Bekendmaking Tracébesluit Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Alkmaar – Amsterdam

Het project PHS Alkmaar – Amsterdam bestaat uit de wijzigingen van een landelijke spoorweg, met als doelstelling om de bruikbaarheid van die spoorweg te verbeteren. De maatregelen zijn nodig voor een betrouwbare dienstregeling in het kader van het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) op de corridor Alkmaar – Amsterdam.

Voor de uitvoering van de PHS-dienstregeling en de verbetering van de betrouwbaarheid moeten de capaciteit, robuustheid van het spoor en de overstapvoorzieningen van reizigers ter hoogte van het station Uitgeest worden uitgebreid en verbeterd. Daarnaast moet de opstelcapaciteit van reizigerstreinen op de corridor worden uitgebreid. Op de corridor Alkmaar – Amsterdam zijn, om de PHS-dienstregeling toe te kunnen passen, de volgende maatregelen noodzakelijk:

  • 1. Heerhugowaard: Het realiseren van een nieuw opstelterrein voor reizigerstreinen (72 bakken) op het bedrijventerrein de Vaandel;

  • 2. Uitgeest: herinrichting van het stationsemplacement, verplaatsen van het goederenkeerspoor, het realiseren van een onderstation en het aanpassen van het stationsgebied. In het stationsgebied vindt een verandering plaats van de sporenlayout, worden de perrons gewijzigd, wordt een extra eilandperron toegevoegd en wordt over het spoor een traverse (loopbrug) gerealiseerd. Tevens worden er hekwerken rondom het stationsgebied gebouwd;

  • 3. Het aanpassen van 18 overwegen langs het tracé Alkmaar – Amsterdam voor de verbetering van de overwegveiligheid. Aanpassingen bestaan onder andere uit het vrijleggen of herstructureren van fiets- en voetpaden, en het plaatsen van overwegbomen;

  • 4. Het realiseren van compenserende en mitigerende maatregelen zoals geluidmaatregelen, natuurmaatregelen en watercompensatie.

  • 5. Alkmaar: aanpassingen aan de spoorlayout van het emplacement bij station Alkmaar, plaatsen van geluidsschermen en twee perronverlengingen.

Figuur 1. Overzichtskaart PHS Alkmaar – Amsterdam (weergave overwegen met ruimtelijke inpassing)

Figuur 1. Overzichtskaart PHS Alkmaar – Amsterdam (weergave overwegen met ruimtelijke inpassing)

Alle documenten zijn digitaal te vinden op http://www.platformparticipatie.nl/phsalkmaaramsterdam. Het gaat dan om dit besluit, de bijlagen en de onderzoeksrapporten.

BESLUIT

Gelet op artikel 9, eerste lid, van de Tracéwet heb ik, Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, het tracébesluit vastgesteld voor het project PHS Alkmaar – Amsterdam. Het tracébesluit PHS Alkmaar – Amsterdam bestaat uit de besluittekst met bijlagen (I), een set kaarten (II) bestaande uit 9 detailkaarten en een overzichtskaart (3 bladen). Bij het tracébesluit hoort een toelichting (III) met bijlagen. Deze toelichting en bijlagen maken geen onderdeel uit van het juridisch bindende deel van het tracébesluit.

Artikel 1 Traject en infrastructurele maatregelen

  • 1. Het tracébesluit heeft betrekking op de aanpassingen van het spoortraject Alkmaar-Amsterdam:

    • a. Ter hoogte van Heerhugowaard de Vaandel tussen km 31.75 en km 33.30;

    • b. Ter hoogte van Alkmaar (Schinkelwaard) bij km 40.35;

    • c. Ter hoogte van Alkmaar (Helderseweg) bij km 41.57;

    • d. Ter hoogte van Alkmaar (stationsgebied) tussen km 41.70 en 42.95.

    • e. Ter hoogte van Heiloo (Schuine/Hondsbosschelaan) bij km 46.4;

    • f. Ter hoogte van Heiloo (Zeeweg) bij km 46.90;

    • g. Ter hoogte van Heiloo (Stationsweg) bij km 46.95;

    • h. Ter hoogte van Heiloo (Zevenhuizerlaan) bij km 47.58;

    • i. Ter hoogte van Castricum (Neeltje Groentjesstraat) bij km 54.66;

    • j. Ter hoogte van Castricum (eerste Groenelaan) bij km 52.70;

    • k. Tussen Castricum en Uitgeest ter hoogte van Uitgeest tussen km 55.95 en km 59,0 (Geo 078) / km 17.25 (Geo 076).

  • 2. Het project PHS Alkmaar – Amsterdam heeft betrekking op het realiseren van de volgende infrastructurele maatregelen:

    • a. Het aanleggen van een opstelterrein in Heerhugowaard tussen km 31.75 en km 33.30;

    • b. Het aanleggen en wijzigen van sporen en wissels inclusief bijbehorende voorzieningen ter plaatse van station Uitgeest tussen km 57.10 en km 58.65. Ter plaatse van het station Uitgeest vinden de volgende aanpassingen plaats:

      • i. De bouw van een extra eilandperron met bijbehorende sporen ter plaatse van station Uitgeest ten zuiden van de bestaande perrons;

      • ii. Verlengen van het bestaande eilandperron aan de oost- en westzijde;

      • iii. Verlenging van het bestaande zijperron aan de noordzijde richting het oosten;

      • iv. De bouw van een traverse inclusief aanlanding aan de noord- en zuidzijde en op de perrons;

      • v. De herinrichting van stationsvoorzieningen en toegang tot de stalling in Uitgeest tussen km 57.75 en km 57.95;

      • vi. De renovatie en herinrichting van de Zientunnel ter hoogte van km 57.86;

      • vii. Het aanpassen van de reizigerstunnel ter hoogte van km 57.85.

