Convenant ter voorkoming van ongeoorloofde samenloop van bestuurlijke en strafrechtelijke sancties tussen het Openbaar Ministerie en de Kansspelautoriteit

Convenant tussen het Openbaar Ministerie en de Kansspelautoriteit betreffende de behandeling van aangelegenheden van wederzijds belang, afstemming over de keuze tussen de oplegging van bestuurlijke of strafrechtelijke sancties en het verzamelen van informatie ten behoeve daarvan, in het kader van de bevordering van de normnaleving van de Wet op de kansspelen (hierna: Wok) en de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (hierna: Wwft). Dit convenant doet op geen enkele wijze afbreuk aan geldende privacyregelgeving. Door de Kansspelautoriteit en het Openbaar Ministerie vindt geen gezamenlijke verwerking van gegevens plaats.

Partijen,

– Het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie (hierna: het OM), te dezen vertegenwoordigd door de plaatsvervangend hoofdofficier van justitie van het Functioneel Parket mr. S.P. de Haas; en

– De Kansspelautoriteit (hierna: de Ksa), te dezen vertegenwoordigd door de voorzitter van de Raad van Bestuur van de Kansspelautoriteit, drs. R.J.P. Jansen,

overwegende dat:

  • a) het handhavingsprotocol – KSA & OM van 9 december 2015 dient te worden herzien in verband met wijziging van de privacyregelgeving, de wetswijziging van de Wok, inzake kansspelen op afstand, en het ontbreken van de Wwft in het handhavingsprotocol – KSA & OM van 9 december 2015;

  • b) dit convenant voortkomt uit de gezamenlijke wens om de onderlinge relatie van de partijen bij de uitvoering en handhaving van de Wok en de Wwft vast te leggen en daarover transparantie te betrachten;

  • c) het van belang is dat partijen elkaar informeren over zaken en ontwikkelingen die voor elkaars taakuitvoering van belang kunnen zijn;

  • d) onderhavig convenant dient ter effectieve en doelmatige uitvoering van hetgeen is bepaald bij of krachtens de Wok en de Wwft;

  • e) de Wok als hoofddoel heeft het door een gereguleerd aanbod van kansspelen voorkomen van kansspelverslaving alsmede aan kansspelen gerelateerde criminaliteit, zoals fraude en witwassen, tegen te gaan en consumenten te beschermen;

  • f) de Ksa op basis van de Wok belast is met:

    • het verstrekken, wijzigen, schorsen en intrekken van vergunningen voor diverse vormen van kansspelen;

    • het geven van voorlichting en informatie aan burgers, medeoverheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties;

    • het toezicht op de naleving van de toepasselijke wet- en regelgeving en de handhaving daarvan;

  • g) de Wwft als hoofddoel heeft het witwassen van geld en het financieren van terrorisme te voorkomen en te bestrijden en om de integriteit van de financiële markten te waarborgen;

  • h) de Ksa op basis van de Wwft is aangewezen als toezichthouder op de Wwft;

  • i) het OM belast is met de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde en dat het OM discretionair bevoegd is om al dan niet na opsporing in verband met de door de Ksa overgedragen signalen van strafbare feiten een vervolgingsbeslissing te nemen;

  • j) er overtredingen van de Wok en de Wwft zijn die zowel strafrechtelijk als bestuursrechtelijk kunnen worden gesanctioneerd;

  • k) het voor een effectieve bevordering van normnaleving essentieel is dat de keten van wet- en regelgeving, preventie, toezicht, controle, bestuurlijke sanctionering, opsporing en strafrechtelijke vervolging goed op elkaar aansluit en dat bestuursrechtelijke en strafrechtelijke instrumenten daarbij in samenhang met elkaar worden ingezet om de normnaleving van de Wok en de Wwft te bevorderen;

  • l) indien een overtreding van de Wok of de Wwft tevens een strafbaar feit is, deze op grond van artikel 5:44, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) door de Ksa aan de officier van justitie moet worden voorgelegd, tenzij anders is overeengekomen;

  • m) op grond van artikel 5:44, derde lid, van de Awb inzake een gedraging die aan de officier van justitie moet worden voorgelegd, de Ksa slechts een bestuurlijke boete oplegt indien:

    • a. de officier van justitie aan de Ksa heeft medegedeeld ten aanzien van de overtreder van strafvervolging af te zien, of

    • b. de Ksa niet binnen dertien weken nadat de gedraging aan de officier van justitie is voorgelegd een reactie van de officier van justitie heeft ontvangen;

  • n) de officier van justitie een zaak waarbij sprake is van een strafbaar feit, dat tevens een overtreding van de Wok of de Wwft oplevert, kan overdragen aan de Ksa indien de overtreding(en) zich primair voor bestuursrechtelijke handhaving leent;

  • o) degenen die zijn belast met het toezicht op de naleving en degenen die zijn belast met de opsporing, elkaar alle gegevens en inlichtingen verstrekken voor zover dat noodzakelijk is voor de uitoefening met hun taak en voor zover wettelijk toegestaan;

zijn het navolgende overeengekomen.

