Besluit van de inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 21 november 2023 tot vaststelling van het Specifiek interventiebeleid tatoeëren, piercen en tatoeagekleurstoffen (IB02-SPEC 59, versie 02)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 25 van de Warenwet, artikel 10, eerste lid onder d en artikel 13a van de Mandaatregeling VWS en het Algemeen Interventiebeleid Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

Besluit vast te stellen de volgende beleidsregel:

1 Onderwerp

Het specifiek interventiebeleid tatoeëren, piercen en tatoeagekleurstoffen beschrijft de klasseindeling en interventies voor specifieke overtredingen in het toezichtdomein tatoeëren en piercen en geeft daarmee invulling aan het algemeen interventiebeleid NVWA-IB02.

Overtredingen die door de inspecteur/toezichthouder worden waargenomen en die niet in deze beleidsregel zijn opgenomen, worden voorgelegd aan de Afdeling Expertise van de Directie Handhaven van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

2 Begrippen

2.1 Definities

Hieronder is een aantal specifieke definities opgenomen in aanvulling op de definities en begrippen uit het algemeen interventiebeleid NVWA-IB02.

Ernstig letsel / ernstige gezondheidsschade 1

Alle vormen van verwonding of ziekte die ingrijpende en nadelige, mogelijk blijvende gevolgen hebben voor personen en waarvoor professionele medische behandeling nodig is. Hieronder wordt mede verstaan zwaar lichamelijk letsel / gezondheidsschade en lichamelijk letsel / gezondheidsschade zoals bedoeld in artikel 82 resp. artikel 308 van het Wetboek van Strafrecht.

Letsel / gezondheidsschade

Alle vormen van verwonding of ziekte die geringe nadelige gevolgen hebben voor personen en waarvoor geen professionele medische behandeling nodig is.

Formele wettelijke eis

Een in een wettelijk voorschrift vastgelegde eis gericht op de procedures die in acht moeten zijn genomen om te waarborgen, aantoonbaar en controleerbaar te maken dat een veilig en traceerbaar product in de handel is gebracht of wordt gebruikt.

Kwantitatieve eis

Een kwantitatieve eis is een eis die betrekking heeft op eigenschappen, stoffen, onderdelen of voorzieningen die in een bepaalde mate of hoedanigheid aanwezig moeten zijn of juist een bepaalde waarde niet mogen overschrijden.

Voorbeeld: Een bepaalde chemische stof mag niet aanwezig zijn of slechts in een bepaalde hoeveelheid aanwezig zijn in een tatoeagekleurstof.

Veiligheidscode

Een door de minister aangewezen richtlijn voor het veilig gebruik van tatoeage- of piercingmateriaal die als leidraad kan dienen voor de naleving van artikel 6 van het Warenwetbesluit tatoeëren en piercen. Voor dit toezichtdomein zijn de geldende veiligheidscodes vastgelegd in de Warenwetregeling veiligheidscodes tatoeëren en piercen.

Producten

Producten zijn waren (roerende zaken respectievelijk technische voortbrengselen) in de zin van de Warenwet.

Risico

Risico is het product van kans (op letsel of gezondheidsschade) en ernst van het effect (ernst van het letsel of de gezondheidsschade).

Publiekswaarschuwing

Een publiekswaarschuwing is de openbare publicatie door een marktdeelnemer met als doel de houders/eigenaren van onveilige, dan wel ondeugdelijke waren of producten te informeren over de onveiligheid, dan wel ondeugdelijkheid van de waar of het product (ex art. 21, eerste lid van de Warenwet).

Terugroepactie

De terugroepactie is het geheel aan acties door een marktdeelnemer met als doel onveilige respectievelijk c.q. ondeugdelijke waren of producten terug te nemen van de houder/eigenaar (ex art. 21, tweede lid van de Warenwet).

2.2 Gebruikte afkortingen

AIB

Algemeen interventiebeleid van de NVWA-IB02

NL

Nederland

NVWA

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

SW

Schriftelijke Waarschuwing

SPEC

Specifiek

RvB

Rapport van Bevindingen

VWS

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

WvSr

Wetboek van Strafrecht

WW

Warenwet

2.3 Wettelijke basis

Op het werkterrein tatoeëren, piercen en tatoeagekleurstoffen gelden zowel Europese als nationale regels. De wettelijke basis voor het specifiek interventiebeleid is:

  • Warenwet, artikel 24

  • Warenwetbesluit tatoeëren en piercen

  • Warenwetregeling tatoeëren en piercen

  • Warenwetbesluit tatoeagekleurstoffen

  • Warenwetregeling vrijstelling vergunningplicht tatoeëren en piercen

  • Warenwetregeling veiligheidscodes tatoeëren en piercen

  • Warenwetbesluit algemene chemische productveiligheid

  • Warenwetregeling algemene chemische productveiligheid

  • Verordening (EG) 1907/2006 (REACH), in het bijzonder entry 75 van bijlage XVII

3 Werkwijze

3.1 Het bepalen van de ernst van de overtreding

Overtredingen worden ingedeeld naar de klassen zoals gedefinieerd in het AIB.

