Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 9 november 2023, kenmerk 3704788-1055151-Z, houdende wijziging van de Regeling zorgverzekering ter vaststelling van bedragen en percentages voor het jaar 2024

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelet op de artikelen 42, tweede lid, 43, derde lid, en 45, derde en vierde lid, van de Zorgverzekeringswet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling zorgverzekering wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 5.2 wordt ‘2023’ vervangen door ‘2024’ en wordt ‘€ 66.956’ vervangen door ‘€ 71.628’.

B

In artikel 5.3 wordt ‘2023’ vervangen door ‘2024’.

C

Artikel 5.4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en vierde lid wordt ‘6,68’ telkens vervangen door ‘6,57’.

2. In het tweede en vijfde lid wordt ‘5,43’ telkens vervangen door ‘5,32’.

D

In artikel 5.5 wordt ‘1 januari 2023’ vervangen door ‘1 januari 2024’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

TOELICHTING

Algemeen

Met deze wijzigingsregeling wordt de Regeling zorgverzekering (Rzv) op de volgende punten aangepast:

  • Het maximum bijdrageloon en -inkomen dat in 2024 voor de heffing van de inkomensafhankelijke bijdrage (IAB) voor de Zorgverzekeringswet (Zvw) in aanmerking wordt genomen;

  • De percentages IAB Zvw voor dat jaar overeenkomstig de begroting (Financieel Beeld Zorg) 20241.

Deze wijzigingen hebben geen regeldrukeffecten voor burgers, bedrijven, instellingen of professionals, noch is er sprake van noemenswaardige kennisnemingskosten. Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) kan zich verenigen met dit standpunt.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdelen A en B

Het bijdrageloon, bedoeld in artikel 42 van de Zvw, en het bijdrage-inkomen, bedoeld in artikel 43 van de Zvw, dat voor heffing van de IAB ten hoogste in aanmerking wordt genomen, bedraagt voor het jaar 2024 € 71.628. Dit bedrag is gelijk aan het maximumpremieloon voor de werknemersverzekeringen dat bij en krachtens artikel 17, eerste lid, eerste zin, van de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) is geregeld voor het jaar 2024.

Artikel I, onderdelen C en D

Het percentage aan IAB dat inhoudingsplichtigen ingevolge artikel 45, eerste lid, van de Zvw over het loon van hun werknemers verschuldigd zijn (hoge percentage), daalt van 6,68 in 2023 naar 6,57 in 2024. Ook het percentage aan IAB dat verzekeringsplichtigen ingevolge artikel 45, tweede lid, van de Zvw over hun bijdrage-inkomen verschuldigd zijn (lage percentage) daalt, namelijk van 5,43 in 2023 naar 5,32 in 2024.

De percentages zijn zodanig vastgesteld, dat de inkomensafhankelijke bijdragen in totaal de helft bedragen van de in artikel 5.5 van de Regeling zorgverzekering opgesomde inkomsten van de zorgverzekeraars en het Zorgverzekeringsfonds. Dit zijn in 2024 dezelfde inkomstenbronnen als in 2023. De daling van de IAB-percentages wordt met name door de volgende factoren veroorzaakt:

  • De zorguitgaven komen in 2024 € 5,1 miljard hoger uit dan bij de premiestelling in de begroting 2023 werd verwacht. Dit leidt ertoe dat het IAB-percentage met 0,56 procentpunt stijgt. Het grootste deel van deze stijging is het gevolg van de ontwikkeling van de lonen en prijzen (0,45 procentpunt).

  • Daarnaast groeit ook de grondslag waarover het IAB-percentage wordt geheven. Bij een hogere grondslag is een lager percentage nodig om hetzelfde bedrag op te halen. In 2023 hebben de loonstijging en de werkgelegenheid zich anders ontwikkeld dan werd verwacht bij de begroting 2023. Daardoor is de grondslag in 2023 hoger uitgekomen. Dat werkt ook door naar een hogere grondslag 2024. Hierdoor kan het IAB-percentage dalen met 0,19 procentpunt. Daarbij komt dat de loonontwikkeling en de werkgelegenheid ook toenemen van 2023 op 2024. Hierdoor kan het IAB-percentage nog eens met 0,47 procentpunt verder dalen.

  • De ontwikkelingen bij de overige posten (ontwikkeling in het zorgverzekeringsfonds, reserve inzet verzekeraars en de beheerskosten) plus afrondingsverschillen leiden per saldo tot kleine bijstellingen van de IAB.

Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers


X Noot
1

Zie ook Kamerstukken II 2022/23, 36 410 XVI, nr. 2.

Naar boven