Regeling van de Minister voor Langdurige Zorg en Sport, Welzijn en Sport van 13 november 2023, kenmerk 3709804-1055612-LZ, houdende wijziging van de Regeling palliatieve terminale zorg en geestelijke verzorging thuis in verband met het opnemen van aanvullende vereisten bij subsidieaanvraag voor palliatieve terminale zorg door vrijwilligers en enkele andere wijzigingen

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling palliatieve terminale zorg en geestelijke verzorging thuis wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 1, 4, eerste en tweede lid, 6, aanhef, 15, tweede lid, 16, eerste lid, 17, 19, 21 en 22, tweede en derde lid, 29, eerste en tweede lid, 30, tweede en derde lid, 32, tweede lid, en 34, wordt 'Minister' telkens vervangen door 'Minister'.

B

In de artikelen 1, 2, onderdeel a, 6, 7, derde lid, 14, eerste lid, 6, eerste lid, 17, eerste lid, 17a, eerste lid, 18, 19, eerste en derde lid, en 20, wordt 'vrijwillige palliatieve terminale zorg' telkens vervangen door 'palliatieve terminale zorg door vrijwilligers'.

C

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Deze regeling heeft tot doel het door middel van subsidieverstrekking:

  • a. stimuleren van de coördinatie, scholing en inzet van vrijwilligers bij het verlenen van palliatieve terminale zorg;

  • b. creëren en onderhouden van een compleet, samenhangend en dekkend aanbod van palliatieve terminale zorg van verantwoorde kwaliteit in de regio door netwerken palliatieve zorg en netwerken integrale kindzorg;

  • c. faciliteren van geestelijke verzorging thuis en rouw- en verliesbegeleiding thuis ten behoeve van palliatieve patiënten en hun naasten en geestelijke verzorging thuis voor mensen van 50 jaar en ouder.

D

Artikel 3, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Een instellingssubsidie voor palliatieve terminale zorg door vrijwilligers kan worden verstrekt indien de instelling die de palliatieve terminale zorg door vrijwilligers verleent:

    • a. geen zorg of een andere dienst verleent waarop aanspraak bestaat ingevolge artikel 3.1.1 van de Wet langdurige zorg of ingevolge een zorgverzekering als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Zorgverzekeringswet; dan wel

    • b. zorg of een andere dienst verleent als bedoeld onder a, mits de instelling ten hoogste 20 verpleegkundigen, gerekend naar voltijds dienstverband in vaste dienst heeft;

    • c. deel uitmaakt van een overkoepelende organisatie die zorg of een andere dienst verleent als bedoeld onder a, mits de overkoepelende organisatie:

      • 1°. ten hoogste 20 verpleegkundigen, gerekend naar voltijds dienstverband in vaste dienst heeft; of

      • 2°. meer dan 20 verpleegkundigen gerekend naar voltijds dienstverband in vaste dienst heeft en de instelling die palliatieve terminale zorg door vrijwilligers verleent zelfstandig opereert en ten hoogste 20 verpleegkundigen, gerekend naar voltijds dienstverband in vaste dienst heeft.

E

Aan artikel 4, eerste lid, wordt toegevoegd ', bedoeld in artikel 1a'.

F

Het opschrift van paragraaf 2 komt te luiden:

Paragraaf 2. Palliatieve terminale zorg door vrijwilligers

G

Artikel 14, tweede lid, tweede zin, vervalt.

H

Artikel 15 komt te luiden:

  • 1. Voor de aanvraag tot vaststelling wordt een door de Minister vastgesteld formulier gebruikt.

  • 2. De aanvraag gaat vergezeld van een jaarverslag waarin in elk geval is opgenomen:

    • a. een opgave van het totale aantal personen waaraan in de referentieperiode door de instelling palliatieve terminale zorg door vrijwilligers thuis, in een bijna-thuis-huis of in een high care hospice is verleend;

    • b. een onderbouwde opgave van de gemiddelde verblijfsduur van een persoon in een bijna-thuis-huis of in een high care hospice;

    • c. een beschrijving van de wijze waarop de instelling participeert in het netwerk palliatieve zorg in de betreffende netwerkregio, als bedoeld in artikel 18;

    • d. een beschrijving van de wijze waarop de deskundigheid en inzet van vrijwilligers wordt bevorderd en gewaarborgd.

