Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 8 november 2023, nr. 2023-0000541597, tot tijdelijke vrijstelling van bepaalde duikers, duikploegleiders en duikmedisch begeleiders van certificatieverplichtingen in het Arbeidsomstandighedenbesluit

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 30, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet;

Gezien:

  • het verzoek van de Nederlandse Associatie van Duikondernemingen om te voorzien in een tijdelijke vrijstelling van de Nederlandse certificatie-eisen op grond van het Arbeidsomstandighedenbesluit voor duikers, duikploegleiders en duikmedisch begeleiders van buiten de Europese Unie, zodat personen uit deze beroepsgroepen tijdelijke en incidentele werkzaamheden op het terrein van duikarbeid kunnen uitvoeren zonder te voldoen aan de Nederlandse certificatie-eisen;

  • artikel 20 van de Arbeidsomstandighedenwet en artikel 6.16, derde, zesde en zevende lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit;

Overwegende dat:

  • er binnen Nederland, de overige lidstaten van de EER en Zwitserland voor bepaalde duikarbeid niet altijd voldoende duikers, duikploegleiders en duikmedisch begeleiders met de juiste kwalificaties beschikbaar zijn om te kunnen voldoen aan de vraag die er in Nederland is naar deze beroepsgroepen, waardoor zij van buiten deze gebieden moeten worden geworven;

  • voor de werkzaamheden, bedoeld in de artikelen 6.15, eerste lid, onderdeel c, en 6.16, eerste lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit beschikt moet worden over een geldig certificaat van vakbekwaamheid;

  • gelet op de artikelen 22, 23 en 27 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties en de artikelen 1.9b en 1.9c van de Arbeidsomstandighedenregeling duikers, duikploegleiders en duikmedisch begeleiders bij tijdelijke en incidentele dienstverrichting geen certificaat nodig hebben voor hun werkzaamheden en enkel een meldingsplicht hebben, met in het geval van duikers en duikploegleiders aanvullend een controle van de beroepskwalificaties voorafgaand aan de eerste dienstverrichting omdat dat beroepen zijn die zijn opgenomen in de Regeling vaststelling lijst gereglementeerde beroepen en daarmee zijn aangemerkt als beroepen met implicaties voor de volksgezondheid of openbare veiligheid;

  • duikers, duikploegleiders en duikmedisch begeleiders die geen dienstverrichter zijn als bedoeld in artikel 21 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties, bij tijdelijke en incidentele dienstverrichting wel in het bezit moeten zijn van een certificaat dat ziet op de duikarbeid die zij zullen verrichten;

  • het gelet op het voorgaande gewenst is voor een periode van vijf jaar onder specifieke voorwaarden vrijstelling te verlenen van de verplichting te voldoen aan de Nederlandse certificatie-eisen aan duikers, duikploegleiders en duikmedisch begeleiders die geen dienstverrichter zijn als bedoeld in artikel 21 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties, indien zij tijdelijke en incidentele duikarbeid willen verrichten binnen de Europees-Nederlandse territoriale zone, en buiten de Europees-Nederlandse territoriale zone, voor zover binnen de exclusieve economische zone van Nederland.

Besluit:

Artikel 1. Vrijstelling certificatieplicht voor duikers, duikploegleiders en duikmedisch begeleiders

Er wordt voor tijdelijke en incidentele duikarbeid binnen de territoriale zone van het Europese deel van Nederland en buiten de territoriale zone van het Europese deel van Nederland, voor zover binnen de exclusieve economische zone, aan duikploegleiders, duikers en duikmedisch begeleiders die geen dienstverrichter zijn als bedoeld in artikel 21 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties, vrijstelling verleend van de verplichting een certificaat als bedoeld in artikel 6.16, derde, zesde respectievelijk zevende lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit te bezitten, met inachtneming van de overigens bij of krachtens de Arbeidsomstandighedenwet ter zake van het certificaat of de werkzaamheden bestaande verplichtingen, indien:

  • a. de beroepskwalificaties van de duiker, duikploegleider of duikmedisch begeleider gelijkwaardig zijn aan de Nederlandse certificatie-eisen;

  • b. een duiklogboek als bedoeld in artikel 6.16, vijfde lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit is bijgehouden; en

  • c. het verrichten van duikarbeid door de duiker, duikploegleider of duikmedisch begeleider op medische gronden toelaatbaar is, wat blijkt uit:

