Besluit van de Kamer van Koophandel van 6 april 2023 tot vaststelling van een Bestuursreglement en Gedragscode voor de Kamer van Koophandel

De Kamer van Koophandel,

Gezien de goedkeuring van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 12 oktober 2023;

Gelet op artikel 21 van de Wet op de Kamer van Koophandel;

Besluit:

Reglement Raad van Bestuur Kamer van Koophandel

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. bestuurssecretaris:

de medewerker van de KvK met de functie van bestuurssecretaris en leiding geeft aan de bestuursstaf;

b. Centrale Raad:

de raad, zoals bedoeld in artikel 9 Wet KvK;

c. KvK:

de Kamer van Koophandel, zoals bedoeld in artikel 2 Wet KvK;

d. minister:

de Minister van Economische Zaken en Klimaat;

e. ministerie:

het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat;

f. Regionale Raad:

de raad, zoals bedoeld in artikel 13 Wet KvK;

g. Raad van Advies:

de raad die de Raad van Bestuur adviseert, ingesteld bij besluit van 22 december 2021;

h. Raad van Bestuur:

de voorzitter en leden van het bestuur van de KvK, zoals bedoeld in artikel 6 lid 1 Wet KvK;

i. voorzitter:

het lid van de Raad van Bestuur dat door de minister als voorzitter van de KvK is benoemd, zoals bedoeld in artikel 6 lid 1 Wet KvK;

j. Wet KvK:

de Wet op de Kamer van Koophandel zoals deze van tijd tot tijd geldt.

Artikel 2. Juridische grondslag en werkingssfeer

  • 1. De Raad van Bestuur stelt een bestuursreglement vast.

  • 2. In het bestuursreglement worden in elk geval regels gesteld omtrent de samenstelling, taken en bevoegdheden van de (leden van de) Raad van Bestuur en de besluitvorming binnen de KvK.

  • 3. Dit bestuursreglement is vastgesteld door de Raad van Bestuur op 6 april 2023,waarna de minister op 12 oktober 2023 daaraan goedkeuring heeft verleend.

  • 4. Dit bestuursreglement treedt in werking na publicatie in de Staatscourant en werkt terug tot 6 april 2023.

Artikel 3. Samenstelling

  • 1. De Raad van Bestuur bestaat uit een voorzitter en een lid of leden met (een) specifieke portefeuille(s). Een niet voltallige Raad van Bestuur behoudt zijn bevoegdheden.

  • 2. De minister benoemt, schorst en ontslaat de leden van de Raad van Bestuur. De benoeming van de leden door de minister vindt plaats op voordracht van de Raad van Bestuur, zoals bedoeld in artikel 7 Wet KvK.

  • 3. De leden van de Raad van Bestuur worden benoemd voor een periode van vier jaar en zij kunnen ten hoogste tweemaal worden herbenoemd.

  • 4. De voorzitter wordt bij zijn afwezigheid vervangen door een ander lid van de Raad van Bestuur. Hetgeen in dit besluit ten aanzien van de voorzitter is bepaald, is van overeenkomstige toepassing op het lid van de Raad van Bestuur dat de voorzitter vervangt.

  • 5. Het lidmaatschap van de Raad van Bestuur is onverenigbaar met het lidmaatschap van de Raad van Advies, de Centrale Raad of één van de Regionale Raden.

Artikel 4. Taken en bevoegdheden

  • 1. De Raad van Bestuur is belast met het besturen van de KvK. De leden van de Raad van Bestuur zijn collectief verantwoordelijk voor het bestuur van de KvK en de algemene gang van zaken en inrichting van de organisatie.

  • 2. Bij de uitoefening van zijn bestuurstaak behartigt de Raad van Bestuur de belangen van de KvK, gelet op de wettelijke taken van de KvK. Hij weegt daartoe in zijn besluitvorming ook de rechtstreeks bij het besluit betrokken belangen af, voor zover niet uit een wettelijk voorschrift of uit de aard van de uit te oefenen bevoegdheid een beperking voortvloeit. De voor een of meer belanghebbenden nadelige gevolgen van een besluit mogen niet onevenredig zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen.

