Regeling van de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs van 17 november 2023, nr. PO/FenV/42024097, houdende wijziging van de Regeling subsidie expertisecentra onderwijszorg CN in verband met loon- en prijsontwikkelingen over 2023

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,

Gelet op artikel 69, tweede lid, van de Wet primair onderwijs BES, artikel 11.20, tweede lid, van de Wet voortgezet onderwijs 2020, en artikel 3.5, tweede lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES;

Besluit:

ARTIKEL I. WIJZIGING REGELING SUBSIDIE EXPERTISECENTRA ONDERWIJSZORG CN

De Regeling subsidie expertisecentra onderwijszorg CN wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘USD 381.190’ vervangen door ‘USD 403.032’.

2. In het tweede lid wordt ‘USD 376.126’ vervangen door ‘USD 397.678’.

3. In het derde lid wordt ‘USD 292.338’ vervangen door ‘USD 309.089’.

4. In het vierde lid wordt ‘USD 453,80’ vervangen door ‘USD 479,80’.

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, M.L.J. Paul

TOELICHTING

Met deze wijzigingsregeling wordt de Regeling subsidie expertisecentra onderwijszorg CN (hierna: de subsidieregeling) gewijzigd ter verwerking van een loon- en prijsbijstelling. De drie EOZ’s in Caribisch Nederland ontvangen met ingang van 2021 subsidie op grond van de subsidieregeling. De subsidie wordt per kalenderjaar vastgesteld, mede op basis van het aantal ingeschreven leerlingen en studenten op 1 oktober in het voorgaande jaar (artikel 5, derde lid). Het subsidiebedrag per EOZ bestaat op grond van artikel 5, eerste lid, van de Regeling subsidie expertisecentra onderwijszorg CN uit een bedrag per EOZ en een bedrag per leerling. Deze bedragen zijn opgenomen in artikel 6 van de subsidieregeling.

Met deze wijzigingsregeling zijn de bedragen in artikel 6 voor kalenderjaar 2024 en verder verhoogd naar aanleiding van de loon- en prijsontwikkeling over 2023. Omdat het bij de EOZ’s om vaste bedragen en bedragen per leerling gaat, kan daar geen direct onderscheid gemaakt worden tussen het loon- en prijsgevoelige gedeelte. Aangezien OCW de budgetten voor prijsaanpassing krijgt in de verhouding loon- en prijsontwikkeling op 89% tegenover 11%, is deze verhouding ook aangehouden in de ophoging van de bedragen. Omdat de loon- en prijsbijstelling wordt verwerkt tot één percentage, is dezelfde verhouding aangehouden in de opbouw van het percentage waarmee de bedragen worden verhoogd. Dit komt gezamenlijk neer op een ophoging van 5,73% op de bedragen van 2023.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, M.L.J. Paul

Naar boven