Als gevolg van onveilige producten kan direct letsel en/of gezondheidsschade ontstaan, maar het letsel of de gezondheidsschade kan ook pas na verloop van tijd optreden. In bijzonder geldt dat voor gezondheidsschade ten gevolge van chemische of microbiologische gevaren. Uitgangspunt van het Specifiek interventiebeleid tatoeëren, piercen en tatoeagekleurstoffen is dat de ernst van de mogelijke gevolgen van een tekortkoming aan een product bepalend is voor de indeling van de overtreding in klassen, ongeacht of die gevolgen direct of pas na verloop van tijd optreden.

Tenzij in dit specifieke interventiebeleid anders is bepaald, geldt het volgende:

  • Er is sprake van een klasse B overtreding wanneer een tekortkoming ten opzichte van een wettelijke eis aan een product dat wordt verhandeld of gebruikt in een realistisch scenario tot een ernstig letsel of ernstige gezondheidsschade kan leiden. Er is tevens sprake van een klasse B overtreding wanneer niet is voldaan aan meerdere formele wettelijke eisen en de tekortkomingen kunnen leiden tot onvoldoende waarborg op veilige en/of traceerbare consumentenproducten;

  • Er is sprake van een klasse C overtreding wanneer een tekortkoming ten opzichte van een wettelijke eis aan een product dat wordt verhandeld of gebruikt in een realistisch scenario tot een letsel of gezondheidsschade kan leiden. Ook wordt een klasse C overtreding gebruikt wanneer niet is voldaan aan een formele wettelijke eis en de tekortkoming kan leiden tot onvoldoende waarborg op veilige en traceerbare consumentenproducten;

  • Er is sprake van een klasse D overtreding wanneer een tekortkoming ten opzichte van een wettelijke eis aan een product dat wordt verhandeld of gebruikt in een realistisch scenario geen letsel of gezondheidsschade kan veroorzaken. Daarnaast is tevens sprake van een klasse D overtreding wanneer niet is voldaan aan een formele wettelijke eis, maar de tekortkoming geen of zeer geringe gevolgen kan hebben voor de veiligheid en traceerbaarheid van consumentenproducten.

Een aantal normen zijn in 2 of meer overtredingsklassen (B, C en/of D) ingedeeld, omdat de mogelijkheid tot beoordeling van de ernst van de overtreding afhankelijk is van de feiten en omstandigheden van het geval. De inspecteur zal op basis van de feiten en omstandigheden de overtredingsklasse hanteren die behoort bij de ernst van de mogelijke gezondheidsschade.

De bijlage van dit specifiek interventiebeleid is te vinden op de internetpagina van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (www.nvwa.nl/interventiebeleid). In de bijlage zijn de bepalingen van de geldende wetgeving ingedeeld in een overtredingsklasse met bijbehorende interventie(s).

Afwijken van de in dit document voorgeschreven interventie is alleen mogelijk in overleg met, en na akkoord van, de teamleider en (een) senior inspecteur. De onderbouwing van de reden om af te wijken wordt vastgelegd.

3.2 Het bepalen van interventies bij een overtreding

3.2.1 Corrigerende interventie

Corrigerende interventies kunnen naast of in plaats van sanctionerende interventies worden ingezet. Bij een overtreding wordt in alle gevallen de instructie gegeven om zo snel mogelijk een einde te maken aan de overtredingstoestand en de nodige corrigerende actie(s) uit te voeren. Voor welke corrigerende interventie gekozen wordt verschilt van geval tot geval. Voorbeelden van corrigerende interventies die kunnen worden opgelegd, zijn het uit de markt halen van een onveilig product, een publiekswaarschuwing of een terugroepactie. Specifiek voor het toezichtdomein tatoeëren en piercen kan ook in overleg met de GGD besloten worden om de afgegeven vergunning voor het gebruik van tatoeage en piercingmateriaal weer in te trekken.

3.2.2 Sanctionerende interventie

Overtredingen van de Warenwet worden doorgaans bestuurlijk beboet. In voorkomende gevallen kan echter ook proces-verbaal worden opgemaakt. Aan het Openbaar Ministerie worden slechts overtredingen voorgelegd indien de ernst van de overtreding of de omstandigheden waaronder zij is begaan daartoe aanleiding geven. De NVWA treedt met name in overleg met het Openbaar Ministerie over mogelijke gevallen van:

  • Moedwillig begane overtredingen (opzettelijk, calculerend gedrag);

  • Bij incidenten waarbij personen letsel hebben opgelopen;

  • Frauduleus handelen; of

  • Stelselmatige overtredingen.