  • 3. Alle bevoegdheden die niet bij of krachtens de wet aan een ander orgaan van de KvK zijn opgedragen, komen toe aan de Raad van Bestuur.

  • 4. De voorzitter is het eerste aanspreekpunt voor de minister en bereidt in overleg met het ministerie de vergaderingen met het ministerie voor en dient bij het ministerie een voorstel in voor de agenda van de vergaderingen.

  • 5. Tot de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de Raad van Bestuur behoren onder meer het:

    • inrichten van de organisatie, waaronder begrepen het stellen en wijzigen van beleidsmatige kaders en instellen, opheffen, verzelfstandigen of samenvoegen van organisatieonderdelen, dan wel aangaan of verbreken van duurzame samenwerkingen, overnemen, fuseren of deelnemen in andere organisaties;

    • geven van richting aan en bepalen van de (duurzame) strategie, beleids- en bedrijfsvoering van de KvK;

    • het verlenen van mandaat, volmacht en machtiging tot het nemen van besluiten of het aangaan van rechtshandelingen namens KvK,

    • aansturen van de dagelijkse werkzaamheden van de KvK, waaronder het inrichten en uitvoeren van het personeelsbeleid en arbeidsomstandigheden,

    • vaststellen van het meerjarenplan, inclusief meerjarenbegroting1;

    • vaststellen van het jaarplan2 en de jaarlijkse begroting voor het daaropvolgende jaar;

    • vaststellen van het jaarverslag en de jaarrekening;

    • opstellen van een gedragscode ter bevordering van de integriteit en het gedrag van de leden van de KvK (aangehecht als bijlage aan dit reglement);

  • 6. De Raad van Bestuur ontwerpt het meerjarenplan, betrekt hier de Centrale Raad bij en stelt het meerjarenplan vast. Indien een voorstel van de Centrale Raad niet door de Raad van Bestuur wordt overgenomen wordt dit met redenen omkleed weergegeven in het meerjarenplan. De Raad van Bestuur zendt het meerjarenplan daarna ter goedkeuring aan de minister, vergezeld van zijn standpunt inzake de financiële en organisatorische voorwaarden die ter uitvoering ervan moeten worden vervuld.

  • 7. In het jaarplan wordt vastgelegd welke werkzaamheden de KvK zal uitvoeren, voor zover de beschikbare middelen dat toelaten. De hoofdlijnen van het goedgekeurde meerjarenplan worden hierbij in acht genomen. De Raad van Bestuur kan het jaarplan tussentijds wijzigen. De Raad van Bestuur legt het jaarplan en de wijzigingen daarin voor advies voor aan de Centrale Raad en zendt het daarna, vergezeld van dit advies, aan de minister.

  • 8. Het jaarverslag beschrijft de taakuitoefening en het gevoerde beleid van de KvK evenals het gevoerde beleid met betrekking tot de kwaliteitszorg. De Raad van Bestuur besteedt in het jaarverslag ook aandacht aan de adviezen van de Raad van Advies en de wijze waarop hij is omgegaan met deze adviezen. Het jaarverslag wordt aan de minister en aan beide kamers der Staten-Generaal gezonden.

Artikel 5. Portefeuilleverdeling

  • 1. De Raad van Bestuur stelt een onderlinge portefeuilleverdeling op, waarna de Raad van Bestuur deze vaststelt in een daartoe genomen besluit inzake de portefeuilleverdeling leden van de KvK.

  • 2. Het besluit inzake de portefeuilleverdeling leden van de KvK treedt in werking na publicatie in de Staatscourant.

  • 3. De portefeuilleverdeling laat de collectieve verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur onverlet.

Artikel 6. Besluitvorming

  • 1. Besluitvorming door de Raad van Bestuur vindt in beginsel plaats in vergadering. In voorkomend geval kan de Raad van Bestuur buiten vergadering besluiten, mits alle leden van de Raad van Bestuur in de gelegenheid zijn gesteld hun stem te geven. In vergadering geschiedt stemming in principe mondeling; buiten vergadering zal dit elektronisch en/of schriftelijk geschieden.