Artikel 1 Definities

In dit convenant wordt verstaan onder:

a) partijen:

het OM en de Ksa tezamen;

b) OM:

Openbaar Ministerie;

c) Ksa:

Kansspelautoriteit;

d) Wok:

Wet op de kansspelen;

e) Wwft:

Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme;

f) Wjsg:

Wet justitiële en strafvordelijke gegevens;

g) samenloop:

de situatie waarin zowel de Ksa op grond van de Wok of de Wwft een bestuurlijke boete kan opleggen en het OM strafvervolging kan instellen;

h) recidive:

de situatie waarin een overtreding van de Wok of de Wwft, waarvoor een sanctie is opgelegd dan wel een veroordeling heeft plaatsgevonden, wordt herhaald;

i) zaak:

de situatie waarin een vermoeden van een strafbaar feit uit of gerelateerd aan de Wok of de Wwft is geconstateerd;

j) bestuurlijke boete:

de bestraffende sanctie, inhoudende een onvoorwaardelijke verplichting tot betaling van een geldsom als bedoel in artikel 5:40, eerste lid, van de Awb.

Artikel 2 Reikwijdte

De in dit convenant vermelde afspraken hebben betrekking op de samenwerking tussen de Ksa en het OM voor situaties waarin de Ksa over kan gaan tot bestuursrechtelijke handhaving en/of het OM strafvervolging kan instellen.

Artikel 3 Periodiek overleg

  • 1. Er vindt eens per kwartaal overleg plaats tussen de Ksa en het OM. Afhankelijk van de omstandigheden kan de frequentie van dit overleg worden verhoogd of verlaagd.

  • 2. Het periodiek overleg heeft als doel het bespreken van gevallen waarin er sprake is van samenloop van bestuursrechtelijke en strafrechtelijke handhaving, zodat op grond van die wederzijdse informatie afstemming tussen de partijen plaats kan vinden over de wijze van afdoening.

  • 3. Partijen informeren elkaar in het periodiek overleg over en weer over zaken en ontwikkelingen die voor elkaars functioneren van belang kunnen zijn. Ze verstrekken elkaar binnen de bestaande wettelijke kaders alle gegevens en inlichtingen voor zover dat noodzakelijk is voor de uitoefening van hun taak1.

  • 4. Indien er in het periodiek overleg geen overeenstemming kan worden bereikt, beslist het bestuurlijk overleg als genoemd in artikel 11. Deze komt in die gevallen zo spoedig mogelijk bijeen.

  • 5. Van het periodiek overleg wordt een verslag opgemaakt. Beide partijen dragen zorg voor de archivering van de verslagen. De bewaartermijn van de verslagen is niet langer dan noodzakelijk.

  • 6. In het geval zaken ad hoc worden besproken, maken partijen aantekeningen op in een verslag en dragen zorg voor de archivering van de verslagen. De bewaartermijn van de verslagen is niet langer dan noodzakelijk.

Artikel 4 Primair bestuursrechtelijke handhaving

  • 1. Partijen komen overeen dat geconstateerde overtredingen uit of gerelateerd aan de Wok en de Wwft in beginsel door de Ksa bestuursrechtelijk worden afgedaan zonder dat deze overtredingen in het periodiek overleg worden voorgelegd, tenzij artikel 5 van dit convenant van toepassing is.

  • 2. In verband met het una via-beginsel wordt het OM in de gevallen als bedoeld in het eerste lid wel geïnformeerd indien de Ksa besluit een bestuurlijk rapport als bedoeld in 5:48 Awb op te maken voor zover sprake is van een overtreding die ook in de Wok of de Wet op de Economische Delicten (hierna: WED) strafbaar is gesteld.

  • 3. De Ksa informeert het OM over de opgelegde bestuurlijke boetes voor zover sprake is van een overtreding die ook in de Wok of de WED strafbaar is gesteld.

