Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 24 januari 2023, nr. IENW/BSK-2022/55793, tot wijziging van de Regeling burgerluchtvaartinlichtingen en de Regeling luchtvaartmeteorologische inlichtingen 2006 in verband met het actualiseren van de wijze van verstrekking van luchtvaartinlichtingen respectievelijk luchtvaartmeteorologische inlichtingen en van de Regeling boorduitrusting en de Regeling valschermspringen 2010 in verband met een reparatie

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikelen 5.10, eerste lid, en 5.13a van de Wet luchtvaart en de artikelen 12, 23, eerste lid, en 26, tweede lid, van het Besluit luchtverkeer 2014;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling burgerluchtvaartinlichtingen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de onderdelen a tot en met c wordt ‘Aëronautica’ vervangen door ‘Aeronautical’.

2. In onderdeel d wordt ‘publikatie’ vervangen door ‘publicatie’.

3. Onder verlettering van de onderdelen i tot en met n tot j tot en met o wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • i. homebriefing: het door gebruikers met een toegangsaccount opvragen van luchtvaartinlichtingen op hun eigen pc, tablet of telefoon;

B

Artikel 11, derde lid, komt te luiden:

  • 3. Een luchtvaartkaart, voor VFR-vluchten, op de schaal van 1:500.000.

C

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. onderdeel a komt te luiden:

  • a. Luchtvaartinlichtingen worden verstrekt via een homebriefing account.

b. onderdeel b, subonderdeel 5°, vervalt onder vernummering van subonderdeel 6° tot subonderdeel 5°.

2. Het tweede en derde lid vervallen, onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot het tweede en derde lid.

3. In het tweede lid (nieuw) wordt ‘Buiten de perioden genoemd in het tweede lid en indien’ vervangen door ‘Indien’.

D

Artikel 17, tweede lid, onderdeel b, komt te luiden:

  • b. de volgende luchthavens:

    • i. Schiphol;

    • ii. Lelystad;

    • iii. Eelde;

    • iv. Maastricht;

    • v. Rotterdam;

    • vi. Eindhoven.

ARTIKEL II

In artikel 7, tweede lid, van de Regeling boorduitrusting wordt ‘een zweefvliegtuig, zeilvliegtuig, schermvliegtuig of ballon’ telkens vervangen door ‘een zweefvliegtuig, zeilvliegtuig of schermvliegtuig’.

ARTIKEL III

In artikel 8 van de Regeling luchtvaartmeteorologische inlichtingen 2006 komt onderdeel a te vervallen, onder verlettering van de onderdelen b tot en met d tot a tot en met c.

ARTIKEL IV

In artikel 4, eerste lid, onderdeel a, van de Regeling valschermspringen 2010 wordt ‘luchtruim klasse B, C, D of E’ vervangen door ‘luchtruim klasse B, C of D’.

ARTIKEL V

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

TOELICHTING

Algemeen

Inleiding

Deze regeling strekt tot wijziging van de Regeling burgerluchtvaartinlichtingen en de Regeling luchtvaartmeteorologische inlichtingen 2006 in verband met het actualiseren van de wijze van verstrekking van luchtvaartinlichtingen en luchtvaartmeteorologische inlichtingen, de Regeling boorduitrusting in verband met een reparatie en de Regeling valschermspringen 2010 in verband met een reparatie. Deze wijzigingen betreffen beleidsarme wijzigingen en worden in de artikelsgewijze toelichting nader toegelicht.

Toezicht en handhaving

Het toezicht op de naleving van de bepalingen op grond van de ministeriële regelingen die in de onderhavige regeling worden gewijzigd, is belegd bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (hierna: ILT). De onderhavige wijzigingen zijn voor een Handhaafbaarheid-, Uitvoerbaarheid- en Fraudebestendigheidstoets (HUF-toets) aan de ILT voorgelegd. De ILT heeft geconcludeerd dat de regeling uitvoerbaar, handhaafbaar en fraudebestendig is.

Effecten op de administratieve lasten en nalevingskosten

De onderhavige regeling brengt geen nieuwe administratieve lasten en nalevingskosten met zich mee. De regeling is daarom niet voorgelegd aan ATR. De wijzigingen zijn louter technisch of operationeel van aard.