  • 2. De leden van de Raad van Bestuur bevorderen dat zij, voorafgaand aan een stemming, in de gelegenheid zijn gesteld hun standpunt onder elkaars aandacht te brengen.

  • 3. De leden van de Raad van Bestuur hebben ieder één stem. Zij stemmen zonder last of ruggespraak.

  • 4. In zijn besluitvorming streeft de Raad van Bestuur ernaar dat besluiten bij unanimiteit worden genomen. Indien unanimiteit niet haalbaar blijkt, worden de besluiten genomen bij gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen.

  • 6. Indien de stemmen staken wordt de besluitvorming – behoudens in spoedeisende gevallen in welk geval de voorzitter beslist – over het betreffende onderwerp verdaagd naar een volgende vergadering. Indien de stemmen ook in deze vergadering staken, is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

  • 5. In spoedeisende gevallen beslist de voorzitter, zo mogelijk na consultatie van het andere lid van de Raad van Bestuur. In de eerstvolgende vergadering van de Raad van Bestuur wordt van deze besluiten mededeling gedaan en deze worden in de besluitenlijst van die vergadering opgenomen.

  • 6. In geval van belet of ontstentenis van een lid van de Raad van Bestuur wordt met instemming van de minister voorzien in een tijdelijke vervanging. Bij belet of ontstentenis van alle leden van de Raad van Bestuur wijst de minister één of meer personen aan die tijdelijk met het bestuur van de KvK worden belast.

  • 7. De Raad van Bestuur kan niet-leden uitnodigen om (een deel van) de vergadering bij te wonen om advies of toelichting te geven over een specifiek agendapunt.

Artikel 7. Vergaderingen

  • 1. De Raad van Bestuur vergadert in beginsel één keer per twee weken, of zoveel als nodig.

  • 2. De voorzitter roept de Raad van Bestuur in vergadering bijeen en leidt de vergadering. De oproep voor een vergadering geschiedt digitaal en/of schriftelijk onder vermelding van de plaats en het tijdstip.

  • 3. In samenwerking met de bestuurssecretaris stelt de voorzitter een agenda van de vergadering op, waarop in ieder geval de door de leden van de Raad van Bestuur opgegeven onderwerpen en het verslag van de vorige vergadering worden geagendeerd. De agenda wordt met de oproep uit lid 2 van dit artikel toegezonden.

  • 4. Een lid van de Raad van Bestuur dat verhinderd is een vergadering bij te wonen, doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan het andere lid.

  • 5. De vergaderingen van de Raad van Bestuur zijn niet openbaar. Tot de vergaderingen hebben toegang:

    • a. de leden van de Raad van Bestuur;

    • b. de bestuurssecretaris, tenzij de voorzitter anders bepaalt; en

    • c. niet-leden die door de Raad van Bestuur zijn uitgenodigd.

Artikel 8. Verslag

  • 1. Van de vergadering wordt door de bestuurssecretaris een verslag gemaakt. Het verslag bevat ten minste:

    • a. een opgave van de aanwezige personen;

    • b. een vermelding van de behandelde aangelegenheden; en

    • c. een weergave van de genomen besluiten en, indien nodig voor een goed begrip van hetgeen is besloten, een noodzakelijke korte weergave van de gevoerde discussie.

  • 2. Een lid van de Raad van Bestuur dat zich niet kan verenigen met een genomen besluit kan daarvan een met redenen omklede aantekening in het verslag laten opnemen.

  • 3. Het verslag wordt zo spoedig mogelijk na de vergadering aan de leden van de Raad van Bestuur verzonden en de eerstvolgende vergadering na verzending, al dan niet gewijzigd, vastgesteld door de voorzitter.