  • 3. De aanvraag van een instellingssubsidie voor palliatieve terminale zorg door vrijwilligers in de thuissituatie met betaalde coördinatie gaat vergezeld van de overeenkomst met de coördinator.

I

Paragraaf 2a vervalt.

J

In Bijlage 1 wordt ten aanzien van de in de eerste kolom genoemde netwerken 'Enschede, Haakbergen & Noordoost Twente' en 'Noordwest Twente' in de tweede kolom 'Stichting Medisch Spectrum Twente' vervangen door 'Stichting Carint Reggeland Groep'.

K

In Bijlage 2 wordt in de derde kolom 'Aalten (voor ¾)' vervangen door 'Aalten'.

ARTIKEL II

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

  • 2. In afwijking van het eerste lid treden de onderdelen J en K in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst.

  • 3. Onderdeel J werkt terug tot en met 1 januari 2023.

  • 4. Onderdeel K werkt terug tot en met 1 januari 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

TOELICHTING

ALGEMEEN

1. Inleiding

Op grond van de Regeling palliatieve terminale zorg en geestelijke verzorging (hierna: Regeling) kunnen instellingssubsidies worden verstrekt voor het verlenen van palliatieve terminale zorg door vrijwilligers, de coördinatie van netwerken voor palliatieve zorg en de inzet van geestelijke verzorgers in de thuissituatie. Met de onderhavige wijzigingsregeling is de Regeling op enkele punten aangepast:

  • explicitering van de doelstelling van de Regeling;

  • aanvullende vereisten bij de subsidieaanvraag voor palliatieve terminale zorg door vrijwilligers;

  • tekstuele aanpassingen ter verduidelijking van bepaalde punten en technische verbeteringen.

2. Wijzigingen

Expliciete duiding van de doelstelling van de Regeling

Zowel het doel van de Regeling als de subsidiabele activiteiten zijn expliciet in de Regeling opgenomen. Op deze manier worden reeds geldende uitgangspunten verankerd. De Regeling ziet op het subsidiëren van:

  • 1. het stimuleren van coördinatie, scholing en inzet van vrijwilligers bij het verlenen van palliatieve terminale zorg door de kosten van coördinatie van de vrijwilligers van bijna-thuis huizen en high care hospices financieel te ondersteunen;

  • 2. het creëren en onderhouden van een compleet, samenhangend en dekkend aanbod van palliatieve terminale zorg van verantwoorde kwaliteit in de regio door de coördinatiekosten van netwerken palliatieve zorg en netwerken integrale kindzorg financieel te ondersteunen; en

  • 3. het faciliteren van geestelijke verzorging thuis en rouw- en verliesbegeleiding thuis ten behoeve van palliatieve patiënten en hun naasten en mensen van 50 jaar en ouder door de inzet van en de betaling aan geestelijk verzorgers en rouw- en verliesbegeleiders, en de daarmee samenhangende coördinerende activiteiten, financieel te ondersteunen.

Ad 1. Palliatieve terminale zorg door vrijwilligers

Dit onderdeel van de Regeling betreft het stimuleren van de inzet van vrijwilligers in de palliatieve terminale zorg, bijvoorbeeld in een hospice, zorginstelling of bij mensen thuis. Vrijwilligers zijn essentieel in de palliatieve zorg; samen met de zorgverleners zorgen zij voor passende zorg voor de zorgvragers en hun naasten.

De subsidieregeling voorziet hoofdzakelijk in de financiële ondersteuning van kosten voor de inzet, scholing en coördinatie van vrijwilligers in de palliatieve terminale zorg en draagt ten dele bij in de huisvestingskosten. Organisaties in de hospicezorg kunnen door middel van de Regeling een vergoeding ontvangen per cliënt ten behoeve van de inzet van vrijwilligers.

