Regeling van de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen van 16 oktober 2023, nr. 2023-0000534769, tot wijziging van de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ vanwege een vermogensuitzondering voor de tegemoetkoming van ex-partners en kinderen van ex-partners op grond van de Wet hersteloperatie toeslagen

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen,

Gelet op artikel 31, tweede lid, onderdeel l, van de Participatiewet;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 7, onderdeel p, van de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ wordt als volgt gewijzigd:

1. In subonderdeel 1 wordt ‘bedoeld in artikel 2.1 van de Wet hersteloperatie toeslagen’ vervangen door ‘bedoeld in artikel 2.1 of artikel 2.14h van de Wet hersteloperatie toeslagen’.

2. In subonderdeel 4 wordt ‘bedoeld in artikel 2.8 van de Wet hersteloperatie toeslagen’ vervangen door ‘bedoeld in artikel 2.8 of artikel 2.14i van de Wet hersteloperatie toeslagen’.

3. Subonderdeel 7 komt te luiden:

  • 7°. de tegemoetkoming voor kind, bedoeld in artikel 2.10 of artikel 2.11a van de Wet hersteloperatie toeslagen, of de tegemoetkoming voor pleegkind of voormalig pleegkind, bedoeld in artikel 2.11 of artikel 2.11b van de Wet hersteloperatie toeslagen;.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten

TOELICHTING

Op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel l, van de Participatiewet bestaat de mogelijkheid om bij ministeriële regeling materiële of immateriële schadevergoedingen aan te wijzen die niet tot de middelen worden gerekend waarover een belanghebbende redelijkerwijs beschikt of kan beschikken. Betalingen in het kader van de hersteloperatie toeslagen zijn in artikel 7, onderdeel p, van de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ (hierna: de regeling) als zodanig aangewezen.

Met deze wijzigingsregeling is de vermogensuitzondering uitgebreid met de forfaitaire compensatie voor de ex-partner van een gedupeerde aanvrager en de regeling voor de (pleeg)kinderen van de ex-partner. Deze toevoegingen vloeien voort uit de Wet aanvullende regelingen hersteloperatie toeslagen.

Artikel 7, onderdeel p, onder 1°, van de regeling betreft de (aanvullende) compensatie. Met deze wijziging geldt die bepaling niet alleen voor de compensatie die de aanvrager van kinderopvangtoeslag ontvangt, maar ook als het om de ex-partner gaat. Daartoe is een verwijzing toegevoegd naar artikel 2.14h van de Wet hersteloperatie toeslagen.

De incidentele noodvoorziening is genoemd onder 4°. Dat onderdeel is uitgebreid met een verwijzing naar artikel 2.14i van de Wet hersteloperatie toeslagen, dat ook voor de ex-partner in een incidentele noodvoorziening voorziet.

Ten slotte is de vermogensuitzondering voor de tegemoetkoming voor kinderen, geregeld onder 7°, uitgebreid met het kind en (voormalig) pleegkind van de ex-partner. Daartoe verwijst dit subonderdeel nu ook naar de artikelen 2.11a en 2.11b van de Wet hersteloperatie toeslagen.

Deze regeling treedt in werking op de dag na de datum van publicatie. Daarmee wordt afgeweken van het kabinetsbeleid voor vaste verandermomenten en een minimuminvoeringstermijn van regelgeving, zoals neergelegd in aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving. De reden daarvoor is dat, op het moment dat betalingen worden gedaan als bedoeld in de Wet aanvullende regelingen hersteloperatie toeslagen, ook voorzien moet zijn in de daarmee samenhangende vermogensuitzonderingen.

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten

Naar boven