    • c. Het aanleggen en wijzigen van sporen en wissels inclusief bijbehorende voorzieningen ter plaatse van het station Alkmaar tussen km 41.70 en km 42.95. Ter plaatse van het station Alkmaar vinden de volgende aanpassingen plaats:

      • i. Het verwijderen van de opstelsporen aan de oostzijde van de spoorbaan in Alkmaar tussen km 42.35 en km 42.55;

      • ii. Het verlengen van het zuidelijke perron van station Alkmaar in oostelijke richting bij km 41.82;

      • iii Het verlengen van het noordelijke perron van station Alkmaar in oostelijke richting tussen km 41.73 en km 41.8;

    • d. Het aanleggen van een goederenkeerspoor van km 56.0 tot km 57.0;

    • e. De bouw van onderstations (ETS-OS) ter hoogte van km 32.35 en 57.61;

    • f. De uitbouw van een relaishuis (ETS-RH) ter hoogte van km 57.65;

    • g. Het realiseren van toegangen en bereikbaarheidswegen voor onderhoud en calamiteitendiensten;

    • h. Het realiseren en/of verleggen van afwateringssloten;

    • i. Het aanpassen van de bestaande overwegen zoals opgenomen in Tabel 1.

    Tabel 1. Overzicht overwegen

    Overweg nummer

    Overweg naam

    Locatie (km)

    Maatregel

    OW01

    Heerhugowaard Zuidtangent

    35.45

    – Plaatsen van een afteller op station Heerhugowaard.

    OW02

    Alkmaar Schinkelwaard

    40.35

    – Vervangen enkele knipperlichten door alternerend knipperende rode lichten (dubbele lichten)

    – Verwijderen achterlichten

    – Doortrekken middenberm westzijde overweg tot overweg

    – Verplaatsen lamp links van de weg aan de westzijde van de overweg tot naast de enkele rijstrook

    OW03

    Alkmaar Helderseweg

    41.58

    – Plaatsen van een stop-doorschakeling op station Alkmaar

    – Aanpassen overweginrichting voor fietsers noordzijde overweg

    OW04

    Alkmaar Kalkovensweg

    43.84

    – Vervangen zigzaghek door voetpad-AHOB

    OW05

    Heiloo Westerweg (particuliere overweg)

    44.42

    – Overweg voorzien van een mini-AHOB

    OW06

    Heiloo Verlengde Kuillaan

    44.92

    – Overweg voorzien van een mini-AHOB

    OW07

    Heiloo Kerkelaan/Belieslaan

    45.85

    – Vervangen zigzaghekken door voetpad-AHOB

    – Vervangen twee knipperlichten door alternerend knipperende rode lichten (dubbele lichten) en het verwijderen van twee sets achterlichten bij de overweg

    OW08

    Heiloo Schuine Hondsbosschelaan

    46.40

    – Aanpassen voorrangssituatie Y-splitsing ten oosten van overweg

    – Vervangen zigzaghek door voetpad-AHOB

    – Plaatsen afteller op station Heiloo

    OW09

    Heiloo Zeeweg

    46.90

    – Voetpad zuidzijde vervangen door tweerichtingenfietspad

    – Aanbrengen van een in twee richtingen te berijden fietspad langs de Zeeweg tussen de Westerweg en Heerenweg

    – Plaatsen afteller op station Heiloo (zie OW 1012)

    – Finetunen stop/doorschakeling

    OW10

    Heiloo Stationsweg overpad

    46.95

    – Maatregelen aan de weg om fietsers te weren

    OW11

    Heiloo Zevenhuizerlaan

    47.59

    – Vervangen zigzaghekken door voetpad-AHOB's en verbreden voetpad

    – Aanpassen stop-doorschakeling

    – Het vervangen van de afteller door een camera

    – Lokaal verbreden voetpaden

    OW12

    Castricum 1e Groenelaan

    52.71

    – Bijplaatsen voetpad-AHOB en aanleggen vrijliggende voetpaden binnen huidige ruimte

    OW13

    Castricum Vinkebaan

    53.06

    – Verkorten aankondiging

    – Plaatsen afteller op station Castricum

    – Finetunen stop-doorschakeling

    OW14

    Castricum Kramersweg

    53.65

    – Finetunen stationnementstimer

    – Verplaatsen aankondiging

    – Plaatsen afteller op station Castricum

    OW15

    Castricum, Particuliere overweg (Neeltje Groentjesstraat)

    54.66

    – Opheffen overweg

    OW16

    Heemskerk Particuliere overweg

    57.06

    – Locatie overweg aanpassen zodat deze haaks op de spoorweg ligt

    – Plaatsen mini-AHOB

    OW17

    Krommenie Bus en dam

    61.25

    – Verplaatsen en verlengen AHOB

    OW18

    Assendelft, Vlietsend/ Dorpstraat

    63.18

    – Plaatsen van een afteller

    – Finetunen stationnementstimer

  • 3. De maatregelen in Tabel 1 kunnen worden vervangen door maatregelen met minimaal een vergelijkbare verbetering van de overwegveiligheid, mits hieruit geen negatieve gevolgen voortvloeien voor de omgeving.

