Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 22 november 2023, kenmerk 3722039-1056660-J, houdende een wijziging van de Subsidieregeling opvang kinderen van ouders met trekkend/varend bestaan ter compensatie van de gestegen energiekosten 2023

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling opvang kinderen van ouders met een trekkend/varend bestaan wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 5, wordt artikel 5a toegevoegd, dat luidt:

Artikel 5a. Meerkosten energie

  • 1. De minister kan de instellingssubsidie voor het kalenderjaar 2023 ambtshalve herzien voor meerkosten energie 2023.

  • 2. De meerkosten energie 2023 bedraagt voor:

    • a. Stichting Meander: € 352.000,–,; en

    • b. Stichting Limena € 18.000,–.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen

TOELICHTING

1. Algemeen

Op grond van de Subsidieregeling opvang kinderen van ouders met een trekkend/varend bestaan (hierna: de Regeling) kan subsidie worden verstrekt voor het huisvesten, verzorgen en opvoeden van kinderen of pleegkinderen van binnenschippers, kermisexploitanten en circusartiesten.

De regeling tot wijziging van de Regeling (hierna: de wijzigingsregeling) maakt het mogelijk om de instellingssubsidie voor het subsidiejaar 2023 van de schippersinternaten Meander en Limena eenmalig te verhogen in verband met de gestegen energiekosten.

De schippersinternaten hebben veelal te maken met oudere grote panden, waardoor een stijging van de energieprijzen hun relatief meer raakt. De extra kosten die de schippersinternaten kwijt zijn aan energie, onder andere door de stijgende energieprijzen worden onvoldoende in de subsidie en de jaarlijkse indexatie van de subsidie opgevangen. Met de mogelijkheid tot het verlenen van extra subsidiemiddelen wordt de druk op hun exploitatie als gevolg van de stijgende energiekosten verminderd.

Regeldruk

De herziening is ambtshalve. Hiertoe zal aan beide exploitanten een herzieningsbeschikking van de instellingssubsidie 2023 worden afgegeven; zij hoeven daartoe geen verzoek te doen. De verleende bedragen zullen bij het vaststellen van de instellingsubsidie 2023 betrokken worden en veroorzaken voor de exploitanten dus geen extra regeldruk.

Staatssteun

In 2021 is bij de verlenging van de subsidieregeling waarop deze wijziging betrekking heeft, geoordeeld dat bij ontstentenis van een markt voor de diensten waarop de regeling betrekking heeft, geen sprake is van staatsteun voor de internaten. Er zijn geen redenen om nu anders te oordelen, met name niet omdat het aantal kinderen dat gebruik maakt van de subsidiabele diensten sedertdien is afgenomen, zoals destijds ook al voorspeld werd.

Evenmin is er aanleiding om de conclusie dat geen sprake is van indirecte staatsteun aan de ouders wier kinderen verblijven op de internaten, bij te stellen.

Met het gedeeltelijk vergoeden van de meerkosten energie 2023 is daarom geen sprake van staatssteun.

Financiële gevolgen

Het doel van de eenmalige verhoging van de instellingssubsidie 2023 is om een financiële tegemoetkoming te verstrekken waarmee voor de schippersinternaten de druk op hun exploitatie als gevolg van de stijgende energiekosten te verminderen. Door het hanteren van vaste bedragen per exploitant zijn de financiële gevolgen daartoe beperkt.

Deze bedragen zijn vastgesteld aan de hand een opgave van de kosten van het energieverbruik in 2021 en de verwachte kosten van het energieverbruik in 2023. Op dat laatste bedrag zijn de verwachte bijdragen van derden – in de vorm van bijvoorbeeld de teruggaaf energiebelasting instellingen en andere Rijks- en gemeentelijke bijdragen in de energiekosten – in aftrek gebracht. Ook is het uitgangspunt dat de exploitanten een deel van de extra energiekosten 2023 op een andere wijze dan door deze ophoging van de instellingssubsidie financieren.

Een methode waarbij per locatie de extra energiekosten 2023 worden berekend door middel van een formule bij aanvraag, werd vanwege de daarmee samenhangende complexe administratieve eisen als slecht uitvoerbaar beoordeeld. Er zijn per exploitant immers meerdere internaten (gebouwen of samenstellen van gebouwen waarin kinderen huisvesting, verzorging en opvoeding wordt geboden of een gezinshuis), elk met eigen financiële omstandigheden en bijzonderheden. Met de vastgestelde bedragen wordt evenwel naar verwachting een doelmatige tegemoetkoming verstrekt.

Omdat de herziening een aanvulling is op de reeds verleende instellingssubsidie 2023, zal bij de vaststelling een eventueel batig saldo kunnen worden toegevoegd aan de egalisatiereserve of, voor zover het toegestane maximale bedrag van de egalisatiereserve overschreden wordt, terugbetaald moeten worden.

2. Artikelsgewijs

Artikel 1

Onderdeel A

De herziening is ambtshalve. In artikel 5a, tweede lid, zijn de beschikbare bedragen van de extra instellingssubsidie 2023 per exploitant vermeld. De methode aan de hand waarvan deze bedragen werden vastgesteld, is in de paragraaf over de financiële gevolgen besproken.

Artikel 2

In afwijking van de systematiek van vaste verandermomenten bij regelgeving en de minimale termijn tussen publicatie en inwerkingtreding van de regeling (zoals opgenomen in aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving), treedt deze regeling in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Hiervoor is gekozen om de aanvulling op de instellingssubsidie zo snel mogelijk te kunnen verlenen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen

Naar boven