Artikel 9. Functioneren, deskundigheid en ontwikkeling

  • 1. De leden van de Raad van Bestuur oefenen hun functie op een zorgvuldige, deskundige en integere manier uit met inachtneming van de van toepassing zijnde wet- en regelgeving, codes en reglementen. De Raad van Bestuur is zich daarbij bewust van zijn verantwoordelijkheid, maatschappelijke positie en voorbeeldfunctie en zal uit dien hoofde geen handelingen verrichten, noch handelingen nalaten die schade toebrengen aan het belang of de reputatie van de KvK.

  • 2. De voorzitter legt in dit kader de eed dan wel de belofte af ten overstaan van de (plaatsvervangend) secretaris-generaal van het ministerie. De overige leden van de Raad van Bestuur leggen de eed of de belofte af ten overstaan van de voorzitter.

  • 3. De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn eigen functioneren. Jaarlijks voert de Raad van Bestuur een zelfevaluatie uit met als doel te reflecteren op de relevante onderwerpen die zijn functioneren betreffen en om naar aanleiding daarvan afspraken te maken over de verdere ontwikkeling in de kwaliteit van het functioneren. In deze zelfevaluatie betrekt de Raad van Bestuur het advies van belangrijke stakeholders terzake.

  • 4. Ieder lid van de Raad van Bestuur draagt er zorg voor voldoende deskundig te zijn. Indien het bij hem/haar op een specifiek onderwerp aan voldoende deskundigheid ontbreekt, zal hij/zij hiervoor de benodigde training of opleiding volgen.

  • 5. Ieder lid van de Raad van Bestuur neemt deel aan permanente educatie. Dit is voorwaarde voor het kunnen functioneren als lid van de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur beoordeelt jaarlijks op welke onderdelen zijn afzonderlijke leden gedurende hun benoemingsperiode behoefte hebben aan training of opleiding.

Artikel 10. Vertrouwelijkheid

  • 1. leder lid van de Raad van Bestuur verbindt zich zowel tijdens zijn lidmaatschap van de Raad van Bestuur als ook daarna op geen enkele wijze aan wie dan ook enige mededeling te doen van gegevens van vertrouwelijke aard betreffende de KvK en/of de met haar verbonden organen en organisatieonderdelen, die het lid ter kennis is gekomen in het kader van de uitoefening van werkzaamheden voor de KvK en waarvan hij/zij weet of dient te weten dat deze vertrouwelijk zijn, tenzij zulks bij wet verplicht is.

  • 2. Het is een lid van de Raad van Bestuur wel toegestaan mededeling te doen van gegevens als in lid 1 van dit artikel bedoeld aan leden van de Raad van Bestuur, de Raad van Advies, de Centrale Raad en/of de Regionale Raden, alsmede diegenen die belast zijn met de administratieve en secretariële ondersteuning van de KvK en die gezien hun werkzaamheden voor de KvK van de betreffende informatie op de hoogte dienen te worden gebracht.

  • 3. Lid 1 van dit artikel is van overeenkomstige toepassing op diegenen die belast zijn met de administratieve en secretariële ondersteuning van de KvK en op diegenen die vergaderingen van de Raad van Bestuur geheel of gedeeltelijk hebben bijgewoond.

  • 4. De KvK draagt er zorg voor dat de bij haar en de bestuurssecretaris rustende gegevens en bescheiden worden beveiligd tegen verlies of onbevoegde inzage.

Artikel 11. Belangenverstrengeling

  • 1. Elk lid van de Raad van Bestuur is tegenover de KvK gehouden tot een behoorlijke vervulling van zijn/haar taak. De leden van de Raad van Bestuur richten zich bij de vervulling van hun taak naar het belang van de KvK en de daaraan verbonden organen en organisatieonderdelen.

  • 2. Elk lid van de Raad van Bestuur handelt integer en transparant, met inachtneming van de algemene beginselen van goede trouw. Elke vorm of schijn van belangenverstrengeling tussen de KvK en leden van de Raad van Bestuur wordt vermeden. De leden van de Raad van Bestuur zullen dan ook niet in concurrentie treden met de KvK, geen schenkingen van de KvK vorderen of aannemen, zichzelf ten laste van de KvK geen ongerechtvaardigde voordelen verschaffen en geen zakelijke kansen benutten die aan de KvK toekomen.

