Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | Staatscourant 2023, 31831 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | Staatscourant 2023, 31831 | ander besluit van algemene strekking |
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
Gelet op 4, eerste en tweede lid, en 5 van de Kaderwet subsidies I en M en artikel 2, derde lid, van het Kaderbesluit subsidies I en M;
BESLUIT:
De Regeling specifieke uitkering Regionale Aanpak Laadinfrastructuur 2023–2030 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 2 vervalt ‘10,’.
B
Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd luidende:
1. De minister kan op aanvraag een specifieke uitkering verlenen aan een ontvanger.
2. Bij de aanvraag worden de volgende gegevens aangeleverd:
a. een aanduiding waarvoor een specifieke uitkering wordt aangevraagd;
b. het bedrag dat wordt aangevraagd;
c. de jaren waarvoor de specifieke uitkering aangevraagd wordt;
d. het bedrag aan omzetbelasting dat recht geeft op een bijdrage op grond van de Wet op het BTW-compensatiefonds;
e. de NAW-gegevens van de aanvrager;
f. het bankrekeningnummer waarop de specifieke uitkering dient te worden gestort.
C
Artikel 4, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel b wordt ‘€ 17.968.400’ vervangen door ‘€ 19.555.987’;
2. In onderdeel c wordt ‘€ 12.480.000’ vervangen door ‘€ 10.892.413’.
D
Artikel 6, tweede lid, komt als volgt te luiden:
2. Dit voorschot wordt betaald in drie termijnen:
a. het voorschot voor het jaar 2023 wordt binnen zes weken na de beschikking tot verlening betaald;
b. het voorschot voor het jaar 2024 wordt voor 1 juli 2024 betaald;
c. het voorschot voor het jaar 2025 wordt voor 1 juli 2025 betaald.
E
De tabel in de Bijlage, behorend bij artikel 4, tweede lid, wordt vervangen door onderstaande tabel:
Ontvanger |
2023 |
2024 |
2025 |
---|---|---|---|
Provincie Noord-Holland |
€ 1.656.266 |
€ 2.861.100 |
€ 2.080.000 |
Provincie Fryslân |
€ 1.825.933 |
€ 3.353.200 |
€ 2.080.000 |
Provincie Zeeland |
€ 1.841.312 |
€ 3.332.300 |
€ 492.413 |
Provincie Gelderland |
€ 2.063.873 |
€ 3.109.739 |
€ 2.080.000 |
Provincie Noord-Brabant |
€ 1.076.425 |
€ 4.549.648 |
€ 2.080.000 |
Gemeente Utrecht |
€ 790.595 |
€ 2.350.000 |
€ 2.080.000 |
De Subsidieregeling emissieloze bedrijfsauto’s wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1.1. wordt in de alfabetische volgorde het volgende begrip ingevoegd:
onderneming als bedoeld in artikel 2, onderdeel 2, van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening;
B
Artikel 1.4 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdelen a en b, wordt ‘10%’ vervangen door ‘7%’.
2. Onder vernummering van het vierde lid tot vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
4. Het percentage, genoemd in het eerste lid, onder a en b, wordt met 3 procentpunten verhoogd voor subsidie aan middelgrote ondernemingen.
3. In het vijfde lid (nieuw) wordt ‘2 procentpunten’ vervangen door ‘5 procentpunten’ en wordt ’het percentage genoemd in lid 1, onderdelen a en b,’ vervangen door ‘het percentage genoemd in het eerste lid, onder a en b,’.
C
In artikel 1.5, vierde lid, wordt ‘de jaren na 2023’ vervangen door ‘het jaar 2024’ en vervalt ‘voor aanvang van het kalenderjaar waarvoor het betreffende subsidieplafond wordt vastgesteld’.
D
Artikel 1.8, eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdelen d en e vervallen.
2. Aan het slot van onderdeel b wordt de puntkomma vervangen door ‘; en’.
3. Aan het slot van onderdeel c wordt de puntkomma vervangen door een punt.
E
Artikel 1.9 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. De aanvraag tot vaststelling van de subsidie kan worden ingediend tot uiterlijk 12 maanden na de datum van verlening van de subsidie.
2. Het derde lid komt te luiden:
3. De aanvrager kan in afwijking van het tweede lid, bij RVO een verzoek doen tot uitstel van maximaal 7 maanden van de indiening van de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, indien de levertijd van de bedrijfsauto of bedrijfsauto’s, langer is dan de van toepassing zijnde periode, bedoeld in het eerste lid.
