Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 13 oktober 2023, nr. OWB/41619473, houdende een integrale wijziging van het Instellingsbesluit Commissie sectorplan Bèta en Techniek en de Commissie sectorplan Social Sciences and Humanities in verband met de toevoeging van de Commissie sectorplan Medische en Gezondheidswetenschappen alsmede enige andere wijzigingen

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 2 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

ARTIKEL I.

Het Instellingsbesluit Commissie sectorplan Bèta en Techniek en de Commissie sectorplan Social Sciences and Humanities wordt als volgt gewijzigd.

A

De artikelen 1 tot en met 15 worden vervangen door de Hoofdstukken 1 tot en met 4, welke komen te luiden:

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. minister:

Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

b. commissies:

Commissie sectorplan Bèta en Techniek, Commissie sectorplan Social Sciences and Humanities, aangeduid als Commissie sectorplan SSH, en Commissie sectorplan Medische en Gezondheidswetenschappen, aangeduid als de Commissie sectorplan MGW;

c. concept-sectorbeeld bèta 2018–2024:

het door de heer prof. dr. E.W. Meijer opgestelde plan voor versterking van de Nederlandse bèta sector, te weten natuurkunde, scheikunde, wiskunde en mogelijk informatica;

d. concept-sectorbeeld techniek 2018–2024:

het door de heer prof. dr. E.W. Meijer opgestelde plan voor versterking van de Nederlandse techniek sector, te weten technische wetenschappen en mogelijk informatica;

e. concept-sectorbeeld SSH 2018–2024:

het door de heer prof. dr. M.A.P. Bovens opgestelde plan voor versterking van het Nederlandse SSH domein, ook concept-domeinbeeld SSH genoemd;

f. sectorbeeld:

het door de minister vastgestelde concept-sectorbeeld, zoals bedoeld onder c, d en e, en onder e ook domeinbeeld SSH genoemd;

g. tweedegeldstroommiddelen:

middelen die aanvankelijk via de tweede geldstroom zouden zijn uitgekeerd, maar die per 2020 worden overgeheveld naar de eerste geldstroom en direct aan de universiteiten worden uitgekeerd, hierbij uitgezonderd de SSH call Digitale SSH die in 2019 reeds van start is gegaan. Ook genoemd tweede geldstroom competitie of tweede geldstroom calls. Daar waar wordt gesproken van aansluiting van de tweedegeldstroommiddelen op de eerste geldstroommiddelen moet worden uitgegaan van de doelen die bereikt dienen te worden met de tweedegeldstroommiddelen;

h. Sectorplannen 2018–2024:

de sectorplannen binnen de sectoren Bèta en Techniek en Social Sciences and Humanities met als looptijd 2018-2024;

i. Sectorplannen 2022–2028:

de sectorplannen binnen de sectoren Bèta en Techniek, Social Sciences and Humanities en Medische en Gezondheidswetenschappen met als looptijd 2022–2028;

j. NCSP:

Nationale Commissie Sectorplannen, zoals bedoeld in artikel 2 van het Instellingsbesluit Nationale Commissie Sectorplannen;

k. NWO:

Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek;

l. ZonMw:

Samenwerkingsverband tussen ZorgOnderzoek Nederland (ZON) en het domein Medische Wetenschappen (MW) van NWO.

Artikel 2. Commissie sectorplan Bèta en Techniek
  • 1. Er is een Commissie sectorplan Bèta en Techniek.

  • 2. De Commissie sectorplan Bèta en Techniek bestaat uit een Kamer Bèta en een Kamer Techniek.

  • 3. De Commissie sectorplan Bèta en Techniek heeft taken voor het sectorplan 2018–2024 en voor het sectorplan 2022–2028, zoals omschreven in respectievelijk hoofdstukken 2 en 3.

Artikel 3. Commissie sectorplan SSH
  • 1. Er is een Commissie sectorplan Social Sciences and Humanities, aangeduid als Commissie sectorplan SSH.

  • 2. De Commissie sectorplan SSH heeft taken voor het sectorplan 2018–2024 en voor het sectorplan 2022–2028, zoals omschreven in respectievelijk hoofdstukken 2 en 3.

Artikel 4. Commissie sectorplan MGW
  • 1. Er is een Commissie sectorplan Medische en Gezondheidswetenschappen, aangeduid als de Commissie sectorplan MGW.