  • 3. De leden van de Raad van Bestuur doen opgave van hun financiële belangen in ondernemingen en organisaties, indien deze de belangen van de KvK, voor zover deze in verband staan met hun functievervulling, kunnen raken.

  • 4. Indien een lid van de Raad van Bestuur een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat (potentieel) tegenstrijdig is met het belang van de KvK meldt hij/zij dit onverwijld aan de Raad van Bestuur en verschaft daarover gevraagd en ongevraagd alle relevante informatie.

  • 5. Een lid van de Raad van Bestuur neemt geen deel aan de behandeling en/of de besluitvorming over en vertegenwoordigt de KvK niet inzake een onderwerp waarbij hij/zij een (potentieel) tegenstrijdig belang heeft. Een tegenstrijdig belang bestaat in ieder geval wanneer de KvK voornemens is een transactie aan te gaan met een rechtspersoon:

    • i) waarin een lid van de Raad van Bestuur persoonlijk een materieel financieel belang houdt;

    • ii) waarmee een lid van de Raad van Bestuur een familierechtelijke verhouding heeft; of

    • iii) waarbij een lid van de Raad van Bestuur een bestuurs- of toezichthoudende functie vervult.

  • 6. Bij besluiten over aangelegenheden waarbij een of meer leden van de Raad van Bestuur een tegenstrijdig belang hebben, is artikel 6 lid 6 van dit bestuursreglement van overeenkomstige toepassing.

  • 7. Het is de leden van de Raad van Bestuur niet toegestaan gedurende het eerste jaar na afloop van hun benoemingstermijn tegen beloning werkzaamheden te verrichten voor de KvK, tenzij de minister hiermee schriftelijk akkoord gaat.

Artikel 12. Nevenfuncties

  • 1. Een lid van de Raad van Bestuur vervult geen nevenfuncties die ongewenst zijn met het oog op een goede vervulling van zijn/haar functie of de handhaving van zijn/haar onafhankelijkheid of van het vertrouwen daarin.

  • 2. Een lid van de Raad van Bestuur meldt het voornemen tot het aanvaarden van een nevenfunctie anders dan uit hoofde van zijn/haar functie aan de minister.

  • 3. Nevenfuncties van een lid van de Raad van Bestuur anders dan uit hoofde van zijn/haar functie worden openbaar gemaakt. Openbaarmaking van nevenfuncties van de leden van de Raad van Bestuur geschiedt bij de KvK door publicatie op de website.

Artikel 13. Ondersteuning

  • 1. De Raad van Bestuur wordt in de uitvoering van zijn taken (ambtelijk) ondersteund door de bestuurssecretaris en de bestuursstaf.

  • 2. De bestuurssecretaris woont in beginsel de vergaderingen van de Raad van Bestuur bij en bereidt deze voor.

  • 3. De bestuurssecretaris of zijn plaatsvervanger of een door de Raad van Bestuur aan te wijzen functionaris draagt zorg voor de ambtelijke ondersteuning van de raden als genoemd in artikel 14, 15 en 16

Artikel 14. Centrale Raad

  • 1. Er is een Centrale Raad.

  • 2. De werkwijze van de Centrale Raad is vastgelegd in het Reglement Centrale Raad KvK.

Artikel 15. Regionale Raden

  • 1. Er zijn Regionale Raden.

  • 2. De werkwijze van de Regionale Raden is vastgelegd in het Reglement Regionale Raden KvK.

Artikel 16. Raad van Advies

  • 1. Er is een Raad van Advies.

  • 2. De werkwijze van de Raad van Advies is vastgelegd in het Reglement Raad van Advies KvK.

Artikel 17. Wijziging/intrekking

  • 1. Een wijziging van dit besluit geschiedt in overeenstemming met de in artikel 6 van dit bestuursreglement beschreven besluitvormingsprocedure.

