Regeling van de Minister van Financiën van 21 november 2023, houdende regels over de begroting en de verantwoording van het Rijk voor het jaar 2024 en de door de Minister van Financiën vast te stellen bedragen (Regeling rijksbegrotingsvoorschriften 2024)

De Minister van Financiën,

Gelet op artikel 4.20, eerste lid, aanhef en onder a tot en met d en f, van de Comptabiliteitswet 2016;

Besluit:

§ 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Door de Minister van Financiën vast te stellen bedragen

De bedragen in bijlage A van deze regeling zijn de door de Minister van Financiën vastgestelde bedragen voor het schriftelijk informeren van de Kamers der Staten-Generaal van voornemens tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, bedoeld in artikel 4.7, eerste lid, onder a tot en met d, van de Comptabiliteitswet 2016.

Artikel 2 Regels over de begroting en de verantwoording van het Rijk

De regels in bijlage B (https://rbv.rijksfinancien.nl) van deze regeling hebben betrekking op de begroting en de verantwoording van het Rijk, bedoeld in artikel 4.20, eerste lid, aanhef en onder a tot en met d, van de Comptabiliteitswet 2016.

§ 2 Bijzondere bepalingen

Artikel 3 Afwijkingen

In bijzondere gevallen kan in overeenstemming met de Minister van Financiën worden afgeweken van de bepalingen van deze regeling.

§ 3 Slotbepalingen

Artikel 4 Overgangsrecht

De Regeling rijksbegrotingsvoorschriften 2023 wordt ingetrokken, met dien verstande dat de bepalingen van deze regeling van toepassing blijven op de voorstellen van wet inzake de suppletoire begrotingsstaten en de slotverschillen inzake het begrotingsjaar 2023 voor zover deze wetsvoorstellen nog niet bij wet zijn vastgesteld.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

Artikel 6 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling rijksbegrotingsvoorschriften 2024.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering van bijlage B, die via de website betreffende de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën (https://rbv.rijksfinancien.nl) openbaar wordt gemaakt.

De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag

TOELICHTING

Algemeen

De onderhavige regeling bevat voorschriften over de inrichting van de begroting, de uitvoering van de begroting en de verantwoording van het Rijk. Dit betekent dat deze voorschriften van toepassing zijn op alle onderdelen van het Rijk ofwel alle onderdelen die tot de publiekrechtelijke rechtspersoon de Staat der Nederlanden behoren.

De regeling rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) is een nadere uitwerking van artikel 4.20, eerste lid, aanhef en onder a tot en met d en f, van de Comptabiliteitswet 2016. Deze artikelleden regelen de bevoegdheid van de Minister van Financiën om voor het Rijk regels te stellen over:

  • het inrichten van de rijksbegroting, bedoeld in artikel 2.1, en van de verantwoording van het Rijk, bedoeld in artikel 2.29 van de Comptabiliteitswet 2016;

  • het begrotings- en het verantwoordingsproces;

    de begrotings- en de verantwoordingsinformatie;

    het begrotingsbeheer en het financieel beheer;

  • het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen namens de Staat, bedoeld in bijlage A van deze regeling.

Het doel van de RBV is om de inhoud en de procedure van de begroting en de verantwoording van het Rijk te uniformeren en te verbeteren. De nodige voorschriften voor de begrotingen, jaarverslagen en de bijbehorende bijlagen van de ministeries, hoge colleges, begrotingsfondsen en programmabegrotingen worden daarom jaarlijks naar aanleiding van politieke en bestuurlijke wensen geactualiseerd en via bijlage B (https://rbv.rijksfinancien.nl) openbaar gemaakt.

Artikel 1 van de RBV regelt de door de Minister van Financiën vastgestelde bedragen in bijlage A inzake het schriftelijk informeren van het parlement over de voornemens van de Ministers tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, conform artikel 4.7, eerste lid, onder a tot en met d, van de Comptabiliteitswet 2016.

Artikel 2 heeft betrekking op de regels over de begroting en verantwoording van het Rijk, zoals in bijlage B (https://rbv.rijksfinancien.nl) zijn voorgeschreven.

Artikel 3 van deze regeling bepaalt dat in bijzondere gevallen met instemming van de Minister van Financiën kan worden afgeweken van de voorschriften van deze regeling.

Artikel 4 regelt het overgangsrecht.

De Regeling rijksbegrotingsvoorschriften 2024 is ambtelijk met de Algemene Rekenkamer afgestemd. Relevante suggesties zijn op de website (in bijlage B) doorgevoerd.

De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag

BIJLAGE A BIJ DE REGELING RIJKSBEGROTINGSVOORSCHRIFTEN 2024 BETREFFENDE DE DOOR DE MINISTER VAN FINANCIËN VAST TE STELLEN BEDRAGEN

Gelet op artikel 1 van de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften 2024:

Omschrijving regeling en onderwerp

Artikelnummer uit de CW 2016

Bedragen (inclusief eventuele BTW)

Comptabiliteitswet 2016 (CW 2016)

   

Het schriftelijk ter kennis brengen aan het parlement van het voornemen tot het verrichten van een privaatrechtelijke rechtshandeling, bedoeld in artikel 4.7, eerste lid, aanhef en onder a, van de Comptabiliteitswet 2016:

4.7, derde lid, onder e, juncto

Meer dan

€ 0

• het oprichten, mede oprichten of het doen oprichten van een privaatrechtelijke rechtspersoon.

4.7, eerste lid, onder a,

 

Het schriftelijk ter kennis brengen aan het parlement van het voornemen tot het verrichten van een privaatrechtelijke rechtshandeling, bedoeld in artikel 4.7, eerste lid, aanhef en onder b tot en met d, van de Comptabiliteitswet 2016:

4.7, derde lid, onder e, juncto

Meer dan € 5.000.000

• het verstrekken van eigen vermogen, het overnemen van schuldtitels of aandelen of het overnemen van risico’s van financiële activa, indien dat overnemen bedoeld is ter versterking van de solvabiliteit van de privaatrechtelijke rechtspersoon.

4.7, eerste lid, aanhef, onder b tot en met d,

 
Naar boven