Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 20 oktober 2023, nr. WJZ/33601228, tot wijziging van de Regeling gebruik van frequentieruimte zonder vergunning en zonder meldingsplicht 2015 in verband met het gebruik van radioapparaten aan boord van andere dan Nederlandse schepen of door niet-ingezetenen van Nederland die tijdelijk hier te lande verblijven

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op artikel 2, eerste en derde lid, van het Frequentiebesluit 2013;

Besluit:

ARTIKEL I

In de Regeling gebruik van frequentieruimte zonder vergunning en zonder meldingsplicht 2015 wordt na artikel 3 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3a

  • 1. Voor het gebruik van radioapparaten aan boord van andere dan Nederlandse schepen, als bedoeld in artikel 10.15, tweede lid, onderdeel d, van de wet, met uitzondering van maritiem mobiele communicatie vanaf het land, zijn de artikelen 7, aanhef en onderdeel b, 8, eerste lid, onderdelen c en d, en 9 van de Regeling gebruik van frequentieruimte met meldingsplicht 2015 van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Voor het gebruik van radioapparaten door niet-ingezeten van Nederland die tijdelijk hier te lande verblijven, als bedoeld in artikel 10.15, tweede lid, onderdeel e, van de wet, zijn de artikelen 7, aanhef en onderdeel a, 8, eerste lid, onderdelen b en c, en 10, eerste en tweede lid, van de Regeling gebruik van frequentieruimte met meldingsplicht 2015 van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Voor het gebruik van radioapparaten als bedoeld in het eerste en tweede lid, geldt dat er bij het radioapparaat een gebruikerslicentie aanwezig is als bedoeld in artikel 18.1 van het Radioreglement.

  • 4. Voor het gebruik van radioapparaten als bedoeld in het eerste lid, geldt dat er bij het radioapparaat een certificaat van bediening aanwezig is conform artikel 49 van het Radioreglement. Dit certificaat van bediening staat op naam van degene die het radioapparaat bedient. Hiervan kan alleen worden afgeweken indien een niet-certificaathouder het radioapparaat bedient en deze in directe aanwezigheid en onder verantwoordelijkheid van de certificaathouder staat.

ARTIKEL II

In bijlage 1. Radiozendamateurs van de Regeling gebruik van frequentieruimte met meldingsplicht 2015 wordt de tabel onder het kopje ‘Beperkingen en voorschriften als bedoeld in artikel 7, onder a, en examenvereiste als bedoeld in artikel 4, tweede lid’ als volgt gewijzigd:

De regel luidende:

N

100

14,0

 

14,25

 

p

wordt vervangen door:

N

100

14,0

 

14,35

 

p

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Inleiding

Aanleiding voor het wijzigen van de Regeling gebruik van frequentieruimte zonder vergunning en zonder meldingsplicht 2015, is dat de bestaande regelgeving1 voor maritiem frequentiegebruik via radioapparaten aan boord van schepen, alleen van toepassing is op Nederlandse en niet op buitenlandse schepen. Uit de toezichts- en handhavingspraktijk is gebleken dat bij gebrek aan een (soortgelijk) regelgevend kader voor buitenlandse schepen, bij ongeregeldheden van maritiem frequentiegebruik via radioapparaten aan boord van die schepen, er geen effectief toezicht kan worden gehouden en er niet handhavend kan worden opgetreden. Zonder deze mogelijkheden kan een vlotte afwikkeling van het vaarverkeer en de veiligheid op de Nederlandse vaarwateren in het geding komen. Met deze wijziging van de Regeling gebruik van frequentieruimte zonder vergunning en zonder meldingsplicht 2015 is beoogd regels te stellen voor het maritiem frequentiegebruik via radioapparaten aan boord van buitenlandse schepen op basis waarvan toezicht en handhaving mogelijk is bij ongeregeldheden. Daarbij wordt aangesloten bij de regels voor maritiem frequentiegebruik via radioapparaten aan boord van Nederlandse schepen, die strekken tot uitvoering van het Radioreglement van de Internationale Telecommunicatie Unie. Gebruikers uit het buitenland zijn in de kern dus bekend met deze voorschriften.

In aanvulling op bovengenoemde wijziging worden nu ook regels gegeven voor radiozendamateurs (hierna: RZAMs) die niet-ingezetene van Nederland zijn en die tijdelijk hier te lande verblijven (hierna: buitenlandse RZAMs). De bestaande regels2 voor RZAMs gelden namelijk alleen voor Nederlandse en niet voor buitenlandse RZAMs. Met deze wijziging van de Regeling gebruik van frequentieruimte zonder vergunning en zonder meldingsplicht 2015 is een regelgevend kader gerealiseerd voor buitenlandse RZAMs. Hiermee wordt tevens aangesloten bij de huidige praktijk en de aanbevelingen van de European Conference of Postal and Telecommunications Administrations (hierna: CEPT) over tijdelijke gebruik in het buitenland (CEPT Recommendation T/R 61-01 (ECO Documentation (cept.org), en de wederzijdse erkenning van HAREC certificaten (CEPT Recommendation T/R 61-02, ECO Documentation (cept.org), en Novice certificaten (CEPT Recommendation (05)06, ECO Documentation (cept.org)).