Artikel 2 Begripsbepalingen

De begripsbepalingen zijn opgenomen in bijlage 1 bij dit tracébesluit.

Artikel 3 Spoorzone, spoorwegwerken, bouwwerken en wegen

  • 1. De spoorwegwerken worden gerealiseerd binnen het op de detailkaart aangeduide ‘Maatregelvlak spoorzone inclusief indicatieve aanduiding sporen en wissels’ en het ‘Maatregelvlak station’.

  • 2. De maximale oppervlakte van bouwwerken, die niet met een bouwvlak op de detailkaart zijn aangegeven, bedraagt 50 m2 per bouwwerk.

  • 3. Bouwwerken ten behoeve van Elektrotechnische Systemen (ETS) met een oppervlakte van meer dan 50 m2 worden gerealiseerd binnen het op de detailkaart aangegeven ‘Bebouwingsvlak ETS’ en hebben een maximale oppervlakte van 300 m2.

  • 4. Bouwwerken ten behoeve van diensten en service op het opstelterrein met een oppervlakte van meer dan 50 m2 worden gerealiseerd binnen het op de detailkaart aangegeven ‘Bebouwingsvlak dienstgebouw.

  • 5. Maatregelen ten aanzien van de aanleg en aanpassing van wegen, fietspaden, paden en pleinen worden gerealiseerd binnen het op de detailkaart weergegeven ‘Maatregelvlak wegen’ en bij de kruisingen met de spoorbaan binnen de op de detailkaart weergegeven ‘Spoorzone inclusief indicatieve aanduiding sporen en wissels’.

  • 6. Maatregelen ten aanzien van de aanleg van toegangswegen en servicepaden worden gerealiseerd binnen het op de detailkaart weergegeven ‘Spoorzone inclusief indicatieve aanduiding sporen en wissels’.

  • 7. Maatregelen ten aanzien van de aanleg van stationsvoorzieningen, waaronder de perrons en de traverse worden gerealiseerd binnen het op de detailkaart weergegeven ‘Maatregelvlak station’.

  • 8. Bouwwerken ten behoeve van kerende constructies worden gerealiseerd binnen het op de detailkaarten aangegeven ‘maatregelvlak kerende constructie’.

  • 9. Bouwwerken in de vorm van zettingsvrije platen voor de bescherming van aanwezige buisleidingen en kunstwerken worden gerealiseerd binnen het op de detailkaarten aangegeven ‘maatregelvlak zettingsvrije platen’;

Artikel 4 Hoogten van sporen en bouwwerken

  • 1. De hoogteligging van de spooruitbreiding wordt gerealiseerd overeenkomstig het lengteprofiel dat is opgenomen op de overzichtskaart.

  • 2. De maximale hoogte van bouwwerken, die binnen het ‘Bebouwingsvlak ETS’ liggen, bedraagt vanaf de voet gemeten 6 meter, exclusief constructies zoals antennes en luchtkokers.

  • 3. De maximale hoogte van bouwwerken, die binnen het ‘Bebouwingsvlak’ liggen, bedraagt vanaf de voet gemeten 6 meter, exclusief constructies zoals antennes en luchtkokers.

  • 4. De maximale hoogte van bouwwerken die tot spoorwegwerken behoren en gelegen zijn binnen het ‘maatregelvlak Station’ is 12 meter vanaf maaiveld (perronniveau), exclusief constructies zoals antennes en luchtkokers.

  • 5. De maximale hoogte van bouwwerken die binnen het maatregelvlak ‘Spoorzone, inclusief indicatieve aanduiding sporen’ liggen en niet op de detailkaart zijn aangegeven, bedraagt vanaf bovenkant spoorstaaf (BS) 5 meter.

  • 6. De maximale hoogte van communicatiemasten die tot de ‘Spoorzone, inclusief indicatieve aanduiding sporen en wissels’ behoren en niet op de detailkaart is aangegeven, bedraagt vanaf het maaiveld 25 meter.

  • 7. De maximale hoogte van bouwwerken binnen het ‘Maatregelvlak wegen’, die niet op de detailkaart zijn aangegeven, bedraagt vanaf de voet gemeten, 10 meter.

  • 8. De hoogte van kunstwerken wordt weergegeven in Tabel 2 ‘Overzicht kunstwerken’ zoals opgenomen in artikel 5 ‘Kunstwerken’.

  • 9. De maximale hoogte van bouwwerken ten behoeve van kerende constructies bedraagt 1,5 meter ten opzichte van aanpalende maaiveld hoogte.

Artikel 5 Kunstwerken

  • 1. Het te bouwen kunstwerk is opgenomen in Tabel 2 ‘Overzicht kunstwerken’ met daarbij aangegeven de locatie, de doorgangsbreedte en de hoogte van het kunstwerk.