F
In artikel 3.2 wordt ’15 maart 2026’ vervangen door ’31 december 2024’.
In artikel 1.4, vierde lid, onderdeel a, van de Subsidieregeling elektrische personenauto’s particulieren wordt ‘€ 2.550’ vervangen door ‘€ 2.950’.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen
Deze regeling strekt ertoe onderstaande drie regelingen op het gebied van duurzame mobiliteit op een aantal kleine punten te wijzigen.
Op 1 september 2023 trad de Regeling specifieke uitkering Regionale Aanpak Laadinfrastructuur 2023–2030 in werking. Op grond van deze regeling (hierna: SPUK RAL 2023–2030) kunnen specifieke uitkeringen worden verstrekt om deelnemers van samenwerkingsregio’s in staat te stellen de Regionale Aanpak Laadinfrastructuur op te stellen, te actualiseren en uit te voeren.
Op 15 maart 2021 is de Subsidieregeling emissieloze bedrijfsauto’s (hierna: SEBA) in werking getreden. Op grond van de SEBA kunnen subsidies worden verstrekt aan ondernemingen en non-profitinstellingen voor de aanschaf van één of meerdere emissieloze bedrijfsauto’s.
Op 1 juli 2020 trad de Subsidieregeling elektrische personenauto’s particulieren (hierna: SEPP) in werking. Op grond van deze regeling kan subsidie worden verstrekt voor de aanschaf en lease van nieuwe en gebruikte elektrische personenauto’s.
SPUK RAL 2023–2030
Na de publicatie van de SPUK RAL is duidelijk geworden dat er enkele onvolkomenheden zijn opgetreden in de tabel met beschikbare bedragen en de termijnen van uitbetaling van de voorschotten. Met deze wijziging wordt dit hersteld. Daarnaast was artikel 10 van het Kaderbesluit I en M van toepassing verklaard in artikel 2 van de SPUK RAL, terwijl dit niet de bedoeling was omdat de documenten die hier worden gevraagd ook al deels beschikbaar zijn vanuit de gesloten samenwerkingsovereenkomsten. In plaats daarvan is nu een nieuw artikel 3a opgenomen met de gegevens die aangeleverd dienen te worden bij de aanvraag.
SEBA
Binnen de Europese Unie is op 1 juli 2023 de herziening van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (hierna: AGVV) in werking getreden. Lopende steunmaatregelen zoals SEBA moeten met de herziene AGVV in overeenstemming worden gebracht, om binnen de staatssteunkaders rechtmatig subsidie te kunnen blijven verlenen.
Omdat SEBA na de herziening valt onder de werking van het AGVV-artikel over investeringssteun voor de aanschaf van schone of emissievrije vervoermiddelen voor het wegvervoer (artikel 36ter AGVV) daalt de maximale steunintensiteit voor grote ondernemingen van 40% tot 30% van de in aanmerking komende kosten. Dit heeft gevolgen voor het subsidiepercentage voor grote ondernemingen. In combinatie met het voordeel dat grote ondernemingen via de Milieu Investeringsaftrekregeling (MIA) kunnen krijgen, is het maximale subsidiepercentage voor grote ondernemingen bepaald op 7%, voor middelgrote ondernemingen op 10% en voor kleine ondernemingen op 12% van de netto catalogusprijs, zodat via de combinatie van SEBA plus MIA de maximale steunintensiteit uit de AGVV niet wordt overschreden.
Het subsidieplafond voor het jaar 2024 wordt naar verwachting in 2024 vastgesteld. Daarom wordt de aanvraagperiode voor 2024 nu verwijderd.
SEPP
Met deze regeling wordt in de SEPP, naar aanleiding van de tegenvallende subsidie aanvragen voor nieuwe elektrische voertuigen in 2023, de geplande verlaging van het subsidiebedrag voor nieuwe elektrische personenauto’s in 2024 uitgesteld. Er is een onderzoek uitgevoerd om de redenen te achterhalen waarom de subsidieaanvragen voor nieuwe particuliere elektrische auto’s in 2023 tegenvallen ten opzichte van de (snelle) uitputting in voorgaande jaren (2020 t/m 2022). Daaruit blijkt dat de aankoopkosten van een elektrische auto volgens de deelnemers aan het onderzoek de grootste rol spelen om (nog) geen elektrische auto te willen.1
Deze regeling wijzigt een aantal elementen in de onderstaande regelingen op het gebied van duurzame mobiliteit.