  • 2. Een wijziging als bedoeld in lid 1 van dit artikel behoeft goedkeuring van de minister.

Artikel 18. Slotbepalingen

  • 1. Dit besluit wordt aangehaald als: Bestuursreglement Kamer van Koophandel.

  • 2. Het besluit Bestuursreglement Kamer van Koophandel van 28 mei 2014 wordt ingetrokken.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Utrecht, 13 oktober 2023

G. Prins

R.E. Engering

BIJLAGE – GEDRAGSCODE KAMER VAN KOOPHANDEL

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze gedragscode wordt verstaan onder:

a. KvK:

de Kamer van Koophandel, zoals bedoeld in artikel 2 van de Wet KvK;

b. Raad van Bestuur:

het bestuur van de KvK, zoals bedoeld in artikel 6 van de Wet KvK;

c. minister:

de Minister van Economische Zaken & Klimaat;

d. Wet KvK:

de Wet op de Kamer van Koophandel zoals deze van tijd tot tijd geldt.

Artikel 2. Juridische grondslag en toepassing

  • 1. De Raad van Bestuur stelt een gedragscode op ter bevordering van de integriteit van het gedrag en de werkwijze van de leden van de Raad van Bestuur.

  • 2. Deze gedragscode is van toepassing op alle leden van de Raad van Bestuur. Zij ontvangen hiervan ieder een exemplaar.

  • 3. De leden van de Raad van Bestuur zijn aanspreekbaar op naleving van deze gedragscode.

  • 4. In gevallen waarin deze gedragscode niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt hierover overleg plaats in de vergadering van de Raad van Bestuur.

  • 5. Deze gedragscode is vastgesteld door de Raad van Bestuur op 6 april 2023, waarna de minister op 12 april 2023 daaraan goedkeuring heeft verleend.

  • 6. Deze gedragscode treedt in werking na publicatie in de Staatscourant en werkt terug tot 6 april 2023.

Artikel 3. Wet- en regelgeving en interne regelingen

  • 1. De leden van de Raad van Bestuur moeten alle relevante wet- en/of regelgeving naleven. Zij dienen hiervan dan ook op de hoogte te zijn. Indien juridisch advies nodig is, zal daartoe een gerenommeerd advocatenkantoor worden ingeschakeld. Het is in ieder geval niet de bedoeling dat leden van de Raad van Bestuur aan wet- en/of regelgeving een eigen interpretatie geven.

  • 2. De leden van de Raad van Bestuur moeten zich daarnaast houden aan alle interne regelingen van de KvK.

Artikel 4. Veiligheid, gezondheid en milieu

  • 1. Bij de uitvoering van hun werkzaamheden dienen de leden van de Raad van Bestuur alle geldende voorschriften en regels op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu na te leven. In dit kader moeten in ieder geval de volgende bepalingen gerespecteerd worden:

    • i) onveilige situaties dienen onmiddellijk gerapporteerd te worden aan de voorzitter van de Raad van Bestuur;

    • ii) de bedrijfsvoering dient op duurzame en milieuvriendelijke wijze te geschieden; en

    • iii) lokale veiligheids-, gezondheids- en milieuvoorschriften moeten nageleefd worden. Indien internationale standaarden hogere eisen stellen, moeten deze standaarden nageleefd worden.

Artikel 5. Integriteit

  • 1. De leden van de Raad van Bestuur accepteren geen geschenken, faciliteiten of diensten, indien hun onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed. In onderhandelingssituaties weigeren zij door betrokken relaties aangeboden geschenken en/of andere voordelen.

  • 2. Geschenken en giften die de leden van de Raad van Bestuur uit hoofde van hun functie ontvangen worden gemeld in de vergadering van de Raad van Bestuur. Geschenken en giften die een geschatte waarde hebben van meer dan € 50,– worden geacht eigendom te zijn van de KvK. Geschenken en giften die een waarde van € 50,– of minder vertegenwoordigen kunnen door de leden van de Raad van Bestuur worden behouden.