    Tabel 2. Overzicht kunstwerken

    Kunstwerk nr

    Locatie (km) t.o.v. spoor

    Kunstwerk titel

    Naam kruisende infrastructuur

    Minimale doorgangs- breedte (m)

    Minimale doorgangsho ogte (m t.o.v. BS)

    Hoogteligging BS (m t.o.v. NAP)

    Maximale hoogte (m t.o.v. BS)

    Maatregel

    KW01

    57.85

    Traverse

    Spoor

    4,5

    6,80

    0,66

    12,0

    Nieuw te realiseren

    Traverse

  • 2. Het kunstwerk is met een nummer aangeduid op de detailkaarten en wordt gerealiseerd binnen het voor het betreffende kunstwerk op de detailkaarten aangeduide ‘Kunstwerk met nummeraanduiding'.

Artikel 6 Tijdelijke maatregelen en voorzieningen

  • 1. Binnen de grenzen van het tracébesluit kunnen tijdelijke maatregelen, bouwwerken en voorzieningen in verband met de uitvoering van het tracébesluit worden gerealiseerd of uitgevoerd. De tijdelijke maatregelen kunnen worden gerealiseerd en uitgevoerd binnen alle maatregelvlakken voor permanente maatregelen en voorzieningen op de detailkaarten en op de gronden die op de detailkaarten zijn aangeduid als ‘Bouwzone’. Onder tijdelijke maatregelen, bouwwerken en voorzieningen wordt onder andere begrepen:

    • a. Opslagplaatsen, werkplaatsen, installaties, bouwketen en parkeerplaatsen voor personeel en bezoekers;

    • b. Laad- en losplaatsen en grond-, zand- en slibdepots;

    • c. Tijdelijke bouwwegen, traversen/viaducten, tunnels, watergangen, damwanden, overkluizingen, energievoorziening, afrastering, drainage, riolering en watercompensatie;

    • d. Tijdelijke maatregelen op het bestaande wegennet en fietspadennetwerk, zoals afzettingen, omleidingen, versmallingen, bebording en belijning;

    • e. Bouwzones aan weerszijden van het tracé ten behoeve van de werkzaamheden.

  • 2. Tijdelijke maatregelen worden niet langer in stand gehouden dan noodzakelijk is voor de uitvoering van het werk en de werkzaamheden.

  • 3. De tijdelijke maatregelen en voorzieningen krijgen na uitvoering van de werkzaamheden hun oorspronkelijke bestemming conform het bestemmingsplan, zoals deze gold voor de datum van inwerkingtreding van het tracébesluit terug, tenzij in het tracébesluit anders is bepaald.

Artikel 7 Te slopen bouwwerken

  • 1. Ten behoeve van de wijziging van de spoorweg zoals beschreven in dit tracébesluit, worden de bouwwerken gesloopt die zijn opgenomen in Tabel 3 ‘Te slopen bouwwerken’.

  • 2. Rechthebbenden worden zo lang in het genot van hun onroerende zaak gelaten als redelijkerwijs in het kader van een doelmatige aanleg van het tracé mogelijk is.

    Tabel 3. Te slopen bouwwerken

    Te slopen bouwwerk

    Ter hoogte van kilometer (spoor)

    Onderstation Uitgeest

    57.68

    Luifel station Uitgeest

    57.85

    Gebouw op het perron Uitgeest

    57.83

Artikel 8 Nieuwe referentiepunten en vastgestelde en gewijzigde geluidproductieplafonds

  • 1. In bijlage 2 zijn nieuwe referentiepunten langs de spoorlijn vastgesteld. Voor deze nieuwe referentiepunten, alsmede voor bestaande (verlegde) referentiepunten, zijn in bijlage 2 nieuw vastgestelde of gewijzigde geluidproductieplafonds bepaald;

  • 2. In Bijlage 3 is het gebied aangegeven waarvoor, conform artikel 11.36, derde lid van de Wet milieubeheer, een vrijstelling geldt van de verplichting tot naleving van de geluidproductieplafonds gedurende de periode van feitelijke werkzaamheden aan het spoor.

Artikel 9 Geluidbeperkende maatregelen

  • 1. Geluidbeperkende maatregelen worden getroffen op de in Tabel 4 weergegeven locaties binnen de op de detailkaart aangegeven lijnsymbolen 'Geluidscherm' en 'Raildemper'.

    Tabel 4. Te treffen geluidbeperkende maatregelen

    Maatregel

    Locatie

    Hoogte (m +BS)

    Km van

    Km tot

    Lengte (m)

    Raildemper

    Heerhugowaard stationsgebied beide sporen

    n.v.t.

    34.995

    35.113

    118

    Raildemper

    Heerhugowaard ten oosten van de spoorkruising N242 – beide sporen

    n.v.t.

    35.130

    35.374

    244

    Raildemper

    Alkmaar ter hoogte van Achtergeest – beide sporen

    n.v.t.

    37.495

    38.170

    175

    Raildemper

    Alkmaar ter hoogte van Achtergeest en Janspad – beide sporen

    n.v.t

    38.271

    38.408

    137

    Raildemper

    Alkmaar ter hoogte van Hoornse Vaart – beide sporen

    n.v.t.

    39.763

    40.142

    379

    Raildemper

    Alkmaar ter hoogte van Rijperwaard en Rinnewaard – beide sporen

    n.v.t.

    40.348

    40.470

    122

    Raildemper

    Alkmaar ter hoogte van Rijperwaard en Rinnewaard – beide sporen

    n.v.t.

    40.541

    40.923

    382

    Raildemper

    Alkmaar ter hoogte van Broekerwaard / Zijperstraat – beide sporen

    n.v.t.

