Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 17 november 2023, tot indexering van de bovengrens uit de definitie van betaalbare koopwoning in het Besluit Woningbouwimpuls 2020

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op artikel 1, onderdeel c, onder 3, van het Besluit Woningbouwimpuls 2020;

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 1, onderdeel c, onder 3, van het Besluit Woningbouwimpuls 2020 wordt ‘€ 355.000’ vervangen door ‘€ 390.000’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.M. de Jonge

TOELICHTING

Met deze wijziging van het Besluit Woningbouwimpuls 2020 (hierna: WBI) is de bovengrens, bedoeld in artikel 1, onderdeel c, onder 3, voor het jaar 2024 geïndexeerd.

Het WBI bevat regels over het verstrekken van een specifieke uitkering aan gemeenten ten behoeve van het versnellen van de bouw van betaalbare woningen in een kwalitatief goede leefomgeving. Artikel 1, onderdeel c, van dat besluit definieert het begrip ‘betaalbare woning’, als een sociale huurwoning, huurwoning voor middenhuur of betaalbare koopwoning. Op grond van artikel 1, onderdeel c, onder 3, van het WBI is sprake van een betaalbare koopwoning als de koopwoning een koopprijs heeft van ten hoogste € 355.000. Deze bovengrens van € 355.000 wordt met ingang van elk kalenderjaar gewijzigd aan de hand van de consumentenprijsindex (hierna: CPI). Het bedrag van € 355.000 is daarom geïndexeerd met de vastgestelde jaarmutatie (t-2) CPI (10%) en vervolgens afgerond op een veelvoud van vijfduizend euro. Dit komt uit op € 390.000.

Op grond van het WBI wordt het bedrag met ingang van elk kalenderjaar gewijzigd. Om deze reden treedt de regeling in werking op 1 januari 2024. Dit is overeenkomstig het stelsel van vaste verandermomenten. Gelet op de jaarindeling is een latere inwerkingtreding niet wenselijk. Daarom is afgezien van een minimuminvoeringstermijn van 2 maanden.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.M. de Jonge

Naar boven