Aanwijzing van de Minister voor Langdurige Zorg en Sport van 1 november 2023, kenmerk 3703138-1054933-PZO, op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidzorg, inzake de verlenging van de geldigheidsduur van de transitieprestatie in de geneeskundige geestelijke gezondheidszorg en de forensische zorg tot en met 2025

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, en voor zover het forensische zorg betreft handelende in overeenstemming met de Minister voor Rechtsbescherming,

Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg:

Na op 25 september 2023 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II 25 424, nr. 672) als bedoeld in artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Besluit:

Enig artikel

In afwijking van het bepaalde in artikel 6 van de aanwijzing van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 14 december 2020, kenmerk 1795863-215660-PZo, op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg, inzake invoering nieuwe bekostiging voor geneeskundige geestelijke gezondheidszorg (ggz) en forensische zorg (fz)1, stelt de zorgautoriteit voor de overgang naar de nieuwe bekostiging een tijdelijke transitieprestatie vast voor een periode van vier jaar: 2022, 2023, 2024 en 2025.

Van deze aanwijzing wordt mededeling gedaan door plaatsing met de toelichting in de Staatscourant.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

TOELICHTING

Algemeen

In de eerder gegeven aanwijzing van 14 december 2020 inzake invoering nieuwe bekostiging voor geneeskundige geestelijke gezondheidszorg (ggz) en forensische zorg (fz)2 is ten aanzien van de vast te stellen tijdelijke transitieprestatie een periode van twee jaar aangegeven: 2022 en 2023.

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft mij per brief van 29 juni 2023 verzocht om, voor een zorgvuldige verdere implementatie van het zorgprestatiemodel, een aanwijzing te geven om deze tijdelijke transitieprestatie te verlengen voor de jaren 2024 en 2025. In de brief geeft de NZa aan dat het te vroeg is om dit vangnet in de vorm van de transitieprestatie te beëindigen zolang er nog geen integraal kostenonderzoek heeft plaatsgevonden. Een verlenging van de tijdelijke transitieprestatie voor de jaren 2024 en 2025 is zeer gewenst om in specifieke situaties ruimte te geven aan contractpartijen om maatwerk toe te passen. Ik geef daarom de NZa de opdracht om de tijdelijke transitieprestatie te verlengen voor de jaren 2024 en 2025. De voorwaarden voor het in rekening brengen van de transitieprestatie wijzigen niet.

Indien een zorgaanbieder en zorgverzekeraar of de divisie Forensische Zorg/Justitiële Jeugdinrichtingen (ForZo/JJI) van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) gebruik willen maken van de transitieprestatie, dienen zij hierover een schriftelijke (lumpsum)afspraak te maken. Een zorgverzekeraar of de divisie ForZo/JJI van de DJI en een zorgaanbieder kunnen dan tijdelijk een hoger tarief afspreken in 2022, 2023, 2024 en 2025 wanneer de maximumtarieven onvoldoende ruimte bieden om de transitie te ondersteunen.3 Er is een handreiking opgesteld waarin de kaders voor het maken van goede financiële afspraken tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar of de divisie ForZo/JJI van de DJI worden gegeven om de overgang naar het zorgprestatiemodel zo zorgvuldig mogelijk vorm te geven.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

Naar boven