    41.025

    41.241

    216

    Geluidscherm

    Alkmaar, ter hoogte van de perrons aan de zuidoostzijde

    2.6

    42.085

    42.168

    83

    Geluidsscher m

    Alkmaar, ter hoogte van de station Alkmaar aan de zuidoostzijde

    1.0

    42.217

    42.422

    205

    Raildemper

    Heiloo/Castricum ter hoogte van Runxputteweg – beide sporen

    n.v.t.

    48.909

    49.420

    511

    Raildemper

    Castricum ter hoogte van Mient – beide sporen

    n.v.t.

    53.113

    53.206

    93

    Raildemper

    Castricum ter hoogte van Gasstraat – beide sporen

    n.v.t.

    54.057

    54.251

    194

    Raildemper

    Castricum ter hoogte van Neeltje Groentjesstraat 10–22 – beide sporen

    n.v.t.

    54.396

    54.528

    132

  • 2. Ter reductie van booggeluid worden Stationair Conditioneringssysteem (SCS) geplaatst of een andere gelijkwaardige maatregel toegepast tussen km 42.00 en 42.30 op wissels 55B, 57, 77B/81A op het emplacement Alkmaar.

Artikel 10 Waterhuishoudkundige maatregelen

  • 1. De waterhuishoudkundige maatregelen, aangeduid in Tabel 5, worden gerealiseerd binnen het op de detailkaart aangeduide maatregelvlak ‘Maatregelvlak waterhuishouding’ tenzij de maatregel is gelegen binnen de 'Spoorzone inclusief indicatieve aanduiding sporen en wissels' dan wel het 'Maatregelvlak Wegen'.

  • 2. Ter hoogte van kilometrering 56.84 wordt een peilscheidingsdam gerealiseerd.

  • 3. Daar waar tijdens de uitvoering watergangen tijdelijk of blijvend worden gedempt of doorsneden, worden overige maatregelen (zoals aansluiten van bestaande watergangen) getroffen voor een doelmatige waterhuishoudkundige situatie.

  • 4. Het verbreden van de watergang aan de noordoostzijde van het spoor tussen km 58.45 en km 58.63;

    Tabel 5. Watercompensatie: opgave en maatregelen

    Peilgebied

    Dempingen (m2)

    Compensatie-opgave verhard oppervlak (m2)

    Totale wateropgave (m2)

    Totaal nieuw wateroppervlak (m2)

    Heerhugowaard (–3,4 NAP)

    4.805

    1.130

    5.935

    11.409

    Castricummerpolder (–0,85 NAP)

    4.136

    0

    4136

    4271

    Uitgeester- en Heemskerkerbroek (–1,5 NAP)

    750

    0

    750

    956

    De Zien (–1,6 NAP)

    641

    277

    918

    966

    Uitgeester en Heemskerkerbroek (–1,6 NAP)

    2670

    0

    2670

    2.896

    Uitgeester en Heemskerkerbroek (peilafwijking)

    76

    0

    76

    77

  • 5. Binnen alle op de detailkaarten aangegeven maatregelvlakken kunnen ten behoeve van de waterhuishouding duikers worden aangelegd en/of gewijzigd.

Artikel 11 Maatregelen voor natuur

  • 1. De maatregelen voor natuur, aangeduid in Tabel 6 worden, voor zover sprake is van ruimtebeslag, gerealiseerd binnen alle op de detailkaarten aangegeven maatregelvlakken voor permanente en tijdelijke maatregelen en voorzieningen.

    Tabel 6. Maatregelen voor natuur

    Beschermde soort

    Locatie maatregel

    Maatregel

    Gewone dwergvleermuis en Laatvlieger

    Uitgeest nieuw onderstation km 57.61

    Er worden alternatieve verblijfplaatsen voor gewone dwergvleermuis en laatvlieger gerealiseerd in het nieuwe onderstation ter compensatie van verblijfplaatsen die verloren gaan door sloop huidig onderstation.

    Rugstreeppad

    Uitgeest nieuw onderstation km 57.61

    Aanleggen van zanddijkjes en stobbenwallen tussen km 57.50 en 57.65 ter compensatie van verblijfplaatsen die verloren gaan door sloop huidig onderstation.

    Platte schijfhoren

    Uitgeest van km 58.30 tot km 58.65

    Aanleggen van een nieuwe watergang, ter plaatse van het ‘Maatregelvlak waterhuishouding’

    Smalle raai

    Uitgeest stationsgebied km 58.19

    Voor de smalle raai wordt een compensatie gebied ingericht van circa 30 m2 op het dak van de Kleistunnel.

    .

    Weidevogels

    Uitgeest goederenkeerspoor km 55.9 tot km 57.5

    Het looppad langs het goederenkeerspoor wordt alleen verlicht bij gebruik.

    De lichtmasten langs het goederenkeerspoor worden maximaal 4 meter hoog (in afwijking op artikel 4 lid 5) en er wordt gewerkt met gerichte verlichting die niet uitstraalt naar de omgeving.

    Het plaatsen van ‘spikes’ of gelijkwaardige maatregelen op de lichtmasten ter voorkoming van predatoren.