Artikel 5 Voorleggen van zaken voor strafrechtelijke handhaving

Zaken worden in het periodiek overleg voorgelegd indien op basis van objectieve criteria strafrechtelijke handhaving geboden kan zijn. Strafrechtelijke handhaving kan onder andere geboden zijn, indien:

  • a) er sprake is van recidive, en/of

  • b) het vermoeden bestaat dat er sprake is van overtredingen dan wel misdrijven die naast strafbaarstelling in de Wok of de Wwft ook strafbaar zijn gesteld in andere wetten, en/of

  • c) de bestuursrechtelijke interventiemogelijkheden ontoereikend zijn om de geconstateerde overtreding op de gewenste wijze te sanctioneren.

Artikel 6 Overdracht gegevens bij bestuursrechtelijke dan wel strafrechtelijke handhaving

  • 1. Nadat door het OM is besloten dat de voorgelegde zaak strafrechtelijk zal worden onderzocht, zal de Ksa alle voor de zaak relevante gegevens binnen een in onderling overleg vast te stellen termijn, aan het OM of aan de desbetreffende opsporingsdienst overhandigen. De Ksa zal zo nodig haar deskundigheid in het opsporingsonderzoek inzetten.

  • 2. Nadat door de Ksa is besloten de voorgelegde zaak bestuursrechtelijk te handhaven zal het OM of de desbetreffende opsporingsdienst alle voor de zaak relevante gegevens, binnen een in onderling overleg vast te stellen termijn aan de Ksa overhandigen.2 Het OM en de betreffende opsporingsdienst zal zo nodig haar deskundigheid in het onderzoek inzetten.

  • 3. De tussen OM en Ksa verstrekte gegevens worden uitsluitend gebruikt voor het doel waarvoor zij zijn verstrekt.

Artikel 7 Rechten van betrokkenen

  • 1. Een betrokkene kan bij partijen een verzoek indienen om:

    • a) Inzage in de persoonsgegevens die over hem of haar worden verwerkt;

    • b) Rectificatie of wissing van hem of haar betreffende persoonsgegevens dan wel beperking van de verwerking.

  • 2. Ten aanzien van partijen die persoonsgegevens verwerken op grond van artikel 6, eerste lid, van de Algemene verordening gegevensbescherming (hierna: AVG) kan een betrokkene bij die partijen die op grond van die betreffende grondslag gegevens verwerken, te allen tijde bezwaar daartegen aantekenen in verband met zijn bijzondere omstandigheden.

  • 3. Indien een betrokkene een verzoek richt tot een van de partijen, bericht deze partij de betrokkene bij de beantwoording ook over de identiteit van de andere partij in het samenwerkingsverband waaraan eerder voor de doeleinden van het samenwerkingsverband gegevens zijn verstrekt.

  • 4. Partijen die vallen onder het regime van de AVG hebben het recht om een verzoek geheel of gedeeltelijk af te wijzen op grond van de criteria zoals genoemd in artikel 41 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming (hierna: UAVG).

  • 5. Partijen die gegevens verwerken onder het regime van de Wet politiegegevens (hierna: Wpg) hebben het recht om een verzoek geheel of gedeeltelijk af te wijzen op grond van de criteria zoals genoemd in artikel 27 van de Wpg.

  • 6. Het OM heeft het recht om een verzoek geheel of gedeeltelijk af te wijzen op grond van de criteria zoals genoemd in artikel 39l van de Wjsg.

  • 7. Partijen stemmen eerst onderling af alvorens betrokkene wordt beantwoord conform de op de partijen van toepassing zijnde wet- en regelgeving en de daarin geldende termijnen.

Artikel 8 Beveiliging

  • 1. Partijen beveiligen de persoonsgegevens van de betrokkenen tegen verlies of enige vorm van onrechtmatige verwerking en treffen daartoe de nodige passende technische en organisatorische maatregelen. Deze maatregelen betreffen in ieder geval:

    • Een autorisatieproces voor toegang tot systemen, informatie, waarde goederen, gebouwen, werkruimten en speciale zones zodat medewerkers slechts toegang krijgen tot de voor hen relevante onderdelen en gegevens.

    • Bescherming tegen inbraak en andere vormen van ontvreemding van informatie zodanig dat inbraakpogingen onmiddellijk worden gesignaleerd en de vertraging van inbraak afdoende is om diefstal van informatie te voorkomen, ook in geval van mobiele werkplekken.

    • Interne procedures opdat gegevens niet onbedoeld in handen van derden kunnen vallen, in ieder geval over omgang met externe media en beheer en gebruik daarvan.

    • Beveiligde elektronische uitwisseling van gegevens, minimaal door encryptie en andere vormen van beveiliging, waarbij uitlekken van gegevens wordt gesignaleerd en gegevens niet direct leesbaar zijn voor derden.

