regeling waarover in 2024 besloten moet worden.
Naar aanleiding van de reacties die wel betrekking hadden op deze regeling is de regeling op 2 punten aangepast:
1) Leerambassadeurs
In de toelichting stond oorspronkelijk dat leerambassadeurs getraind en begeleid moesten worden door het CNV en de FNV.
Uit de consultatie kwam echter naar voren dat er ook private bedrijven zijn die objectief mensen kunnen opleiden voor een dergelijke taak. Daarnaast werd aangegeven dat sommige Mkb’ers geen behoefte hebben aan verplichte inbreng vanuit FNV en CNV. Dit overwegende is besloten om de eis van op- en begeleiding van leerambassadeurs door FNV en CNV te laten vervallen. Onveranderd blijft echter dat leerambassadeurs een onafhankelijke positie moeten krijgen in het bedrijf. De toelichting is op dit punt aangepast en aangevuld.
2) Toevoeging van een loonstrook als onderdeel van de verplichte financiële administratie
De toevoeging van een loonstrook als vereist onderdeel van de financiële administratie was bedoeld als bevestiging dat met name de loonstrook kan worden opgevraagd ter verificatie van door de aanvrager opgevoerde uurtarieven. Uit de consultatie zijn echter andere mogelijke opties om dit te verifiëren naar voren gekomen. Om deze opties eerst nader te kunnen onderzoeken, is de voorgenomen toevoeging van ‘en een loonstrook’ aan artikel 15, derde lid, van de SLIM-regeling geschrapt.
De uitvoeringsorganisatie is gevraagd om te kijken naar de gevolgen van deze regeling voor de werkpraktijk. Gezien de aard van de wijzigingen is er geen nieuwe uitvoeringstoets nodig. Met deze wijzigingen wordt enkel de bestaande praktijk vastgelegd in regelgeving.
Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het vrijwel geen gevolgen voor de regeldruk heeft.
Zie hierboven voor een toelichting op de wijzigingen van de artikelen 1, 4, 5, 6 en 12 (onderdelen A tot en met E).
In onderdeel F wordt de zeer lange citeertitel van de regeling verkort naar de gebruikelijke afkorting van deze regeling. Daarmee wordt deze regeling voortaan kortweg de SLIM-regeling genoemd.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2023-33792.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.