Voorts wordt met deze wijziging een aanpassing gedaan in de tabel in bijlage 1 van de Regeling gebruik van frequentieruimte met meldingsplicht 2015 (hierna: Regeling met meldingsplicht 2015). Deze aanpassing was reeds opgenomen in een eerdere wijziging van de Regeling met meldingsplicht 2015 maar bevatte een verschrijving. Deze verschrijving is nu gecorrigeerd zodat in de tabel de juiste banden zijn toegewezen voor RZAMs met beperkte toegang tot frequentieruimte.

2. Regels voor maritiem frequentiegebruik buitenlandse schepen

Uit artikel 10.15 van de Telecommunicatiewet volgt – samengevat – dat het gebruik van frequentieruimte door middel van radioapparaten gereguleerd wordt door middel van drie wettelijke regimes: (1) gebruik met vergunning (2) vergunningvrij gebruik met meldingsplicht en (3) vergunningvrij gebruik zonder meldingsplicht.

Het maritiem frequentiegebruik aan boord van Nederlandse schepen valt onder het regime ‘vergunningvrij gebruik met meldingsplicht’. Onder vergunningvrij gebruik met meldingsplicht wordt verstaan dat het (voorgenomen) frequentiegebruik via een radioapparaat aan boord van een Nederlands schip wordt gemeld bij Onze Minister en hij dit frequentiegebruik registreert overeenkomstig de melding. Na deze registratie in het daarvoor bestemde register kan er op een wettige manier gebruik worden gemaakt van maritieme frequentieruimte via dat radioapparaat, onder de voorwaarde dat de bepalingen van de Regeling met meldingsplicht 2015 worden nageleefd.

De Regeling met meldingsplicht 2015 bevat diverse bepalingen die het maritiem frequentiegebruik via radioapparaten aan boord van een schip reguleren. Zo staat bijvoorbeeld in de regeling dat er geen valse of bedrieglijke alarmeringen, noodseinen, noodoproepen of noodberichten worden uitgezonden (artikel 8, eerste lid, onderdeel d) en dat een maritiem mobiel radioapparaat geen onjuiste of misleidende identificatie gebruikt (artikel 9, eerste lid, onderdeel a). Het doen naleven van deze bepalingen moet de veiligheid op de Nederlandse vaarwateren waarborgen.

Zoals de naam al doet vermoeden, is de Regeling met meldingsplicht 2015 alleen van toepassing op vergunningvrij gebruik met meldingsplicht. Buitenlandse schepen vallen echter onder het regime ‘vergunningvrij gebruik zonder meldingsplicht’.

Deze meldingsplicht is dus alleen van toepassing op maritiem frequentiegebruik aan boord van Nederlandse schepen en dus niet op buitenlandse schepen. Dit had tot gevolg dat buitenlandse schepen niet waren gebonden aan de bepalingen van de Regeling met meldingsplicht 2015 en dat er geen wettelijke grondslag voor toezicht en handhaving was. Indien een buitenlands schip een valse alarmering deed op de Nederlandse vaarwateren, had Onze Minister geen mogelijkheid om handhavend op te treden.

In het nieuwe artikel 3a, eerste lid, van de Regeling gebruik van frequentieruimte zonder vergunning en zonder meldingsplicht 2015 zijn de relevante bepalingen uit de Regeling met meldingsplicht 2015 van overeenkomstige toepassing verklaard op het gebruik door buitenlandse schepen. Hierdoor zijn deze regels ook van toepassing op het gebruik van frequentieruimte via radioapparaten aan boord van buitenlandse schepen en is er ook ten aanzien van deze gebruikers een grondslag voor toezicht en handhaving.

3. Regels voor buitenlandse RZAMs

Nederlandse RZAMs vallen onder het regime ‘vergunningvrij gebruik met meldingsplicht’ en buitenlandse RZAMs onder het regime ‘vergunningvrij gebruik zonder meldingsplicht’. De Regeling met meldingsplicht 2015 – waarin bepalingen staan die het frequentiegebruik via radioapparaten door RZAMs reguleren – is daardoor niet van toepassing op buitenlandse RZAMs. Deze regeling is namelijk alleen van toepassing op vergunningvrij gebruik met meldingsplicht.

Het is wenselijk om voor beide groepen hetzelfde regelgevende kader te hanteren. In het nieuwe artikel 3a, tweede lid, van de Regeling zonder meldingsplicht 2015 is daarom bepaald dat de relevante bepalingen uit de Regeling met meldingsplicht 2015 van overeenkomstige toepassing zijn op buitenlandse RZAMs.

4. Regeldruk

Deze Regeling heeft geen regeldrukeffecten. Dit komt doordat wordt aangesloten bij de regels voor maritiem frequentiegebruik die strekken tot uitvoering van het Radioreglement van de Internationale Telecommunicatie Unie. Voor radiozendamateurs geldt dat wordt aangesloten bij de huidige praktijk en aanbevelingen van CEPT. Gebruikers uit het buitenland zijn in de kern dus bekend met deze voorschriften. Het effect van deze Regeling is dat de mogelijkheden voor toezicht en handhaving worden uitgebreid. In artikel II van de Regeling wordt een kennelijke verschrijving hersteld.

De wijziging van de regeling is voorgelegd voor een toets aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR). ATR heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen gevolgen voor de regeldruk heeft.

5. Vaste verandermomenten

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2024. Hiermee is aangesloten bij het beleid inzake vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515).

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens


X Noot
1

Regeling gebruik van frequentieruimte met meldingsplicht 2015.

X Noot
2

Regeling gebruik van frequentieruimte met meldingsplicht 2015.

Naar boven