Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 27 oktober 2023, nr. 42166224, tot wijziging van de Regeling financiën hoger onderwijs in verband met wijzigingen als gevolg van de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor het begrotingsjaar 2023

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikelen 4.11, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008;

Besluit:

ARTIKEL I WIJZIGING VAN DE REGELING FINANCIËN HOGER ONDERWIJS

De Regeling financiën hoger onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

Bijlage 1 komt te luiden:

BIJLAGE 1. BIJ ARTIKEL 3, EERSTE LID, ONDERDEEL A, VAN DE REGELING

De bedragen onderwijsopslag universiteiten, bedoeld in artikel 4.11, eerste lid, van het besluit

Universiteit

Kwaliteit

Kwetsbare opleidingen

Bijzondere voorzieningen

Totaalbedrag

00DV

Protestantse Theologische Universiteit

€ 0

€ 0

€ 361.952

€ 361.952

21PB

Universiteit Leiden

€ 0

€ 3.002.146

€ 3.773.534

€ 6.775.680

21PC

Rijksuniversiteit Groningen

€ 0

€ 2.451.709

€ 5.885.290

€ 8.336.999

21PD

Universiteit Utrecht

€ 0

€ 6.908.458

€ 6.001.167

€ 12.909.625

21PE

Erasmus Universiteit Rotterdam

€ 0

€ 563.585

€ 11.819.641

€ 12.383.226

21PF

Technische Universiteit Delft

€ 0

€ 86.341

€ 8.367.871

€ 8.454.212

21PG

Technische Universiteit Eindhoven

€ 0

€ 30.473

€ 921.112

€ 951.585

21PH

Universiteit Twente

€ 0

€ 15.236

€ 18.553.322

€ 18.568.558

21PI

Wageningen University

€ 0

€ 66.025

€ 1.316.926

€ 1.382.951

21PJ

Universiteit Maastricht

€ 0

€ 708.119

€ 5.719.066

€ 6.427.185

21PK

Universiteit van Amsterdam

€ 0

€ 3.296.815

€ 4.025.771

€ 7.322.586

21PL

Vrije Universiteit Amsterdam

€ 0

€ 989.796

€ 3.979.477

€ 4.969.273

21PM

Radboud Universiteit Nijmegen

€ 0

€ 1.791.368

€ 1.802.380

€ 3.593.748

21PN

Tilburg University

€ 0

€ 613.680

€ 2.763.330

€ 3.377.010

21QO

Theologische Universiteit Apeldoorn

€ 0

€ 0

€ 86.352

€ 86.352

22NC

Open Universiteit

€ 0

€ 350.695

€ 1.997.782

€ 2.348.477

23BF

Universiteit voor Humanistiek

€ 0

€ 0

€ 144.743

€ 144.743

25AV

Theologische Universiteit Kampen

€ 0

€ 0

€ 9.888

€ 9.888

 

Totaal

€ 0

€ 20.874.446

€ 77.529.604

€ 98.404.050

B

Bijlage 3 komt te luiden:

BIJLAGE 3. BIJ ARTIKEL 3, TWEEDE LID, ONDERDEEL A, VAN DE REGELING

De bedragen onderwijsopslag hogescholen, bedoeld in artikel 4.11, eerste lid, van het besluit