Vervallen artikel 10 van het Kaderbesluit subsidies I en M en artikel met eisen aan de aanvraag
Met deze wijziging vervalt artikel 10 van het Kaderbesluit subsidies I en M uit de lijst met van overeenkomstige toepassing verklaarde artikelen voor de SPUK RAL 2023–2030. Artikel 10 van het Kaderbesluit bevat een opsomming met zaken die aangeleverd moeten worden bij de aanvraag van een subsidie. Bij nader inzien blijkt dit echter niet noodzakelijk, omdat deze informatie deels reeds beschikbaar is vanuit de gesloten samenwerkingsovereenkomst. In de voorafgaande regeling, de SPUK RAL 2020–2023, werd deze informatie ook niet gevraagd Met het laten vervallen van artikel 10 van het Kaderbesluit subsidies I en M, is het noodzakelijk in de regeling een bepaling op te nemen over welke gegevens aangeleverd dienen te worden bij de aanvraag. Daarvoor is er een nieuw artikel 3a opgenomen in de regeling om te vermelden welke gegevens aangeleverd moeten worden bij de aanvraag om een specifieke uitkering
Wijziging voorschotsystematiek
Beleidsmatig was het de bedoeling dat aanvragers één aanvraag konden indienen voor de jaren 2023, 2024 en 2025. Vervolgens zou dan jaarlijks het voorschot worden uitbetaald. Echter, in de regeling was het abusievelijk zo geformuleerd dat het voorschot in één keer uitbetaald diende te worden. Artikel 6 is nu zo aangepast zodat dit aansluit bij de oorspronkelijke bedoeling. Deze werkwijze heeft ook de voorkeur van de aanvragers omdat zij dan slechts één keer een aanvraag hoeven in te dienen.
Wijziging tabel met maximaal beschikbare bedragen
De bijlage, behorend bij artikel 4, tweede lid, van de regeling bevat de maximale bedragen per ontvanger, inclusief omzetbelasting. Na publicatie van de regeling bleek deze tabel niet te kloppen. Met deze wijziging wordt dit hersteld. Het totale bedrag dat beschikbaar is voor de ontvangers blijft hetzelfde.
Begripsbepalingen
In artikel 1 is de begripsbepaling middelgrote onderneming aan de SEBA toegevoegd. Dit begrip komt terug in artikel 1.4, vierde lid (nieuw). Onder middelgrote onderneming in de zin van de AGVV2 wordt verstaan: ondernemingen waar minder dan 250 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet 50 miljoen EUR en/of het jaarlijkse balanstotaal 43 miljoen EUR niet overschrijdt.
Wijziging subsidiepercentages
De subsidie voor een bedrijfsauto die valt onder de voertuigclassificatie N1 of N2 wordt voor grote ondernemingen verlaagd tot 7% van de netto catalogusprijs, tot een maximum van € 5.000 per bedrijfsauto. Dat wordt geregeld in artikel 1.4, eerste lid. Dit was voor de wijziging 10% van de catalogusprijs met een ongewijzigd maximum van € 5.000. Het subsidiepercentage voor middelgrote ondernemingen wijzigt niet en blijft 10%, met een ongewijzigd maximum van € 5.000. Het subsidiepercentage voor kleine ondernemingen en non-profitorganisaties wijzigt evenmin en blijft 12%, met een ongewijzigd maximum van € 5.000.
Aanvraagperiodes 2024 en 2025
De aanvraagperiode, in artikel 1.8 eerste lid, onderdelen d, voor 2024, en e, voor 2025, komen te vervallen. Het subsidieplafond voor het jaar 2024 wordt naar verwachting in 2024 vastgesteld. Daarom wordt de aanvraagperiode voor 2024 nu verwijderd, net als de bepaling dat het subsidieplafond voor aanvang van het kalenderjaar wordt vastgesteld en wordt gepubliceerd in de Staatscourant. Volgend op de vaststelling van het subsidieplafond wordt in de loop van 2024 gepubliceerd wanneer de aanvraagperiode opent. Omdat per 1 januari 2025 de bpm-vrijstelling op bedrijfsauto's voor ondernemers vervalt, gaat de aanschafprijs van een elektrische bestelbus in 2025 concurreren met die van een bestelbus op diesel of benzine. Dit verschil in aanschafprijs werd gezien als drempel om een elektrische bestelbus te kopen, hoewel het perspectief voor de totale kosten over de levensduur van het voertuig gunstiger is voor elektrische bestelbussen. Met het wegnemen van het verschil in aanschafprijs zijn de totale kosten over de levensduur op zichzelf voldoende stimulans bij de aanschafkeuze door een ondernemer. De SEBA kan daarom op 31 december 2024 komen te vervallen.