    • 1°. een met positief resultaat uitgevoerd arbeidsgezondheidskundig onderzoek als bedoeld in artikel 6.14a van het Arbeidsomstandighedenbesluit waarvan de uitslag nog geldig is;

    • 2°. een geldig buitenlands medisch attest voor het type duikarbeid dat zal worden verricht waarover een arts die in het bezit is van een certificaat duikerarts als bedoeld in artikel 6.14a, derde lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit, heeft verklaard dat deze gelijkwaardig is aan een met positief resultaat uitgevoerd arbeidsgezondheidskundig onderzoek als bedoeld in onderdeel 1°; of

    • 3°. een geldig buitenlands medisch attest voor het type duikarbeid dat zal worden verricht dat voorkomt op de lijst met erkende buitenlandse medische attesten, gepubliceerd op de website www.werkenonderoverdruk.nl.

Artikel 2. Beoordeling voorwaarden vrijstelling

  • 1. Of wordt voldaan aan de voorwaarden in artikel 1 wordt getoetst door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid of, indien de Minister voor de afgifte van certificaten als bedoeld in artikel 6.16, derde, zesde en zevende lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit een certificerende instelling heeft aangewezen, door deze instelling. Als wordt voldaan aan de voorwaarden, wordt een bewijs van gelijkwaardigheid afgegeven.

  • 2. Het bewijs van gelijkwaardigheid, bedoeld in het eerste lid, wordt maximaal één maal per kalenderjaar verstrekt voor een termijn van 40 aaneengesloten dagen.

Artikel 3. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt 5 jaar na het tijdstip van inwerkingtreding.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

TOELICHTING

Aanleiding

Het verrichten van duikarbeid (in deze vrijstellingsregeling is dat van toepassing op de duiker, de duikploegleider en de duikmedisch begeleider) is alleen toegestaan indien de personen die deze duikarbeid verrichten, voldoen aan bepaalde voorwaarden, waaronder het beschikken over een certificaat dat past bij het type duikarbeid dat wordt verricht (artikel 6.16 Arbeidsomstandighedenbesluit). In de praktijk zijn naast Nederlanders ook personen met de nationaliteit van een van de andere lidstaten van de Europese Economische Ruimte (EER) actief in duikarbeid in Nederland. Personen die behoren tot de laatste groep kunnen, indien hun beroepskwalificaties gelijkwaardig zijn op grond van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties, een certificaat krijgen waarmee zij deze arbeid in Nederland kunnen verrichten. In het geval van tijdelijke en incidentele dienstverrichting hebben zij echter, evenals anderen die vallen onder de reikwijdte van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties, geen certificaat nodig, mits wordt voldaan aan de eisen in de hiervoor genoemde wet. In het geval van duikers en duikploegleiders betekent dit in elk geval dat zij hun beroepskwalificaties eenmalig moeten laten controleren voorafgaande aan de eerste dienstverrichting.

Als gevolg van de Brexit is het niet langer mogelijk om, zoals gebruikelijk was, Britse duikarbeiders in te zetten, tenzij zij beschikken over in Nederland afgegeven certificaten. Dit zowel voor tijdelijke en incidentele arbeid als arbeid van duurzamere aard. Aanvankelijk leek dat voor het Nederlandse bedrijfsleven geen problemen op te leveren, omdat er minder duikers nodig waren gezien de teruglopende activiteiten in onder meer de olie-industrie. Inmiddels is duidelijk dat mede ten gevolge van de aanleg van windmolenparken er een toenemende behoefte is aan personen die duikarbeid kunnen verrichten. Regelmatig blijkt dat duikers voor specifieke typen duikarbeid, zoals saturatieduiken, niet beschikbaar zijn in Nederland of in de andere lidstaten van de EER en Zwitserland. Hierdoor worden in Nederland gevestigde bedrijven belemmerd in de uitvoering van hun werkzaamheden. Om die reden heeft de Nederlandse Associatie van Duikondernemingen (NADO) tezamen met de Stichting Werken onder Overdruk (SWOD) het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) benaderd met het verzoek mee te werken aan een oplossing, zodat ook personen van buiten de EER en Zwitserland op ad-hoc basis ingezet kunnen worden voor tijdelijk en incidentele duikarbeid. Dit verzoek werd tevens ondersteund door de Nederlandse Vereniging van Beroepsduikers, mits aan een aantal hieronder uitgewerkte voorwaarden wordt voldaan.