    • Voor uitschakeling van de beveiliging zijn specifieke procedures ingericht die ongecontroleerd uitschakelen onmogelijk maken.

  • 2. Partijen hebben procedures om de betrouwbaarheid, zowel bij aanname als gedurende het dienstverband, van medewerkers vast te stellen. Onderdeel hiervan is in ieder geval het laten ondertekenen van een geheimhoudingsverklaring en een screening van medewerkers door middel van een Verklaring omtrent het Gedrag (hierna: VOG).

  • 3. Partijen zijn zich bewust dat alle afspraken ten spijt incidenten kunnen optreden. Ieder incident aangaande een (mogelijke) inbreuk op de beveiliging van gegevens wordt terstond aan de andere partij gemeld.

  • 4. Indien gezien de aard van de inbreuk melding aan de Autoriteit persoonsgegevens dan wel aan betrokkene(n) wettelijk is verplicht, dragen partijen zorg voor een afgestemde melding en woordvoering. Partijen zullen op dat moment een nader onderzoek (laten) uitvoeren voor zover dit hun eigen gegevensverwerking betreft waarvoor zij verwerkingsverantwoordelijke zijn.

  • 5. Partijen zullen minimaal voldoen aan de autorisatie- en beveiligingsvereisten zoals vastgelegd in de specifieke wet- en regelgeving en vereisten van de betreffende organisaties. Partijen zullen er alles aan doen de beveiliging van de gegevens afdoende te regelen.

Artikel 9 Verstrekken informatie aan derden

  • 1. Het verstrekken van informatie aan derden die naar de inschatting van partijen de belangen en/of het functioneren van partijen kunnen schaden, geschiedt niet eerder dan nadat dit door het OM en de Ksa met elkaar, is afgestemd.

  • 2. De vermoedelijke overtreder wordt, indien hij/zij reeds geïnformeerd is door de betreffende partij over het lopende bestuursrechtelijke respectievelijk strafrechtelijke onderzoek, in kennis gesteld van de overdracht van de zaak, tenzij het belang van het onderzoek zich daartegen verzet.

Artikel 10 Afstemming externe communicatie

Partijen informeren elkaar en stemmen onderling af over geplande publicaties van, alsmede persmededelingen rondom besluiten van de Ksa, onderzoeksresultaten of overige publieke mededelingen, die betrekking hebben op het werkterrein van beide organisaties.

Artikel 11 Bestuurlijk overleg

De raad van bestuur van de Ksa en het OM, in deze vertegenwoordigd door het Functioneel Parket, hebben jaarlijks, of zoveel vaker als nodig is, een bestuurlijk overleg. In dit overleg wordt onder meer de samenwerking besproken, de uitvoering van dit convenant geëvalueerd en de tekst hiervan indien nodig aangepast.

Artikel 12 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin dit convenant niet voorziet, treden de partijen in overleg en streven ernaar om te beslissen in overeenstemming.

Artikel 13 Opzegging en evaluatie

Dit convenant:

  • a) is voor onbepaalde tijd van kracht;

  • b) kan worden opgezegd door een schriftelijke mededeling van één van de partijen met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden;

  • c) wordt jaarlijks in het bestuurlijk overleg geëvalueerd in die zin dat beoordeeld wordt of een wijziging ervan noodzakelijk is;

  • d) kan slechts schriftelijk worden gewijzigd indien in het bestuurlijk overleg overeenstemming over de voorgestelde wijzigingen bestaat.

Artikel 14 Intrekking

Het handhavingsprotocol – KSA & OM van 9 december 2015 wordt ingetrokken.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Dit convenant treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening ervan.

Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend,

te Amsterdam, 29 december 2022

Plaatsvervangend hoofdofficier van Justitie, S.P. de Haas

te Den Haag, 19 december 2022

De raad van bestuur van de Kansspelautoriteit, R.J.P. Jansen


X Noot
1

Artikel 39f van de Wjsg biedt het OM de mogelijkheid om strafvorderlijke gegevens te verstrekken aan de Ksa voor buiten de strafrechtspleging gelegen doelen.

Artikel 33g van de Wok biedt de Ksa de mogelijkheid om gegevens te verstrekken aan het OM.

X Noot
2

Artikel 39f van de Wjsg biedt het OM de mogelijkheid om strafvorderlijke gegevens te verstrekken aan de Ksa voor buiten de strafrechtspleging gelegen doelen.

Artikel 33g van de Wok biedt de Ksa de mogelijkheid om gegevens te verstrekken aan het OM.

Naar boven