Artikel 12 Maatregelen voor landschappelijke inpassing

  • 1. Ter hoogte van de bebouwing op het opstelterrein in Heerhugowaard worden landschappelijke maatregelen genomen middels rietbeplanting langs oevers en aanleg van lage struiken en wilde begroeiing langs de watergang aan de zuidwest zijde van het emplacement door het continueren van de bestaande bomenrij. Deze landschappelijke maatregel is op de detailkaart aangegeven met de aanduiding

    ‘Maatregelvlak Landschappelijke inpassing’

  • 2. Ter hoogte van het onderstation en de GSM-R mast Uitgeest en de watercompensatie Uitgeest worden landschappelijke maatregelen genomen.

Artikel 13 Schadevergoeding

  • 1 Indien een belanghebbende ten gevolge van dit tracébesluit schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en ten aanzien waarvan de vergoeding niet of niet voldoende anderszins is verzekerd, kent de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu op grond van artikel 22 lid 1 van de Tracéwet, op zijn verzoek een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe. Ter invulling van het gestelde in artikel 22 lid 1 van de tracéwet, is ter zake de ‘Beleidsregel Nadeelcompensatie Infrastructuur en Waterstaat 2019’ van toepassing, met uitzondering van artikel 2 eerste lid van voornoemde regeling;

  • 2. Een verzoek om schadevergoeding kan worden ingediend vanaf het moment dat het tracébesluit is vastgesteld. De staatssecretaris zal een beslissing op een verzoek om schadevergoeding niet eerder nemen dan nadat het tracébesluit onherroepelijk is geworden.

  • 3. Voor kabels en leidingen zijn de ‘Nadeelcompensatieregeling verleggen kabels en leidingen in en buiten Rijkswaterstaatswerken en spoorwegwerken 1999’ en de ‘Overeenkomst inzake verlegging van kabels en leidingen buiten beheersgebied tussen de Minister van Infrastructuur en Milieu en EnergieNed, VELIN en VEWIN’ dan wel ‘hoofdstuk 5 van de Telecommunicatiewet’ van toepassing.

Artikel 14 Wijze van meten

  • 1. Alle afmetingen in dit besluit zijn uitgedrukt in meters (m), tenzij anders aangegeven.

  • 2. De aangegeven hoogtes in dit besluit zijn aangegeven ten opzichte van NAP, tenzij anders aangegeven.

  • 3. De hoogte van de geluidschermen wordt gemeten en weergegeven ten opzichte van de bovenkant van de spoorstaaf.

  • 4. Voor het bepalen van de hoogte van een bouwwerk is het hoogste punt van de constructie van het betreffende bouwwerk maatgevend, tenzij anders aangegeven.

  • 5. Bij het bepalen van de hoogte van het kunstwerk blijven op het kunstwerk aangebrachte voorzieningen zoals geluidschermen, draagconstructies voor de bovenleiding, luchtkokers, antennes, hekwerken en daarmee vergelijkbare constructies buiten beschouwing.

  • 6. De breedte van waterlopen wordt gemeten ten opzichte van het laagste waterpeil.

  • 7. De breedte van een weg wordt gemeten tussen de buitenzijden van de verharding.

Artikel 15 Flexibiliteitsbepalingen

  • 1. Van de situering van het ontwerp en de maatregelen van dit tracébesluit, kan met de volgende marges worden afgeweken: 1 meter omhoog of omlaag en 2 meter naar weerszijden.

  • 2. Boven op de afwijkingen die volgens het eerste lid zijn toegestaan kan, indien dit vanwege een nadere technische uitwerking dan wel mogelijke innovatieve uitvoeringswijzen en/of kostenbesparende uitvoeringswijze gewenst is, met de volgende marges worden afgeweken: 1 meter omhoog of omlaag en 2 meter naar weerszijden.

  • 3. De volgens het eerste lid en tweede lid toegestane afwijkingen zijn slechts toelaatbaar, indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

    • a. Het ontwerp en de maatregelen worden uitgevoerd binnen de op de detailkaart aangegeven begrenzing van dit tracébesluit en, voor zover dit het geval is, binnen de daarvoor specifiek op de detailkaarten aangegeven maatregelvlakken;

    • b. De afwijkingen leiden niet tot overschrijding van de geluidproductieplafonds, zoals opgenomen in het geluidregister als bedoeld in artikel 11.25 van de Wet milieubeheer;

    • c. Uit de afwijkingen vloeien geen negatieve gevolgen voort voor de omgeving;

    • d. Door de afwijkingen wordt geen onevenredig afbreuk gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

Artikel 16 Opleveringstoets

Ingevolge artikel 23 van de Tracéwet en gelet op artikel 8 van de Beleidsregel trillinghinder spoor worden de gevolgen van de ingebruikneming van het project ten aanzien van het aspect trillinghinder onderzocht. Het onderzoek zal aanvangen één jaar na ingebruikname van de spoorweg met bijbehorende voorzieningen en uiterlijk binnen één jaar worden afgerond.

Artikel 17 Toepasbaarheid Crisis- en herstelwet

Op dit tracébesluit is de Crisis- en herstelwet van toepassing.

Artikel 18 Citeertitel

Dit tracébesluit wordt aangehaald als Tracébesluit PHS Alkmaar – Amsterdam.

