Burgermedegebruik militair luchtvaartterrein Woensdrecht ten behoeve van het NLR, Ministerie van Defensie

22 november 2023

Nummer: MLA/181/2023

Kenmerk: BS2023030959

De Minister van Defensie en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelezen het verzoek van het Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum van 10 oktober 2023;

Gelet op artikel 34, tweede lid, van de Luchtvaartwet;

Besluiten:

Artikel 1

Ten behoeve van het uitvoeren van vluchten in opdracht van het Ministerie van Defensie wordt aan het Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR) ontheffing verleend om, in afwijking van de verbodsbepaling van artikel 34, tweede lid, van de Luchtvaartwet, burgerluchtvaartuigen op te doen stijgen van of te doen landen op het militaire luchtvaartterrein Woensdrecht, op de dagen en de tijden dat dit luchtvaartterrein is opengesteld.

Artikel 2

  • 1. De Algemene en Bijzondere Voorwaarden betreffende het medegebruik van militaire luchtvaartterreinen door derden, zoals vastgesteld in de ministeriële beschikking van 8 mei 1967, nr. 202.620/11k, en laatstelijk gewijzigd bij beschikking van 26 november 1980, nr. CWL 80/028, zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat onder “de vergunning” deze beschikking dient te worden verstaan.

  • 2. De commandant van het militaire luchtvaartterrein Woensdrecht kan aanwijzingen geven voor het betreden en het gebruik van het militaire luchtvaartterrein.

Artikel 3

De ontheffing wordt verleend onder de voorwaarde dat de geluidszone van het militaire luchtvaartterrein niet wordt overschreden.

Artikel 4

  • 1. Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. Deze beschikking vervalt met ingang van 1 januari 2026 of zoveel eerder als voor het militaire luchtvaartterrein Woensdrecht een luchthavenbesluit is vastgesteld.

Deze beschikking zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Defensie, voor deze: De Directeur Militaire Luchtvaart Autoriteit, J.P. Apon Commodore

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, namens deze, De Senior Inspecteur Inspectie Leefomgeving en Transport/Luchtvaart, R. Koning

Tegen deze beschikking kunnen belanghebbenden op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen 6 weken na de dag waarop deze beschikking is bekendgemaakt, een bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift kan digitaal of schriftelijk worden ingediend. Het digitale bezwaarschrift dient te worden ingediend via www.defensie.nl/bezwaarJDV. Het schriftelijke bezwaarschrift dient te worden gericht aan de Minister van Defensie, Dienstencentrum Juridische Dienstverlening, ter attentie van de Commissie advisering bezwaarschriften Defensie, Postbus 90004, 3509 AA Utrecht. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en moet ten minste bevatten: de naam en het adres van de indiener; de dagtekening; een omschrijving van de beschikking waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar. Indien onverwijlde spoed dat vereist, is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij de president van de rechtbank die bevoegd is. In dat geval is griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat een bezwaarschrift is ingediend.

TOELICHTING

In de Luchtvaartwet wordt voor de toepassing van het bij of krachtens de Luchtvaartwet bepaalde verstaan onder “Onze Minister” wat betreft de burgerluchtvaart en de algemene verkeersveiligheid in de lucht, de Minister van Verkeer en Milieu (de huidige Minister van Infrastructuur en Waterstaat). Wat de militaire luchtvaart betreft, wordt onder “Onze Minister” de Minister van Defensie verstaan. Op een verzoek tot medegebruik van een militair luchtvaartterrein door burgerluchtvaartuigen zullen beide Ministers toestemming moeten geven.

Door middel van deze ontheffing wordt aan het Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR) ontheffing verleend om, in afwijking van de verbodsbepaling van artikel 34, tweede lid, van de Luchtvaartwet, burgerluchtvaartuigen op te doen stijgen van of te doen landen op het militaire luchtvaartterrein Woensdrecht, op de dagen en de tijden dat dit luchtvaartterrein is opengesteld.

Hoewel artikel 34 van de Luchtvaartwet is vervallen, geldt het artikel volgens de overgangsbepaling van de Regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens (RBML, Stb. 2008, 561) nog wel voor luchtvaartterreinen waarvan de aanwijzing is gebaseerd op de Luchtvaartwet en nog niet op de Wet luchtvaart. Deze situatie is van toepassing op het militaire luchtvaartterrein Woensdrecht. Ingevolge de RBML wordt het onder de Luchtvaartwet geldende regime van aanwijzing van luchtvaartterreinen gaandeweg vervangen door het in de Wet luchtvaart neergelegde systeem waarin luchthavens gestalte krijgen door middel van een luchthavenbesluit. Bij wet van 2 juni 2021, houdende verlenging van de termijn gedurende welke aanwijzingen krachtens de Luchtvaartwet van militaire luchtvaartterreinen hun geldigheid behouden en invoering van een jaarlijkse rapportageplicht (Stb. 2021, 282), is de datum waarop luchthavenbesluiten van kracht moeten zijn, gewijzigd in 1 januari 2030. Daarom blijft voor het militaire luchtvaartterrein Woensdrecht voorlopig de mogelijkheid bestaan om een ontheffing af te geven op basis van artikel 34 van de Luchtvaartwet. Vanuit operationele overwegingen is ervoor gekozen de ontheffing voor het NLR een geldigheidsduur te geven tot en met 31 december 2025. Voor de jaren daarna kan door het NLR een nieuwe vergunning worden aangevraagd op basis van artikel 34 van de Luchtvaartwet. Echter, zodra een luchthavenbesluit is vastgesteld, zal een einde komen aan de reeds aangehaalde overgangsperiode en daarmee het medegebruik op grond van de ontheffingensystematiek van de Luchtvaartwet. Vanaf dat moment zal voor het medegebruik van het militaire luchtvaartterrein Woensdrecht door het NLR een vergunning dienen te worden aangevraagd op basis van artikel 10.27 van de Wet luchtvaart.

Ten aanzien van de geluidsbelasting is het volgende van belang. Wanneer luchtvaartuigen van NLR starten of landen op militaire luchtvaartterreinen worden deze vliegtuigbewegingen worden meegenomen in de berekening van de geluidsbelasting in Kosteneenheden. De gegevens omtrent het feitelijk gebruik van militaire luchtvaartterreinen worden jaarlijks herleid tot contouren die de actuele geluidsbelasting in dat jaar weergeven.

Naar boven