Deelregeling starters erfgoed

Het bestuur van het Mondriaan Fonds,

Gelet op artikel 10, lid 4 van de Wet op het specifiek cultuurbeleid;

Besluit:

Artikel 1. Doel

Het Mondriaan Fonds kan op grond van deze regeling subsidies verstrekken aan beeldende kunstinstellingen, musea, kunstpodia en erfgoedinstellingen om starters de mogelijkheid te geven werkervaring op te doen in hun vakgebied.

Artikel 2. Doelgroep

De bijdrage kan worden aangevraagd door Nederlandse publiekstoegankelijke beeldende kunstinstellingen, kunstpodia, musea en andere erfgoedinstellingen.

Artikel 3. Subsidiesoort

Een bijdrage kan worden verstrekt voor het in dienst nemen van een starter die minder dan vijf jaar werkervaring heeft en niet eerder in dienst is geweest van de aanvragende instelling

Artikel 4. Hoogte bijdrage

  • 1. De subsidie bedraagt 40.000 euro per positie.

  • 2. De aanvrager bepaalt de looptijd van aanstelling. De maximale looptijd voor een aanstelling in Nederland bedraagt twee jaar, in het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden vier jaar.

  • 3. De aanstelling is minimaal 24 uur per week.

  • 4. De eigen bijdrage van de instelling is minimaal 10 procent, 4.000 euro.

  • 5. De bijdrage betreft de bruto salariskosten van de starter en de daarmee samenhangende werkgeverslasten.

Artikel 5. Aanvraag

Naast de bepalingen vastgesteld in het Algemeen Reglement, in het aanvraagformulier en in de toelichting daarop, dient de aanvraag vergezeld te gaan van:

  • een kenschets van de instelling;

  • een motivatie waarin aannemelijk wordt gemaakt dat de aangevraagde bijdrage wordt gebruikt om de starter relevante werkervaring op te laten doen;

  • een functieprofiel;

  • indien de instelling een medewerker op het oog heeft een c.v. van de starter.

Artikel 6. Beoordeling

  • 1. Indien met het aantal ingediende aanvragen het subsidieplafond als bedoeld in artikel 7 niet wordt overschreden, wordt de aanvraag door het bestuur beoordeeld.

  • 2. Indien met het aantal ingediende aanvragen het subsidieplafond zoals bedoeld in artikel 7 wordt overschreden of als het bestuur twijfelt, wordt de aanvraag voorgelegd aan de adviescommissie.

  • 3. Aanvragen zoals bedoeld in het tweede lid van dit artikel worden voorgelegd aan een adviescommissie, mits zij voldoen aan de vereisten om voor subsidie in aanmerking te komen.

  • 4. Bij de beoordeling van een aanvraag voor de Deelregeling starters erfgoed worden onderstaande aspecten gehanteerd:

    • de wijze waarop de starter de mogelijkheid wordt geboden om relevante werkervaring op te doen;

    • het belang en de reputatie van de aanvragende instelling;

    • het belang van de functie voor de starter waarvoor de aanvraag wordt ingediend.

    Positief kan meewegen als de aanstelling bijdraagt aan nieuwe inzichten of kennis toevoegt aan de organisatie.

  • 5. De adviescommissie weegt de geografische spreiding evenals diversiteit van de totale groep te honoreren instellingen en daarbij betrokken starters in haar oordeel mee.

  • 6. Indien de adviescommissie de in het vierde lid van dit artikel bedoelde aspecten niet van voldoende belang acht, brengt zij een negatief advies uit over de aanvraag.

  • 7. Indien de adviescommissie de in het vierde lid van dit artikel bedoelde aspecten van voldoende belang acht, brengt zij een positief advies uit over de aanvraag.

  • 8. Als het subsidieplafond ontoereikend is om alle aanvragen, waarover een positief advies is uitgebracht te honoreren plaatst de adviescommissie de overige aanvragen in een rangorde op basis van de in het vierde lid van dit artikel bedoelde aspecten.

  • 9. Indien de aanvraag betrekking heeft op nieuw te werven medewerkers, wordt in twee rondes geoordeeld. In de eerste ronde wordt het plan, waarin opgenomen het functieprofiel en de motivering beoordeeld. Indien hierover positief geoordeeld wordt, wordt de bijdrage voor een periode van maximaal zes maanden na beschikkingsdatum gereserveerd. Na marginale toetsing van de geworven medewerker wordt de reservering vrijgegeven.

Artikel 7. Subsidieplafond

Het subsidieplafond bedraagt 1.485.000 euro.

Artikel 8. Hardheidsclausule

Het bestuur kan, gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, artikelen of onderdelen daarvan buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover strikte toepassing leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 9. Overig

In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur.

Artikel 10. Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst wordt uitgegeven na 1 februari 2023, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt zij terug tot en met 1 februari 2023.

Artikel 11. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Deelregeling starters erfgoed.