  • 2. De Commissie sectorplan MGW heeft taken voor het sectorplan 2022–2028, zoals omschreven in hoofdstuk 3.

Hoofdstuk 2. Sectorplannen 2018–2024

Artikel 5. Hoofdlijnen taken Commissie sectorplan Bèta en Techniek 2018–2024

De Commissie sectorplan Bèta en Techniek heeft voor de periode van 2018–2024 op hoofdlijnen tot taak:

  • a. het beoordelen van de concept-sectorbeelden bèta en techniek 2018–2024 op basis van randvoorwaarden zoals bedoeld in artikel 8, nader omschreven in de toelichting. De Kamer Bèta beoordeelt het concept-sectorbeeld bèta en de Kamer Techniek beoordeelt het concept-sectorbeeld techniek. De commissie brengt hierover voor 28 januari 2019 advies uit aan de minister;

  • b. na de vaststelling van de concept-sectorbeelden bèta en techniek door de minister, de minister adviseren op basis van plannen van faculteiten over de verdeling van middelen vanuit de eerste geldstroom zoals bedoeld in de tabel van de toelichting over de in de sectorbeelden genoemde deelnemende faculteiten;

  • c. bij beide adviezen te betrekken de mate van aansluiting van de tweede geldstroom competitie op de met de eerste geldstroom gefinancierde activiteiten.

Artikel 6. Hoofdlijnen taken Commissie sectorplan SSH 2018–2024

De Commissie sectorplan SSH heeft voor de periode van 2018–2024 op hoofdlijnen tot taak:

  • a. het beoordelen van het concept-sectorbeeld SSH 2018–2024 op basis van randvoorwaarden zoals bedoeld in artikel 8, nader omschreven in de toelichting. De commissie brengt hierover voor 28 januari 2019 advies uit aan de minister;

  • b. na de vaststelling van het concept-sectorbeeld SSH door de minister, de minister adviseren op basis van de plannen van faculteiten over de verdeling van middelen vanuit de eerste geldstroom zoals bedoeld in de tabel van de toelichting over de in de sectorbeelden genoemde deelnemende faculteiten;

  • c. bij beide adviezen te betrekken de mate van aansluiting van de tweede geldstroom competitie op de met de eerste geldstroom gefinancierde activiteiten.

Artikel 7. Nadere uitwerking van taken sectorplannen 2018–2024

De Commissie sectorplan Bèta en Techniek en Commissie sectorplan SSH hebben voor de periode van 2018–2024 voorts tot taak:

  • a. bij de advisering zoals bedoeld in artikel 5, onder b, en artikel 6, onder b, de plannen van de in de sectorbeelden genoemde faculteiten te toetsen op kwaliteit. De Commissie sectorplan Bèta en Techniek en Commissie sectorplan SSH kunnen gebruik maken van een verdeelsleutel uitgaande van een basisfinanciering per deelnemende faculteit met een bandbreedte afhankelijk van de kwaliteit van de plannen. Hierbij wordt uitgegaan van het budget zoals bedoeld in de tabel in de toelichting. De plannen van faculteiten worden getoetst aan de doelstellingen zoals geformuleerd in de sectorbeelden. Aangezien de sectorbeelden opgesteld zijn aan de hand randvoorwaarden zoals bedoeld in de toelichting, zullen een aantal van deze randvoorwaarden ook terugkomen in de plannen van faculteiten.

  • b. Gedurende de looptijd van het sectorplan te bevorderen dat de doelen die de faculteiten zich hebben gesteld tijdig en volledig behaald worden, waarbij de Commissie sectorplan Bèta en Techniek en Commissie sectorplan SSH zelf vaststellen hoe zij dit willen bevorderen. Deze doelen zijn beschreven in de sectorbeelden en de faculteitsplannen en omvatten onder meer het bevorderen van samenwerking en profilering, (gender)diversiteit en het aantrekken en behoud van (nieuw) wetenschappelijk talent middels vaste contracten. Hierbij de observaties mee te nemen in de adviezen van de Commissie sectorplan Bèta en Techniek en Commissie sectorplan SSH aan de minister ten tijde van de tussentijdse evaluatie en de eindevaluatie, zoals bedoeld in artikel 7 resp. lid c en d.