Aan het verzoek is tegemoetgekomen met deze vrijstellingsregeling. Bij het opstellen van de vrijstellingsregeling is gezocht naar een evenwicht tussen de belangen van het Nederlandse bedrijfsleven, dat voor haar activiteiten toegang dient te hebben tot gekwalificeerde personen voor duikarbeid, en de arbeidsmarktbelangen van Nederlandse duikarbeiders en duikarbeiders uit de andere lidstaten van de EER, en Zwitserland, welke voorrang dienen te krijgen boven die van buiten de EER en Zwitserland. De mogelijkheid tot gebruik van de vrijstellingsregeling is daarom beperkt tot tijdelijke en incidentele duikarbeid (maximaal 40 aaneengesloten dagen in een kalenderjaar), verricht door personen waarop de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties niet van toepassing is. Ook is de vrijstellingsregeling maar voor een periode van vijf jaar geldig. De periode van 5 jaar geeft lang genoeg helderheid ten aanzien van de mogelijkheid tot het verkrijgen van vrijstellingen, maar is ook weer niet zo lang dat het op voorhand weinig zinvol lijkt voor de duiksector om voor tekorten op de arbeidsmarkt via opleidingen in deze lacunes te gaan voorzien.

Territoriale geldigheid

Gelet op de doelgroep is deze vrijstellingsregeling alleen van toepassing op duikarbeid die wordt verricht in Europees Nederland. Hierbij gaat het om zowel duikarbeid die binnen de territoriale zone van Nederland als buiten deze zone, maar binnen de exclusieve economische zone van Nederland, wordt verricht.

Voorwaarden voor vrijstelling en beoordeling

Op grond van de vrijstellingsregeling kunnen duikers, duikploegleiders en duikmedisch begeleiders die geen dienstverrichter zijn als bedoeld in artikel 21 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties, worden vrijgesteld van de in Nederland voor deze arbeid geldende certificatie-eisen, indien zij tijdelijke en incidentele duikarbeid willen verrichten binnen de Europees-Nederlandse territoriale zone, en buiten de Europees-Nederlandse territoriale zone, voor zover binnen de exclusieve economische zone van Nederland. De voorwaarden voor vrijstelling waaraan moet worden voldaan, zijn opgenomen in artikel 1 van de vrijstellingsregeling.

De eerste voorwaarde is dat de beroepskwalificaties van de duiker, duikploegleider of duikmedisch begeleider, gelijk of gelijkwaardig moeten zijn aan de Nederlandse certificatie-eisen. Daarnaast moet het verrichten van de duikarbeid op medische gronden toelaatbaar zijn. Dit kan blijken uit een met positief resultaat uitgevoerd arbeidsgezondheidskundig onderzoek, uitgevoerd door een arts die houder is van een (Nederlands) certificaat duikerarts, waarvan de uitslag nog geldig is dan wel een buitenlands medisch attest dat nog geldig is en gelijkwaardig is aan de inhoud van het arbeidsgezondheidskundig onderzoek krachtens artikel 6.14a van het Arbeidsomstandighedenbesluit. Dat is in ieder geval zo indien het medisch attest voorkomt op de lijst met erkende buitenlandse medische attesten, gepubliceerd op de website www.werkenonderoverdruk.nl. Tot slot dient de duiker te beschikken over een duiklogboek waarmee hij kan aantonen te voldoen aan de eisen voor doorlopende beroepservaring zoals deze in Nederland gelden.

De beoordeling van de drie hiervoor genoemde punten wordt uitgevoerd door een door de Minister van SZW aangewezen certificerende instelling voor certificatie van duikarbeid (momenteel NDC-CI en Hobeon-SKO). Deze instellingen zijn nu ook al belast met de beoordeling van de gelijkwaardigheid van beroepskwalificaties op grond van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties.

Voor de volledigheid wordt nog opgemerkt dat op duikarbeid binnen de territoriale zone van Nederland in beginsel het verbod van artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen van toepassing is. Dit betekent dat de duikarbeid slechts kan worden verricht als de werkgever een tewerkstellingsvergunning heeft, afgegeven op grond van de Wet arbeid vreemdelingen. Dit is slechts anders als voor degene die de duikarbeid zal verrichten een uitzondering op het hiervoor genoemde verbod geldt. Hier zal bij de tijdelijke en incidentele duikarbeid waar de vrijstellingsregeling op ziet over het algemeen echter geen sprake van zijn. Het UWV gaat bij de beoordeling van een aanvraag om een tewerkstellingsvergunning na of voldoende pogingen zijn ondernomen door de betreffende werkgever om personen met de vereiste kwalificaties in Nederland, andere lidstaten van de EER dan wel Zwitserland te vinden. Indien uit deze beoordeling blijkt dat de benodigde personen niet binnen de EER of Zwitserland zijn te vinden, dan kan een tewerkstellingsvergunning worden afgegeven.