Internetconsultatie

Er is geen internetconsultatie uitgevoerd voor deze regeling, omdat hier sprake is van een ministeriële regeling die geen ingrijpende veranderingen teweegbrengt in de rechten en plichten van burgers en bedrijven en ook geen ingrijpende gevolgen heeft voor de uitvoeringspraktijk.

MKB-toets

Er is geen MKB-toets uitgevoerd voor deze regeling. De reden hiervoor is dat er geen sprake is van wezenlijk nieuwe regelgeving en de onderhavige wijzigingen geen gevolgen hebben voor de werkbaarheid en uitvoerbaarheid in de praktijk voor het MKB.

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt met ingang van 1 april 2023 in werking. Dit is een van de vaste verandermomenten. De vereiste invoeringstermijn van twee maanden is in acht genomen.

Artikelsgewijs

ARTIKEL I Regeling burgerluchtvaartinlichtingen

Deze wijziging betreft het actualiseren van de wijze waarop luchtvaartinlichtingen verstrekt worden. In artikel 15 werd een onderscheid gemaakt tussen selfbriefing en homebriefing. Tegenwoordig wordt er vrijwel uitsluitend gebruik gemaakt van homebriefing, waarbij gebruikers op hun eigen pc, tablet of telefoon met een account toegang hebben tot de luchtvaartinlichtingen. Het is daarom niet langer nodig om selfbriefing mogelijk te maken door op alle luchthavens van nationale betekenis een zelfbedieningsdienst beschikbaar te stellen waarmee gebruikers zich toegang tot de luchtvaartinlichtingen kunnen verschaffen. Ter verduidelijking is in de regeling voor de begripsbepaling een definitie opgenomen.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt enkele redactionele verbeteringen aan te brengen in de regeling.

ARTIKEL II Regeling boorduitrusting

Op grond van artikel 7, eerste lid, zijn luchtvaartuigen verplicht om uitgerust te zijn met een SSR-transponder met mode S/ELS voor het uitvoeren van een VFR-vlucht in het vluchtinformatiegebied Amsterdam, behalve in gebieden met luchtruimklasse G beneden 1200 voet. In het tweede lid worden bepaalde categorieën luchtvaartuigen uitgesloten van deze plicht, waaronder de ballon. Met Verordening (EU) 2018/3951, onderdeel BOP.BAS.360, is echter verplicht gesteld dat ballonnen uitgerust zijn met een transponder. Deze transponder moet conform de eisen zijn genoemd in Verordening (EU) 923/20122, onderdeel SERA.6005, subonderdeel b, dat wil zeggen een SSR-transponder met mode A, C of S. Met onderhavige wijziging wordt de Regeling boorduitrusting hierop aangepast.

ARTIKEL III Regeling luchtvaartmeteorologische inlichtingen 2006

Deze wijziging betreft het actualiseren van de wijze waarop luchtvaartmeteorologische inlichtingen worden verstrekt. In samenhang met het vervallen van het verstrekken van luchtvaartinlichtingen via een self-briefingsysteem in de Regeling burgerluchtvaartinlichtingen is ook hier de verstrekking van inlichtingen via een self-briefingsysteem op de luchthaven vervallen. Het gebruik van de fysieke luchtvaartmeteorologische self-briefingsystemen is minimaal en overgenomen door het internet self-briefingsysteem https://luchtvaartmeteo.nl/ dat identieke informatie bevat.

ARTIKEL IV Regeling valschermspringen 2010

In luchtruimklasse E wordt er geen luchtverkeersleiding gegeven aan VFR-vluchten. De voorwaarde dat voor het gebruik van een valschermspringgebied in luchtruimklasse E een VFR-vlucht als gecontroleerde vlucht wordt uitgevoerd is dus niet mogelijk. Met onderhavige wijziging wordt dit gecorrigeerd.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers


X Noot
1

Verordening (EU) 2018/395 van de Commissie van 13 maart 2018 tot vaststelling van gedetailleerde regels voor vluchtuitvoeringen met ballonnen, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2018, L 71)

X Noot
2

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 923/2012 van de Commissie van 26 september 2012 tot vaststelling van gemeenschappelijke luchtverkeersregels en operationele bepalingen betreffende luchtvaartnavigatiediensten en -procedures en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1035/2011 en Verordeningen (EG) nr. 1265/2007, (EG) nr. 1794/2006, (EG) nr. 730/2006, (EG) nr. 1033/2006 en (EU) nr. 255/2010 Voor de EER relevante tekst (PbEU 2012, L 281)

Naar boven