Ook worden aan het Openbaar Ministerie overtredingen voorgelegd indien daarvoor op basis van de Wet op de economische delicten een hogere geldboete kan worden opgelegd dan de voorziene bestuurlijke boete, en:

  • Indien de opzettelijke of roekeloze overtreding een direct gevaar voor de gezondheid of veiligheid van de mens tot gevolg heeft óf

  • De in de bijlage ter zake van de overtreding voorziene bestuurlijke boete aanmerkelijk wordt overschreden door het met de overtreding behaalde economisch voordeel (artikel 32a, derde lid, Warenwet).

Strafrechtelijke afdoening is niet voorbehouden aan een vooraf aan te geven overtreding van een bepaald voorschrift, maar kan in beginsel bij alle overtredingen van de bij of krachtens de Warenwet gestelde voorschriften noodzakelijk zijn.

De kolommen ‘interventie bij eerste overtreding’ en ‘interventie bij herhaalde overtreding’ in de interventiematrix van dit document vermelden voornamelijk de bestuurlijke boete als sanctionerende interventie die doorgaans wordt toegepast. Dit laat onverlet dat, als een overtreding zowel bestuursrechtelijk als strafrechtelijk kan worden afgedaan, op grond van de specifieke feiten en omstandigheden kan worden besloten om in plaats van een bestuurlijke boete een proces-verbaal op te maken ten behoeve van strafrechtelijke afdoening. Behoudens een aantal specifieke gevallen is op voorhand niet in de interventiematrix aan te geven wanneer wordt overgegaan tot een strafrechtelijke sanctionerende interventie. Daarom vormt deze paragraaf een aanvulling op de inhoud van de interventiematrix.

In alle gevallen geldt overigens dat een strafrechtelijke sanctionerende interventie (een proces-verbaal) te allen tijde kan worden gecombineerd met een bestuursrechtelijke corrigerende interventie (een herstelmaatregel).

3.3 Herhaalde overtreding en verscherpt toezicht

Herhaalde overtreding

Er is sprake van een herhaalde overtreding binnen de context van het toezichtdomein tatoeëren en piercen wanneer tijdens een (her)inspectie opnieuw een overtreding van dezelfde wetgeving wordt vastgesteld, waarbij eenzelfde of een ander product betrokken is dat dezelfde of een soortgelijke tekortkoming vertoont als waarvoor tegen de overtreder in de daaraan voorafgaande periode van 3 jaar reeds een interventie werd toegepast.

Herinspectie

Na het constateren van een overtreding klasse B of C kan een herinspectie worden uitgevoerd om na te gaan of gemaakte afspraken over het opheffen van de overtreding zijn nagekomen.

3.4 Internettoezicht

Op internet worden op handelssites (digitale platforms) geregeld advertenties geplaatst met verboden content. De NVWA kan in die gevallen gegevens bij zowel de aanbieder als de beheerder van de handelssite vorderen op basis van de Algemene wet bestuursrecht. Beheerders van handelssites kunnen de NVWA alternatieven bieden om te interveniëren, zoals het verwijderen van advertenties. In dergelijke gevallen kan de NVWA volstaan met nalevingshulp aan de aanbieder bijvoorbeeld vlak nadat de advertentie is verwijderd. Is er sprake van herhaling dan kunnen alsnog gegevens worden gevorderd en kan worden opgeschaald in de handhaving.

4 Arbo, milieu en veiligheid

Niet van toepassing.

5 Divers

Vervanging

Deze beleidsregel is een herziening van het op 1 augustus 2021 in werking getreden Specifiek Interventiebeleid NVWA Tatoeëren en piercen (IB02-SPEC 59, versie 01). Deze versie van het specifiek interventiebeleid vervalt bij inwerkingtreding van deze beleidsregel.

Inhoudelijk zijn de interventies met betrekking tot veilig en hygiënisch werken in lijn gebracht met de recent aangewezen veiligheidscodes. Ook zijn de wetswijzigingen rondom tatoeagekleurstoffen verwerkt. Inhoudelijk is de voornaamste wijziging dat de NVWA bij het aantreffen van een ingerichte ruimte geen onderscheid meer maakt tussen locaties die geen vergunning hadden of waar de vergunning van is verlopen. Dit is een verzwaring ten opzichte van v01 van het interventiebeleid. Tot slot zijn enkele begrippen en overtredingen tekstueel verduidelijkt. Het Word-document en de bijlage zijn ingericht volgens een uniforme opzet, geldend voor alle domeinen.

Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘Specifiek interventiebeleid NVWA Tatoeëren en piercen (IB02-SPEC 59, versie 02)’.

Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 15 december 2023

Bijlage

De bijlage van dit specifiek interventiebeleid is te vinden op de internetpagina van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (www.nvwa.nl/interventiebeleid).

Deze beleidsregel wordt in de Staatscourant geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, namens deze: De inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit


X Noot
1

Bij de inschatting welk letsel of welke gezondheidsschade kan worden veroorzaakt, wordt uitgegaan van de ongunstigste situatie die redelijkerwijs in een realistisch scenario kan ontstaan. Ook wordt hieronder begrepen indirect letsel of indirect ernstig letsel dat kan worden veroorzaakt door schade aan producten.

Naar boven