Vastgesteld op 7 november 2023

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat V.L.W.A. Heijnen

BEROEPSMOGELIJKHEID

Personen en rechtspersonen die belang hebben bij de wijzigingen die zijn opgenomen in het Tracébesluit PHS Alkmaar – Amsterdam kunnen daartegen beroep instellen door het indienen van een beroepschrift bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De termijn voor het instellen van beroep is zes weken en vangt aan op de dag na die waarop het tracébesluit in de Staatscourant is bekendgemaakt.

Een beroepschrift kan worden ingediend bij:

Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Postbus 20019

2500 EA Den Haag

Voor burgers is het ook mogelijk om digitaal beroep in te stellen. Dit kan via het Digitaal Loket van de Raad van State. Digitaal beroep instellen is alleen mogelijk voor personen met een DigiD.

Het beroepschrift dient ten minste de volgende onderdelen te bevatten:

  • naam en adres van de indiener;

  • de dagtekening;

  • de vermelding dat het gaat om het Tracébesluit PHS Alkmaar – Amsterdam;

  • de redenen (gronden) waarom u beroep instelt;

  • uw handtekening (het beroepschrift moet ondertekend zijn);

  • zo mogelijk dient tevens een kopie te worden bijgevoegd van het besluit waartegen u beroep instelt, dus dit besluit.

CRISIS- EN HERSTELWET

Op dit besluit is afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat:

  • de beroepsgronden in het beroepschrift moeten worden opgenomen;

  • het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard, indien binnen de beroepstermijn geen gronden zijn ingediend, en

  • de beroepsgronden na afloop van de beroepstermijn niet meer kunnen worden aangevuld.

VOORLOPIGE VOORZIENING

Indien een beroepschrift is ingediend, is het mogelijk om daarnaast een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in te dienen, indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Een dergelijk verzoek dient te worden gericht aan de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Het verzoek dient ten minste het volgende te bevatten:

  • naam en adres van de indiener;

  • de dagtekening;

  • de vermelding dat het gaat om het Tracébesluit PHS Alkmaar – Amsterdam;

  • de redenen (gronden) van het beroep;

  • uw handtekening (het verzoek moet ondertekend zijn);

  • zo mogelijk dient tevens een kopie te worden bijgevoegd van het besluit waarvoor een voorlopige voorziening wordt gevraagd, dus dit besluit;

  • een kopie van het beroepschrift.

Voor de behandeling bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van het beroep en van het verzoek om een voorlopige voorziening is griffiegeld verschuldigd. Indien het beroep- of verzoekschrift in een vreemde taal is gesteld, en een vertaling voor een goede behandeling noodzakelijk is, dient de indiener van het beroep- of verzoekschrift zorg te dragen voor een vertaling.

WILT U DOCUMENTEN BEKIJKEN?

Alle documenten zijn digitaal te vinden op www.platformparticipatie.nl/phsalkmaaramsterdam. Het gaat dan om dit besluit, de bijlagen en de onderzoeksrapporten.

Op papier (of via een computer) kunt u de documenten van donderdag 30 november tot en met donderdag 11 januari 2024 bekijken bij:

  • Gemeente Alkmaar, Mallegatsplein 10, Alkmaar, 072 – 548 88 88

  • Gemeente Dijk en Waard, Parelhof 1, Heerhugowaard, 072 – 575 55 55

  • Gemeente Heiloo, Raadhuisplein 1, Heiloo, 072 – 535 66 66

  • Gemeente Zaanstad, Stadhuisplein 100, Zaandam, 075 – 681 69 69

  • Gemeente Castricum, Raadhuisplein 1, Castricum, 0251 – 66 11 22

  • Gemeente Uitgeest, Middelweg 28, Uitgeest, 0251 – 36 11 11

  • Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat: Rijnstraat 8, 2515 XP, Den Haag, 070 – 456 96 07

Neem vooraf telefonisch contact op met de locatie in verband met de openingstijden.

WILT U EEN INFORMATIEBIJEENKOMST BEZOEKEN?

U bent van harte welkom op onze informatiebijeenkomsten. Tussen 18.30 en 21.00 uur kunt u op elk gewenst moment binnen lopen en met medewerkers van ProRail in gesprek gaan.

  • 7 december 2023, Hotel Akersloot, Geesterweg 1a, Akersloot

  • 11 december 2023, Hotel Heer Hugo, Gildestraat 2, Heerhugowaard.

Tijdens de bijeenkomsten wordt u geïnformeerd over het project, het Tracébesluit en de beroepsmogelijkheden. Ook wordt vooruit gekeken naar het vervolg.

WILT U HULP VAN HET INFORMATIEPUNT DIGITALE OVERHEID?

Contact met de overheid gaat steeds vaker digitaal. Soms vinden mensen dit lastig. Kunt u wel wat hulp gebruiken of kent u iemand die hulp nodig heeft? Kom langs in de bibliotheek, bij het Informatiepunt Digitale Overheid. De Informatiepunten Digitale Overheid zijn er voor mensen die moeite hebben met digitale dienstverlening en vragen hebben over het zaken doen met de overheid. De Informatiepunten zijn ondergebracht in de bibliotheken. U kunt hier zonder afspraak binnenlopen voor ondersteuning bij vragen over websites van de overheid, bijvoorbeeld voor het digitaal raadplegen van documenten behorend bij dit project of het digitaal indienen van een beroepschrift.

WILT U MEER INFORMATIE?

Meer informatie op www.platformparticipatie.nl/phsalkmaaramsterdam.

Vragen over het project? Bel naar: 0800-7767245 (gratis).