  • c. na drie jaar, vóór 1 april 2022, een tussentijdse evaluatie uit te voeren van de door de minister gefinancierde activiteiten vanuit de sectorbeelden en de minister hierover te adviseren vóór 1 juni 2022. De commissie adviseert de minister daarbij ook over de mate van aansluiting van de tweede geldstroom competitie op de met de eerste geldstroom gefinancierde activiteiten. De minister besluit of de middelen ongewijzigd aan de faculteiten worden toegekend voor de tweede periode van drie jaar (vierde tot en met zesde jaar) of dat inhoudelijk accenten worden verlegd waarbij de middelen mogelijk anders worden verdeeld over de betrokken faculteiten.

  • d. vóór 1 april 2025 een eindevaluatie uit te voeren en hierover vóór 1 juni 2025 een advies aan de minister uit te brengen. Bij de evaluatie te betrekken:

    • i. of het structureel indalen van de middelen – zie tabel in de toelichting – in de rijksbijdrage gerechtvaardigd is. Hiervoor zullen de Commissie sectorplan Bèta en Techniek en Commissie sectorplan SSH eerst bepalen welke investeringen van faculteiten gezien worden als vaste aanstellingen en/of structurele investeringen en welke niet.

    • ii. in hoeverre de calls die met tweede geldstroom middelen – zie tabel in toelichting – zijn uitgezet aansluiten op de zwaartepunten waar via de rijksbijdrage in geïnvesteerd wordt.

    • iii. in het advies te betrekken op welke wijze de eerste geldstroom middelen worden ingezet voor de betreffende sectoren.

Artikel 8. Beoordeling van en advisering over de concept sectorbeelden

In de concept sectorbeelden wordt aangegeven hoe het huidige universitaire landschap en hoe het gewenste universitaire landschap eruit ziet. In de omschrijving van het gewenste universitaire landschap staat omschreven hoe dit sectorbeeld zal zorgen voor een versterking van de kennisbasis van wetenschappelijk onderzoek in Nederland en een versterking van de aansluiting tussen onderzoek en hoger onderwijs en impact in de betrokken sectoren. Zie toelichting voor gedetailleerde omschrijving van de randvoorwaarden voor de sectorbeelden.

Artikel 9. Advies op basis van evaluaties

De Commissie sectorplan Bèta en Techniek en de Commissie sectorplan SSH brengen vóór 1 juni 2022 hun advies uit aan de minister op basis van de tussentijdse evaluatie en vóór 1 juni 2025 hun advies uit aan de minister op basis van de eindevaluatie.

Hoofdstuk 3. Sectorplannen 2022–2028

Artikel 10. Nadere uitwerking van taken sectorplannen 2022–2028

De commissies, zoals benoemd in artikel 2, artikel 3 en artikel 4 hebben voor de periode van 2022–2028 tot taak:

  • a. Gedurende de looptijd van het sectorplan te bevorderen dat de doelen die de faculteiten zich hebben gesteld in de sectorplannen 2022–2028 tijdig en volledig behaald worden, waarbij de commissies zelf vaststellen hoe zij dit willen bevorderen.

  • b. Vóór 1 april 2026 een tussentijdse evaluatie uit te voeren van de door de Minister van OCW gefinancierde activiteiten behorende bij het goedgekeurde sectorplan per domein. De commissies adviseren de minister hierover vóór 1 juni 2026. De minister besluit na het advies of de middelen ongewijzigd aan de faculteiten worden toegekend voor de tweede periode van drie jaar (vierde tot en met zesde jaar) of dat inhoudelijk accenten worden verlegd waarbij de middelen mogelijk anders worden verdeeld over de betrokken faculteiten.

  • c. Vóór 1 april 2029 een eindevaluatie uit te voeren en hierover vóór 1 juni 2029 een advies aan de minister uit te brengen. In dit advies wordt ingegaan op de vraag of het structureel indalen van de middelen in de rijksbijdrage gerechtvaardigd is op basis van de implementatie van de sectorplannen, conform het Kader voor sectorplannen.

  • d. In de evaluaties te rapporteren over de voortgang van de sectorplannen, met name aan de hand van landelijke Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s) en de sectorplan-specifieke KPI’s en hierbij aan te sluiten bij het advies van de NCSP.

