Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 21 november 2023, nr. IENW/BSK-2023/342819, tot intrekking van de Regeling mandaat CBR

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 10:8 van de Algemene wet bestuursrecht;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling mandaat CBR wordt ingetrokken.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van afgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

TOELICHTING

Met deze intrekkingsregeling wordt de Regeling mandaat CBR (Stcrt. 1997, 82, laatstelijk gewijzigd bij Stcrt. 2004, 91) ingetrokken. Deze mandaatregeling is overbodig geworden als gevolg van eerdere wijzigingen van artikel 149 van de Wegenverkeerswet 1994 (Wvw 1994) en artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW).

De Regeling mandaat CBR strekt tot het mandateren van de bevoegdheid om besluiten te nemen als bedoeld in artikel 149, tweede lid, onder a, van de Wvw 1994 en artikel 49, derde lid, van het BABW aan het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). In het thans geldende artikel 149, tweede lid, van de Wvw 1994 en artikel 49, derde lid, van het BABW is de bevoegdheid van het CBR tot het nemen van deze besluiten reeds opgenomen. Daarmee heeft de Regeling mandaat CBR geen betekenis meer en kan deze worden ingetrokken.

Het CBR onderschrijft dat de mandaatregeling geen betekenis meer heeft en de regeling kan worden ingetrokken. Omdat het gaat om een intrekking van een mandaatregeling die geen betekenis meer heeft, is afgezien van internetconsultatie en afgeweken van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

Naar boven