NOTA VAN TOELICHTING
I. Algemeen
1. Inleiding en aanleiding
De Huurcommissie is de onafhankelijke geschilbeslechter voor huurders en verhuurders.
De Huurcommissie bestaat uit het bestuur, de zittingsvoorzitters en de zittingsleden.
Een zittingsvoorzitter en twee zittingsleden vormen samen een zittingscommissie. Zittingsleden
werken ook bij een organisatie voor huurders en verhuurders. Voor de voorbereiding
en voeren van een zitting ontvangen de zittingsleden een vergoeding. Beide elementen
vergen een dagdeel.
De zittingsleden van de Huurcommissie hebben aandacht gevraagd voor de marktconformiteit
van hun vergoeding. Naar aanleiding hiervan heeft de Huurcommissie een benchmark onderzoek1 uitgevoerd naar de hoogte van de vacatiegelden bij verschillende vergelijkbare organisaties.
Hieruit blijkt dat de markconformiteit van de hoogte van de vacatiegelden achterblijft
bij vergelijkbare instanties. Het onderzoek dat de Huurcommissie heeft laten uitvoeren
vergeleek de hoogte van de vergoeding van de zittingsleden met zeven andere vergelijkbare
organisaties, waaronder Tuchtrecht advocatuur, Kifid (klachteninstituut Financiële
dienstverlening) en de Geschillencommissie. Het onderzoek concludeert dat de Huurcommissie
met haar vergoeding zowel onder het gemiddelde als de mediaan zit in vergelijking
met de 7 organisaties.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de bedragen.
|
Laagste
|
Gemiddelde
|
Mediaan
|
Hoogste
|
Huurcommissie
|
(Zittings) lid
|
€ 300,00
|
€ 790,69
|
€ 640,50
|
€ 1.637,00
|
€ 488,00
|
NB. in het onderzoek zijn de bedragen omgerekend naar een dagvergoeding, omdat de
grondslag niet eenduidig is bij de verschillende organisaties.
In reactie hierop heeft de Huurcommissie verzocht tot een wijziging van de uitvoeringsregeling
huurprijzen woonruimte om deze hogere vergoeding mogelijk te maken.
De reden voor de verhoging van de vacatiegelden is tweeledig. Allereerst is het absolute
aantal zittingen in de afgelopen jaren gestegen van ca. 270 tot ca. 4402. Ten tweede is over de afgelopen jaren het aantal zaken dat op zitting wordt behandeld
en de complexiteit van deze zaken toegenomen. De minder complexe zaken worden afgedaan
middels voorzittersuitspraken. In 2018 werd >90% van de geschillen afgedaan via een
zitting3. In 2022 is dit slechts een derde4.
Daarnaast speelt een marktconforme vergoeding een belangrijke rol bij het werven van
voldoende en kwalitatief sterke zittingsleden. De Huurcommissie krijgt wanneer het
Wetsvoorstel betaalbare huur in werking treedt een grote taakuitbreiding (naar verwachting
in 2024). Hiervoor moet de organisatie snel groeien. Het kunnen aantrekken van de
juiste mensen is een belangrijk vereiste voor het verwerken van de taakuitbreiding.
2. Inhoud en reikwijdte van de wijziging
2.1. Inhoud van de wijziging
De hoogte van de vacatiegelden van de zittingsleden van de Huurcommissie wijzigt van
€ 200 (door jaarlijkse indexatie bedraagt dit bedrag € 268, prijspeil 2023) naar € 392.
Deze vergoeding wordt door zittingsleden genoten per zitting van de zittingscommissie
en per vergadering van de huurcommissie.
2.2. Reikwijdte van de wijziging
Deze wijziging betreft alleen de vacatiegelden van zittingsleden van de Huurcommissie
en heeft geen gevolgen voor de bezoldiging van de voorzitter, plaatsvervangend voorzitter
en de zittingsvoorzitters.
3. Effecten van de wijziging
Door de wijziging ontvangen zittingsleden een hogere vergoeding voor het voorbereiden
en voeren van een zitting.
4. Nalevingskosten en effecten voor de rijksbegroting
Deze wijziging heeft geen nalevingskosten, zowel structureel als incidenteel, voor
bedrijven of burgers en leidt daarom niet tot een toe- of afname van de regeldruk.
De enige organisatie die een effect ondervindt is de Huurcommissie.
Deze wijziging heeft effecten voor de rijksbegroting en de begroting van de Huurcommissie
in het bijzonder. Met de verhoging stijgen de totale kosten voor de vergoeding van
zittingsleden van ca. € 0,25 mln. naar ca. € 0,4 mln. De stijging van de totale kosten
is onderdeel van de begroting 2024.
5. Advies veldpartijen en consultatie
5.1 Internetconsultatie
Het voorstel tot wijziging is van 2 oktober 2023 tot en met 30 oktober 2023 opengesteld
voor internetconsulatie. Hierop is een reactie geweest. Reageerder geeft aan verbaasd
te zijn over het feit dat zittingsleden een vergoeding ontvangen voor het voorbereiden
en voeren van een zitting. Daarnaast wordt voorgesteld om de Huurcommissie af te schaffen
en een rechter geschillen te laten beoordelen. Indiener is van mening dat een rechter
een eerlijke kijk op de zaak heeft.
Een onafhankelijke geschilbeslechter voorziet echter in de behoefte van huurders en
verhuurders om op een laagdrempelige wijze een geschil tussen een huurder en een verhuurder
te beslechten. Een goed functionerende Huurcommissie is van groot belang voor de huurmarkt.
Voor het aantrekken van voldoende kwalitatieve zittingsleden is een marktconforme
vergoeding een belangrijke voorwaarde.
5.2 Advisering Adviescollege Toetsing en Regeldruk
Het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor
een formeel advies, omdat het naar verwachting geen (omvangrijke) gevolgen voor de
regeldruk heeft.
II. Artikelen
Artikel I
Artikel I wijzigt de hoogte van het bedrag in artikel 8, eerste lid, Urhw en daarmee
wijzigt de vergoeding die zittingsleden van de Huurcommissie ontvangen voor het voorbereiden
en voeren van zittingen. De toekomstige jaarlijkse indexatie van dit bedrag zoals
geregeld in hetzelfde artikel wijzigt niet.
Artikel II
Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2024.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.M. de Jonge