Ad 2. Regionale netwerken en netwerken integrale kindzorg

Dit onderdeel van de Regeling betreft de ondersteuning van de vorming en instandhouding van de netwerken palliatieve zorg en netwerken integrale kindzorg teneinde de onderlinge samenwerking tussen de bij palliatieve terminale zorg betrokken organisaties en personen te versterken. De doelstelling van de Regeling is het creëren en onderhouden van een compleet, samenhangend en dekkend aanbod van palliatieve terminale zorg van verantwoorde kwaliteit in de regio door de coördinatiekosten van netwerken palliatieve zorg en netwerken integrale kindzorg financieel te ondersteunen.

Concreet gaat het vooral om activiteiten van een netwerkcoördinator zoals het initiëren van activiteiten voor de realisering van de doelstellingen van het netwerk, het adviseren en ondersteunen van deelnemers aan het netwerk, het verzorgen van voorlichting over het netwerk, het opstellen van beslisdocumenten, het voeren van overleg met netwerkpartners en andere externe betrokkenen, het ondersteunen van diverse inhoudelijke en op de organisatie van de zorg gerichte werkgroepen en het onderhouden van contacten met andere netwerkcoördinatoren.

Ad 3. Geestelijke verzorging thuis

Dit onderdeel van de Regeling betreft het faciliteren van geestelijke verzorging thuis en rouw- en verliesbegeleiding thuis ten behoeve van palliatieve patiënten en hun naasten en geestelijke verzorging thuis voor mensen van 50 jaar en ouder door de inzet van en betaling aan geestelijk verzorgers en rouw- en verliesbegeleiders, en de daarmee samenhangende coördinerende activiteiten, financieel te ondersteunen. De inzet is vooral bedoeld voor mensen van 50 jaar en ouder en voor zowel volwassen als minderjarige palliatieve patiënten en kan bestaan uit: consulten van geestelijk verzorgers of (in de kinderpalliatieve zorg) rouw- en verliesbegeleiders, bijscholing van reguliere zorgverleners en activiteiten om de bekendheid van de (mogelijkheden van de) geestelijk verzorgers en rouw- en verliesbegeleiders te vergroten.

Aanvullende vereisten voor subsidieaanvraag voor palliatieve terminale zorg door vrijwilligers

Ter bevordering van de kwaliteit van palliatieve terminale zorg door vrijwilligers zijn, mede op initiatief van de koepelorganisaties Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg Nederland (VPTZ Nederland) en de Associatie Hospice zorg Nederland (AHzN), kwaliteitsvereisten opgenomen die een rol spelen in de toelating tot de Regeling en bij de verantwoording van de verkregen middelen.

De subsidieaanvrager dient bij de subsidieaanvraag een jaarverslag te overleggen. Het jaarverslag is vormvrij, maar dient ten minste de volgende informatie te bevatten:

  • een opgave van het totaal aantal personen waaraan in de referentieperiode door de instelling palliatieve terminale zorg door vrijwilligers is verleend;

  • een onderbouwde opgave van de gemiddelde verblijfsduur van een persoon in een bijna-thuis-huis of in een high care hospice;

  • een beschrijving van de wijze waarop de instelling participeert in het netwerk palliatieve zorg in de betreffende netwerkregio, als bedoeld in artikel 18; en

  • een beschrijving van de wijze waarop de deskundigheid en inzet van vrijwilligers wordt bevorderd en gewaarborgd.

Het eerste vereiste is geen nieuwe verplichting voor de subsidieaanvraag, maar stond voor deze wijzigingsregeling in artikel 15, eerste lid.

Het tweede vereiste is opgenomen om in beeld te krijgen hoe lang een palliatieve cliënt gemiddeld in een bijna-thuis-huis of in een high care hospice verblijft.

Het derde vereiste is dat in het jaarverslag ten minste wordt opgenomen aan welke netwerkregio de aanvrager verbonden is en op welke wijze de aanvrager actief bijdraagt aan het desbetreffende netwerk palliatieve zorg. Participatie in een netwerk palliatieve zorg is een bestaande verplichting, opgenomen in artikel 18. Ter onderbouwing van de beschrijving kan gedacht worden aan afspraken die gemaakt zijn met het netwerk en (keten)partners in de regio.