Duur van de vrijstelling

De vrijstellingsregeling biedt de mogelijkheid om eenmaal per jaar voor een aaneengesloten periode van 40 dagen vrijstelling te verkrijgen van Nederlandse eisen voor duikarbeid. De vrijstellingsduur is bij zowel duikarbeid binnen de territoriale zone als daarbuiten gelijk. De geldigheidsduur van 40 dagen sluit aan bij de periode die als uitgangspunt wordt gehanteerd bij het bepalen of er sprake is van tijdelijke en incidentele dienstverrichting in de zin van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties in het kader van de beoordeling van gelijkwaardigheid van EU-beroepskwalificaties.

De vrijstellingsregeling vervalt na 5 jaar. Voor afloop van deze termijn kan worden bezien of verlenging noodzakelijk is of dat in de vraag naar duikarbeid tegen die tijd door Nederlandse professionals of die vanuit de EER dan wel Zwitserland kan worden voorzien.

Reactie Nederlandse duiksector

De Nederlandse duiksector heeft aangegeven met deze vrijstellingsregeling voorlopig in haar behoefte aan duikers, duikploegleiders en duikmedisch begeleiders te kunnen voorzien. Vanwege het feit dat de inhoudelijke eisen aan kennis en ervaring gelijkwaardig zijn met die in Nederland en getoetst worden of de gezondheid en doorlopende beroepservaring eveneens gelijkwaardig zijn, ontstaan geen additionele risico’s voor de veiligheid en de gezondheid bij duikarbeid door de beroepsbeoefenaren van buiten de EER en Zwitserland die deels samen zullen opereren met professionals uit Nederland, andere lidstaten van de EER en/of Zwitserland.

Financiële gevolgen

De vrijstellingsregeling biedt een mogelijkheid aan bedrijven die onvoldoende gekwalificeerde personen voor het type duikarbeid binnen de EER en Zwitserland kunnen vinden voor het uitvoeren van tijdelijke- en incidentele arbeid. De kosten die voor het gebruik van deze vrijstellingsregeling gemaakt moeten worden betreffen allereerst de reguliere kosten voor het beoordelen van aanvragen voor tewerkstellingsvergunningen voor arbeid die uitgevoerd zal worden binnen de territoriale zone. Deze kosten hoeven niet gemaakt te worden voor arbeid buiten de territoriale zone, maar binnen de exclusieve economische zone van Nederland, omdat daar de Wet arbeid vreemdelingen niet van toepassing is.

Daarnaast zijn er kosten verbonden aan de beoordeling of wordt voldaan aan de eisen inzake de beroepskwalificaties, de medische geschiktheid en de vereisten voor doorlopende beroepservaring. Deze kosten zijn hetzelfde als die gemaakt dienen te worden bij de beoordeling van beroepskwalificaties op grond van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties. Tot slot zijn de kosten voor beoordeling van de medische geschiktheid niet anders dan voor Nederlandse ingezetenen en zelfs lager indien men reeds beschikt over een buitenlands medisch attest dat nog geldig is en gelijkwaardig is aan een Nederlands arbeidsgezondheidskundig onderzoek als bedoeld in artikel 6.14a van het Arbeidsomstandighedenbesluit.

Advies en consultatie

Internetconsultatie

De vrijstellingsregeling is op 30 augustus 2023 aangeboden voor internetconsultatie. Dit heeft geen commentaar opgeleverd.

Adviescommissie toetsing regeldruk

Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het niet of nauwelijks gevolgen voor de regeldruk heeft.

Uitvoerbaarheid en handhavingstoets Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA)

De Nederlandse Arbeidsinspectie is gevraagd om de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van de vrijstellingsregeling te toetsen. Naar het oordeel van de Nederlandse Arbeidsinspectie is de vrijstellingsregeling uitvoerbaar en handhaafbaar.

Inwerkingtreding

Deze vrijstellingsregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Hiermee wordt afgeweken van de vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn. Dit is echter noodzakelijk, omdat de duiksector gezien de problemen met het verkrijgen van gekwalificeerd personeel zo spoedig mogelijk van deze vrijstellingsregeling gebruik wenst te maken. Hiervoor behoeven zij geen extra kosten te maken of voorbereidingen te treffen.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

Naar boven