Besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 6 december 2023, nr. IENW/BSK-2023/343977, tot wijziging van het Mandaatbesluit Bureau Sanering Verkeerslawaai 2014 in verband met de inwerkingtreding van de Omgevingswet, de uitvoering van de Regeling sanering verkeerslawaai 2024 en het vervallen van een aantal regelingen en rechtsfiguren

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 10:3, 10:4, eerste lid, en 10:9, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3:79 van het Burgerlijk Wetboek;

Gezien de schriftelijke instemming van het hoofd van Bureau Sanering Verkeerslawaai van 10 november 2023, referentie: IENW/BSK-2023/343975;

BESLUITEN:

ARTIKEL I

Het Mandaatbesluit Bureau Sanering Verkeerslawaai 2014 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 komt te luiden:

Aan het hoofd van Bureau Sanering Verkeerslawaai en zijn plaatsvervanger worden mandaat en volmacht verleend tot het nemen van besluiten en het sluiten van overeenkomsten in het kader van de uitvoering van de Subsidieregeling sanering verkeerslawaai en de Regeling sanering verkeerslawaai 2024.

B

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

Aan het hoofd van Bureau Sanering Verkeerslawaai en zijn plaatsvervanger worden mandaat en volmacht verleend tot:

  • a. het wijzigen van geluidproductieplafonds op grond van artikel 11.28 of artikel 11.63 van de Wet milieubeheer, in het geval deze wijzigingen niet samenhangen met een tracébesluit, voor zover dat is toegestaan op grond van artikel 3.1, eerste lid, onderscheidenlijk artikel 3.3, tweede lid, van de Aanvullingswet geluid Omgevingswet;

  • b. het doen van de mededeling als bedoeld in artikel 11.36 van de Wet milieubeheer, voor zover dat is toegestaan op grond van artikel 3.1, tweede lid, van de Aanvullingswet geluid Omgevingswet;

  • c. het vaststellen van een andere termijn, bedoeld in artikel 11.38 en artikel 11.64 van de Wet milieubeheer, voor zover dat is toegestaan op grond van artikel 3.1, tweede lid respectievelijk artikel 3.3, tweede lid, van de Aanvullingswet geluid Omgevingswet;

  • d. het zenden van afschriften van besluiten en het doen van mededelingen in het kader van de artikelen 11.53 en 11.65 van de Wet milieubeheer aan de Dienst voor het kadaster en de openbare registers, voor zover dat is toegestaan op grond van artikel 3.1, eerste lid, van de Aanvullingswet geluid Omgevingswet, respectievelijk artikel 3.3, tweede lid, van de Aanvullingswet geluid Omgevingswet;

  • e. het vaststellen van een saneringsplan op verzoek van een beheerder van een weg of spoorweg op grond van artikel 11.60 van de Wet milieubeheer, voor zover dat is toegestaan op grond van artikel 3.3, tweede lid, van de Aanvullingswet geluid Omgevingswet;

  • f. het wijzigen van een saneringsplan of de termijn waarbinnen de saneringsmaatregelen uit het saneringsplan getroffen moeten zijn op grond van artikel 11.61 van de Wet milieubeheer, voor zover dat is toegestaan op grond van artikel 3.3, tweede lid, van de Aanvullingswet geluid Omgevingswet;

  • g. het vaststellen van geluidproductieplafonds als omgevingswaarden, als bedoeld in artikel 2.15, tweede lid, van de Omgevingswet; en

  • h. het wijzigen van geluidproductieplafonds voor hoofdspoorwegen met het toegestane geluid door spoorvoertuigen op spoorwegemplacementen die onderdeel zijn van een hoofdspoorweg, als bedoeld in artikel 12.5 van het Besluit kwaliteit leefomgeving.