BIJLAGE 1 BEGRIPSBEPALINGEN

In dit tracébesluit wordt verstaan onder:

AHOB:

Automatische halve overwegbomen, beveiligingstype voor Nederlandse overwegen.

Bebouwingsvlak:

De op de detailkaart aangegeven locatie waarbinnen een bouwwerk mag worden opgericht.

Bouwwerken:

Gebouwen, kunstwerken en elke andere constructie van enige omvang die, hetzij direct hetzij indirect, met de grond verbonden zijn.

Bouwzone:

De op de detailkaart aangeduide gebieden, die tijdelijk nodig zijn voor de realisering van de maatregelen zoals opgenomen in het tracébesluit.

Bovenkant Spoorstaaf (BS):

De hoogte van de bovenkant van de laagste spoorstaaf.

Detailkaarten:

De bij dit tracébesluit behorende kaarten met een schaal van 1: 2.000, waarop het ruimtebeslag van het project PHS Alkmaar – Amsterdam met bijkomende voorzieningen, inclusief de te nemen maatregelen, staan weergegeven. De detailkaarten bestaan uit 9 bladen.

Doorgangsbreedte:

Ruimte die in de breedte beschikbaar is bij het passeren van een kunstwerk.

Doorgangshoogte:

Ruimte die in de hoogte beschikbaar is bij het passeren van een kunstwerk.

Duiker:

Ondergrondse verbinding die deel uitmaakt van de waterhuishouding of het ecologische systeem.

Elektrotechnische systemen (ETS):

Het geheel aan technische voorzieningen dat zorg draagt voor de energievoorziening van de spoorlijn, de beheersing en beveiliging van het treinverkeer en de benodigde telecommunicatie

Gebouw:

Elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke overdekt geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

Geluidproductieplafond (GPP):

Toegestane geluidproductie op een referentiepunt.: Kunstwerk: Constructie (in plaats van een aarden baan) in weg, water of spoorlijn zoals viaducten, onderdoor- gangen, bruggen (fly-overs) en tunnels ten behoeve van de kruising met infrastructuur (vliesconstructies daaronder niet begrepen) aangeduid als Bebouwingsvlak (met nummeraanduiding).

Maatregelvlak:

De op de detailkaart als zodanig aangeduide gronden waar maatregelen worden getroffen.

Mini Ahob:

Een AHOB installatie op een smalle, weinig bereden weg.

NAP:

Normaal Amsterdams Peil.

Overzichtskaart:

De bij dit tracébesluit behorende kaart (3 bladen) met een schaal van 1:10.000, waarop de kaartblad-indeling van de detailkaart en de lengteprofielen zijn opgenomen.

PHS:

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer.

Spooruitbreiding:

Geheel van samenhangende werkzaamheden, dat gericht is op een uitbreiding van het aantal sporen in een spoorlijn.

Spoorwegwerken:

De in de gebruiksfase ten behoeve van de spoorlijn noodzakelijke bouwwerken en voorzieningen, waaronder aardebanen, spoorstaven, dwarsliggers, ballastbed, bovenleidingen met draagconstructies, kunstwerken, geluidschermen, afwateringssloten, paden ten behoeve van onderhoud en bereikbaarheid voor hulpdiensten alsmede elektrotechnische systemen (ETS) voor onder andere energievoorziening, beveiliging en telecommunicatie en open terreinen zoals wegen, voet- en fietspaden, watergangen, waterberging en waterkeringen, bermen, greppels en groenvoorzieningen en overige verhardingen alsmede de spoorlijn kruisende wegen en waterlopen.

Spoorzone:

De op de detailkaart aangeduide gronden waarop de spoorwegwerken en tijdelijke maatregelen, voor zover niet afzonderlijk aangegeven in de maatregelvlakken, worden gerealiseerd en waarbinnen het gebruik zoals bepaald onder spoorwegwerken is toegestaan.

Stationsvoorzieningen:

Alle voorzieningen die het mogelijk maken dat reizigers gebruik kunnen maken van de trein. Deze voorzieningen bestaan uit spoorwegwerken alsmede toegangen, perrons, sporen, wachtruimten, voorzieningen voor service- en verkoop, stalling en andere voor stationsdoeleinden gebruikte bouwwerken.

Tijdelijke maatregelen:

Maatregelen die leiden tot alleen in de aanlegfase benodigde bouwwerken en voorzieningen waar- onder bouwdokken, werk- en montageterreinen, opslagruimten, bouwketen, depots, bouwwegen, waterwegen, persleidingen en wegomleggingen.

Voetpad AHOB:

Een aparte AHOB installatie voor voetgangers.

BIJLAGE 2 TE WIJZIGEN GELUIDPRODUCTIEPLAFONDS (GPP’S)

BIJLAGE 3 VRIJSTELLING NALEVING GELUIDPRODUCTIEPLAFONDS GEDURENDE REALISATIE

DEEL II KAARTEN

Kaart 1

Kaart 1

Kaart 2

Kaart 2

Kaart 3

Kaart 3

Kaart 4

Kaart 4

Kaart 5

Kaart 5

Kaart 6

Kaart 6

Kaart 7

Kaart 7

Kaart 8

Kaart 8

Kaart 9

Kaart 9

Kaart 10

Kaart 10

Kaart 11

Kaart 11

Kaart 12

Kaart 12
Naar boven