Periode aanvraag vaststelling subsidie
Daarnaast wordt het ook in 2024 mogelijk gemaakt om binnen 12 maanden na verlenen van de subsidie een aanvraag om vaststelling van de subsidie in te dienen, met daarbij de mogelijkheid om te verzoeken om uitstel. Hieraan bestaat behoefte bij subsidieaanvragers vanwege het feit dat de auto-industrie sinds enige tijd te maken met een chiptekort waardoor sprake is van levertijden van emissieloze auto’s van 6 maanden en langer.
Naast een wijziging van de SEBA bevat deze regeling ook een wijziging in de SEPP. Zoals in de paragraaf hierboven aangekondigd wordt teruggekeerd naar de oorspronkelijke afbouwreeks die ten tijde van het publiceren van de regeling in 2020 werd aangehouden. Dat houdt in dat het subsidiebedrag voor nieuwe auto’s in 2024 niet daalt naar € 2.550 maar blijft staan op € 2.950. Het doel van deze beperkte aanpassing is om de regeling voor particuliere nieuwe elektrische voertuigen (beperkt) aantrekkelijker te maken in 2024.
De wijziging van de SPUK RAL heeft geen grote gevolgen voor de medeoverheden die een SPUK kunnen aanvragen op grond van deze regeling. De wijziging van de regeling is met de zes mogelijke ontvangers besproken en afgestemd. Het totale beschikbare budget voor de regeling en de individuele ontvangers verandert niet. Met het aanpassen van de aanvraagvereisten worden de bestuurlijke lasten voor de aanvragers verminderd.
Door de wijziging kunnen naar verwachting in 2024 op grond van de SEBA meer ondernemers gebruik maken van een subsidie en worden kleine en middelgrote ondernemingen meer gestimuleerd dan grote ondernemingen. Zowel de SEPP als de SEBA worden uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Deze wijzigingsregeling is met hen afgestemd.
De wijziging van de SPUK RAL, SEBA en SEPP heeft naar haar aard geen gevolgen voor de administratieve lasten voor ondernemers en burgers. Op grond van het kabinetsstandpunt inzake internetconsultatie3 kon internetconsultatie daarom achterwege blijven.
Deze regeling betreft het vaststellen van het subsidieplafond en een aantal kleinere wijzigingen die geen noemenswaardige gevolgen hebben voor de regeldruk die burgers en bedrijven ervaren bij gebruikmaking van de SPUK RAL, SEBA en SEPP. Om deze reden is deze regeling niet ter toetsing aan het Adviescollege toetsing regeldruk voorgelegd.
De financiële gevolgen voor de Rijksoverheid van de onderhavige wijziging van de SPUK RAL, SEBA en SEPP vallen binnen de kaders van de rijksbegroting.
Het grootste deel van deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2024. Bij de vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding is afgeweken van de minimuminvoeringstermijn van twee maanden4. De reden van deze afwijking is dat hiermee, gelet op de doelgroep, aanmerkelijke ongewenste private nadelen worden voorkomen5. Voor wat betreft de SEPP is de wijziging begunstigend en is dit tevens reeds op 5 oktober 2023 aangekondigd in een Kamerbrief.6 De betrokken partijen zijn daarmee tijdig op de hoogte. De wijzigingen hebben betrekking op nog in te dienen aanvragen. Daarom kan overgangsrecht achterwege blijven. Voor wat betreft de SEBA wordt met deze wijziging voldaan aan de verplichting om binnen zes maanden na de herziening van de AGVV, subsidieregelingen met de herziene AGVV in overeenstemming te brengen. Daarnaast wordt voorkomen dat subsidies worden aangevraagd en verleend zonder een vooraf vastgesteld subsidieplafond.
Artikel I treedt in werking de dag na publicatie in de Staatscourant. Daarmee is deze wijziging nog van toepassing op aanvragen voor de SPUK RAL die nog dit jaar door de ontvangers ingediend kunnen worden. Nu deze wijziging begunstigend voor de ontvangers is, is daar geen bezwaar tegen.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2023-31831.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.