Hogeschool

Kwaliteit

Kwetsbare opleidingen

Bijzondere voorzieningen

Totaalbedrag

00IC

Katholieke PABO Zwolle

€ 0

€ 0

€ 473.000

€ 473.000

00MF

Hogeschool voor de Kunsten Utrecht

€ 0

€ 507.657

€ 691.820

€ 1.199.477

01VU

Christelijke Hogeschool Windesheim

€ 0

€ 0

€ 5.663.808

€ 5.663.808

02BY

Gerrit Rietveld Academie

€ 0

€ 1.097.049

€ 178.029

€ 1.275.078

02NR

Hotelschool The Hague

€ 0

€ 0

€ 267.360

€ 267.360

02NT

Design Academy Eindhoven

€ 0

€ 502.208

€ 156.907

€ 659.115

07GR

Avans Hogeschool

€ 0

€ 459.525

€ 4.603.250

€ 5.062.775

08OK

Pedagogische Hogeschool De Kempel

€ 0

€ 0

€ 587.026

€ 587.026

09OT

Iselinge Hogeschool

€ 0

€ 0

€ 337.139

€ 337.139

10IZ

Marnix Academie

€ 0

€ 0

€ 1.081.446

€ 1.081.446

14NI

Codarts, Hogeschool voor de Kunsten

€ 0

€ 839.133

€ 575.245

€ 1.414.378

15BK

Driestar educatief

€ 0

€ 0

€ 732.825

€ 732.825

21CW

HAS Hogeschool

€ 0

€ 0

€ 1.897.486

€ 1.897.486

21MI

HZ University of Applied Sciences

€ 0

€ 0

€ 6.411.809

€ 6.411.809

21QA

Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten

€ 0

€ 855.480

€ 627.816

€ 1.483.296

21RI

Hogeschool Leiden

€ 0

€ 98.689

€ 2.555.136

€ 2.653.825

21UG

Hogeschool IPABO Amsterdam Alkmaar

€ 0

€ 0

€ 1.115.837

€ 1.115.837

21UI

Breda University of Applied Sciences

€ 0

€ 0

€ 1.578.540

€ 1.578.540

22HH

Hogeschool Viaa

€ 0

€ 0

€ 727.732

€ 727.732

22OJ

Hogeschool Rotterdam

€ 0

€ 1.146.373

€ 6.859.243

€ 8.005.616

23AH

Saxion Hogeschool

€ 0

€ 222.052

€ 3.777.166

€ 3.999.218

23KJ

Hogeschool der Kunsten Den Haag

€ 0

€ 794.634

€ 590.686

€ 1.385.320

25BA

Christelijke Hogeschool Ede

€ 0

€ 0

€ 1.537.483

€ 1.537.483

25BE

Hanzehogeschool Groningen

€ 0

€ 1.347.729

€ 2.099.750

€ 3.447.479

25DW

Hogeschool Utrecht

€ 0

€ 1.225.400

€ 8.169.113

€ 9.394.513

25JX

Zuyd Hogeschool

€ 0

€ 799.383

€ 5.111.329

€ 5.910.712

25KB

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

€ 0

€ 1.472.125

€ 9.953.735

€ 11.425.860

27NF

ArtEZ

€ 0

€ 1.373.127

€ 744.334

€ 2.117.461

27PZ

Hogeschool INHolland

€ 0

€ 600.363

€ 4.348.861

€ 4.949.224

27UM

De Haagse Hogeschool

€ 0

€ 0

€ 3.715.826

€ 3.715.826

28DN

Hogeschool van Amsterdam

€ 0

€ 0

€ 8.846.032

€ 8.846.032

30GB

Fontys Hogescholen

€ 0

€ 1.316.580

€ 17.459.148

€ 18.775.728

30HD

Hogeschool Van Hall Larenstein

€ 0

€ 0

€ 3.031.900

€ 3.031.900

30TX

Aeres Hogeschool

€ 0

€ 0

€ 1.095.534

€ 1.095.534

30VP

Hogeschool Thomas More

€ 0

€ 0

€ 590.976

€ 590.976

31FR

NHL Stenden Hogeschool

€ 0

€ 0

€ 11.637.657

€ 11.637.657

 

Totaal

€ 0

€ 14.657.507

€ 119.830.984

€ 134.488.491

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf

TOELICHTING

Algemene toelichting

1. Algemeen

Met deze regeling wordt de Regeling financiën hoger onderwijs gewijzigd. De aanpassingen van de Regeling financiën hoger onderwijs (Rfho) hangen onder meer samen met de tweede herberekening van de rijksbijdrage 2023 in overeenstemming met de tweede suppletoire begroting 2023 van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De eerste herberekening van de rijksbijdrage 2023 betrof de berekening in overeenstemming met de eerste suppletoire begroting 2023 van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

2. Gevoerd overleg

Een concept van de regeling is voor bestuurlijke reactie voorgelegd aan de Universiteiten van Nederland (UNL), Vereniging Hogescholen (VH) en Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU). Uit hun bestuurlijke reacties komen geen bijzonderheden naar voren.

3. Uitvoerings- en handhaafbaarheidstoets

DUO acht de regeling uitvoerbaar en handhaafbaar.

4. Financiële gevolgen

De wijzigingen in deze regeling hebben geen gevolgen voor de Rijksbegroting. Een wijziging van de tweede suppletoire (ontwerp-)begroting 2023 kan op grond van artikel 2.5, vierde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek nog leiden tot nadere bepaling van de in deze regeling opgenomen bedragen en percentages.

5. Gevolgen administratieve lasten

De regeling heeft geen gevolgen voor administratieve lasten.

Artikelsgewijs

Grondslagen

  • In artikel 4.11, eerste lid, van het UWHW is bepaald dat de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap uit het onderwijsdeel van de rijksbijdrage aan een universiteit onderscheidenlijk hogeschool een bij ministeriële regeling vast te stellen bedrag kan toekennen in relatie tot kwaliteit, kwetsbare opleidingen of bijzondere voorzieningen. Dit is de grondslag voor het aanpassen van bijlagen 1 en 3 van de Rfho waarin deze bedragen worden vastgesteld.

Artikel I
A

Dit onderdeel betreft de aanpassing van de ‘bedragen onderwijsopslag universiteiten’ in bijlage 1. Er is sprake van wijzigingen om de volgende redenen:

  • a. onder de noemer ‘kwetsbare opleidingen’ is de bijdrage voor het experiment educatieve module verhoogd met € 219.879 voor het jaar 2023. Deze toevoeging is gedaan vanwege definitieve aantallen (de bijdrage zoals opgenomen bij de wijziging als gevolg van de eerste suppletoire was gebaseerd op voorlopige aantallen).