  • 3. Aanbiedingen voor privé-werkzaamheden of kortingen op privé-goederen worden door de leden van de Raad van Bestuur niet geaccepteerd.

  • 4. Leden van de Raad van Bestuur dienen dubieuze transacties te vermijden.

Artikel 6. Bestuurlijke uitgaven en buitenlandse reizen

  • 1. Uitgaven van de leden van de Raad van Bestuur worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond. De leden van de Raad van Bestuur declareren geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

  • 2. Voor het maken van een buitenlandse dienstreis of het uitbrengen van een werkbezoek door een lid van de Raad van Bestuur is voorafgaande toestemming vereist van de Raad van Bestuur. Het KvK gerelateerde belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming hierover.

  • 3. Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privédoeleinden is slechts beperkt toegestaan en moet betrokken worden bij de besluitvorming. De extra reis- en verblijfkosten komen volledig voor rekening van de betrokkene.

  • 4. Als uitgangspunt geldt dat leden van de Raad van Bestuur die voor een dienstreis een vliegreis moeten maken, in aanmerking komen voor business klasse of een vergelijkbare klassen indien de vliegreis zes uur of langer duurt. Bij een vlucht van korter dan zes uur zal een ticket worden geboekt in de economy klasse.

Artikel 7. Informatie

  • 1. De leden van de Raad van Bestuur gaan zorgvuldig en correct om met informatie waarover zij uit hoofde van hun functie beschikken en zorgen ervoor dat stukken met vertrouwelijke gegevens veilig worden opgeborgen en dat computerbestanden zijn beveiligd.

  • 2. Onverminderd artikel 20 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen verstrekken de leden van de Raad van Bestuur geen informatie, die vertrouwelijk en/of geheim is, dan na de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de eigenaar van de informatie, dan wel op uitdrukkelijk verzoek van de minister.

  • 3. De leden van de Raad van Bestuur gaan verantwoord om met de e-mail- en internetfaciliteiten van de KvK en met sociale media.

Artikel 8. Rechtvaardigheid

  • 1. De leden van de Raad van Bestuur behandelen een ieder rechtvaardig en met respect.

  • 2. Discriminatie, (seksuele) intimidatie, agressie, geweld en pesten zijn uitingen van ongewenst gedrag en worden niet getolereerd.

Artikel 9. Rapporteren vermeende onregelmatigheden

  • 1. Een lid van de Raad van Bestuur dient vermeende onregelmatigheden van algemene, operationele en financiële aard binnen de KvK aan de voorzitter van de Raad van Bestuur te rapporteren. Vermeende onregelmatigheden die het functioneren van de Raad van Bestuur betreffen, moeten worden gerapporteerd aan de minister.

  • 2. De Raad van Bestuur bevordert daarnaast dat functionarissen van de KvK zonder gevaar voor hun rechtspositie de mogelijkheid hebben te rapporteren aan de voorzitter van de Raad van Bestuur of door deze aangewezen functionarissen over vermeende onregelmatigheden binnen de KvK van algemene, operationele en financiële aard, dan wel schending van gedragscodes en wet- en regelgeving.

  • 3. De KvK heeft een ‘klokkenluidersregeling’ die is opgenomen in het personeelshandboek van de KvK.

Artikel 10. Wijziging/intrekking

  • 1. Een wijziging van deze gedragscode geschiedt in overeenstemming met de in artikel 6 van het Bestuursreglement Kamer van Koophandel beschreven besluitvormingsprocedure.

  • 2. Een wijziging als bedoeld in lid 1 van dit artikel behoeft goedkeuring van de minister.

Artikel 11. Slotbepalingen

  • 1. Deze gedragscode wordt aangehaald als: Gedragscode Kamer van Koophandel.

  • 2. Het besluit Gedragcode Kamer van Koophandel van 28 mei 2014 wordt ingetrokken.


X Noot
1

Het meerjarenplan wordt in de Wet KvK het meerjarenprogramma genoemd.

X Noot
2

Het jaarplan wordt in de Wet KvK het activiteitenplan genoemd.

Naar boven