Artikel 11. Advies op basis van evaluaties

De commissies brengen vóór 1 juni 2026 hun advies uit aan de minister op basis van de tussentijdse evaluatie en vóór 1 juni 2029 hun advies uit aan de minister op basis van de eindevaluatie.

Hoofdstuk 4. Algemene bepalingen sectorplannen

Artikel 12. Algemene bepalingen leden commissies
  • 1. De samenstelling van de commissies is als volgt:

    • De Commissie sectorplan Bèta en Techniek bestaat uit een voorzitter en leden. De Kamer Bèta en de Kamer Techniek hebben beide een eigen voorzitter welke tevens vicevoorzitter is van de Commissie sectorplan Bèta en Techniek;

    • De Commissie sectorplan SSH bestaat uit een voorzitter en leden waarbij drie van de leden tevens vicevoorzitter zijn.

    • De Commissie sectorplan MGW bestaat uit een voorzitter en leden waarbij een van de leden tevens vicevoorzitter is.

  • 2. De voorzitters en de andere leden worden door de minister benoemd.

  • 3. De leden informeren de minister voorafgaand aan het lidmaatschap en bij verandering van relevante hoofd- of nevenfuncties en relevante relaties. De minister kan op basis hiervan het lidmaatschap van de commissie heroverwegen.

  • 4. De samenstelling van de commissies wordt heroverwogen ten tijde van de aanbieding van de eindevaluaties sectorplannen 2018–2024 en ten tijde van de tussentijdse evaluaties sectorplannen 2022–2028. De voorzitters van de commissies treden over de samenstelling in overleg met de minister.

  • 5. Bij tussentijds vertrek van een lid kan de minister een ander lid benoemen.

  • 6. De voorzitters en overige leden kunnen worden geschorst en ontslagen door de minister.

Artikel 13. Leden Commissie sectorplan Bèta en Techniek

Voor de periode vanaf 1 december 2018 worden tot lid van de Commissie sectorplan Bèta en Techniek benoemd:

  • de heer prof. dr. ir. C.J. Van Duijn, tevens voorzitter;

    • in de Kamer Bèta:

      • te rekenen vanaf 1 februari 2019: mevrouw prof. dr. L.J. Braakman, tevens vicevoorzitter;

      • de heer M. Buchel;

      • mevrouw prof. dr. ir. M. Dijkstra;

      • te rekenen tot en met 31 oktober 2023: mevrouw prof. dr. ir. M.G. Gerritsen;

      • de heer H.J. van Dorenmalen;

      • te rekenen vanaf 1 juni 2023: de heer prof. dr. G. van der Werf

    • in de Kamer Techniek:

      • de heer prof. dr. K.A.A. Makinwa, tevens vicevoorzitter;

      • de heer ir. M.C.H. van Hoorn;

      • mevrouw prof. dr. S.J.M.H. Hulscher;

      • te rekenen tot en met 31 december 2022: de heer prof. dr. W.J. Niessen;

      • te rekenen tot en met 31 maart 2021: mevrouw M.C. Stikker;

      • te rekenen vanaf 1 december 2021: mevrouw prof. dr. ir. I. Lopez Arteaga;

      • te rekenen vanaf 1 juni 2023: mevrouw prof. dr. I. Vis.

Artikel 14. Leden Commissie sectorplan SSH

Voor de periode vanaf 1 december 2018 worden tot lid van de Commissie sectorplan SSH benoemd:

  • te rekenen vanaf 19 februari 2020: de heer prof. dr. mr. S. Zouridis, tevens voorzitter;

  • te rekenen tot en met 24 november 2019: mevrouw prof. mr. J.E.J. Prins, tevens voorzitter;

  • mevrouw prof. mr. A. Oskamp, tevens vicevoorzitter;

  • de heer prof. mr. dr. J.A. de Bruijn, vanaf 1 juni 2023 tevens vicevoorzitter;

  • te rekenen vanaf 1 juni 2023: mevrouw prof. dr. J.P.M. Fikkert, tevens vicevoorzitter;

  • te rekenen tot en met 3 mei 2020: de heer prof. dr. R.A. Boschma;

  • te rekenen vanaf 1 juli 2021: mevrouw prof. dr. M. Smit;

  • te rekenen tot en met 31 oktober 2022: mevrouw prof. mr. T.N.B.M. Spronken;

