Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 27 november 2023, nr. IENW/BSK-2023/351652, tot wijziging van de Tijdelijke regeling strikt preferentieel baangebruik Schiphol

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 8.23a, eerste lid, van de Wet luchtvaart;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Artikel 11, eerste lid, van de Tijdelijke regeling strikt preferentieel baangebruik Schiphol, wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Deze regeling treedt in werking op een bij ministerieel besluit te bepalen tijdstip.

2. Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Een ministerieel besluit als bedoeld in het eerste lid wordt in de Staatscourant bekendgemaakt.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

TOELICHTING

Inleiding

Met de onderhavige regeling wordt een wijziging aangebracht in artikel 11 van de Tijdelijke regeling strikt preferentieel baangebruik Schiphol1 (hierna: de Experimenteerregeling). Deze wijziging heeft tot gevolg dat de datum waarop deze regeling in werking treedt wordt uitgesteld tot een nader bij ministerieel besluit te bepalen moment.

Hoofdlijnenbrief Schiphol

Op 24 juni 2022 heeft het kabinet het Hoofdlijnenbesluit Schiphol genomen om te werken aan een nieuwe balans tussen het belang van een internationale luchthaven voor Nederland en de kwaliteit van de leefomgeving, specifiek voor omwonenden.2 Onderdeel van dit besluit is het stoppen met anticiperend handhaven. Dit houdt in dat in het geval van een overschrijding van een of meer van de grenswaarden voor geluid in de handhavingspunten, zoals deze zijn vastgesteld in het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol (hierna: LVB), geen maatregel op grond van artikel 8.22 van de Wet luchtvaart wordt genomen door de Inspectie Leefomgeving en Transport (hierna: ILT), wanneer deze overschrijding het gevolg is van het uitvoeren van de (baangebruiks)regels van het Nieuw Normen- en Handhavingsstelsel voor Schiphol (hierna: NNHS).3

In de Hoofdlijnenbrief is tevens opgenomen dat, ondanks het beëindigen van het anticiperend handhaven, wel wordt vastgehouden aan de bestaande toepassing van de regels voor het strikt preferentieel baangebruik van het NNHS. Dit is echter niet vastgelegd in het LVB. Daarom is ervoor gekozen deze regels vast te leggen in een krachtens artikel 8.23a van de Wet luchtvaart vastgestelde experimenteerregeling. Op grond van deze regeling wordt het strikt preferentieel baangebruik gecombineerd met de toepassing van grenswaarden voor geluid in handhavingspunten. Het beëindigen van anticiperend handhaven en de vaststelling van de Experimenteerregeling vormen samen spoor 1 van het Hoofdlijnenbesluit Schiphol.

Voorzien was dat de Experimenteerregeling in werking zou treden op 31 maart 2024. Naar aanleiding van een brief van de Europese Commissie tezamen met een nog lopende cassatieprocedure bij de Hoge Raad heeft echter een hernieuwde belangenafweging plaatsgevonden. Besloten is dat spoor 1 wordt opgeschort. De inwerkingtreding van de regeling wordt daarom uitgesteld.

Gerechtelijke procedure

Diverse partijen hebben in kort geding de voorzieningenrechter gevraagd om de Staat te verbieden om 1) het anticiperend handhaven te beëindigen en 2) de Experimenteerregeling vast te stellen vanwege strijdigheid met Europees recht. Nadat de vorderingen in eerste aanleg waren toegewezen, heeft het gerechtshof Amsterdam in haar arrest d.d. 7 juli 2023 de vorderingen alsnog afgewezen. De eisende partijen zijn vervolgens in cassatie gegaan tegen het arrest van het gerechtshof Amsterdam. Deze cassatieprocedure loopt nog. Het arrest van de Hoge Raad wordt niet voor het tweede kwartaal van 2024 verwacht.

Brief van de Europese Commissie

Op 13 november 2023 is een brief ontvangen van de Europees Commissaris voor Transport, mevr. Vălean, waarin ernstige zorgen worden overgebracht over het niet volgen van de balanced approach-procedure voor de uitvoering van spoor 1. In deze brief wordt gesteld dat de Europese Commissie zich nadrukkelijk het recht voorbehoudt een infractieprocedure tegen Nederland te starten in de eerstvolgende infractieronde, wegens het in haar ogen niet naleven van Europese regelgeving. Nederland wordt dringend opgeroepen alle mogelijke stappen te nemen om overeenstemming met het Europees recht te verzekeren.

Opschorting inwerkingtreding Experimenteerregeling

Na de brief van de Europese Commissie is opnieuw afgewogen of het cassatieberoep moet worden afgewacht voordat kan worden gestopt met het anticiperend handhaven, mede omdat de verhouding tot het Europees recht ook onderdeel is van de hierboven genoemde procedure bij de Hoge Raad.

Vervolgens is besloten om de inwerkingtreding van de Experimenteerregeling op te schorten, dat wil zeggen dat de inwerkingtreding wordt uitgesteld tot een nader bij ministerieel besluit te bepalen moment. Het ministerieel besluit waarin het nieuwe moment van inwerkingtreding van de Experimenteerregeling zal worden aangegeven wordt te zijner tijd in de Staatscourant geplaatst.

Toezicht en handhaving

De Inspectie Leefomgeving en Transport zal worden verzocht om het anticiperend handhaven van het geldende Luchthavenverkeerbesluit uit 2008 tot nader bericht te continueren per 31 maart 2024. Dit betekent dat bij overschrijding van een grenswaarde voor geluid in een handhavingspunt geen maatregel op grond van artikel 8.22 Wet luchtvaart wordt opgelegd, indien blijkt dat de overschrijding het gevolg is van de toepassing van de regels uit het Nieuw Normen- en Handhavingsstelsel behorende bij strikt preferentieel baangebruik tot een maximum aantal vliegtuigbewegingen van 500.000 voor handelsverkeer per gebruiksjaar.

Inwerkingtreding

Deze wijzigingsregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Aangezien hier sprake is van spoedregelgeving wordt daarbij afgeweken van het systeem van vaste verandermomenten (VVM).

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers


X Noot
2

Kamerstukken II 2021/22, 29 665, nr. 432.

X Noot
3

Memorie van toelichting bij de wijziging van de Wet luchtvaart in verband met het NNHS (Kamerstukken II 2014/2015, 34.098, nr. 3).

Naar boven