Het vierde vereiste volgt uit de doelstelling van de Regeling die toeziet op het bevorderen van de coördinatie, inzet en scholing van vrijwilligers. In het jaarverslag wordt opgenomen op welke wijze de aanvrager de deskundigheid en inzet van vrijwilligers bevordert en waarborgt. Ter onderbouwing van de beschrijving kan gedacht worden aan de mate waarin en wijze waarop (bij)scholing wordt aangeboden aan zowel nieuwe als bestaande vrijwilligers en op welke wijze de coördinatie wordt vervuld.

Om de administratieve lasten voor instellingen te beperken is gekozen voor een vormvrije verantwoording. De Regeling kent reeds een licht verantwoordingsregime. De aanvullende kwaliteitseisen zijn niet onevenredig belastend voor aanvragers in het kader van het verantwoorden van maatschappelijke middelen.

Tekstuele wijzigingen

Van de wijziging van de Regeling is gebruik gemaakt om enkele tekstuele onvolkomenheden te verhelpen. Het gaat hierbij om tekstuele aanpassingen ter verduidelijking van bepaalde punten en enkele technische verbeteringen. Met de wijzigingen worden geen substantiële beleidswijzigingen beoogd. De wijzigingen dragen bij aan het vergroten van de leesbaarheid en begrijpelijkheid van de Regeling.

Onder meer is in artikel 3 de reikwijdte van de regeling verduidelijkt door middel van een redactionele wijziging. In de praktijk bleek er aanhoudend enige onduidelijkheid te bestaan over wanneer een instelling aanspraak kan maken op een subsidie voor palliatieve terminale zorg door vrijwilligers. De strekking van het artikel blijft ongewijzigd.

Verder zijn alle aanvraagvereisten van subsidie voor palliatieve terminale zorg door vrijwilligers overzichtelijk onder elkaar gezet in artikel 15. Daarnaast bevat het artikel aanvullende vereisten bij de subsidieaanvraag voor palliatieve terminale zorg door vrijwilligers.

3. Administratieve lasten

De wijziging van de Regeling betreft voornamelijk een aantal tekstuele aanpassingen, deze hebben geen gevolgen voor de regeldruk.

ARTIKELSGEWIJS

Artikel I

Onderdelen A, B, E, F, J en K

Deze onderdelen bevatten tekstuele aanpassingen ter verduidelijking van bepaalde punten en technische verbeteringen.

Met onderdeel J is een verschrijving in bijlage 1 hersteld. Per abuis is voor 2023 in de bijlage opgenomen dat de subsidie voor de netwerken Enschede, Haakbergen & Noordoost Twente en Noordwest Twente door de Stichting Medisch Spectrum Twente wordt aangevraagd. Dit moet de Stichting Carint Reggeland Groep zijn. Deze wijziging is dan ook met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2023 ingevoerd.

Met onderdeel K is een verschrijving in bijlage 2 met betrekking tot de gemeente Aalten hersteld. De verschrijving trad op bij de introductie van bijlage 2 en deze is daarom met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2022 hersteld.

Onderdeel D

Artikel 3 was een moeilijk leesbare bepaling met uitzonderingsregels op de aanspraak op een subsidie voor palliatieve terminale zorg door vrijwilligers. Er ontstonden in de praktijk keer op keer onduidelijkheden over het antwoord op de vraag wanneer een instelling aanspraak mag maken op een subsidie voor palliatieve terminale zorg door vrijwilligers. Met deze wijzigingsregeling is positief in artikel 3 opgenomen in welke gevallen een instelling in aanmerking komt voor een subsidie voor palliatieve terminale zorg door vrijwilligers.

Onderdelen G en H

Aanvragers dienen een jaarverslag op te nemen bij de subsidieaanvraag (onderdeel H). Zie het algemeen deel van de toelichting onder 2 (Wijzigingen).

Artikel 14, tweede lid, tweede zin, is als gevolg daarvan vervallen (onderdeel G). De strekking van dit artikel is overgenomen in artikel 15, derde lid (nieuw).

Onderdeel I

De tijdelijke paragraaf 2a over de eenmalige tegemoetkoming energiekosten (artikel 2a en 2b) zijn uitgewerkt en bij deze wijzigingsregeling vervallen.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

Naar boven