  • te rekenen tot en met 31 oktober 2022: de heer prof. dr. P.P.C.C. Verbeek;

  • te rekenen vanaf 1 juni 2023: de heer prof. mr. Y. Buruma;

  • te rekenen vanaf 1 juni 2023: mevrouw dr. D. Reiling;

  • te rekenen vanaf 1 juni 2023: de heer prof. dr. ir. A. Smidts;

  • te rekenen vanaf 1 juni 2023: de heer prof. dr. A.W.A. Boot;

  • te rekenen vanaf 1 april 2024: mevrouw prof. dr. I. Leemans;

  • te rekenen vanaf 1 juni 2023: de heer dr. M. Kleppe;

  • te rekenen vanaf 1 juni 2023: mevrouw prof. dr. ir. M. Boon;

  • te rekenen vanaf 1 juni 2023: mevrouw prof. dr. F. de Jong;

  • te rekenen vanaf 1 juni 2023: de heer prof. dr. J.M. Vermeulen;

  • te rekenen vanaf 1 juni 2023: mevrouw prof. dr. E.A. Crone.

Artikel 15. Leden Commissie sectorplan MGW

Voor de periode vanaf 1 juni 2023 worden tot lid van de Commissie sectorplan MGW benoemd:

  • De heer prof. dr. J.A. Knottnerus, tevens voorzitter;

  • mevrouw prof. dr. C.L. Mummery, tevens vicevoorzitter;

  • mevrouw prof. dr. D.I. Boomsma;

  • mevrouw prof. dr. ir. E.J.M. Feskens;

  • de heer prof. dr. H.F.L, Garretsen;

  • de heer prof. dr. R.J.G. Peters;

  • de heer prof. dr. ir. M.J.T. Reinders;

  • mevrouw prof. dr. R. Vliegenthart.

Artikel 16. Ondersteuning en secretariaat
  • 1. De Commissie sectorplan Bèta en Techniek en de Commissie sectorplan SSH worden ondersteund door medewerkers van NWO. De Commissie sectorplan MGW wordt ondersteund door medewerkers van ZonMw.

  • 2. Het secretariaat is voor de inhoudelijke uitvoering van zijn taak uitsluitend verantwoording schuldig aan de voorzitters van de commissies.

Artikel 17. Instellingsduur

De Commissie sectorplan Bèta en Techniek en de Commissie sectorplan SSH worden ingesteld met ingang van 1 december 2018 en worden opgeheven per 1 augustus 2029. De Commissie sectorplan MGW wordt ingesteld met ingang van 1 juni 2023 en wordt opgeheven per 1 augustus 2029.

Artikel 18. Werkwijze
  • 1. De commissies stellen hun eigen werkwijze vast, waarbij rekening wordt gehouden met het voorkomen van (de schijn van) belangenverstrengeling gedurende de gehele looptijd van de commissies.

  • 2. De commissies kunnen zich door andere personen laten bijstaan voor zover dat voor de vervulling van hun taak nodig is.

Artikel 19. Informatieplicht

De commissies verstrekken aan de minister desgevraagd de door de minister gewenste inlichtingen. De minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van de taak van de minister redelijkerwijs nodig is.

Artikel 20. Kosten van de commissies

De kosten van de commissies komen, voor zover goedgekeurd, voor rekening van de minister. Onder kosten worden in ieder geval verstaan:

  • a. vergoedingen aan de leden van de commissies als bedoeld in artikel 13, artikel 14 en artikel 15;

  • b. de kosten voor de faciliteiten van vergaderingen en voor secretariële ondersteuning, en externe personen zoals bedoeld in artikel 18, lid 2; en,

  • c. de kosten voor publicatie van rapportages.

Artikel 21. Vergoeding van de commissies
  • 1. De voorzitters en de andere leden ontvangen een vaste vergoeding per kwartaal conform bijlage 1. De toepasselijke salarisschaal voor de voorzitters en de andere leden is schaal 18 conform de vigerende CAO Rijk.

  • 2. De commissies bieden zo spoedig mogelijk na hun instelling een begroting en een planning aan de minister aan.

Artikel 22. Openbaarmaking
  • 1. Notities, verslagen en andere producten die door of namens de commissies worden vervaardigd of vergaard, worden niet door de commissies openbaar gemaakt, maar uitsluitend aan de minister uitgebracht of overgedragen.