  • b. onder de noemer bijzondere voorzieningen is in 2023 een incidenteel bedrag toegevoegd van € 87.000 voor de Radboud Universiteit (RU) voor NT2 (Nederlands als tweede taal, brief 41140394). Omdat dit bedrag betrekking heeft op het collegejaar 2023-2024 en dus op meerdere verslagleggingsjaren zijn deze middelen aangemerkt als niet-normatief. Niet normatief betekent voor de verslaglegging dat de middelen via de balans mogen lopen. Ook is in 2023 een incidenteel bedrag toegevoegd van € 800.000 voor de Wageningen University & Research (WUR) voor opstartkosten van het Delta Climate Center Zeeland (brief 41105223).

  • c. onder de noemer bijzondere voorzieningen is in 2023 € 10.000 toegevoegd voor de Wageningen University & Research (WUR) voor wisselstroom (brief 37497832). 1

  • d. onder de noemer bijzondere voorzieningen is in 2023 € 58.342 toegevoegd voor Kennisveiligheid voor de UMC’s van de Universiteit van Amsterdam en Vrije Universiteit (brieven 40990680 en 40990198).

  • e. onder de noemer bijzondere voorzieningen is in 2023 € 6.447.559 toegevoegd voor studentenwelzijn (brief 38992467).

  • f. onder de noemer bijzondere voorzieningen is in 2023 € 8.250.531 toegevoegd voor cyber security (brief 39568517).

  • g. onder de noemer bijzondere voorzieningen is in 2023 € 1.373.983 toegevoegd voor sociale veiligheid (brief 39060527).

  • h. onder de noemer bijzondere voorzieningen is in 2023 € 1.909.387 toegevoegd voor de ondersteuning voor de Nederlandse deelnemers aan het Europese Universiteiten Initiatief. Tijdelijke financiële steun zal worden geboden aan zowel Nederlandse instellingen die reeds als volle partner deelnemen aan een alliantie binnen het initiatief, als de Nederlandse instellingen die nog niet als volle partner in een nieuwe alliantie vertegenwoordigd zijn als financiële ondersteuning bij de aanvraagprocedure die deze instellingen hebben doorlopen (brieven 41045179 en 41044492).

  • i. onder de noemer bijzondere voorzieningen is in 2023 € 78.676 toegevoegd voor compensatie in verband met de beëindiging van het experiment flexstuderen (brief 41028673). Deze middelen zijn aangemerkt als niet-normatief.

B

Dit onderdeel betreft de aanpassing van de ‘bedragen onderwijsopslag hogescholen’ in bijlage 3. Er is sprake van wijzigingen om de volgende redenen:

  • a. onder de noemer bijzondere voorzieningen is in 2023 een incidenteel bedrag toegevoegd van € 46.000 voor de Hogeschool Utrecht (HU, brief 41143181), € 85.000 voor de Hogeschool Windesheim (brief 41136990) en € 32.000 voor Fontys voor NT2 (brief 41143078). Omdat deze bedragen betrekking hebben op het collegejaar 2023-2024 zijn deze middelen aangemerkt als niet-normatief. Daarnaast is een incidenteel bedrag toegevoegd voor de Hogeschool Zeeland (HZ) University of Applied Sciences van € 519.080 voor de doorontwikkeling van de rekentoets PABO (brief 37898569).

  • b. onder de noemer bijzondere voorzieningen in 2023 € 9.394.441 toegevoegd voor studentenwelzijn (brief 38992467).

  • c. onder de noemer bijzondere voorzieningen is in 2023 € 12.021.469 toegevoegd voor cyber security (brief 39568517).

  • d. onder de noemer bijzondere voorzieningen is vanaf 2023 € 2.626.017 toegevoegd voor sociale veiligheid (brief 39060527).

  • e. onder de noemer bijzondere voorzieningen is in 2023 € 1.432.040 toegevoegd voor de ondersteuning voor de Nederlandse deelnemers aan het Europese Universiteiten Initiatief. Tijdelijke financiële steun zal worden geboden aan zowel Nederlandse instellingen die reeds als volle partner deelnemen aan een alliantie binnen het initiatief, als de Nederlandse instellingen die nog niet als volle partner in een nieuwe alliantie vertegenwoordigd zijn als financiële ondersteuning bij de aanvraagprocedure die deze instellingen hebben doorlopen (brieven 41045179, 41047430 en 41044492).

  • f. onder de noemer bijzondere voorzieningen is in 2023 € 26.403.999 toegevoegd voor krimp (brief 38990682). Deze middelen zijn aangemerkt als niet-normatief.

  • g. onder de noemer bijzondere voorzieningen is in 2023 € 578.269 toegevoegd voor compensatie flexstuderen (brief 41028673). Deze middelen zijn aangemerkt als niet-normatief.

Artikel II Inwerkingtreding

Artikel I treedt zo spoedig mogelijk in werking, met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2023. Deze terugwerkende kracht is noodzakelijk, omdat de bekostiging en verantwoording hierover per kalenderjaar plaatsvindt.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf


X Noot
1

Via ‘wisselstroom’ trajecten kunnen studenten soepel switchen tussen hogescholen en universiteiten en komen studenten sneller en beter op de juiste plek terecht. Kamerstukken II 2020/21, 31 288, nr. 904.

Naar boven