Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2023, 30268 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2023, 30268 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Gelet op artikel 29c, tweede lid, van het Mediabesluit 2008;
Besluit:
De Mediaregeling 2008 wordt als volgt gewijzigd:
Na artikel 26 wordt een artikel ingevoegd, dat luidt:
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, G. Uslu
Aanleiding
Uit een wijziging van de Mediawet 2008 in 20201 en een daarmee samenhangende wijziging van het Mediabesluit 2008 in 20212 vloeit voort dat in de erkenningperiode 2022-2026 het aandeel reclame- en telewinkelboodschappen in het programma-aanbod van de landelijke publieke mediadienst stapsgewijs wordt afgebouwd van tien naar vijf procent. Stapsgewijs betekent: ieder jaar één procent lager. Zie de artikelen 5a en 29c, eerste lid, Mediabesluit 2008. Artikel 29c, tweede lid, Mediabesluit 2008 geeft in dit kader aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de mogelijkheid om bij ministeriële regeling, indien dit naar zijn oordeel noodzakelijk is in verband met de financiering van de landelijke publieke mediadienst, de percentages bij te stellen, met maximaal één procent omhoog of omlaag. De bijstelling vindt plaats ten opzichte van de percentages die in artikel 29c, eerste lid, onder a tot en met d, Mediabesluit 2008 voor elk van de jaren 2022 tot en met 2025 zijn vastgesteld. Met gebruikmaking van die delegatiegrondslag stelt deze ministeriële regeling het percentage voor 2024, dat op grond van artikel 29c, eerste lid, onder c, Mediabesluit 2008 zeven procent bedraagt, bij naar acht procent.
Noodzaak afwijking
De bijstelling is noodzakelijk om in de huidige erkenningperiode het in de Mediawet 2008 bepaalde minimumbudget voor de landelijke publieke omroep te kunnen garanderen. Jaarlijks voor 15 september geeft de Ster een raming af aan de Minister van de verwachte afdracht van de Ster-inkomsten voor het lopende en het volgende jaar. Uit die raming voor 2024 blijkt dat bij een verlaging van het percentage naar zeven procent er door de Ster in 2024 € 20 miljoen minder kan worden afgedragen aan de Algemene Mediareserve (AMr). De extra buffer in de AMr is noodzakelijk om het risico van de onzekerheid in de afdracht van de Ster op te vangen en zo het budget voor de landelijke publieke omroep zoveel mogelijk te garanderen. Het risico op lagere afdracht is groter, nu de lineaire kijktijd op de kanalen van de NPO onder druk staat. Hierdoor worden lagere afdrachten van de Ster verwacht, ook indien geen afbouw van het aandeel reclame- en telewinkelboodschappen zou plaatsvinden.
Tot slot is in de Voorjaarsnota 2023 besloten dat de Rijksmediabijdrage met ingang van 2025 met € 24,3 miljoen neerwaarts wordt bijgesteld om te kunnen voldoen aan de Rijksbrede dekkingsopgave. Daarnaast vloeit uit de Voorjaarsnota 2023 eveneens het voornemen voort dat de Ster de ruimte krijgt om meer reclameopbrengsten te genereren waarmee de verlaging volledig gecompenseerd kan worden en zodoende de verlaging geen impact heeft op het budget van de landelijke publieke omroep.
Gevolgen stakeholders
De bijstelling heeft beperkte gevolgen voor de stakeholders. De Ster kan haar verkoopbeleid in 2024 ongewijzigd laten ten opzichte van 2023, waarin hetzelfde percentage van acht procent gold. De impact op de NPO en de televisiekijker is beperkt. Het verschil tussen acht procent en zeven procent van de zendtijd is relatief klein.
Financiële gevolgen
De afdracht van de Ster-inkomsten aan de Rijksbegroting valt door deze regeling naar verwachting € 20 miljoen hoger uit dan wanneer de verhoging van het maximale percentage achterwege was gebleven.
Uitvoerbaarheids- en handhaafbaarheidstoets Commissariaat voor de Media
Een concept van deze regeling is aan het Commissariaat voor de Media (CvdM) aangeboden voor de uitvoerbaarheids- en handhaafbaarheidstoets. Het CvdM heeft aangegeven dat zij geen problemen zien voor de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid.
Regeldruk
Deze regeling heeft geen regeldruk gevolgen voor de Ster en de NPO.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, G. Uslu
Wet van 9 december 2020 tot wijziging van de Mediawet 2008 met het oog op de versterking van het toekomstperspectief van de publieke omroep (Stb. 2020, 517).
Besluit van 1 juni 2021 tot wijziging van het Mediabesluit 2008 in verband met de versterking van het toekomstperspectief van de publieke omroep (Stb. 2021, 297).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2023-30268.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.