  • 2. Het vorige lid is niet van toepassing op de adviezen aan de minister, zoals bedoeld in artikel 9 en artikel 11. Deze adviezen worden door de commissies openbaar gemaakt.

  • 3. Na toekenning van middelen als bedoeld in de tabel van de toelichting hebben de commissies toestemming om met de betrokken kennisinstellingen te communiceren ten behoeve van de uitvoering, monitoring en auditing van de sectorplannen.

Artikel 23. Archiefbescheiden

De commissies dragen zo spoedig mogelijk na beëindiging van hun werkzaamheden of, zo de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder, de bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan het archief van de directie Organisatie en Bedrijfsvoering van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

B

Na artikel 23 (nieuw) wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd, luidende:

Hoofstuk 5. Slotbepalingen

C

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 16 wordt vernummerd tot artikel 24.

2. In het tweede lid van artikel 24 (nieuw) wordt ‘1 juli 2026’ vervangen door ‘1 januari 2031’.

D

Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 17 wordt vernummerd tot artikel 25.

2. Artikel 25 (nieuw) komt te luiden:

Artikel 25. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Commissie sectorplan Bèta en Techniek, de Commissie sectorplan Social Sciences and Humanities en Commissie sectorplan Medische en Gezondheidswetenschappen.

E

Er wordt een bijlage toegevoegd, behorende bij artikel 21, eerste lid, (nieuw), overeenkomstig bijlage 1 bij dit besluit.

ARTIKEL II.

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juni 2023.

Dit besluit zal met de bijbehorende bijlage en toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf

BIJLAGE 1: VERGOEDING VAN DE COMMISSIES

De tabel geeft het aantal uren per week weer, verdeeld naar jaartal, commissie en functie.

 

Commissie sectorplan SSH

Commissie sectorplan Bèta en Techniek

Commissie sectorplan MGW

 

Voorzitter

Vicevoorzitter

Lid

Voorzitter

Vicevoorzitter

Lid

Voorzitter

Vicevoorzitter

Lid

2019

1,33

1

1,33

1,75

2020

2,6

2,5

1,2

4

3,8

2

2021

2,6

2,5

1,2

4

3,8

2

2022

3,4

3,1

2,2

4,8

4,6

2,8

2023

4,1

3,9

2,7

5,6

5,3

2,6

2,2

1,5

1,4

2024

5,5

5,3

2,9

7,2

6,9

3,2

2,9

2,2

2,0

2025

6,3

5,9

3,9

8,0

7,7

4,0

4,2

2,9

2,8

2026

3,5

3,4

1,5

4,8

4,3

1,8

2,9

2,2

2,0

2027

3,5

3,4

1,5

4,8

4,3

1,8

2,9

2,2

2,0

2028

3,8

3,7

2,3

4,8

4,3

1,8

4,2

2,9

2,8

2029

2,0

1,8

2,0

2,3

2,2

1,2

2,2

1,5

1,4

TOELICHTING

In aanvulling op de reeds lopende sectorplannen 2018–2024 zijn er nieuwe sectorplannen opgesteld en gefinancierd voor 2022–2028. In dit gewijzigde instellingsbesluit worden de samenstelling, vergoedingen, opdracht en loopduur van de bestaande commissies SSH en Bèta en Techniek geactualiseerd naar aanleiding van deze nieuwe sectorplannen, om daarmee beide sectorplannen te omvatten. Daarnaast wordt de sectorplancommissie MGW ingesteld. Voor het domein van de Medische en Gezondheidswetenschappen is het sectorplan 2022–2028 het eerste sectorplan.

In het gewijzigde besluit zijn de taken van de commissies voor de sectorplannen 2022–2028 omschreven. Tevens is opgenomen dat de samenstelling van de commissies wordt heroverwogen ten tijde van de aanbieding van de eindevaluaties sectorplannen 2018–2024 en ten tijde van de tussentijdse evaluaties sectorplannen 2022–2028. Daarnaast is voor de nieuwe sectorplannen 2022–2028 opgenomen dat de commissies in de eindevaluatie ingaan op de vraag of het structureel indalen van de middelen gerechtvaardigd is op basis van de implementatie van de sectorplannen, conform het Kader voor sectorplannen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf

Naar boven