Deze regeling zal na goedkeuring door de Staatssecretaris van Cultuur en Media in de Staatscourant worden geplaatst.

De stichting Mondriaan Fonds, E. van der Lingen directeur-bestuurder

TOELICHTING BIJ DEELREGELING STARTERS ERFGOED

Inleiding

De cultuursector heeft de afgelopen jaren als gevolg van coronamaatregelen een zware periode doorgemaakt en wordt nog altijd geconfronteerd met uitdagingen. Door sluiting van de cultuursector konden veel starters in de kunst- en erfgoedsector de eerste stappen in hun carrière niet zetten. Tentoonstellingen konden niet doorgaan, programma’s werden uitgesteld en werkzaamheden op het gebied van collectiebeheer- en onderzoek kwamen stil te liggen. In mei 2022 publiceerde de Staatssecretaris van Cultuur en Media een hoofdlijnenbrief waarin zij toelicht dat het ministerie extra middelen vrijmaakt om herstel, vernieuwing en groei in de sector te stimuleren. De Staatssecretaris richt zich in deze hoofdlijnenbrief onder andere op de starters binnen de sector.

Deze regeling richt zich op starters in de kunst- en erfgoedsector (geen makers).

Ad artikel 1 Doelstelling

In dit artikel is de doestelling van deze regeling geformuleerd. Deze moet gelezen worden in samenhang met de inleiding van de toelichting op deze regeling.

Ad artikel 2 Doelgroep

In dit artikel wordt de doelgroep beschreven. Niet alleen musea, maar ook bijvoorbeeld archieven met een publieksfunctie en kunstpodia zonder collectie kunnen aanvragen.

Ad artikel 3 Subsidiesoorten

Een bijdrage kan worden aangevraagd voor het in loondienst nemen van een starter. Starters hebben maximaal 5 jaar werkervaring. Door de coronacrisis en teruglopende bezoekersaantallen is het voor musea lastig starters aan te nemen.

De starter waarvoor mag worden aangevraagd mag op het moment van de start van de subsidieperiode niet meer dan vijf jaar werkervaring hebben.

Ad artikel 4 Hoogte bijdrage

We bieden een lumpsumbijdrage van 40.000 euro per positie, hiermee kan met een eigen bijdrage van minimaal 10 procent van de instelling iemand aangesteld worden voor de duur van circa een jaar, afhankelijk van inschaling. Indien een aangestelde kracht een nieuwe baan krijgt en daarom vertrekt, moet de positie door een andere kandidaat kunnen worden ingevuld. Sommige instellingen zullen van de lumpsumbijdrage een persoon kunnen aannemen voor meer dan een jaar, andere instellingen een duurdere kracht voor een kortere periode. In het aanvraagformulier wordt gevraagd naar de positie en duur van de positie, naast de eigen bijdrage van minimaal 10 procent. Een eventuele transitievergoeding komt voor rekening van de instelling en kan niet met de bijdrage van het Mondriaan Fonds betaald worden.

Als het gaat om nieuw te werven medewerkers, kent het fonds na een positieve beoordeling een bijdrage toe onder een zogeheten ‘reservering’. Na het aanstellen van de kandidaat moet het uiteindelijke contract worden overlegd aan het fonds, en vindt nog een marginale toetsing van de kandidaat plaats (zie artikel 6).

Het is niet mogelijk om een aanvraag in te dienen voor een lager bedrag dan de standaard lumpsum bijdrage van 40.000 euro.

Ad artikel 5 Aanvraag

In dit artikel wordt beschreven op basis van welke stukken de aanvraag wordt beoordeeld.

Ad artikel 6 Beoordeling

Als het aangevraagde bedrag van het totaal aantal aanvragen het subsidieplafond niet overschrijdt worden de aanvragen door het bestuur beoordeeld.

Als de bestuurder twijfelt of als het subsidieplafond wel wordt overschreden, wordt de aanvraag aan een adviescommissie voorgelegd. Deze beoordeelt de aanvragen aan de hand van de in het vierde lid bedoelde aspecten.

Als het gaat om nieuw te werven medewerkers waarvoor nog geen kandidaat is gevonden, wordt eerst het plan, met daarin opgenomen het functieprofiel en de motivering, beoordeeld. Indien de aanvraag positief wordt beoordeeld, wordt een toekenning gereserveerd.

De uiteindelijke kandidaat en het contract moeten in dit geval worden overlegd en worden marginaal getoetst.

Ad artikel 7 Subsidieplafond

Het subsidieplafond bedraagt: 1.485.000 euro.

Ad artikel 8 Hardheidsclausule

In deze paragraaf is een hardheidsclausule opgenomen.

Ad artikel 9 Overig

In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur.

Ad artikel 10 Inwerkingtreding

In dit artikel is onder meer de ingangsdatum van de regeling bepaald.

Ad artikel 11 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Deelregeling starters erfgoed.

Naar boven