C

In artikel 5 wordt ‘Milieu’ vervangen door ‘Waterstaat’ en wordt ‘MILIEU’ vervangen door ‘WATERSTAAT’.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden een bezwaarschrift indienen tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister en Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, ter attentie van Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, afdeling Algemeen Bestuurlijk-Juridische Zaken, postbus 20901, 2500 EX Den Haag.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten:

  • a. naam en adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt (datum en nummer of kenmerk);

  • d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen;

  • e. zo mogelijk een afschrift van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt.

Het niet voldoen aan deze eisen kan leiden tot niet-ontvankelijkheid van het bezwaarschrift.

Een bezwaarschrift kan uitsluitend per gewone post en niet per e-mail worden ingediend.

Machtigt u iemand om namens u bezwaar te maken? Stuur dan ook een kopie van de machtiging mee.

Bij indiening van een bezwaarschrift namens een rechtspersoon, dient u documenten mee te sturen (origineel uittreksel uit het handelsregister en/of een kopie van de statuten van de rechtspersoon) waaruit blijkt dat u bevoegd bent namens de rechtspersoon op te treden.

TOELICHTING

Algemeen

Het Mandaatbesluit Bureau Sanering Verkeerslawaai 2014 (hierna: mandaatsbesluit) is gewijzigd in verband met de inwerkingtreding van de Omgevingswet, de uitvoering van de Regeling sanering verkeerslawaai 2024 en het vervallen van een aantal regelingen en rechtsfiguren.

Administratieve lasten en andere gevolgen

Het besluit tot wijziging van het mandaatbesluit brengt geen administratieve lasten of bedrijfseffecten met zich mee.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

Met dit artikel is artikel 1 van het mandaatsbesluit gewijzigd. De wijzigingen betreffen de regelingen en besluiten waarvoor mandaat is verleend.

Het doel van de Regeling sanering verkeerslawaai 2024 is het toekennen van bijdragen aan gemeenten, provincies en waterschappen voor de sanering van geluidsbelasting vanwege wegen en spoorwegen op en binnen geluidgevoelige gebouwen. Bureau Sanering Verkeerslawaai is belast met de uitvoering van deze regeling. Met de wijziging van artikel 1 van het mandaatsbesluit zijn aan het hoofd van Bureau Sanering Verkeerslawaai en zijn plaatsvervanger mandaat, volmacht en machtiging verleend voor de uitvoering van de Regeling sanering verkeerslawaai 2024.

De Stimuleringsregeling stille wegdekken en de Beleidsregels tegemoetkoming geluidsanering windturbines zijn inmiddels vervallen, en de monitoringsplicht die voortvloeide uit subsidies op grond van de Stimuleringsregeling stille wegdekken is uitgewerkt. Om die reden zijn deze regelingen niet meer genoemd in artikel 1 van het mandaatsbesluit.

Eveneens is in artikel 1 van het mandaatsbesluit het mandaat vervallen om te beslissen op bezwaarschriften tegen besluiten die door het hoofd van Bureau Sanering Verkeerslawaai of zijn plaatsvervanger zijn genomen. De aanleiding hiervoor is dat dit mandaat niet meer overeenkomt met de mandaatregelingen van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Artikel I, onderdeel B

Als gevolg van de inwerkingtreding van de Omgevingswet is artikel 2 van het mandaatsbesluit gewijzigd. In de onderdelen a tot en met f zijn verwijzingen naar het overgangsrecht in de Aanvullingswet geluid Omgevingswet toegevoegd. Daarnaast is het artikel uitgebreid met de onderdelen g en h, waarin bevoegdheden in het kader van de Omgevingswet zijn belegd bij het hoofd van Bureau Sanering Verkeerslawaai en zijn plaatsvervanger.

Artikel I, onderdeel C

De wijziging van artikel 5 van het mandaatsbesluit betreft een technische wijziging in de naamsvermelding in de ondertekening van documenten.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op het moment dat de Omgevingswet en de Regeling sanering verkeerslawaai 2024 in werking treden.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen

Naar boven